2201 21 Brugpensioen

Paritair (sub-)Comité nr.:
126.00.00-00.00

Bijwerking: 21/12/2007
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2008

In het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking werd op 16 mei 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het sectoraal brugpensioen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 7 juni 2007 onder het nr. 83204/CO/126. Ze is op 1 januari 2007 in werking getreden. Zij vervangt de CAO van 27 april 2005.

De CAO van 16 mei 2007 werd op haar beurt vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2007 betreffende het sectoraal brugpensioen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 8 november 2007 onder het nr. 85582/CO/126.

Zie gerelateerde CAO's : nr. 83204 en 85582.

Wij geven u hierna de tekst van deze CAO alsmede enkele praktische schikkingen.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze brochure.

A. Tekst van de CAO van 5 september 2007 betreffende het sectoraal brugpensioen

Hoofdstuk I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders/sters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair comité voor de stoffering en de houtbewerking.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch staatsblad van 31 januari 1975), van het koninklijk besluit van 7 december 1992 (Belgisch staatsblad van 11 december 1992) en de wet houdende het Generatiepact van 23 december 2005 (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005), met haar uitvoeringsbesluiten.

Artikel 3

De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op aile arbeiders/arbeidsters die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden, voor zover zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding en voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald in artikels 4 en 5.

Hoofdstuk II - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden

Artikel 4 - Leeftijdsvoorwaarde en algemene loopbaanvoorwaarden

Periode van 1-1-2007 tem. 31-12-2007:

Kunnen aanspraak maken op het brugpensioen, de arbeiders(sters) die in deze periode worden ontslagen, de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt en voldoen aan de algemene loopbaanvoorwaarden zoals gesteld in het Kb van 7 december 1992.

Periode van 1-1-2008 tem. 31-12-2008:

Kunnen aanspraak maken op het brugpensioen, de arbeiders(sters):

- die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt ;

- wier brugpensioen ingaat in voormelde periode - ongeacht de datum waarop ze werden ontslagen - en die voldoen aan de loopbaanvoorwaarden zoals gesteld in het Generatiepact.

Artikel 5 - Bijkomende loopbaanvoorwaarde

§1. Om echter recht te kunnen laten gelden op het brugpensioen, dient de arbeider/ster niet alleen de door de wetgeving gestelde loopbaanvereiste te vervullen, doch dient hij/zij bovendien een loopbaan te kunnen bewijzen van ten minste 15 jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat. Indien de arbeider/ster dit bewijs niet kan leveren, dient hij/zij een loopbaan te bewijzen van minimum twintig jaar in de sector waarvan minstens acht jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat.

De loopbaan dient te worden berekend van datum tot datum.

§2. Uitzondering wordt echter gemaakt voor de arbeider die het slachtoffer werd van een faillissement, een sluiting of een herstructurering van een ondememing uit de sector stoffering en houtbewerking, daarna werd aangeworven door een andere werkgever van de sector en op het ogenblik van deze aanwerving 50 jaar of ouder was.

Deze werknemer kan om voormelde reden niet voldoen aan de vereiste, het bewijs te leveren van 8 jaar bij de werkgever die ontslaat. Toch zal hij het brugpensioen kunnen genieten indien hij het bewijs levert van een loopbaan van ten minste twintig jaar in de sector.

Hoofdstuk III - Aanvullende vergoeding

Artikel 6

De arbeiders omschreven in artikel 3 hebben recht op een bijkomende vergoeding ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding voor bruggepensioneerden. Deze aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Zij wordt door de werkgever doorbetaald wanneer de arbeider(ster) het werk hervat, hetzij als loontrekkende bij een andere werkgever, hetzij als zelfstandige in hoofdberoep.

Artikel 7

De aanvullende vergoeding bestaat uit de helft (50%) van het verschil tussen de werkloosheidsvergoeding en het nettorefertemaandloon. De sociale en/of fiscale afhoudingen op de aanvullende vergoeding vallen ten laste van de arbeider.

De aanvullende vergoeding voor brugpensioen van de arbeiders die vanaf hun vijftigste verjaardag gebruik maakten van de mogelijkheid om hun loopbaan te verminderen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten 77 van de Nationale arbeidsraad, wordt berekend op basis van hun brutorefertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse betrekking.

Het netto-refertemaandloon wordt berekend, rekening houdend met de werkbonus toegekend aan werknemers met een laag loon.

Artikel 8

De aanvullende vergoeding, zoals bepaald in artikel 7, is gekoppeld aan de evolutie van

het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals dat is voorzien in de artt. 5 t.e.m. 10 van Hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2007 inzake de loons- en arbeidsvoorwaarden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, koninklijk besluit van 1 september 2006, Belgisch staatsblad van 6 oktober 2006.

Artikel 9

De opzegging van de individuele arbeidsovereenkomst van de arbeider zal slechts worden gegeven als blijkt dat de betrokken arbeider in aanmerking komt voor werkloosheidsvergoeding voor bruggepensioneerden o.m. wat de leeftijds- en loopbaanvereisten betreft zoals bepaald in de artikels 4 en 5.

Artikel 10

De werkgever die met het oog op het brugpensioen zijn arbeider ontslaat, is verplicht die te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze of door een andere persoon, zoals voorzien bij koninklijk besluit van 7 december 1992 en binnen de termijn in dit koninklijk besluit bepaald.

In de vervanging moet worden voorzien gedurende ten minste zesendertig maanden. Bij niet-vervanging worden automatisch de sancties toegepast voorzien in het koninklijk besluit van 7 december 1992. De onderneming die beantwoordt aan één der criteria vernoemd in het koninklijk besluit van 7 december 1992, gewijzigd bij Kb van 9 maart 2006, mbt de definiëring van bedrijven in moeilijkheden of in herstructurering en die aldus erkend is door de Minister van Werk, kan van vervanging worden vrijgesteld.

Hoofdstuk IV - Geldigheidsduur

Artikel 11

De collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007; ze houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2009.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2007.

B. Terugvordering van de aanvullende vergoeding brugpensioen bij het patronaal fonds

Een deel van de aanvullende vergoeding kan teruggevorderd worden bij het fonds voor bestaanszekerheid. De financiëring van deze fonds wordt verzekerd door de bijdragen van de werkgevers die geïnd wordt door de RSZ.

Om de aanvullende vergoeding brugpensioen terug te vorderen dient de werkgever een aanvraag in te dienen bij het Patronaal Fonds voor de Stoffering en de houtbewerking : FEBELHOUT-Allée Hof-ter-vleest, 5, bus 4-1070 Brussel.Tel: 02/556.25.50. Fax: 02/556.25.79.

Hij zal onderstaande inlichtingen en documenten moeten verstrekken:

-   Bij de opening van het individueel dossier:

-      een kopie van de opzeggingsbrief gericht aan de kandidaat bruggepensioneerde ;

-      een kopie van de laatste individuele rekening van de bruggepensioneerde waarvoor de terugvordering van de aanvullende vergoeding brugpensioen wordt aangevraagd ;

-      voor elke werknemer waarvoor de terugbetaling van de aanvullende vergoeding wordt gevraagd, een kopie van het bewijs van volledige werkloosheid, m.a.w. het ingevuld formulier C.4 (afgeleverd door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en Werkloosheid) ;

-      de werkelijke berekening van de aanvullende vergoeding brugpensioen ;

-      een attest van de RVA of van het organisme dat de werkloosheid uit­betaalt waaruit het bedrag blijkt van de werkloosheidsvergoeding van de werknemer waarvoor de terugvordering wordt aangevraagd.

Het patronaal fonds kan er niet toe worden verplicht de aanvullende vergoeding brugpensioen terug te betalen als de aanvraag tot terugvordering niet is ingediend binnen de twaalf maanden volgend op 31 december van het jaar van betaling van de aanvullende vergoeding brugpensioen door de werkgever aan de bruggepensioneerde.

C. Praktische schikkingen

De aangeslotenen van Groep S - Sociaal Secretariaat vzw dienen zelf de aanvraag in te dienen bij het Patronaal fonds om terugbetaling te komen van de aanvullende vergoeding.

Onze diensten kunnen evenwel op eenvoudig verzoek de volgende documenten bezorgen :

Bij de opening van het individueel dossier :

-      een kopie van de laatste individuele rekening van de bruggepensioneerde waarvoor de terugvordering van de aanvullende vergoeding wordt aangevraagd;

-      de berekening van de aanvullende vergoeding brugpensioen.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
05/09/2007
Registratienr
85582
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
01/01/2009
Neerleggingsdatum
04/10/2007
Registratiedatum
08/11/2007
Onderwerp
brugpensioen op 58 jaar
BS Bericht van neerlegging
20/11/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/03/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
28/05/2008
Keywords
TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, BRUGPENSIOEN

Datum CAO
16/05/2007
Registratienr
83204
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
01/01/2007
Neerleggingsdatum
22/05/2007
Registratiedatum
07/06/2007
Onderwerp
brugpensioen op 58 jaar
BS Bericht van neerlegging
21/06/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, BRUGPENSIOEN

Historiek
01/11/2013 01/01/2015 2201 Historiek SWT 58 jaar – Kliksysteem
01/07/2013 01/11/2013 2201 21 Werkloosheid met bedrijfstoeslag
01/01/2013 01/07/2013 2201 21 Werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen)
01/01/2011 01/01/2013 2201 21 Brugpensioen
01/01/2009 01/01/2011 2201 21 Brugpensioen
01/01/2007 31/12/2008 2201 21 Brugpensioen
01/01/2005 31/12/2006 2201 21 Brugpensioen
01/01/2003 31/12/2004 2201 21 Brugpensioen in 2003 en 2004
01/01/1995 31/12/2002 2201 21 Brugpensioen