0701 Arbeidsduur

Paritair (sub-)Comité nr.:
201.00.00-00.00

Bijwerking: 06/02/2018
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 31/07/2017

De arbeidsduur is vastgesteld op 38u per week (gespreid over 5 dagen of 6 dagen met 2 halve rustdagen).

Overloon: vanaf het 39ste uur.

Op 15 juni 2001 werd een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de arbeidsduur gesloten in het paritair comité voor de zelfstandige kleinhandel.

We geven U hierna de integrale tekst van deze CAO gevolgd door enige commentaar.

A. Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "bedienden" verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel betreffende de arbeidsduur.

HOOFDSTUK II - Arbeidsduur

Artikel 3

In de ondernemingen uit de niet-voedingsector (Nace-code 52121, 52122, 52320 tot en met 52740) die 20 werknemers of meer tewerkstellen, wordt de wekelijkse arbeidsduur vanaf 1 mei 2000 op 38 uren 30 minuten en vanaf 1 mei 2001 op 38 uren gebracht.

§1. De weekgrens voor het overloon wordt 38u30, respectievelijk 38 uur, behalve voor de ondernemingen die de arbeidsduurvermindering geheel of gedeeltelijk toekennen als compensatiedagen.

In deze ondernemingen blijft de weekgrens voor het overloon vastgesteld op de contractueel gepresteerde wekelijkse arbeidsduur.

Bij deze arbeidsduurvermindering blijft het maandloon gelijk. Dit resulteert in een proportionele verhoging van het uurloon.

§2. De werkgever past naar eigen keuze deze arbeidsduurvermindering toe door toekenning van compensatiedagen of door een vermindering van de wekelijkse arbeidsduur.

§3. Wanneer de werkgever opteert voor compensatiedagen, worden deze genomen in onderling akkoord.

De arbeidsduurvermindering van dertig minuten stemt overeen met drie compensatiedagen op jaarbasis. De arbeidsduurvermindering van één uur stemt overeen met zes compensatiedagen op jaarbasis.

§4. Wanneer de werkgever opteert voor een vermindering van de wekelijkse arbeidsduur, wordt deze toegekend op één dag van de week, bij het begin of het einde van de arbeidsprestaties.

§5. Voor de deeltijdse bedienden wordt de arbeidsduurvermindering doorgevoerd volgens hun individuele keuze, rekening houdend met de normale arbeidsorganisatie in de onderneming, door een proportionele verhoging van het loon bij gelijkblijvende arbeidsduur of door een proportionele verlaging van de arbeidsduur met het behoud van loon.

§6. De proportionele verhoging van het loon bij gelijkblijvende arbeidsduur bedraagt op 1 mei 2000 1,30 % en op 1 mei 2001 1,32 %.

§7. De werkgever kan ervoor kiezen twee van de zes compensatiedagen aan te wenden voor de beroepsopleiding van de betrokken werknemers.

§8. De werkgever informeert voorafgaandelijk het regionaal overlegorgaan van zijn keuze en deelt in voorkomend geval het programma en de naam van de organisator van de beroepsopleiding mee.

Artikel 4

In de ondernemingen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen, wordt de wekelijkse arbeidsduur vanaf 30 juni 2002 op 38 uren gebracht.

§1. De werkgever past naar eigen keuze de arbeidsduurvermindering toe door toekenning van compensatiedagen of door een vermindering van de wekelijkse arbeidsduur.

§2. Wanneer de werkgever opteert voor de compensatiedagen, worden deze genomen in onderling akkoord volgens modaliteiten van toepassing in het bedrijf wat betreft het extra legaal verlof. De arbeidsduurvermindering van één uur stemt overeen met zes compensatiedagen op jaarbasis. De ondernemingen die voor dit stelsel kiezen, moeten in het jaar 2002 drie compensatiedagen en vanaf 2003 zes compensatiedagen toekennen.

§3. Wanneer de werkgever opteert voor een vermindering van de wekelijkse arbeidsduur, wordt deze toegekend op één dag van de week, bij het begin of het einde van de arbeidsprestaties.

§4. De weekgrens voor het overloon in geval van prestaties van overuren wordt vastgesteld op 39 uren.

§5. Voor de deeltijdse bedienden wordt deze arbeidsduurverkorting doorgevoerd volgens hun individuele keuze, rekening houdend met de normale arbeidsorganisatie in de onderneming, door een proportionele verhoging van het loon met 2,63 % bij gelijkblijvende arbeidsduur of door een proportionele verlaging van de arbeidsduur met het behoud van het loon.

HOOFDSTUK III - Arbeidsregime

Artikel 5

Het arbeidsregime dient zowel voor de deeltijdse als voor de voltijdse werknemers als volgt georganiseerd te worden:

  • ofwel gespreid over maximum 5 werkdagen per week;
  • ofwel in het kader van een 6-dagenweek met toekenning van twee halve werkdagen rust binnen deze 6 dagen.

Artikel 6

De kleinhandelsondernemingen die 20 werknemers of meer tewerkstellen uit de niet-voedingsector (Nacecode 52121, 52122, 52320 tot en met 52740) lichten het bevoegde regionaal overlegorgaan in over het gekozen arbeidsregime.

Om uit te maken of een werkgever 20 of meer werknemers heeft tewerkgesteld, moet men het totaal van de tewerkgestelde werknemers tellen op 30 juni van het voorgaande jaar waarvoor bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een aangifte werd ingediend.

HOOFDSTUK IV - Slotbepalingen

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.

B. Commentaar

Verkorting van de arbeidsduur

Deze CAO is een aanvulling van de vorige CAO van 6 juli 1999 over hetzelfde onderwerp. Zij vermindert vanaf 30 juni 2002 de wekelijkse arbeidsduur voor de ondernemingen met minder dan 20 werknemers.

De CAO van 15 juni 2001 bepaalt dus als volgt de arbeidsduur  voor de werkgevers die onder het PC 201 ressorteren:

  • ondernemingen met 20 werknemers of meer, dit wil zeggen de ondernemingen van de andere dan de voedingssector (de ondernemingen van de voedingssector met 20 werknemers en meer ressorteren in principe onder het P.C. 202 of 202.01) : 38 uur sedert 1 mei 2001;
  • ondernemingen met minder dan 20 werknemers: 38 uur vanaf 30 juni 2002 (dus 39 uur tot 29 juni 2002).

De CAO (artikel 4) bepaalt de toekenningsmodaliteiten van deze arbeidsduurverkorting.

Wij vestigen uw aandacht op een betwistbare bepaling in § 4 van dat artikel 4 : er wordt gezegd dat er slechts overloon verschuldigd is ingeval van arbeidsprestaties boven 39 uur. Dat is evenwel slechts juist in de veronderstelling dat de arbeidsduur op 39 uur wordt gehouden met toekenning  van dagen inhaalrust. Als de werkgever daarentegen kiest voor een werkelijke arbeidsduurverkorting tot 38 uur per week, is er overloon verschuldigd vanaf het 38ste uur ingeval er een overuur wordt gepresteerd in de zin die  de arbeidswet van 16 maart 1971 aan dit begrip geeft.

In verband met de verplichting van kennisgeving ten opzichte van het regionaal overlegorgaan, neemt de CAO van 15 juni 2001 de bepalingen van de vorige CAO over en beoogt ze slechts de ondernemingen met 20 werknemers en meer.

Opmerking

Voorheen regelde de cao van 6 juli 1999 de overgang naar 39 uren per week. Uit de datum van ondertekening van deze cao kan men afleiden dat er vóór 01/01/1999 geen sectorale cao was gesloten om de modaliteiten voor de overgang naar 39 wettelijke uren vast te leggen.

Bij de keuze van de toepassingsmodaliteiten voor de huidige 38 uren kunnen de werkgevers van deze sector bijgevolg niet kiezen voor een effectieve wekelijkse arbeidsduur van meer dan 39 uren (voorbeeld : 40 uren + 12 inhaalrustdagene => onwettig).

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
15/06/2001
Registratienr
58468
Geldig van
-
Geldig tot
31/07/2017
Neerleggingsdatum
27/06/2001
Registratiedatum
10/08/2001
Onderwerp
arbeidsduur
BS Bericht van neerlegging
29/08/2001
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/06/2003
Gepubliceerd in het B.St. van
06/08/2003
Keywords
ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURVERMINDERING, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN

Historiek
01/01/2023 31/12/2050 0701 Arbeidsduur
01/08/2017 31/12/2022 0701 Arbeidsduur
01/01/2001 31/07/2017 0701 Arbeidsduur
01/01/1999 31/12/2000 0701 Arbeidsduur