0701 Arbeidsduur

Paritair (sub-)Comité nr.:
201.00.00-00.00

Bijwerking: 06/02/2018
Geldig vanaf: 01/08/2017
Geldig tot: 31/12/2022

Wekelijkse arbeidsduur: 38u per week (gespreid over 5 dagen of 6 dagen met 2 halve rustdagen).

Minimale arbeidsduur per prestatie: 3 uren.

Rusttijden: 11 uren (12 uren jonge werknemers).

Pauzes: 15 minuten na 6 uren prestaties (regels jonge werknemers).

In het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel werd op 4 september 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeidsduur (nr. 142091/CO/201).

Om uit te maken of een werkgever 20 of meer werknemers tewerkstelt, moet men het gemiddelde berekenen van de tewerkstelling tijdens het 4de kwartaal van het 'kalenderjaar -2' en het lste tot en met het 3de kwartaal van het 'kalenderjaar -1'. Het gemiddelde wordt verkregen door het totaal aantal werknemers in dienst op het einde van ieder van de bedoelde kwartalen te delen door het aantal kwartalen waarvoor een aangifte werd ingediend.

Bij het eerste jaar tewerkstelling is het in aanmerking te nemen aantal het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het eerste burgerlijk kwartaal waarvoor betrokken onderneming een aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft ingediend.

1. Wekelijkse arbeidsduur

1.1. Ondernemingen uit de niet-voeding sector die 20 werknemers of meer tewerkstellen

In de ondernemingen uit de niet-voedingsector (Nace-code 52121, 52122, 52320 tot en met 52740) die 20 werknemers of meer tewerkstellen bedraagt de wekelijkse arbeidsduur 38 uren (gemiddeld) (sinds 1 mei 2001).

Voorbeelden:

  • Een bediende die wekelijks 39 uur presteert heeft recht op 6 compensatiedagen op jaarbasis.
  • Een bediende die wekelijks 40 uur presteert heeft recht op 12 compensatiedagen op jaarbasis.

Compensatiedagen worden genomen in onderling akkoord.

1.2. Ondernemingen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen

In de ondernemingen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen bedraagt de wekelijkse arbeidsduur 38 uren (gemiddeld) (sinds 30 juni 2002).

2. Minimale dagelijkse arbeidsduur/per prestatie

De duur van elke arbeidsperiode mag niet minder dan 3 uren bedragen.

3. Rusttijden

De werknemers hebben recht op elf opeenvolgende uren (twaalf uren voor jonge werknemers) rust in de loop van elke periode van vierentwintig uur, tussen de stopzetting en de hervatting van de arbeid.

De duur van de rustonderbrekingen voegt zich bij de zondagsrust of de inhaalrust voor de tewerkstelling van een werknemer op zondag, zodat de werknemers een arbeidsonderbreking van 35 opeenvolgende uren genieten.

Er kan worden afgeweken van deze verplichte regels ofwel bij de wet (werken uitgevoerd om het hoofd te bieden aan een voorgevallen of dreigend ongeval, dringende werken aan machines en materiaal, onvoorziene noodzakelijkheid, ezv) ofwel bij een cao die algemeen verbindend werd verklaard.

In dit paritair comité, is er geen afwijking voorzien.

4. Pauzes

De werknemers mogen zes uren zonder onderbreking werken. Wanneer de arbeidstijd per dag zes uren overschrijdt, hebben zij recht op een pauze waarvan de duur en de toepassingsmodaliteiten moeten vastgelegd worden hetzij door cao (sectorale of onderneming) hetzij bij KB.

In dit paritair comité werden geen modaliteiten voorzien. Bij gebrek aan cao of KB, hebben dus de werknemers ten minste recht op een kwartier pauze ten laatste op het ogenblik waarop de duur van de prestaties zes uren bereikt.

De jonge werknemers mogen slechts gedurende vierenhalf uren zonder onderbreking werken. Wanneer de arbeidstijd per dag vierenhalf uur overschrijdt, hebben zij recht op een half uur rust. Wanneer de arbeidstijd zes arbeidsuren per dag overschrijdt, hebben zij recht op één uur rust per dag, waarbij een half uur in één keer moet genomen worden.

5. Verdeling per week

Het arbeidsregime dient zowel voor de deeltijdse als voor de voltijdse werknemers als volgt georganiseerd te worden:

  • ofwel gespreid over maximum 5 werkdagen per week;
  • ofwel in het kader van een 6-dagenweek met toekenning van twee halve werkdagen rust binnen deze 6 dagen.

6. Overloon

6.1. Ondernemingen uit de niet-voeding sector die 20 werknemers of meer tewerkstellen

De weekgrens voor het overloon is vastgesteld op 38 uur, behalve voor de ondernemingen die de arbeidsduurvermindering geheel of gedeeltelijk toekennen als compensatiedagen.

In deze ondernemingen blijft de weekgrens voor het overloon vastgesteld op de contractueel gepresteerde wekelijkse arbeidsduur.

6.2. Ondernemingen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen

De weekgrens voor het overloon in geval van prestaties van overuren wordt vastgesteld op 39 uren (volgens de cao).

Commentaar: wij vestigen uw aandacht op deze betwistbare bepaling in § 4 van artikel 4 van de cao: er wordt gezegd dat er slechts overloon verschuldigd is ingeval van arbeidsprestaties boven 39 uur. Dat is evenwel slechts juist in de veronderstelling dat de arbeidsduur op 39 uur wordt gehouden met toekenning  van dagen inhaalrust. Als de werkgever daarentegen kiest voor een werkelijke arbeidsduurverkorting tot 38 uur per week per onderneminsg-cao, is er overloon verschuldigd vanaf het 38ste uur ingeval er een overuur wordt gepresteerd in de zin die  de arbeidswet van 16 maart 1971 aan dit begrip geeft.

7. Opmerking

Voorheen regelde de cao van 6 juli 1999 de overgang naar 39 uren per week. Uit de datum van ondertekening van deze cao kan men afleiden dat er vóór 01/01/1999 geen sectorale cao was gesloten om de modaliteiten voor de overgang naar 39 wettelijke uren vast te leggen.

Bij de keuze van de toepassingsmodaliteiten voor de huidige 38 uren kunnen de werkgevers van deze sector bijgevolg niet kiezen voor een effectieve wekelijkse arbeidsduur van meer dan 39 uren (voorbeeld : 40 uren + 12 inhaalrustdagene => onwettig).

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
04/09/2017
Registratienr
142091
Geldig van
01/08/2017
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
19/09/2017
Registratiedatum
19/10/2017
Onderwerp
wekelijkse arbeidsduur
BS Bericht van neerlegging
03/11/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
15/04/2018
Gepubliceerd in het B.St. van
07/05/2018
Keywords
ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURVERMINDERING, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN

Historiek
01/01/2023 31/12/2050 0701 Arbeidsduur
01/08/2017 31/12/2022 0701 Arbeidsduur
01/01/2001 31/07/2017 0701 Arbeidsduur
01/01/1999 31/12/2000 0701 Arbeidsduur