2201 2102 Brugpensioen op 55 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
202.00.00-00.00

Bijwerking: 16/10/1996
Geldig vanaf: 01/04/1995
Geldig tot: 31/12/1996

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren werd op 21 december 1995 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 55 jaar. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 4 augustus 1996 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1996.

 

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een uitgebreide commentaar.

A. Tekst CAO

HOOFDSTUK 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de groepen A en B zoals gedefinieerd in de collectieve arbeidsovereenkomsten van 17 juni 1994 en 5 september 1994, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot regeling van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten in de ondernemingen van het Paritair comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 november 1994, en op de bedienden die zij tewerkstellen (zie onze omzendbrief HFDST.2.2).

Zij is niet van toepassing wanneer het ontslag het gevolg is van definitieve stopzetting van de activiteit van de onderneming of van de uitvoering van een herstructureringsovereenkomst op ondernemingsvlak die erkend is door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid.

 

HOOFDSTUK 2 - Brugpensioenregime voor bedienden met 33 jaar loondienst

Artikel 2

Met ingang van 1 april 1995 wordt de minimumleeftijd voor het conventioneel brugpensioen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen van de bedienden, vastgesteld op 55 jaar op voorwaarde dat zij deze leeftijd bereiken tijdens de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst en dat zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, berekend overeenkomstig artikelen 114, §4, tweede lid en 117, eerste lid 3° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsuitkeringen, en artikel 10 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling.

 

Artikel 3

Alle andere bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, behalve deze betreffende de leeftijdsvoorwaarden blijven van kracht.

 

HOOFDSTUK 3 - Slotbepalingen

Artikel 4

(...)

Commentaar: deze CAO werd gesloten in het kader van de tewerkstellingsakkoorden      (CAO nr. 60 en wet van 3 april 1995).

Voor de toepassing van deze akkoorden zie onze HFDST.43.2.

 

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.

 

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een bediende ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 55 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31 december 1996. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 1996.

2. Anciënniteitsvoorwaarde

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de bediende die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 33 jaar loondienst.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde bediende verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie onder nummer 355.

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsvergoedingen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het ver­schil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering (zie onze interprofessionele documentatie onder nummer 355).

5. Maandelijkse bijdrage

Als deelname in de meerkost van de sociale zekerheid die voortvloeit uit deze regeling, wordt bepaald dat bij vervanging van de bruggepensioneerde door een langdurige werkloze (meer dan een jaar werkloos), de onderneming een maandelijkse bijdrage verschuldigd is aan de sociale zekerheid ten belope van een derde van de aanvullende vergoeding. Bij vervanging door een andere werknemer beloopt de bijdrage de helft van de aanvullende vergoeding.

 

Deze bijdrage blijft verschuldigd tot en met de maand waarin de bruggepensioneerde de leeftijd bereikt waarop zijn rustpensioen ingaat.

 

 

 


Historiek
11/12/2013 31/12/2014 2201 Historiek SWT 58 jaar – Kliksysteem
09/12/2011 31/12/2013 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar
11/12/2013 11/12/2013 2201 21 Werkloosheid met bedrijfstoeslag
01/01/2011 31/12/2011 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar
01/01/2008 31/12/2010 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2006 31/12/2007 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/07/2003 31/12/2005 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2002 30/06/2003 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2002 31/12/2001 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/04/1995 31/12/1996 2201 2102 Brugpensioen op 55 jaar