070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2021 - Praktische toepassingsregels

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 04/05/2022
Geldig vanaf: 01/01/2021
Geldig tot: 31/12/2021

Hieronder geven wij U in een eerste punt (A) de richtlijnen van CONSTRUCTIV in verband met de attesten die aan de arbeiders moeten overhandigd worden en die in een bericht aan de werkgevers van CONSTRUCTIV zijn verschenen.

In een tweede punt (B) geven wij de gevolgen van de schorsing op de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. In een derde punt (C) geven wij een toelichting betreffende de leerlingen en in een laatste punt (D) geven wij de praktische schikkingen voor de RSZ- aangiften. (Dit laatste punt betreft uitsluitend de aangeslotenen bij het erkende sociaal secretariaat Group S vzw.)

A. Richtlijnen van CONSTRUCTIV in verband met de attesten

1. Algemene bepalingen

Voor het jaar 2021 worden er, in het kader van de arbeidsduurvermindering, 12 rustdagen toegekend aan de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren.

Deze rustdagen situeren zich op de volgende data:

• een periode in het eerste kwartaal: 6, 7, 8 en 9 april 2021;
• losse dagen in het vierde kwartaal: 2, 3 en 12 november 2021;
• de hoofdperiode: 24, 28, 29, 30 en 31 december 2021.

Let op: maandag 27 december is geen rustdag maar een vervangende feestdag voor 25 december.

De vergoeding voor deze rustdagen zijn ten laste van Constructiv. Ze worden vanaf 1 december 2021 uitbetaald aan de arbeiders die het formulier Rustdagen 2021 overmaken aan hun vakbond of (indien de arbeider niet aangesloten is bij een vakbond) het PDOK – Zegelstelsel, Lombardstraat 34-42 te 1000 Brussel.

De formulieren worden door Constructiv opgemaakt op basis van:

• de kwartaalaangiftes van de werkgevers bij de RSZ (DmfA-aangiftes);
• de meldingen van in- en uitdiensttreding door de werkgever (dimona-aangiftes);
• gegevens uit het Rijksregister en het KBO;
• andere officiële gegevensstromen (bv arbeidsongevallen);
• gegevens die Constructiv ontving van sociale secretariaten, werkgevers, vakbonden, arbeiders,….

2. Op welke rustdagen heeft een reguliere arbeider recht ?

Een reguliere arbeider heeft recht op de rustdagen die tijdens zijn tewerkstelling in de bouwsector vallen. In afwijking hierop heeft een reguliere arbeider die ontslagen werd na 24 oktober 2021 en volledig werkloos blijft tot en met 23 december 2021 ook recht op de rustdagen van de hoofdperiode.

Een arbeider die vóór 1 januari 2021 arbeidsongeschikt werd wegens ziekte of ongeval van gemeen recht en in 2021 het werk hervat, heeft recht op de rustdagen die zich situeren na de datum van werkhervatting.

Een arbeider die tewerkgesteld was met een contract van bepaalde duur van minimum drie maanden en dat beëindigd werd na 24 oktober 2021 heeft recht op de rustdagen van de hoofperiode a rato van één dag per maand tewerkstelling, voor zover hij op deze rustdagen nog steeds werkloos is.

3. Op welke rustdagen heeft een uitzendarbeider recht ?

Een uitzendarbeider heeft recht op de rustdag(en) indien hij effectief tewerkgesteld was bij een werkgever uit de bouwsector op de werkdag die de rustdag(en) voorafgaat:

• voor de periode van 6 tot en met 9 april: 2 april 2021
• voor 2 en 3 november: 29 oktober 2021
• voor 12 november: 10 november 2021
• voor de hoofdperiode: 23 december 2021

Een uitzendarbeider die op 23 december een contract heeft maar tijdelijk werkloos gesteld werd omwille van slecht weer, of die ziek was, heeft ook recht op de rustdagen van de hoofdperiode.

4. Op welke rustdagen heeft een arbeider GEEN recht ?

Een arbeider heeft geen recht op de rustdagen die zich situeren tijdens een periode van schorsing van het arbeidscontract (arbeidsongeval, onbetaald verlof, onwettig afwezig, voltijds tijdskrediet, volledige loopbaanonderbreking, onderling akkoord,…

Een arbeider heeft geen recht op de rustdagen die zich situeren tijdens een periode van ziekte of ongeval van gemeen recht indien deze periode van arbeidsongeschiktheid een aanvang nam vóór 1 januari 2021.

Een arbeider met enkel tijdelijke werkloosheid overmacht (Corona) gedurende 2021 heeft geen recht op de betaling van de rustdagen die samenvallen met deze tijdelijke werkloosheid zolang hij in 2021 geen enkele dag heeft gewerkt. 

5. Hoe wordt het bedrag berekend ?

Voor elke rustdag wordt het dagbedrag afzonderlijk berekend.

Het dagbedrag wordt vastgelegd op basis van de geschooldheid van de arbeider op de rustdag. Deze geschooldheid wordt bepaald op basis van het uurloon dat vermeld wordt in de kwartaalaangifte die de werkgever indient bij de RSZ (DmfA).

Als de arbeider deeltijds tewerkgesteld is op de rustdag, wordt het dagbedrag pro rata berekend. Voorbeeld: een arbeider met een uurloon van € 17 (categorie III) die een deeltijdse tewerkstelling heeft van 30 uren per week zal een dagvergoeding ontvangen van 30/40 x 99,15 = € 74,36.
Voor een arbeider die volgens de kwartaalaangiftes van zijn werkgevers bij de RSZ (DmfA-aangiftes) voor de periode van 1 oktober 2020 tot en met 30 september 2021 minstens 75 dagen tijdelijk werkloos werd gesteld omwille van economische redenen, wordt het dagbedrag dat bekomen wordt via bovenstaande tabel omgerekend volgens de volgende formule:
Dagbedrag = dagbedrag volgens bovenstaande tabel x (gepresteerde dagen in periode 01-10-2020 - 30-09-2021 / 229).

Het bekomen dagbedrag kan niet lager zijn dan € 66,13.

6. Welke formulieren ontvangt de werkgever van CONSTRUCTIV ?

De werkgever ontvangt van CONSTRUCTIV de formulieren voor één of meerdere van zijn arbeiders die recht hebben op de rustdagen en nog steeds in dienst zijn bij hem.

7. Welke formulieren ontvangt de werkgever niet van CONSTRUCTIV ?

De werkgever ontvangt niet van CONSTRUCTIV :

• de formulieren voor arbeiders die uit dienst zijn bij zijn onderneming (deze krijgen het formulier thuis gestuurd);
• de formulieren voor arbeiders die niet gewerkt hebben in 2021 ten gevolge van arbeidsongeschiktheid;
• de formulieren voor uitzendkrachten die bij hem tewerkgesteld zijn (deze krijgen het formulier thuis gestuurd);
• de formulieren voor arbeiders die heel recent in dienst getreden zijn. Deze formulieren worden nog aan de werkgever bezorgd;
• aangezien leerjongens, stagiairs, studenten en arbeiders die op SWT zijn geen recht hebben op de rustdagen, ontvangt de werkgever voor hen geen formulier.

8. Wat moet de werkgever met de formulieren doen ?

De werkgever mag het formulier aan de arbeider overhandigen behalve:

• indien hij op 31 december 2021 niet meer in dienst is/zal zijn. In dat geval mag de werkgever het formulier vernietigen. Constructiv zal automatisch een correct formulier opmaken en versturen naar de arbeider.
• indien de arbeider in het 4de kwartaal een lagere geschooldheid of een lagere tewerkstellingsgraad had dan in het 2de kwartaal. De werkgever moet het formulier terugsturen naar CONSTRUCTIV met een loonfiche van het 4de kwartaal.
• indien de arbeider een rustdag toegekend kreeg tijdens een periode dat de arbeidsovereenkomst werd geschorst (arbeidsongeval, onbetaald verlof, onwettig afwezig, voltijds tijdskrediet, volledige loopbaanonderbreking, onderling akkoord,…). De werkgever moet het formulier terugsturen naar CONSTRUCTIV en moet de reden en de periode van schorsing vermelden.

9. Enkele speciale situaties:

• De arbeider heeft recht op rustdagen (de werkgever heeft het formulier ontvangen), maar het bedrag is niet berekend: Het betreft een arbeider die in het 4de kwartaal 2021 bij de werkgever in dienst kwam. Bij gebrek aan informatie kon Constructiv het bedrag niet berekenen. Indien de arbeider een loonfiche toevoegt zal de uitbetalingsinstelling (vakbond of PDOK) het bedrag berekenen en het formulier uitbetalen.
• De werkgever heeft geen formulier ontvangen voor een arbeider die ziek was maar het werk ondertussen hervat heeft: De werkgever moet contact opnemen met CONSTRUCTIV om de datum van werkhervatting te melden
• De arbeider heeft in het 4de kwartaal een hogere geschooldheid of een hogere tewerkstellingsgraad dan vermeld op het formulier: Het formulier mag aan de arbeider overhandigd worden. CONSTRUCTIV zal in de loop van februari (na ontvangst van de DmfA-aangifte van het 4de kwartaal) automatisch een bijkomend formulier opmaken.
• Op het overzicht staat het formulier aangeduid met “Ingehouden”: Het formulier werd door CONSTRUCTIV niet opgemaakt om één van volgende redenen: er is een schuldbemiddelaar aangesteld, het loon maakt voorwerp uit van beslag, er is loonoverdracht van toepassing, er is een bewindvoerder aangesteld,…

10. Andere vragen ?

Neem per mail contact op met Constructiv : rustdagen@constructiv.be.

B. Gevolgen van de schorsing op de uitvoering van de arbeidsovereenkomst

1. Tijdelijke werkloosheid

De bouwvakarbeiders die recht hebben op de vergoeding voor de rustdagen, kunnen in geen enkel geval aanspraak maken op werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst omwille van tijdelijke werkloosheid (weerverlet, economische of technische reden) tijdens de rustdagen of de inhaalrustdagen.

De bouwvakarbeiders kunnen niet op tijdelijke werkloosheid geplaatst worden alvorens alle inhaalrustdagen werden genomen.

De 12 rustdagen verlengen in geen enkel geval een reeds aangekondigde periode van tijdelijke werkloosheid.

2. Opzeggingstermijn

De door de werkgever betekende opzeggingstermijn wordt niet geschorst door de rustdagen van 6, 7, 8 en 9 april 2020 en van 2, 3 en 12 november 2021. 

Voor wat de hoofdperiode in de eindejaarsperiode betreft, nl. van 24 december 2021 tot en met 7 januari 2022, bepaalt de CAO van 9 januari 2020 dat de door de werkgever gegeven opzeggingstermijn geschorst wordt. In dat verband verwijzen wij naar ons sectoraal hoofdstuk 1502 over de opzeggingstermijnen.

3. SWT

De bouwvakarbeiders die tijdens de rustdagen aanspraak zouden kunnen maken op het SWT "bouw" worden daartoe gerechtigd vanaf het theoretisch einde van de arbeidsovereenkomst, maar zullen pas effectief tot het stelsel toetreden na de periode gedekt door de rustdagen. Voor de hoofdperiode is dat automatisch zo omdat de opzeggingstermijn door de werkgever gegeven, tijdens die periode geschorst wordt.

4. Gewaarborgd loon

Tijdens de 12 rustdagen die gedekt zijn door de vergoeding, kunnen de bouwvakarbeiders geen aanspraak maken op gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval. Een arbeider wiens arbeidsongeschiktheid begint vóór of tijdens de rustdagen, kan enkel recht hebben op gewaarborgd loon vóór de dagen arbeidsongeschiktheid die zich situeren voor en/of na de rustdagen.

5. Feestdagen

Voor de betaling van de feestdagen van Kerstmis en Nieuwjaar dient er een onderscheid gemaakt te worden naargelang de situatie waarin de arbeider zich bevindt vóór de rustdagen :

• de arbeiders die vóór de rustdagen aan het werk of in tijdelijke werkloosheid waren, hebben ten laste van hun werkgever recht op de betaling van deze feestdagen;
• de arbeiders voor wie de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is om een andere reden dan tijdelijke werkloosheid, behouden daarentegen het recht op de betaling van die feestdagen volgens de algemene regeling inzake de feestdagen.

6. Kort verzuim

Daar de bouwvakarbeider niet aanwezig moet zijn en een vergoeding ontvangt voor de rustdagen, worden de dagen afwezigheid waarvan sprake in art. 30 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, niet toegekend of bezoldigd.

C. Aanverwant probleem : de leerlingen tewerkgesteld met een overeenkomst alternerende opleiding

De arbeidsduurvermindering die van toepassing is op de arbeiders van de bouwsector is eveneens van toepassing op de leerlingen die een alternerende opleiding volgen. Hier is geen specifieke regeling vastgelegd. Zij volgen dus de regeling van de arbeiders (geen anciënniteitsvereiste, geen pro rata). De vergoeding van de rustdagen is ten laste van de werkgever (betaling van de normale maandelijkse vergoeding zonder dat het aantal rustdagen in mindering wordt gebracht).

D. Praktische schikkingen

In verband met de aangifte van deze inhaalrustdagen aan de RSZ dienen de aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat GROUP S vzw geen bijzondere schikkingen te treffen. Ze dienen enkel op de prestatieopgaven deze dagen met de letters "K.S." te vermelden. De attesten die wij hen overmaken dienen door hen zo spoedig mogelijk aan de betrokken werklieden overhandigd te worden.

Historiek
01/01/2021	31/12/2021	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2021 - Praktische toepassingsregels
01/01/2020	31/12/2020	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2020 - Praktische toepassingsregels
01/01/2019	31/12/2019	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2019 - Praktische toepassingsregels
01/01/2018	31/12/2018	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2018 - Praktische toepassingsregels
01/01/2017	31/12/2017	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2017 - Praktische toepassingsregels
01/01/2016	31/12/2016	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2016 - Praktische toepassingsregels
01/01/2015	31/12/2015	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2015 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2014	31/12/2014	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2014 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2013	31/12/2013	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2013 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2012	31/12/2012	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2012 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2011	31/12/2011	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2011 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2010	31/12/2010	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2010 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2009	31/12/2009	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2009 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2008	31/12/2008	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2008 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2007	31/12/2007	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2007 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2006	31/12/2006	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2006 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2005	31/12/2005	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2005 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2002	31/12/2004	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2002 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2001	31/12/2001	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2001 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2000	31/12/2000	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2000 - Praktische toepassingsregels.
01/01/1999	31/12/2000	070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 1999. Praktische toepassingsregels.