2006 Tegemoetkomingen van het FBZ in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 08/04/2008
Geldig vanaf: 01/10/2007
Geldig tot: 31/12/2011

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 21 juni 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de tegenmoetkomingen van het Fonds voor bestaanszekerheid van de Werklieden uit het bouwbedrijf in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nr. 85.044/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 oktober 2007.

Wij geven U hierna de integrale tekst van deze CAO.

Tekst CAO van 21 juni 2007

Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1.

Deze CAO is van toepassing op de arbeiders en arbeidsters, die op het ogenblik dat het arbeidsongeval of de beroepsziekte zich voordoet of wanneer de arbeidsongeschiktheid van lange duur aanvangt, door een lopende arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan een onderneming die ressorteert onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

Artikel 2.

De in deze CAO bedoelde arbeidsongevallen, beroepsziekten en arbeidsongeschiktheid van lange duur zijn die welke als dusdanig worden erkend in de wetgevingen betreffende de arbeidsongevallen, de beroepsziekten en de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Hoofdstuk 2 - Tegemoetkoming bij arbeidsongeval met dodelijke afloop

Artikel 3.

Voor de toepassing van deze tegemoetkoming wordt als arbeidsongeval met dodelijke afloop beschouwd, het arbeidsongeval dat het overlijden van het slachtoffer tot gevolg heeft gehad.

Artikel 4.

De tegemoetkoming van het fonds voor bestaanszekerheid omvat:

1° een eenmalige hoofdvergoeding van 5.350 EUR, te betalen binnen de 3 werkdagen nadat de in artikel 6 bedoelde instelling van het ongeval in kennis werd gesteld;

2° een eenmalige aanvullende vergoeding van 820 EUR per rechtgevend kind in de zin van de wetgeving betreffende de kinderbijslag voor werknemers, te betalen zodra de in artikel 6 bedoelde instelling in het bezit is van de documenten waaruit het aantal gerechtigde kinderen blijkt;

3° met ingang van het jaar volgend op het overlijden, een jaarlijkse uitkering van 820 EUR aan de wezen, voor zover en zolang die in het kader van de wetgeving inzake kinderbijslag voor werknemers de kinderbijslag voor wezen ontvangen.

Artikel 5.

§ 1. De hoofdvergoeding, bedoeld inartikel 4, 1°, wordt gestort aan de rechthebbende met in achtneming van de rangorde opgenomen in de bepalingen betreffende de modaliteiten van uitbetaling van vervallen termijnen bij overlijden van een gerechtigde op een uitkering ten laste van de pensioenregeling voor werknemers.

In afwijking op de in het vorige lid bedoelde rangorde wordt de persoon met wie de arbeider op het ogenblik van zijn overlijden wettelijk samenwoonde, zoals geregeld door de artikelen 1475 e.v. van het Burgerlijk Wetboek, gelijkgesteld met een echtgenoot of echtgenote met wie de arbeider samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden.

§ 2. De aanvullende vergoeding en jaarlijkse uitkering, bedoeld in artikel 4, 2° en 3°, worden gestort aan de in de wettelijke bepalingen inzake kinderbijslag voor werknemers bepaalde bijslagtrekkende.

Artikel 6.

De vergoedingen, bedoeld in artikel 4, 1° en 2°, worden op last van het fonds voor bestaanszekerheid, uitgekeerd door de Patronale dienst voor organisatie en controle van de bestaanszekerheidsstelsels, vermeld in artikel 23 van de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf, volgens de modaliteiten die worden vastgesteld door de Raad van bestuur van het fonds.

De jaarlijkse uitkering, bedoeld in artikel 4, 3°, wordt door het fonds voor bestaanszekerheid uitgekeerd volgens de modaliteiten die worden vastgesteld door zijn raad van bestuur.

Hoofdstuk 3 - Tegemoetkoming in geval van arbeidsongeval met als gevolg een arbeidsongeschiktheid van 66 % en meer

Artikel 7.

De tegemoetkoming van het fonds voor bestaanszekerheid omvat:

1° een eenmalige hoofdvergoeding van 670 EUR te betalen op vraag van de invalide of van zijn vakbondsorganisatie vanaf de datum van consolidatie;

2° een eenmalige aanvullende vergoeding van 535 EUR per rechtgevend kind in de zin van de wetgeving inzake kinderbijslag voor de werknemers op de datum van de consolidatie, te betalen van zodra het fonds voor bestaanszekerheid in het bezit is van de documenten waaruit het aantal gerechtigde kinderen blijkt.

Artikel 8.

De in artikel 7, 1°, bedoelde vergoeding wordt aan het slachtoffer gestort en deze bedoeld in artikel 7, 2°, aan de in de wettelijke bepalingen inzake kinderbijslag voor werknemers bepaalde bijslagtrekkende, door het fonds voor bestaanszekerheid, volgens de modaliteiten die worden vastgesteld door zijn raad van bestuur.

Hoofdstuk 4 - Tegemoetkomingen bij arbeidsongeval met niet-dodelijke afloop, bij beroepsziekte en bij langdurige arbeidsongeschiktheid

Sectie 1 - Toekenning van een dagvergoeding

Artikel 9.

Voor de toepassing van deze tegemoetkoming wordt als ongeval met niet-dodelijke afloop, als beroepsziekte of als langdurige arbeidsongeschiktheid beschouwd, het ongeval, de beroepsziekte of de langdurige arbeidsongeschiktheid die een volledige arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft van meer dan dertig kalenderdagen te rekenen met ingang van de dag na het ongeval of het begin van de beroepsziekte of de volledige arbeidsongeschiktheid die recht geven op de bij de betrokken wetgevingen voorziene vergoedingen.

Artikel 10.

De periode van arbeidsongeschiktheid die door de tegemoetkoming van het fonds gedekt is, neemt een aanvang op de eenendertigste dag van de in artikel 9 bedoelde ongeschiktheid en eindigt wanneer de ongeschiktheid ophoudt of uiterlijk op de driehonderd zevenendertigste dag (inclusief).

Artikel 11.

Het dagelijkse bedrag van de aan het slachtoffer toe te kennen tegemoetkoming is bepaald op:

- 2,68 EUR met ingang van de eenendertigste tot en met de zesenvijftigste dag van de periode van arbeidsongeschiktheid;

- 3,67 EUR met ingang van de zevenenvijftigste dag.

Artikel 12.

De in artikel 11 bedoelde tegemoetkomingen worden op last van het fonds door de vakbondsorganisaties die deze CAO hebben ondertekend, uitgekeerd aan de gerechtigden die zich tot hen wenden.

Aan de andere gerechtigden worden de in artikel 11 bedoelde tegemoetkomingen rechtstreeks door het fonds voor bestaanszekerheid uitgekeerd.

Sectie 2 - Toekenning van getrouwheidszegels door gelijkstelling

Artikel 13.

De arbeiders bedoeld in artikel 1 hebben recht, ten laste van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf, op getrouwheidszegels:

1° voor de dagen van arbeidsonderbreking ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte die aanleiding geven tot schadeloosstelling, volgend op de periode van 7 dagen voorzien in artikel 54, § 1, 1e lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, ten belope van de periode van tijdelijke algehele ongeschiktheid en van de eerste twaalf maand van de periode van tijdelijke gedeeltelijke ongeschiktheid volgend op een tijdelijke algehele ongeschiktheid, op voorwaarde dat het erkende percentage van gedeeltelijke ongeschiktheid minstens 66 % weze.

2° voor de dagen van arbeidsonderbreking ten gevolge van een gewone ziekte of van een ongeval van gemeen recht, die volgen op de periode van 7 dagen voorzien in artikel 52, § 1, 1e lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, ten belope van de eerste twaalf maand van arbeidsonderbreking, met dien verstande dat elke nieuwe arbeidsonderbreking die zich voordoet na een werkhervatting van minder dan veertien dagen, aanzien wordt als de voortzetting van de vorige onderbreking.

Artikel 14.

Het bedrag van de getrouwheidszegel is gelijk aan 4,08 EUR per dag, in het stelsel van de 6-dagenweek.

Hoofdstuk 5 - Algemene bepalingen

Artikel 15.

De Patronale dienst voor organisatie en controle van de bestaanszekerheidsstelsels is, onder de bij artikel 23 van de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid gestelde voorwaarden, belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze CAO.

Artikel 16.

De raad van bestuur van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf stelt de praktische toepassingsmodaliteiten vast en bepaalt de werkwijze die in acht moet worden genomen bij het indienen van de tegemoetkomingsaanvragen.

De bijzondere gevallen die niet op grond van de bepalingen van deze CAO kunnen worden opgelost, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf.

Hoofdstuk 6 - Geldigheid

Artikel 17.

Deze CAO treedt in werking op 1 oktober 2007 en vervangt de CAO van 24 juni 2005 betreffende de tegemoetkomingen van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht.

Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur met dien verstande dat zij te allen tijde kan worden aangepast aan de bepalingen van andere CAO's gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Zij kan bij eenparig akkoord van de partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van twee jaar. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/06/2007
Registratienr
85044
Geldig van
01/10/2007
Geldig tot
31/12/2011
Neerleggingsdatum
25/07/2007
Registratiedatum
02/10/2007
Onderwerp
tegemoetkoming van het FBZ in geval van arbeidsongeval met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeenrecht
BS Bericht van neerlegging
15/10/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/06/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
13/08/2008
Keywords
ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN

Historiek
01/07/2023 31/12/2050 2006 Bestaanszekerheidsuitkeringen (ziekte-ongeval): tegemoetkomingen van Constructiv in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht
01/01/2021 30/06/2023 2006 Bestaanszekerheidsuitkeringen (ziekte-ongeval): tegemoetkomingen van Constructiv in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht
01/01/2019 31/12/2020 2006 Bestaanszekerheidsuitkeringen (ziekte-ongeval): tegemoetkomingen van Constructiv in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht
01/01/2014 31/12/2018 2006 Tegemoetkomingen van het FBZ in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht
01/01/2014 01/01/2014 2006 Tegemoetkomingen van het FBZ in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht
01/01/2012 31/12/2013 2006 Tegemoetkomingen van het FBZ in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht
01/10/2007 31/12/2011 2006 Tegemoetkomingen van het FBZ in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht
01/10/2005 30/09/2007 2006 Tegemoetkomingen van het FBZ in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte, gewone ziekte of ongeval van gemeen recht