1504 Uitzendarbeid

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 12/04/2022
Geldig vanaf: 01/10/2014

Uitzendarbeid is in het bouwbedrijf enkel toegelaten in de volgende drie gevallen:

  • bij vervanging van een werkonbekwame vaste arbeider die met een arbeidsovereenkomst verbonden is met een onderneming die ressorteert onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
  • bij tijdelijke vermeerdering van het werkvolume;
  • bij invulling van een vacante betrekking bij de gebruiker met de bedoeling om na afloop van de periode van terbeschikkingstelling de uitzendkracht vast in dienst te laten nemen door de gebruiker voor diezelfde betrekking (instroom).

Het inschakelen van uitzendkrachten als arbeider in de bouw is strikt gereglementeerd en aan bijzondere voorwaarden en modaliteiten onderworpen.

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 4 december 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de uitzendarbeid in het Bouwbedrijf (nr. 125614/CO/124).

Gevallen waarin uitzendarbeid toegelaten is in het bouwbedrijf

Uitzendarbeid is in het bouwbedrijf enkel toegelaten in de volgende drie gevallen:

  • bij vervanging van een werkonbekwame vaste arbeider die met een arbeidsovereenkomst verbonden is met een onderneming bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
  • bij tijdelijke vermeerdering van het werkvolume;
  • bij invulling van een vacante betrekking bij de gebruiker met de bedoeling om na afloop van de periode van terbeschikkingstelling de uitzendkracht vast in dienst te laten nemen door de gebruiker voor diezelfde betrekking (instroom).

In ieder geval dient de gebruiker erover te waken dat de uitzendkracht een attest (veiligheidspas) kan voorleggen waaruit blijkt dat hij een veiligheidsopleiding heeft genoten van ten minste 16 uren.

Het programma voor deze veiligheidsopleidingen wordt opgesteld en het attest wordt afgeleverd door Constructiv.

Dit attest is niet vereist voor de uitzendkrachten die reeds in het bezit zijn van een attest afgeleverd door of door Constructiv conform verklaard, dat afgeleverd werd bij het einde van hun leertijd of die ten minste 5 jaar ervaring hebben in de bouwsector in de laatste 15 jaar of die het bewijs kunnen voorleggen dat zij reeds een veiligheidsopleiding "bouw" hebben genoten.

Daarenboven moet de uitzendkracht in het bezit zijn van een C 3.2 A werkloosheidsdocument dat afgeleverd werd door Constructiv op naam van het uitzendkantoor en door hen vervolledigd wordt met de naam en het adres van de uitzendkracht.

1. De vervanging van een werkonbekwame vaste arbeider

Wanneer een vast arbeider arbeidsongeschikt is, wegens ziekte of ongeval, zwangerschap, een arbeidsongeval of een beroepsziekte, kan hij vervangen worden, binnen de twaalf maanden na aanvang van de werkonbekwaamheid, voor de duur van deze werkonbekwaamheid door een uitzendkracht.

De werkgever dient deze vervanging mee te delen aan de syndicale afvaardiging van de onderneming.

Wanneer de arbeidsongeschiktheid van de vaste arbeider een einde heeft genomen en de betrokkene het werk hervat op basis van de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst, deelt de werkgever dit mede aan de syndicale afvaardiging. In dit geval neemt de overeenkomst met de uitzendkracht een einde.

2. Uitzendarbeid bij een tijdelijke vermeerdering van werkvolume

Bij tijdelijke vermeerdering van het werkvolume, kan de werkgever een beroep doen op uitzendarbeid indien hij daaromtrent de toestemming heeft van de meerderheid van de syndicale afvaardiging van de onderneming. Bij ontstentenis van een syndicale afvaardiging, dient het uitzendkantoor aan het sociaal fonds van de uitzendarbeid te melden dat er een beroep wordt gedaan op uitzendarbeid.

De toestemming van de syndicale afvaardiging heeft betrekking zowel op het aantal betrokken werknemers als op de periode gedurende welke de uitzendarbeid zal worden uitgeoefend.

3. Uitzendarbeid bij invulling van een vacante betrekking bij de gebruiker met de bedoeling om na afloop van de periode van terbeschikkingstelling de uitzendkracht vast in dienst te laten nemen door de gebruiker voor diezelfde betrekking (instroom)

Bij uitzendarbeid met het oog op het invullen van een vacante betrekking met de bedoeling om na afloop van de periode van terbeschikkingstelling de uitzendkracht vast in dienst te laten nemen, kan de werkgever een beroep doen op uitzendarbeid indien hij de vakbondsafvaardiging heeft geïnformeerd en geraadpleegd vooraleer een beroep wordt gedaan op het motief instroom.

Die informatieverstrekking en raadpleging hebben betrekking op de motivering om een beroep te doen op dat motief, op de betrokken werkpost(en) en op de betrokken functie(s) die duidelijk moeten worden beschreven.

Onverminderd is de werkgever ertoe gehouden om aan de syndicale afvaardiging de informatie te bezorgen vermeld in artikel 22 en 26 van CAO 108 van de Nationale Arbeidsraad van 16 juli 2013 betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid die voorziet in bijzondere voorwaarden en modaliteiten die in acht moeten genomen worden wat de duur en de procedure van uitzendarbeid in het kader van tijdelijke vermeerdering van het werkvolume betreft.

Voorwaarden waaraan de onderneming moet voldoen

1. Enkel voor ondernemingen die ressorteren onder het PC 124 en die niet het voorwerp uitmaken van een inhoudingsplicht voor sociale en fiscale schulden van hun (onder)aannemers

Opdat een werkgever van een onderneming een beroep kan doen op uitzendkrachten, ter beschikking gesteld door een bouwuitzendkantoor, dient hij te ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Bovendien dient deze onderneming aan te tonen dat de voorwaarden betreffende de toegang tot het beroep in voorkomend geval vervuld zijn volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 januari 2007.

Deze onderneming mag ook niet het voorwerp uitmaken van een inhoudingsplicht zoals bepaald door het artikel 30bis, § 4, 1e lid van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het artikel 403, § 1, van het Wetboek van inkomstenbelasting 1992.

2. Uitzendkantoor moet erkend zijn om uitzendactiviteiten in de bouwsector te verrichten

De bouwondernemingen kunnen enkel een beroep doen op een bouwuitzendkantoor dat op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst in het bezit is van de vereiste gewestelijke erkenning als uitzendkantoor, zo deze erkenning het bouwuitzendkantoor en de bouwonderneming vermeldt het erkenningsnummer van het uitzendkantoor.

Voor de toepassing van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en artikel 400 en verdere van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 heeft het bouwuitzendkantoor dat uitzendkrachten ter beschikking stelt van een bouwonderneming voor het uitvoeren van werken in onroerende staat, de hoedanigheid van onderaannemer van die bouwonderneming.

Bovendien kunnen de bouwondernemingen enkel een beroep doen op een bouwuitzendkantoor die over een aparte juridische structuur beschikt en die erkend is door de bevoegde overheden om uitzendactiviteiten in de bouwsector te verrichten.

3. Uitzendarbeid is slechts mogelijk in de normale functies van de normale activiteit van de bouwonderneming

Uitzendarbeid is slechts mogelijk in de normale functies van de normale activiteit van de bouwonderneming en volgens de bepalingen van het arbeidsreglement met inbegrip van de daarin vermelde uurregelingen, eventueel impliciet gewijzigd door een overeenkomst inzake de arbeidstijdorganisatie, gesloten overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van de Nationale Arbeidsraad of via de toetreding tot het sectoraal stelsel van de flexibele arbeidsweek.

De normale activiteit van de onderneming wordt onder andere bepaald door de statuten van de onderneming, de inschrijvingin de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).

In ieder geval, een functie die kadert in de gereglementeerde beroepen kan enkel ter beschikking gesteld worden van een gebruiker die de voorwaarden van toegang tot het beroep bezit vastgesteld door de Raad van Bestuur van Constructiv.

Controle op de bepaling inzake de normale activiteit wordt uitgevoerd door de lokale werkgeversorganisaties volgens de modaliteiten uitgewerkt door de raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf".

4. Beperking dagprestaties in geval van tijdelijke vermeerdering van werkvolume 

Voor de ondernemingen die meer dan 10 arbeiders tewerkstellen op het ogenblik van de aanvraag voor uitzendkrachten, is het aantal dagprestaties dat door uitzendkrachten in het kader van de tijdelijke vermeerdering van werkvolume, kan worden gepresteerd, beperkt. Het maximale aantal toegelaten dagprestaties bedraagt 10 pct. van de totale werkbare mandagen van het voorafgaande kalenderjaar.

Het aantal werkbare mandagen is het resultaat van de formule:

(aantal arbeiders x het aantal maanden ingeschreven in de onderneming) gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met 219. Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledige maand.

5. Beperkingen duurtijd 

De arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid die wordt gesloten tussen een bouwbedrijf en het bouwuitzendkantoor kan geen prestaties omvatten voor slechts één dag.

In het kader van de tijdelijke vermeerdering van het werkvolume mag een uitzendkracht maximaal zes maanden tewerkgesteld worden als uitzendkracht in dezelfde onderneming.

6. Uitsluitingen 

Overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 53 van de Nationale Arbeidsraad van 23 februari 1993 kan in geval van tijdelijke werkloosheid in de onderneming geen beroep gedaan worden op uitzendkrachten voor het werk dat normaal verricht wordt door de werknemers die tijdelijk werkloos gesteld zijn.

Bij collectief ontslag in de onderneming kan deze geen beroep doen op uitzendkrachten binnen een termijn van zes maanden volgend op dit collectief ontslag.

Een bouwonderneming kan een arbeider niet als uitzendkracht tewerkstellen indien hij in de loop van de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag, door deze onderneming werd ontslagen.

7. Maatregelen inzake welzijn op het werk

De bepalingen van het koninklijk besluit van 19 februari 1997 tot vaststelling van de maatregelen betreffende de veiligheid en de gezondheid op het werk van uitzendkrachten zijn onverkort van toepassing.

Meer bepaald, moet de gebruiker vóór de terbeschikkingsstelling van een uitzendkracht, aan het uitzendkantoor bouw een nauwkeurige omschrijving geven van de verlangde beroepskwalificatie en de specifieke kenmerken van de in te nemen werkpost, evenals van het resultaat van de aan het uit te voeren werk verbonden risicoanalyse bedoeld in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, en haar uitvoeringsbesluiten.

Meer bepaald dienen de uitzendkrachten over dezelfde werkkleding en de gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen te beschikken als de andere werknemers die aan dezelfde gevaren blootgesteld zijn, zodanig dat de uitzendkracht hetzelfde niveau van bescherming geniet als de andere werknemers van de onderneming.

De verantwoordelijkheid voor het leveren en het behoud in gebruiksklare staat van de werkkleding en de gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen ligt bij de gebruiker bij wie de uitzendkracht ter beschikking wordt gesteld.

De gebruiker die uitzendkrachten tewerkstelt zal bij een arbeidsongeval van de uitzendkracht de wettelijke verplichte meldingen verrichten en het arbeidsongeval opnemen in zijn statistieken.

Sancties

De arbeidsovereenkomst tussen het uitzendkantoor bouw en de uitzendkracht is beëindigd en deze laatste en de gebruiker zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur in de navolgende gevallen:

  • in de gevallen bedoeld in artikel 41 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 108 van 16 juli 2013 gesloten in Nationale Arbeidsraad betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid;
  • indien de gebruiker, in strijd met de bepalingen van de artikelen 3, 5, 7, 8, 11 en 12 van onderhavige CAO een uitzendkracht tewerkstelt.

In deze gevallen kan een gebruiker geen beroep meer doen op uitzendarbeid gedurende een periode van 12 maanden.

Geldigheidsduur

Deze cao wordt van kracht op 1 oktober 2014 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
04/12/2014
Registratienr
125614
Geldig van
01/10/2014
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
22/12/2014
Registratiedatum
03/03/2015
Onderwerp
voorwaarden en modaliteiten van de uitzendarbeid
BS Bericht van neerlegging
10/03/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
26/10/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
24/11/2015
Keywords
TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID

Historiek
01/10/2014 31/12/2999 1504 Uitzendarbeid
01/01/2012 30/09/2014 1504 Uitzendarbeid
01/01/2012 01/01/2012 1504 Uitzendarbeid
01/07/2005 31/12/2011 1504 Uitzendarbeid
01/01/2002 30/06/2005 1504 Travail intérimaire