210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
207.00.00-00.00

Bijwerking: 12/08/2009
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2010

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid werd op 12 mei 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen op 4 juni 2009 en geregistreerd op 6 augustus 2009 onder het nr. 93481/CO/207.

Deze CAO laat voor de jaren 2009 en 20010 onder welbepaalde voorwaarden conventioneel brugpensioen toe vanaf 56 jaar .

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brug­pensioen, verschenen in het Belgisch staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze brochure brugpensioen.

U vindt hierboven de link naar de integrale tekst (zie gerelateerde CAO nr.93481).

Commentaar

1. Procedure in de onderneming

De onderhavige brugpensioenregeling is enkel mogelijk voor zover een collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten op het vlak van de onderneming of een toetredingsakte wordt ondertekend.

2. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een bediende ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 56 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31 december 2010. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 2010.

3. Anciënniteitsvoorwaarde

Ingevolge het KB van 7 december 1992 en de bovenstaande CAO dient de werknemer die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 33 jaar loondienst en minstens 20 jaar gewerkt te hebben in een arbeidsregime met nachtprestaties. Bovendien zullen de betrokken bediende ten minste 5 jaar anciënniteit in de onderneming moeten bewijzen.

4. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze brochure.

5. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is ten laste van de werkgever.

Zij is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldoging en de werkloosheidsuitkering (zie onze brochure)).

 

 

 


 

(1)   Deze anciënniteit van 5 jaar in de onderneming mag door de werkgever, mits een uitdrukkelijke vermelding door de werkgever in punt II van deze toetredingsakte, tot maximum 20 jaar worden gebracht.  Indien de werkgever de toegang tot dit conventioneel brugpensioen afhankelijk wenst te maken van supplementaire voorwaarden dient hij ze eveneens uitdrukkelijk te vermelden in punt II van deze toetredingsakte.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
12/05/2009
Registratienr
93481
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
31/12/2012
Neerleggingsdatum
04/06/2009
Registratiedatum
06/08/2009
Onderwerp
brugpensioen op 56 jaar
BS Bericht van neerlegging
14/08/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
21/02/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
08/04/2010
Keywords
BRUGPENSIOEN, STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT)

Historiek
01/07/2023 30/06/2025 210301 SWT 60 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/07/2021 30/06/2023 210301 SWT 60 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2019 30/06/2021 210301 SWT 59 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2017 31/12/2018 210301 210103 SWT 58 jaar/59 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2015 31/12/2016 210301 210103 SWT 58 jaar - 33 jaar – nachtarbeid/zwaar beroep
01/01/2013 31/12/2014 210301 210103 SWT 56 jaar - 33 jaar - nachtarbeid
01/01/2011 31/12/2012 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2009 31/12/2010 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2007 31/12/2008 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2005 31/12/2006 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2003 31/12/2004 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/2001 31/12/2002 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar
01/01/1999 31/12/2000 210301 210102 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar