1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 20/11/2013
Geldig vanaf: 01/01/2014
Geldig tot: 31/12/2014

1. Inhaalrustdagen arbeidsduurvermindering voor het jaar 2014-2015

De voltijdse wekelijkse arbeidsduur in het bouwbedrijf bedraagt 40 uur. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uur en wordt bereikt door het toekennen van 12 inhaalrustdagen.

In verband met de arbeidsduurvermindering van toepassing in 2014-2015 zijn in de bouwnijverheid twee verschillende stelsels van toepassing :

  1. het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren (B.S. 7 oktober 1983).
  2. De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2013 afgesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf tot betreffende de vermindering van de arbeidsduur. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd neergelegd bij de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 11 oktober 2013 onder het nummer 117344/CO/124. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en verstrijkt op 2 januari 2015.

De inhaalrustdagen voor het jaar 2014-2015 zijn de volgende:

  • donderdag 17 april 2014 ;
  • vrijdag 18 april 2014 ;
  • vrijdag 2 mei 2014 ;
  • vrijdag 30 mei 2014;
  • hoofdperiode vanaf maandag 22 december 2014 tot vrijdag 2 januari 2015.

Wij geven U hieronder de tekst van beide reglementeringen tot vaststelling van de data van de rustdagen die in 2014 en 2015 moeten toegekend worden voor de vermindering van de arbeidsduur aan de werklieden van de bouwsector. De reglementering voor de rustdagen vindt U in de Hoofdstukken 070101 en 070102.

A.  Bepalingen van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren betreffende de toekenning van inhaalrustdagen tot vermindering van de arbeidsduur

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden door hen tewerkgesteld.

HOOFDSTUK II - Vermindering van de arbeidsduur

1.  Aantal en data van de inhaalrustdagen

Artikel 2

(...)

Voor ieder jaar na 2000, hebben de in artikel 1 bedoelde werklieden recht op zes rustdagen.  De Koning bepaalt, na advies van het paritair comité, de data waarop deze rustdagen in ieder jaar na 2000 genomen moeten worden.

De in dit artikel bedoelde rustdagen zijn voor de sociale zekerheid gelijkgesteld met arbeidsdagen.

Commentaar: 

De rustdagen voor 2014-2015 zijn: 17 april, 18 april, 2 mei, 30 mei, 22 en 23 december 2014.

2.  Verplichte sluiting van de ondernemingen - Principe en afwijkingen

Artikel 3

Het is verboden de bij artikel 1 bedoelde werklieden gedurende de bij artikel 2, tweede lid vastgestelde dagen tewerk te stellen.

In afwijking van dit verbod mogen de werklieden gedurende deze rustdagen worden tewerkgesteld :

  1. wanneer arbeid ‘s zondags is toegestaan bij artikel 12 van de Arbeidswet van 16 maart 1971.
  2. wanneer zij belast zijn met de klantendienst bij handelaars in bouwmaterialen.

Commentaar:

  1. In artikel 12 van de arbeidswet van 16 maart 1971 worden de volgende werken opgesomd die ‘s zondags mogen uitgevoerd worden in zoverre de normale exploitatie van het bedrijf niet mogelijk maakt ze op een andere dag van de week uit te voeren :

    1. toezicht op de bedrijfsruimte ;
    2. schoonmaken, herstellen en onderhouden, in zover deze werkzaamheden voor de regelmatige voortzetting van het bedrijf nodig zijn, alsmede de werkzaamheden buiten de productie, die nodig zijn voor de regelmatige hervatting van het bedrijf de volgende dag ;
    3. arbeid verricht om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval ;
    4. dringende arbeid aan machines of materieel en arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist ;
    5. arbeid om beschadiging van grondstoffen of voortbrengselen te voorkomen.
  2. De afwijking in 2° hierboven geldt voor de arbeiders die ten dienste staan van het cliënteel in de ondernemingen voor de handel in bouwmaterialen voor de tewerkstelling van arbeiders op zaterdag waarvoor het paritair comité de toestemming heeft verleend, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2005 betreffende de arbeidstijdorganisatie. Zie verder in Hfdst.7.5.

3.  Vervanging van de gewerkte inhaalrustdagen

Artikel 4

De werklieden die gedurende de rustdagen worden tewerkgesteld, hebben recht op inhaalrust.

Deze inhaalrustdagen moeten worden toegekend binnen zes weken die volgen op de dag waarop arbeid werd verricht. 

4.  Loon van de inhaalrustdagen

Artikel 5

De in artikel 2 bedoelde rustdagen schorsen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en geven recht op een dagelijks forfaitair loon dat gelijk is aan de werkloosheidsuitkering, vermeerderd met de aanvullende werkloosheidsuitkering die door het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de Bouwnijverheid wordt toegekend.

Dit loon valt ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de Bouwnijverheid en wordt betaald door de instellingen bedoeld in artikel 7 van de statuten van het genoemde Fonds volgens de nadere regels vastgesteld in gemeen overleg tussen deze instellingen en het Fonds.

Commentaar :  Uit het principe dat de arbeidsovereenkomst van de werklieden geschorst wordt tijdens de inhaalrustdagen (wettelijke schorsing) volgt dat de arbeiders verbonden door een arbeidsovereenkomst met een bouwonderneming recht hebben op het loon met betrekking tot alle inhaalrustdagen.

Bovendien vloeit daaruit voort dat gedurende de inhaalrust geen enkele arbeider een beroep kan doen op de werkloosheidsverzekering.

Het loon is een forfaitair bedrag, waarvan het eerste gedeelte gelijk is aan de hoofdwerkloosheidsuitkering die overeenstemt met de werkloosheidscode van de gerechtigde en waarvan het tweede gedeelte bestaat uit de bijkomende werkloosheidsuitkering, zoals bepaald door een overeenkomst gesloten in de Raad van Beheer van het Fonds.

In de maand december van elk jaar zal het forfaitair bedrag waarop de arbeider recht heeft voor een inhaalrust volgens zijn looncategorie vermeld worden in een barema verspreid door het Fonds voor Bestaanszekerheid van het Bouwbedrijf.

Dat loon wordt uitbetaald door de uitbetalingsorganismen van de werkloosheidsuitkeringen. Andere betalingsmodaliteiten werden voorzien voor sommige categorieën van arbeiders, die de theoretische voorwaarden niet vervullen om van werkloosheidsuitkeringen te genieten.

HOOFDSTUK III - Financiering van de arbeidsduurvermindering

Artikel 6

Het loon van de inhaalrustdagen wordt gefinancierd door een bijdrage aan het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het Bouwbedrijf, waarvan de inning en invordering geschieden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

(...)

Voor de jaren na 2000 is de bijdrage gelijk aan 2,6 % van het op 108 % gebrachte bedrag van alle lonen die bij de Rijksdienst zijn aangegeven met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde werklieden en respectievelijk voor het vierde kwartaal van het voorafgaande jaar en voor het eerste, tweede en derde kwartaal van het betrokken jaar.  Deze bijdrage wordt per kwartaal, samen met de sociale zekerheidsbijdragen, geïnd.

Het bedrag van de ingevolge artikel 5 uitgekeerde forfaitaire lonen moet aangegeven worden bij de Rijksdienst.

Alle wets- en verordeningsbepalingen met betrekking tot de inning, de navordering, de burgerlijke sancties, de verjaring en het voorrecht der sociale zekerheidsbijdragen zijn op bovengenoemde bijdragen toepasselijk.

(...)

HOOFDSTUK VI - Slotbepalingen

Artikel 15

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1983. 

B.  Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2013 betreffende de arbeidsduurvermindering

HOOFDSTUK I – TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren.

Onder “arbeiders” wordt verstaan, de arbeiders en de arbeidsters.

Deze overeenkomst is eveneens van toepassing op de uitzendkrachten tewerkgesteld bij een onderneming bedoeld in het 1e lid, en op het uitzendkantoor dat hen ter beschikking stelt.

HOOFDSTUK II – ARBEIDSDUURVERMINDERING

Artikel 2

Onverminderd het aantal rustdagen vastgesteld in toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, zoals gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, hebben de bij artikel 1 bedoelde arbeiders voor 2013 en 2014 telkens recht op 6 rustdagen. 

Deze rustdagen moeten genomen worden op de volgende data:

Voor 2013:

  • Donderdag 26 december 2013;
  • Vrijdag 27 december 2013;
  • Maandag 30 december 2013;
  • Dinsdag 31 december 2013;
  • Donderdag 2 januari 2014;
  • Vrijdag 3 januari 2014.

Voor 2014:

  • Woensdag 24 december 2014;
  • Vrijdag 26 december 2014;
  • Maandag 29 december 2014;
  • Dinsdag 30 december 2014;
  • Woensdag 31 december 2014;
  • Vrijdag 2 januari 2015.

Artikel 3

Het is verboden de bij artikel 1 bedoelde arbeiders gedurende de bij artikel 2 bepaalde rustdagen tewerk te stellen.

In afwijking van dit verbod mogen de arbeiders gedurende deze rustdagen worden tewerkgesteld :

  1. wanneer de ondernemingen waarin ze tewerkgesteld zijn, gewoonlijk een periode van intense activiteit kennen op het ogenblik van de toekenning van de rustdagen;
  2. wanneer zij belast zijn met de klantendienst bij handelaars in bouwmaterialen, met uitzondering van het vervoer;
  3. in de gevallen waar arbeid op zondag is toegestaan bij artikel 12 van de Arbeidswet van 16 maart 1971.

Artikel 4

De arbeiders die gedurende de bij artikel 2 bedoelde rustdagen worden tewerkgesteld, hebben recht op inhaalrust. Deze inhaalrustdagen moeten worden toegekend :

  1. binnen 7 maanden die volgen op de dag waarop arbeid werd verricht, in het geval de tewerkstelling is gebeurd in toepassing van artikel 3, tweede lid, 1°;
  2. binnen 6 weken die volgen op de dag waarop arbeid werd verricht, in het geval de tewerkstelling is gebeurd in toepassing van artikel 3, tweede lid, 2° en 3°;

Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst, moet de werkgever het aantal niet-toegekende inhaalrustdagen vermelden op het bewijs van volledige werkloosheid C4.

Artikel 5

De in artikel 2 bedoelde rustdagen schorsen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en geven recht op een dagelijkse forfaitaire vergoeding die gelijk is aan de werkloosheidsuitkering, vermeerderd met de aanvullende werkloosheidsuitkering die door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf wordt toegekend.

Deze vergoeding valt ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf en wordt betaald door de organisaties die deze overeenkomst ondertekenen en door de Patronale Dienst bedoeltd bij artikel 23 van de statuten van he Fonds voor Beetaanszekerheid, aan de arbeiders die, bij het begin van de rustperiode, door een arbeidsovereenkomst gebonden zijn aan een bij artikel 1 bedoelde werkgever alsook aan de arbeiders die in de 60 dagen voorafgaand aan het begin van de rustperiode ontslagen worden door een bij artikel 1 bedoelde werkgever, behalve omwille van dringende reden.

Deze vergoeding wordt prorata temporis toegekend aan de arbeiders die verbonden zijn geweest voor een bepaalde tijd van minstens 3 maanden en in volledige onvrijwillige werkloosheid zijn tijdens de periode van de rustdagen. De praktische uitvoeringsmodaliteiten zullen vastgesteld worden door de Raad van Bestuur van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf.

HOOFDSTUK III – BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 6

De Patronale Dienst bedoeld bij artikel 23 van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen welke voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 7

Overeenkomstig het artikel 12 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, is de bijdrage aan het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf, vastgesteld in artikel 6 van het voormeld koninklijk besluit nr. 213, eveneens verschuldigd door de uitzendkantoren voor de arbeiders die zij ter beschikking stellen van bouwondernemingen.

Artikel 8

De opzeggingstermijn betekend door de werkgever wordt geschorst tijdens de rustdagen die krachtens deze overeenkomst en het voormelde koninklijk besluit nr. 213 worden toegekend:

  • in de periode van 23 december 2013 tot en met 3 januari 2014;
  • in de periode van 22 december 2014 tot en met 2 januari 2015;

HOOFDSTUK IV - STRIJD TEGEN DE SOCIALE FRAUDE

(...) Zie onze sectorale documentatie Hfdst. 1103.

HOOFDSTUK V – GELDIGHEIDSDUUR

Artikel 15

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2013 en verstrijkt op 2 januari 2015.

Zij vervangt de CAO van 14 juni 2012 betreffende de arbeidsduurvermindering (registratienummer: 110227/CO/124000).

2. Vakantiedagen 2014 - Vaststelling feestdagen van 2014

In 2014 valt de feestdag van 1 november samen met een zaterdag. Deze feestdag werd vervangen via een beslissing van het Paritair Comité door de maandag 10 november 2014.

JAARTABEL 2014 

Regio's Hoofdperiode Brugdagen of vervanging van feestdagen
Antwerpen + Mechelen van 14/07 t.e.m. 1/08
(saldo 6)
 
Hasselt van 14/07 t.e.m. 4/08
(saldo 5)
 
Leuven van 7/07 t.e.m. 25/07
(saldo 3)
14, 15 en 16/04
Oost-Vlaanderen
(Aalst -Gent - Eeklo - Dendermonde - Oudenaarde)
van 14/07 t.e.m. 4/08
(saldo 2)
14, 15 en 16/04
Turnhout van 14/07 t.e.m. 4/08
(saldo 5)
 

Waasland

Lokeren en Hamme

van 22/07 t.e.m. 11/08 

(saldo 2)

14, 15 en 16/04

 

Waasland - Sint-Niklaas van 14/07 t.e.m. 4/08
(saldo 2)
14, 15 en 16/04
West-Vlaanderen (Brugge - Kortrijk - Oostende - Roeselaere)

- ofwel van 14/07 t.e.m. 1/08

- ofwel van 22/07 t.e.m 8/08
(saldo 0)

14, 15 en 16/04

29, 30 en 31/10

 

 

Brussel-Halle-Vilvoorde van 30/06 t.e.m. 25/07
(saldo 1)
 
Waals Brabant van 30/06 t.e.m. 25/07
(saldo 1)
 
Hainaut (La Louvière, Charleroi, Mons, Tournai, Mouscron)

van 7/07 t.e.m. 28/07 (saldo 5)

te vervolledigen met:

- van 30/06 t.e.m. 6/07 of

- van 29/07 t.e.m 4/08 (saldo 0)

 

 

Libramont van 14/07 t.e.m. 1/08 (saldo 6),
te vervolledigen met 14, 15 en 16/04 (saldo 3)
 
Luik - Hoei - Borgworm ofwel van 7/07 t.e.m. 3/08 (saldo 1)
ofwel van 14/07 t.e.m. 3/08 (saldo 6),
te vervolledigen met 14, 15 en 16/04 (saldo 3)
 
Namen van 14/07 t.e.m. 4/08 (saldo 5)  
Verviers ofwel van 7/07 t.e.m. 3/08 (saldo 1)
ofwel van 14/07 t.e.m. 3/08 (saldo 6),
te vervolledigen met 3 dagen tijdens de carnavalperiode (3, 4 en 5/03 - saldo 3)
 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
12/09/2013
Registratienr
117344
Geldig van
01/01/2013
Geldig tot
01/01/2015
Neerleggingsdatum
26/09/2013
Registratiedatum
11/10/2013
Onderwerp
arbeidsduurvermindering
BS Bericht van neerlegging
12/11/2013
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
28/04/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
23/10/2014
Keywords
ARBEIDSDUURVERMINDERING

Historiek
01/01/2024 31/12/2024 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2023 31/12/2023 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2022 31/12/2022 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2021 31/12/2021 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2020 31/12/2020 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2019 31/12/2019 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2018 31/12/2018 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2017 31/12/2017 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2016 31/12/2016 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2015 31/12/2015 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2014 31/12/2014 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2013 31/12/2013 1001
01/01/2013 01/01/2013 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2012 31/12/2012 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2011 31/12/2011 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2010 31/12/2010 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2009 31/12/2009 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2008 31/12/2008 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2007 31/12/2007 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2005 31/12/2006 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2004 31/12/2004 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2003 31/12/2003 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2002 31/12/2002 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/11/2000 31/12/2001 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2000 01/01/2000 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering