2801 28 Beroepsloopbaanonderbreking

Paritair (sub-)Comité nr.:
126.00.00-00.00

Bijwerking: 17/09/1999
Geldig vanaf: 01/01/1997
Geldig tot: 31/12/2004

In het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking werd op 14 mei 1997 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loopbaanonderbreking. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 2 december 1998 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 maart 1999.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO. Zie ook onze interprofessionele documentatie onder nr. 356.

 

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders/sters van de onderneming die onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking ressorteren.

Artikel 2.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 mbt de bevordering van de tewerkstelling en de preventie vrijwaring van het concurrentievermogen, (Belgisch Staatsblad van 1.08.1996) en het Koninklijk Besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden mbt de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van art. 7 § 2, 30 § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996.

HOOFDSTUK II - Algemene bepalingen

Artikel 3

§ 1.      Palliatieve zorg

De arbeider/ster heeft recht op loopbaanonderbreking gedurende één maand voor het verlenen aan palliatieve zorg aan personen die lijden aan een ongeneeslijke ziekte.

 

Deze termijn kan met maximum één maand worden verlengd omwille van dezelfde gebeurtenis.

 

Om gebruik te maken van dit recht, dient de arbeider/ster aan geen enkele andere vereisten te beantwoorden dan deze gesteld door de wet.

 

§ 2.      Zorg voor een ziek gezins- of familielid

De arbeider/ ster heeft recht op loopbaanonderbreking gedurende één maand voor het verlenen van bijstand of verzorging aan een gezinslid dat lijdt aan een zware ziekte.  Deze termijn kan met maximum één maand worden verlengd omwille van dezelfde gebeurtenis.

 

Om gebruik te maken van dit recht, dient de arbeider/ster aan geen vereisten te beantwoorden dan deze die de wetgever heeft voorzien.

Artikel 4.

§ 1.      Andere redenen tot loopbaanonderbreking

De arbeider/ster kan van het recht op loopbaanonderbreking gebruik maken om de hierna volgende redenen :

-      de verzorging en de opvoeding van een kind dat jonger is dan 3 jaar en dat deel uitmaakt van het gezin

-      de bijstand of verzorging van een gezinslid dat lijdt aan een zware ziekte, indien de vereiste afwezigheid van de arbeider/ster langer dan twee maanden zal duren

-      elke ernstige sociale reden verbonden aan het familieleven van de arbeider/ster (bv de formaliteiten vereist voor de adoptie van een kind)

-      het hervatten van studies met volledig leerplan

-      het bereiken van de leeftijd van 55 jaar

-      het aanvatten van een zelfstandige activiteit die niet concurrerend is met deze van de werkgever.

 

§ 2.      Toepassingsmodaliteiten

De arbeider/ster die gebruik wenst te maken van één der mogelijkheden van loopbaanonderbreking beschreven onder art. 4 § 1 dient ten minste één jaar in dienst te zijn van de werkgever en verbonden door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.

 

§ 3.      Duur van de schorsing

De schorsing van de arbeidsovereenkomst zal ten minste drie maanden en ten hoogste twaalf maanden bedragen.  Zij kan in elk van de gevallen worden verlengd, behalve in het geval van het aanvatten van een zelfstandige activiteit.

 

§ 4.      Voltijds of deeltijds

De schorsing van de arbeidsovereenkomst kan volledig zijn of gedeeltelijk.

 

Alle formules van arbeidsduurvermindering kunnen tussen werkgever en werknemer worden overeengekomen.  Deze overeenkomst moet het voorwerp uitmaken van een geschrift.

HOOFDSTUK III - Beperking van de afwezigheden

Artikel 5

§ 1.      KMO

In de ondernemingen die gemiddeld minder dan 20 werknemers tewerkstelden in het kalenderjaar voorafgaand aan het verzoek van de arbeider/ster kan maximum 1 persoon loopbaanonderbreking krijgen.

 

In de ondernemingen die gemiddeld ten minste 20 doch minder dan 50 werknemers tewerkstelden in het kalenderjaar voorafgaand aan het verzoek van de arbeider/ster kunnen maximum twee personen tegelijk loopbaanonderbreking krijgen.

 

Behoudens de uitdrukkelijke instemming van de werkgever, kan de invulling van dit recht slechts gebeuren in de vorm van volledige loopbaanonderbreking.

 

§ 2.      Andere ondernemingen

In de ondernemingen die gemiddeld 50 of meer werknemers tewerkstelden in het kalenderjaar voorafgaand aan het verzoek van de arbeider/ster kunnen niet meer dan 5 pct. van de werknemers gelijktijdig afwezig zijn wegens loopbaanonderbreking.

 

Bedoelde 5 pct. omvat het minimumrecht bepaald bij KB van 6 februari 1997.

HOOFDSTUK IV - Procedure

Artikel 6. - Palliative zorg of zorg voor een ziek gezins- of familielid

De arbeider/ster die van het recht op loopbaanonderbreking gebruik wil maken in de in art. 3 gestelde voorwaarden, dient hiervan één maand van te voren zijn werkgever op de hoogte te brengen.  Dit geldt eveneens voor elke verlenging.

 

Deze termijn kan in overleg tussen werkgever en werknemer worden verminderd.

 

De kennisgeving bevat de datum waarop de onderbreking ingaat en de duur van de onderbreking.

 

Bovendien zal de arbeider/ster die gebruik wenst te maken van het recht op loopbaanonderbreking wegens één van de in § 1 en § 2 vermelde redenen, hiervan het bewijs leveren door middel van een medisch attest.

Artikel 7. - De andere redenen tot loopbaanonderbreking

De arbeider/ster die gebruik wenst te maken van de in art. 4 geboden mogelijkheid van loopbaanonderbreking, zal de werkgever hiervan schriftelijk op de hoogte stellen, ten minste 4 maanden voor de aanvang van de schorsing van de arbeidsovereenkomst, behoudens in het geval van hoogdringendheid.

 

De aanvraag zal de aanvangsdatum, de duur en de reden van de schorsing vermelden.  Zij vermeldt eveneens of de aanvraag slaat op een volledige schorsing dan wel op een arbeidsduurvermindering.

Artikel 8.

De werkgever zal zijn toestemming slechts kunnen weigeren voor de loopbaanonderbreking vermeld onder art. 4 en indien :

a)   de onder art. 5 bepaalde afwezigheidsgraad wordt overschreden

b)   hij geen geldige vervanger vindt binnen de drie maanden na de aanvraag

c)   indien om bedrijfsorganisatorische redenen, deeltijdse arbeid niet mogelijk is.

 

De werkgever die om één van de voormelde redenen weigert de loopbaanonderbreking toe te staan zal binnen drie maanden na de aanvraag zijn beslissing schriftelijk en gemotiveerd aan de arbeider/ster mededelen.

 

De hierbovenvermelde termijnen gelden eveneens in het geval van verlenging.

Artikel 9.

De werkhervatting zal worden gegarandeerd in een gelijkwaardige functie.

 

De duur van de loopbaanonderbreking telt mee voor de berekening van de anciënniteit, uitgenomen voor de toepassing van een loonbarema gekoppeld aan anciënniteit, als zulks in een onderneming wordt toegepast.

Artikel 10.

De werkgever verbindt zich ertoe de arbeid waarvan de arbeidsovereenkomst in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt geschorst, te vervangen door een werkloze die uitkeringsgerechtigd is voor alle dagen van de week of ermee gelijksgestelde categorieën en dit, binnen de door de wet gestelde termijn.

Artikel 11.

Meer voordelige akkoorden op ondernemingsvlak die reeds gesloten werden of die nog gesloten zullen worden, hebben voorrang.

HOOFDSTUK V - Eindbepalingen

Artikel 12.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de CAO van 10 mei 1995, KB van 4.08.1996 en geldt voor onbepaalde duur.

 

Zij kan door een der partijen worden opgezegd, mits inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden, bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité.

 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 mbt de bevordering van de tewerkstelling en de preventie vrijwaring van het concurrentievermogen, (Belgisch Staatsblad van 1.08.1996) en het Koninklijk Besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden mbt de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van art. 7 § 2, 30 § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996.

 


Historiek
01/01/2022 31/12/2050 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2021 31/12/2021 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2019 31/12/2020 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2017 31/12/2018 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2015 31/12/2016 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2015 31/12/2014 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2014 31/12/2014 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2007 31/12/2013 2801 28 Tijdskrediet (Beroepsloopbaanonderbreking)
01/01/2005 31/12/2006 2801 28 Tijdskrediet (Beroepsloopbaanonderbreking)
01/01/1997 31/12/2004 2801 28 Beroepsloopbaanonderbreking