1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 19/10/2018
Geldig vanaf: 01/01/2018
Geldig tot: 31/12/2018

Inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering:

  • dinsdag 2 januari 2018;
  • woensdag 3 januari 2018;
  • donderdag 4 januari 2018;
  • vrijdag 5 januari 2018;
  • dinsdag 3 april 2018;
  • maandag 30 april 2018;
  • vrijdag 11 mei 2018;
  • hoofdperiode vanaf maandag 24 december 2017 t.e.m. vrijdag 4 januari 2019.

Vaststelling feestdagen van 2018

In 2018 valt de feestdag van 11 november 2018 samen met een zondag. Deze feestdag werd vervangen via een beslissing van het Paritair Comité door de vrijdag 2 november 2018. De feestdag op zaterdag 21 juli 2018 werd niet vervangen via een beslissing van het Paritair Comité, bij gebrek aan een andere beslissing in het bedrijf, wordt de feestdag vervangen door de eerstvolgende werkdag (23 juli 2018).

1. Inhaalrustdagen arbeidsduurvermindering voor het jaar 2018

De voltijdse wekelijkse arbeidsduur in het bouwbedrijf bedraagt 40 uur. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uur en wordt bereikt door het toekennen van 12 inhaalrustdagen.

In verband met de arbeidsduurvermindering van toepassing in 2018 zijn in de bouwnijverheid twee verschillende stelsels van toepassing:

  1. het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren (B.S. 7 oktober 1983).
  2. De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2017 afgesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf tot betreffende de vermindering van de arbeidsduur. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd neergelegd bij de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 2 augustus 2017 onder het nummer 140760/CO/124. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2018 en verstrijkt op 31 december 2020.

De inhaalrustdagen voor het jaar 2018 zijn de volgende:

  • dinsdag 2 januari 2018;
  • woensdag 3 januari 2018;
  • donderdag 4 januari 2018;
  • vrijdag 5 januari 2018;
  • dinsdag 3 april 2018;
  • maandag 30 april 2018;
  • vrijdag 11 mei 2018;
  • hoofdperiode vanaf maandag 24 december 2017 t.e.m. vrijdag 4 januari 2019.

Wij geven U hieronder de tekst van beide reglementeringen tot vaststelling van de data van de rustdagen die in 2018 moeten toegekend worden voor de vermindering van de arbeidsduur aan de werklieden van de bouwsector. De reglementering voor de rustdagen vindt U in de Hoofdstukken 070101 en 070102.

A.  Bepalingen van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren betreffende de toekenning van inhaalrustdagen tot vermindering van de arbeidsduur

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden door hen tewerkgesteld.

HOOFDSTUK II - Vermindering van de arbeidsduur

1.  Aantal en data van de inhaalrustdagen

Artikel 2

(...)

Voor ieder jaar na 2000, hebben de in artikel 1 bedoelde werklieden recht op zes rustdagen.  De Koning bepaalt, na advies van het paritair comité, de data waarop deze rustdagen in ieder jaar na 2000 genomen moeten worden.

De in dit artikel bedoelde rustdagen zijn voor de sociale zekerheid gelijkgesteld met arbeidsdagen.

Commentaar:

De rustdagen voor 2018 zijn: 2, 3, 4 en 5 januari, 3 en 30 april 2018.

2.  Verplichte sluiting van de ondernemingen - Principe en afwijkingen

Artikel 3

Het is verboden de bij artikel 1 bedoelde werklieden gedurende de bij artikel 2, tweede lid vastgestelde dagen tewerk te stellen.

In afwijking van dit verbod mogen de werklieden gedurende deze rustdagen worden tewerkgesteld :

  1. wanneer arbeid ‘s zondags is toegestaan bij artikel 12 van de Arbeidswet van 16 maart 1971.
  2. wanneer zij belast zijn met de klantendienst bij handelaars in bouwmaterialen.

Commentaar:

  1. In artikel 12 van de arbeidswet van 16 maart 1971 worden de volgende werken opgesomd die ‘s zondags mogen uitgevoerd worden in zoverre de normale exploitatie van het bedrijf niet mogelijk maakt ze op een andere dag van de week uit te voeren :

    1. toezicht op de bedrijfsruimte ;
    2. schoonmaken, herstellen en onderhouden, in zover deze werkzaamheden voor de regelmatige voortzetting van het bedrijf nodig zijn, alsmede de werkzaamheden buiten de productie, die nodig zijn voor de regelmatige hervatting van het bedrijf de volgende dag ;
    3. arbeid verricht om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval ;
    4. dringende arbeid aan machines of materieel en arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist ;
    5. arbeid om beschadiging van grondstoffen of voortbrengselen te voorkomen.
  2. De afwijking in 2° hierboven geldt voor de arbeiders die ten dienste staan van het cliënteel in de ondernemingen voor de handel in bouwmaterialen voor de tewerkstelling van arbeiders op zaterdag waarvoor het paritair comité de toestemming heeft verleend, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2005 betreffende de arbeidstijdorganisatie. Zie verder in Hfdst.0705.

3.  Vervanging van de gewerkte inhaalrustdagen

Artikel 4

De werklieden die gedurende de rustdagen worden tewerkgesteld, hebben recht op inhaalrust.

Deze inhaalrustdagen moeten worden toegekend binnen zes weken die volgen op de dag waarop arbeid werd verricht.

4.  Loon van de inhaalrustdagen

Artikel 5

De in artikel 2 bedoelde rustdagen schorsen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en geven recht op een dagelijks forfaitair loon dat gelijk is aan de werkloosheidsuitkering, vermeerderd met de aanvullende werkloosheidsuitkering die door het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de Bouwnijverheid wordt toegekend.

Dit loon valt ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de Bouwnijverheid en wordt betaald door de instellingen bedoeld in artikel 7 van de statuten van het genoemde Fonds volgens de nadere regels vastgesteld in gemeen overleg tussen deze instellingen en het Fonds.

Commentaar :  Uit het principe dat de arbeidsovereenkomst van de werklieden geschorst wordt tijdens de inhaalrustdagen (wettelijke schorsing) volgt dat de arbeiders verbonden door een arbeidsovereenkomst met een bouwonderneming recht hebben op het loon met betrekking tot alle inhaalrustdagen.

Bovendien vloeit daaruit voort dat gedurende de inhaalrust geen enkele arbeider een beroep kan doen op de werkloosheidsverzekering.

Het loon is een forfaitair bedrag, waarvan het eerste gedeelte gelijk is aan de hoofdwerkloosheidsuitkering die overeenstemt met de werkloosheidscode van de gerechtigde en waarvan het tweede gedeelte bestaat uit de bijkomende werkloosheidsuitkering, zoals bepaald door een overeenkomst gesloten in de Raad van Beheer van het Fonds.

In de maand december van elk jaar zal het forfaitair bedrag waarop de arbeider recht heeft voor een inhaalrust volgens zijn looncategorie vermeld worden in een barema verspreid door het Fonds voor Bestaanszekerheid van het Bouwbedrijf.

Dat loon wordt uitbetaald door de uitbetalingsorganismen van de werkloosheidsuitkeringen. Andere betalingsmodaliteiten werden voorzien voor sommige categorieën van arbeiders, die de theoretische voorwaarden niet vervullen om van werkloosheidsuitkeringen te genieten.

HOOFDSTUK III - Financiering van de arbeidsduurvermindering

Artikel 6

Het loon van de inhaalrustdagen wordt gefinancierd door een bijdrage aan het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het Bouwbedrijf, waarvan de inning en invordering geschieden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

(...)

Voor de jaren na 2000 is de bijdrage gelijk aan 2,6 % van het op 108 % gebrachte bedrag van alle lonen die bij de Rijksdienst zijn aangegeven met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde werklieden en respectievelijk voor het vierde kwartaal van het voorafgaande jaar en voor het eerste, tweede en derde kwartaal van het betrokken jaar.  Deze bijdrage wordt per kwartaal, samen met de sociale zekerheidsbijdragen, geïnd.

Het bedrag van de ingevolge artikel 5 uitgekeerde forfaitaire lonen moet aangegeven worden bij de Rijksdienst.

Alle wets- en verordeningsbepalingen met betrekking tot de inning, de navordering, de burgerlijke sancties, de verjaring en het voorrecht der sociale zekerheidsbijdragen zijn op bovengenoemde bijdragen toepasselijk.

(...)

HOOFDSTUK VI - Slotbepalingen

Artikel 15

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1983.

B.  Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2017 betreffende de arbeidsduurvermindering

HOOFDSTUK I – TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren.

In deze CAO verstaat men onder:

  • arbeiders: de arbeiders en de arbeidsters;
  • Constructiv: de benaming van het fonds voor bestaanszekerheid opgericht voor de sector van het bouwbedrijf (PC 124).

Deze overeenkomst is eveneens van toepassing op de uitzendkrachten tewerkgesteld bij een onderneming bedoeld in het 1e lid, en op het uitzendkantoor dat hen ter beschikking stelt.

HOOFDSTUK II – ARBEIDSDUURVERMINDERING

Artikel 2

Onverminderd het aantal rustdagen vastgesteld in toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, zoals gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, hebben de bij artikel 1 bedoelde arbeiders voor 2018, 2019 en 2020 telkens recht op 6 rustdagen.

Deze rustdagen moeten genomen worden op de volgende data:

Voor 2018:

  • Vrijdag 11 mei 2018;
  • Maandag 24 december 2018;
  • Woensdag 26 december 2018;
  • Donderdag 27 december 2018;
  • Vrijdag 28 december 2018;
  • Maandag 31 december 2018.

Voor 2019:

  • Maandag 23 december 2019;
  • Dinsdag 24 december 2019;
  • Donderdag 26 december 2019;
  • Vrijdag 27 december 2019;
  • Maandag 30 december 2019;
  • Dinsdag 31 december 2019.

Voor 2020:

  • Woensdag 23 december 2020;
  • Donderdag 24 december 2020;
  • Maandag 28 december 2020;
  • Dinsdag 29 december 2020;
  • Woensdag 30 december 2020;
  • Donderdag 31 december 2020.

Artikel 3

Het is verboden de bij artikel 1 bedoelde arbeiders gedurende de bij artikel 2 bepaalde rustdagen tewerk te stellen.

In afwijking van dit verbod mogen de arbeiders gedurende deze rustdagen worden tewerkgesteld :

  1. wanneer de ondernemingen waarin ze tewerkgesteld zijn, gewoonlijk een periode van intense activiteit kennen op het ogenblik van de toekenning van de rustdagen;
  2. wanneer zij belast zijn met de klantendienst bij handelaars in bouwmaterialen, met uitzondering van het vervoer;
  3. in de gevallen waar arbeid op zondag is toegestaan bij artikel 12 van de Arbeidswet van 16 maart 1971.

Artikel 4

De arbeiders die gedurende de bij artikel 2 bedoelde rustdagen worden tewerkgesteld, hebben recht op inhaalrust. Deze inhaalrustdagen moeten worden toegekend :

  1. binnen 7 maanden die volgen op de dag waarop arbeid werd verricht, in het geval de tewerkstelling is gebeurd in toepassing van artikel 3, tweede lid, 1°;
  2. binnen 6 weken die volgen op de dag waarop arbeid werd verricht, in het geval de tewerkstelling is gebeurd in toepassing van artikel 3, tweede lid, 2° en 3°;

Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst, moet de werkgever het aantal niet-toegekende inhaalrustdagen vermelden op het bewijs van volledige werkloosheid C4.

Artikel 5

§1 De in artikel 2 bedoelde rustdagen schorsen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en geven recht op een dagelijkse forfaitaire vergoeding die gelijk is aan de werkloosheidsuitkering, vermeerderd met de aanvullende werkloosheidsuitkering die door Constructiv wordt toegekend.

§2 Deze vergoeding valt ten laste van Constructiv en wordt betaald door de organisaties die deze overeenkomst ondertekenen en door de Patronale Dienst bedoeltd bij artikel 12 van de statuten van Constructiv, aan de arbeiders die op datum van de rustdag door een arbeidsovereenkomst gebonden zijn aan een bij artikel 1 bedoelde werkgever.

§3 In afwijking op §2, heeft een arbeider recht op een vergoeding voor bepaalde rustdagen die zich situeren buiten de duurtijd van zijn arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat hij ontslagen is, behalve omwille van dringende redenen, door een werkgever bedoeld bij artikel 1 in de 60 dagen voorafgaand aan het begin van de hoofdperiode en dat hij nog volledig werkloos is bij het begin van de hoofdperiode.

Het recht op een vergoeding in toepassing van vorig lid geldt vanaf de eerste rustdag van de hoofdperiode tot en met de laatste rustdag toegekend voor het kalenderjaar waarin de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen.

De hoofdperiode bedoeld in deze paragraaf neemt aanvang in 2018 op 24 december 2018, in 2019 op 23 december 2019 en in 2020 op 21 december 2020.

§4 Deze vergoeding wordt pro rata temporis toegekend aan de arbeiders die verbonden zijn geweest voor een bepaalde tijd van minstens 3 maanden en in volledige onvrijwillige werkloosheid zijn tijdens de periode van de rustdagen.

HOOFDSTUK III – BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 6

De Patronale Dienst bedoeld bij artikel 12 van de statuten van Constructiv is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen welke voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 7

Overeenkomstig het artikel 12 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, is de bijdrage aan Constructiv, vastgesteld in artikel 6 van het voormeld koninklijk besluit nr. 213, eveneens verschuldigd door de uitzendkantoren voor de arbeiders die zij ter beschikking stellen van bouwondernemingen.

Artikel 8

De opzeggingstermijn betekend door de werkgever wordt geschorst tijdens de rustdagen die krachtens deze overeenkomst en het voormelde koninklijk besluit nr. 213 worden toegekend:

  • In de periode van 24 december 2018 tot en met 4 januari 2019;
  • In de periode van 23 december 2019 tot en met 3 januari 2020;
  • In de periode van 21 december 2020 tot en met 31 december 2020.

HOOFDSTUK IV - STRIJD TEGEN DE SOCIALE FRAUDE

(...) Zie onze sectorale documentatie Hfdst. 1103.

HOOFDSTUK V – GELDIGHEIDSDUUR

Artikel 15

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2018 en verstrijkt op 31 december 2020.

2. Vakantiedagen 2018 - Vaststelling feestdagen van 2018

In 2018 valt de feestdag van 11 november 2018 samen met een zondag. Deze feestdag werd vervangen via een beslissing van het Paritair Comité door de vrijdag 2 november 2018. Deze beslissing werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 oktober 2017 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 oktober 2017. De feestdag op zaterdag 21 juli 2018 werd niet vervangen via een beslissing van het Paritair Comité, bij gebrek aan een andere beslissing in het bedrijf, wordt de feestdag vervangen door de eerstvolgende werkdag (23 juli 2018).

JAARTABEL 2018

Regio's Hoofdperiode Brugdagen of vervanging van feestdagen
Antwerpen - Mechelen - Turnhout van 9/07 t.e.m. 27/07 (saldo 6) 21/07 door 23/07
Hasselt van 16/07 t.e.m. 3/08 (saldo 6)

21/07 door 23/07

Leuven van 9/07 t.e.m. 27/07 (saldo 3)

4, 5 en 6/04

21/07 door 23/07

Oost-Vlaanderen
(Aalst - Gent - Eeklo - Dendermonde - Oudenaarde)
van 16/07 t.e.m. 6/08 (saldo 2)

4, 5 en 6/04

21/07 door 23/07

Waasland

Lokeren en Hamme

van 24/07 t.e.m. 14/08

4, 5 en 6/04

21/07 door 23/07

Waasland - Sint-Niklaas van 16/07 t.e.m. 6/08 (saldo 2)

4, 5 en 6/04

21/07 door 23/07

West-Vlaanderen (Brugge - Kortrijk - Oostende - Roeselaere)

van 16/07 t.e.m. 3/08 (saldo 0)

4, 5 en 6/04

23/07 21/07 door 23/07

29, 30 en 31/10

Brussel - Halle - Vilvoorde van 2/07 t.e.m. 27/07 (saldo 1)

21/07 door 23/07

Waals Brabant van 2/07 t.e.m. 27/07 (saldo 1)

21/07 door 23/07

Hainaut (La Louvière - Charleroi - Mons - Tournai - Mouscron)

van 9/07 t.e.m. 30/07 (saldo 5)

te vervolledigen met:

- ofwel van 2/07 t.e.m. 8/07 (saldo 0)

- ofwel van 31/07 t.e.m. 6/08 (saldo 0)

21/07 door 30/07

Libramont

van 16/07 t.e.m. 3/08 (saldo 6)

te vervolledigen met:

- ofwel van 4/04 t.e.m. 6/04 (saldo 3) + 29/10 t.e.m. 31/10 (saldo 0)

- ofwel van 17/12 t.e.m. 21/12 (saldo 1)

21/07 door 23/07

Luik - Hoei - Borgworm - ofwel van 2/07 t.e.m. 29/07 (saldo 1)
- ofwel van 9/07 t.e.m. 29/07 (saldo 6) + aanbeveling 4/04, 5/04, 6/04, 29/10, 30/10 en 31/10 (saldo 0)
21/07 door 23/07
Namen van 16/07 t.e.m. 3/08 (saldo 6)

21/07 door 23/07

Verviers

- ofwel van 2/07 t.e.m. 29/07 (saldo 1)

- ofwel van 9/07 t.e.m. 29/07 (saldo 6) + aanbeveling 12/02, 13/02, 14/02, 29/10, 30/10 en 31/10 (saldo 0)

21/07 door 23/07

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
29/06/2017
Registratienr
140760
Geldig van
01/01/2018
Geldig tot
31/12/2020
Neerleggingsdatum
06/07/2017
Registratiedatum
02/08/2017
Onderwerp
arbeidsduurvermindering
BS Bericht van neerlegging
23/08/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
25/02/2018
Gepubliceerd in het B.St. van
09/03/2018
Keywords
ARBEIDSDUURVERMINDERING, ARBEIDSDUURMODALITEITEN

Historiek
01/01/2024 31/12/2024 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2023 31/12/2023 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2022 31/12/2022 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2021 31/12/2021 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2020 31/12/2020 1001 Bepaling van de vakantiedagen
01/01/2019 31/12/2019 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2018 31/12/2018 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2017 31/12/2017 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2016 31/12/2016 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2015 31/12/2015 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2014 31/12/2014 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2013 31/12/2013 1001
01/01/2013 01/01/2013 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2012 31/12/2012 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2011 31/12/2011 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2010 31/12/2010 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2009 31/12/2009 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2008 31/12/2008 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2007 31/12/2007 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2005 31/12/2006 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2004 31/12/2004 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2003 31/12/2003 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2002 31/12/2002 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/11/2000 31/12/2001 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering
01/01/2000 01/01/2000 1001 Vaststelling van de vakantiedagen, de brugdagen en de inhaalrustdagen wegens arbeidsduurvermindering