070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2019 - Praktische toepassingsregels

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 30/11/2020
Geldig vanaf: 01/01/2019
Geldig tot: 31/12/2019

  • Richtlijnen in verband met de attesten;
  • Gevolgen van de schorsing op de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;
  • Aanverwant probleem : de leerlingen tewerkgesteld met een overeenkomst alternerende opleiding.

Hieronder geven wij U in een eerste punt (A) de richtlijnen in verband met de speciale attesten die aan de werklieden moeten overhandigd worden en die in een bericht aan de werkgevers van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden in het bouwbedrijf zijn verschenen.

Commentaar : De werkgevers, die NIET bij het erkende sociaal secretariaat Group S vzw aangesloten zijn, ontvangen RECHTSTREEKS VAN HET FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID VAN DE WERKLIEDEN UIT HET BOUWBEDRIJF het bovenvermeld bericht evenals de formulieren die aan de werknemers moeten overhandigd worden. Zij dienen zelf alle formaliteiten betreffende de inhaalrustdagen uit te voeren.

In een tweede punt (B) geven wij de gevolgen van de schorsing op de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. In een derde punt (C) geven wij een toelichting betreffende de leerlingen en in een laatste punt (D) geven wij de praktische schikkingen voor de RSZ- aangiften. (Dit laatste punt betreft uitsluitend de aangeslotenen bij het erkende sociaal secretariaat Group S vzw.)

A. Richtlijnen in verband met de attesten

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Voor het jaar 2019 worden er, in het kader van de arbeidsduurvermindering, 12 rustdagen toegekend aan de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren.

Deze rustdagen situeren zich op volgende data: zes afzonderlijke dagen, met name 2, 3 en 4 januari, 19 april, 31 mei, 16 augustus en de hoofdperiode van zes dagen in de eindejaarsperiode: 23, 24, 26, 27, 30 en 31 december 2019.

De vergoedingen voor deze rustdagen zijn ten laste van Constructiv. Ze worden vanaf 2 december 2019 uitbetaald aan de arbeiders die aan hun uitbetalingsinstelling het formulier "Rustdagen 2019" overhandigen dat door Constructiv werd opgemaakt. De bedoelde uitbetalingsinstelling is de syndicale organisatie van de arbeider of PDOK – Zegelstelsel Lombardstraat 34-42 te 1000 Brussel, indien de arbeider niet gesyndiceerd is.

De formulieren "Rustdagen 2019" in bijlage worden door Constructiv op basis van volgende informatie opgemaakt:

  • ofwel de DmfA-aangiftes met betrekking tot het 3de kwartaal 2019 die door de werkgever of door zijn sociaal secretariaat werden ingediend bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ);
  • ofwel de DIMONA-aangiftes die door de werkgever bij de RSZ werden gedaan voor de arbeiders die werden aangeworven in het 4de kwartaal 2019.

Indien de arbeider voltijds wordt tewerkgesteld, geven deze formulieren recht op vergoedingen voor minimum 6 rustdagen (de dagen van de hoofdperiode) en maximum 12 dagen (de hoofdperiode en de afzonderlijke rustdagen die binnen de arbeidsovereenkomst vallen).

In geval van een deeltijdse tewerkstelling, wordt het aantal vergoedbare dagen waarop hij recht heeft, berekend in evenredigheid met het aantal uren dat hij normaal gezien presteert.

U ontvangt formulieren "Rustdagen" voor de arbeiders die in het 4de kwartaal in dienst zijn van uw onderneming. Voor de arbeiders die de onderneming hebben verlaten vóór 1 oktober 2019 onderzoekt Constructiv of ze aanspraak kunnen maken op een vergoeding voor de rustdagen van 2, 3 en 4 januari, 19 april, 31 mei en 16 augustus. Indien dit het geval is, wordt het formulier rechtstreeks aan de arbeider verzonden.

Voor de arbeiders die met een interimovereenkomst in uw onderneming tewerkgesteld zijn, ontvangt u geen formulieren. U moet voor deze arbeiders geen administratieve formaliteiten vervullen. Constructiv zal nagaan of de interim-arbeider aanspraak kan maken op een vergoeding voor de rustdagen. Indien dit het geval is, wordt het formulier rechtstreeks aan de interim-arbeider overgemaakt.

2. WAT MOET U CONTROLEREN EN AAN WIE MAG U DE FORMULIEREN GEVEN?

2.1 CONTROLE VAN DE GEGEVENS OP DE VOORBEREKENDE FORMULIEREN

  • Zoals u kunt vaststellen, zijn de formulieren in de meeste gevallen voorberekend, zowel wat het aantal vergoedbare dagen betreft waarop de arbeider recht heeft, als wat het overeenstemmende bedrag betreft.
    De gegevens die aan de basis liggen van de berekening zijn afkomstig van aangiften die door de werkgever of zijn sociaal secretariaat bij de RSZ werden gedaan. Het gaat om:

    • de datum van indiensttreding die met de Dimona-aangifte wordt meegedeeld;
    • de beroepsgeschooldheid van de arbeider die door Constructiv wordt bepaald op basis van de DmfA-aangifte;
    • het aantal normaal gepresteerde uren voor de arbeiders die deeltijds werken (gegeven dat door de werkgever middels de DmfA-aangifte wordt meegedeeld).
  • Het aantal vergoedbare dagen werd vastgesteld in functie van de datum van indiensttreding, uitgaande van het principe dat de arbeider recht heeft op een vergoeding voor de rustdagen die binnen de arbeidsovereenkomst vallen, indien hij op deze dagen:
    • zou moeten hebben gewerkt;
    • tijdelijk werkloos is geweest omwille van slecht weer of om economische of technische redenen;
    • ziek is geweest, op voorwaarde dat hij voorafgaand effectieve prestaties in de bouwnijverheid heeft gehad in 2019.
      • Uitzondering voor 2, 3 en 4 januari 2019:

        • Voor een arbeider die in 2018 prestaties had, geven deze recht op deze rustdagen
        • Voor een arbeider die in 2018 geen prestaties had, gelden de prestaties op 7/1/2019.
  • Een voltijds tewerkgestelde arbeider heeft voor elke rustdag waarop hij in toepassing van bovenstaande regels aanspraak kan maken, recht op een volledige vergoeding.
    Voor deeltijdse arbeiders (met inbegrip van arbeiders die in een regeling van loopbaanonderbreking of tijdskrediet hun arbeidsprestaties hebben verminderd) wordt het aantal vergoedingen vastgesteld rekening houdend met de gemiddelde wekelijkse prestaties van de arbeider.

    voorbeeld : arbeider die het hele jaar 2019 werd tewerkgesteld in een arbeidsregeling van 20 u/week -> recht op 12 x 20/40 vergoedingen = 6 vergoedingen
     

  • De arbeiders van wie de uitvoering van de arbeidsovereenkomst is geschorst (wederzijdse instemming, beroepsziekte, arbeidsongeval, volledige loopbaanonderbreking, beroepsopleiding, volledig tijdskrediet, hechtenis, ongerechtvaardigde afwezigheid, onbetaald verlof, ...) hebben geen recht op een vergoeding voor de rustdagen die vallen binnen de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst.
    In dat geval moet u het formulier terugzenden naar Constructiv met vermelding van de reden en de periode van de schorsing van de arbeidsovereenkomst (rubriek IV van het formulier). Constructiv zal dan een aangepast formulier opmaken, waarop het juiste aantal dagvergoedingen wordt vermeld waarop de arbeider aanspraak kan maken.
  • Het overeenstemmende bedrag wordt vastgesteld in functie van de loonschaal van de arbeider, volgens het barema dat op het formulier is afgedrukt.

  • Voor de arbeiders die minstens 75 dagen economische werkloosheid hebben gehad (in de bouwsector) in de referteperiode (01/10/2018 tot 30/09/2019) wordt de dagvergoeding voor de rustdagen proportioneel berekend. Details van de berekening kan je terugvinden in rubriek II en III van de afgeleverde attesten.

2.2 AFLEVEREN VAN DE FORMULIEREN

  • U moet deze formulieren afleveren aan:

    • alle arbeiders die momenteel in dienst zijn van uw onderneming.
  • De formulieren mogen niet worden overhandigd aan:
    • de arbeiders die zelf hun arbeidsovereenkomst hebben opgezegd;
    • de arbeiders die werden ontslagen vóór 24 oktober 2019;
    • de arbeiders die werden ontslagen na 23 oktober 2019, maar die op 20 december 2019 niet meer volledig werkloos zijn;
    • de arbeiders die op 23 december 2019 begunstigde zijn van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT).In deze gevallen moet u het formulier terugzenden naar Constructiv met vermelding (in rubriek IV van het formulier) van de datum waarop de arbeidsovereenkomst werd beëindigd. Constructiv zal dan nagaan of de arbeider aanspraak kan maken op een vergoeding voor een of meer van de afzonderlijke rustdagen en, desgevallend, een formulier aan de arbeider toezenden dat hem recht verleent op een vergoeding voor deze dagen.

3. HOE MOET U DE FORMULIEREN INVULLEN?

In sommige gevallen beschikt Constructiv niet over alle nodige inlichtingen om het aantal vergoedingen en/of het overeenstemmende bedrag te berekenen. U moet dan zelf de berekening maken en het formulier verder aanvullen.

3.1 BEREKENING VAN HET AANTAL VERGOEDINGEN

  • Algemene regel:
    De arbeider heeft recht op een vergoeding voor alle rustdagen die binnen zijn arbeidsovereenkomst vallen.
    Een voltijds tewerkgestelde arbeider heeft voor elke rustdag recht op een volledige vergoeding.
    Een arbeider, tewerkgesteld in een stelsel van verminderde arbeidsduur, heeft recht op een aantal vergoedbare dagen dat in verhouding staat tot het aantal uren dat hij normaal gezien zou hebben gepresteerd.
    voorbeeld : arbeider die het hele jaar 2019 werd tewerkgesteld in een arbeidsregeling van 15,50 u./week
    -> recht op 12 x 15,50/40 vergoedingen = 4,65 vergoedingen
  • Uitzonderingen:

    1. de arbeider heeft geen recht op een vergoeding voor de rustdagen die vallen in een periode waarin de uitvoering van de arbeidsovereenkomst is geschorst (wederzijdse instemming, beroepsziekte, arbeidsongeval, loopbaanonderbreking, beroepsopleiding, tijdskrediet, hechtenis, ongerechtvaardigde afwezigheid, onbetaald verlof, ...);

    2. indien de arbeider, na een periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte die een aanvang nam vóór 1 januari 2019, het werk hervat in de loop van 2019, dan heeft hij enkel recht op een vergoeding voor de rustdagen die zich na de datum van werkhervatting situeren (met uitzondering van de rustdagen begin januari, nl. 2, 3 en 4 januari 2019 waarvoor de prestaties van 7 januari 2019 gelden);

    3. de arbeider die werd ontslagen na 23 oktober 2019 en die op 20 december 2019 nog volledig werkloos is, heeft recht op de vergoedingen voor de rustdagen van de hoofdperiode, indien hij met de werkgever verbonden was met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur (uitgezonderd indien hij begunstigde is van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT));

    • indien de arbeider door een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van minstens drie maanden verbonden was die werd beëindigd na 23 oktober 2019 en hij op 20 december 2019 nog volledig werkloos is, dan heeft hij recht op een vergoeding voor een aantal rustdagen in verhouding tot de duur van zijn arbeidsovereenkomst: elke maand tewerkstelling geeft recht op een rustdag.
      voorbeeld : arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van 1.7.2019 tot 30.11.2019
      totale duur = 5 maanden -> arbeider heeft recht op vergoedingen voor 5 rustdagen

      N.B. : de duur van de arbeidsovereenkomst moet worden vastgesteld met inachtname van de volgende regels:

      • de maand van aanvang van de arbeidsovereenkomst wordt meegeteld, indien de aanvangsdatum zich situeert vóór de 16de van de maand;

      • de maand van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt meegeteld, indien de einddatum zich situeert na de 15de van de maand.

3.2 BEREKENING VAN HET BEDRAG VAN DE RUSTDAGEN

Het totale bedrag "Rustdagen" wordt bekomen door het aantal vergoedbare dagen waarop de arbeider recht heeft (rubriek I van het formulier) te vermenigvuldigen met het dagbedrag dat overeenstemt met de loonschaal van de arbeider (cfr barema onder rubriek VII op het formulier).

Voor de arbeiders die minstens 75 dagen economische werkloosheid hebben gehad (in de bouwsector) in de referteperiode (01/10/2018 tot 30/09/2019) wordt de dagvergoeding voor de rustdagen proportioneel berekend volgens de volgende formule:

Baremiek dagbedrag x gepresteerde dagen in referteperiode
229

Het pro rata dagbedrag kan niet lager zijn dan het bedrag van de werkloosheidsvergoeding dat wordt toegekend aan een werknemer met gezinslast.

4. VEELGESTELDE VRAGEN

4.1 DE RUSTDAGEN 2 en 3 JANUARI 2020 STAAN NIET OP HET FORMULIER

De rustdagen van begin januari 2020 maken deel uit van rustdagen 2020 – de vergoedingen voor deze dagen zijn betaalbaar eind 2020.

4.2 IK HEB GEEN FORMULIER GEKREGEN VOOR MIJN ARBEIDER IN DIENST NA 30/09/2019

Als u in het 4de kwartaal 2018 een arbeider in dienst hebt genomen, dan ontvangt u een formulier dat wordt opgemaakt op basis van een correcte DIMONA-aangifte. Mocht u vergeten zijn een “DIMONA”-aangifte te doen voor deze aanwerving, dan vragen wij u dit zo spoedig mogelijk in orde te brengen.
Formulieren opgemaakt op basis van uw DIMONA-aangifte vermelden geen te betalen bedrag. U mag het bedrag zelf berekenen. U volgt hiervoor de richtlijnen onder punt 3 van deze brochure.
U kan ook een kopie van een recente loonfiche bij het formulier voegen. De uitbetalingsinstelling zal dan het te betalen bedrag voor u berekenen.

4.3 WAAR KAN MIJN ARBEIDER ZIJN VERGOEDING ONTVANGEN?

De vergoedingen voor deze rustdagen worden vanaf 2 december 2019 uitbetaald door de uitbetalingsinstelling van de arbeider. De uitbetalingsinstelling is de syndicale organisatie van de arbeider. Als de arbeider niet is aangesloten bij een syndicale organisatie moet hij dit attest opsturen aan: PDOK – Zegelstelsel, Lombardstraat 34-42 te 1000 Brussel.

4.4 HET FORMULIER IS VERLOREN GEGAAN. WAT MOET IK DOEN?

Indien het formulier verloren is gegaan, kan u hiervan een duplicaat aanvragen bij Constructiv.

4.5 HET BEDRAG OP HET FORMULIER IS NIET JUIST. MAG IK DIT VERBETEREN?

Constructiv berekent het bedrag van de vergoeding rustdagen voor. Het is mogelijk dat de voorgestelde berekening niet juist is, omdat een of meerdere van de bepalende gegevens verkeerd zijn. Indien dit het geval is, dan vragen wij u het formulier terug te zenden naar Constructiv met vermelding van de juiste gegevens in de rubriek IV. Constructiv zal dan later een aangepast formulier opmaken. Voor meer uitleg hieromtrent, verwijzen wij naar het punt 2 van deze brochure.

4.6 IK HEB HET FORMULIER AAN MIJN ARBEIDER GEGEVEN, MAAR HIJ WERKT NU NIET MEER BIJ MIJ. MOET IK DIT FORMULIER TERUGVRAGEN?

Indien de arbeidsovereenkomst met uw arbeider werd beëindigd nadat u hem het formulier Rustdagen heeft overhandigd, moet u dit formulier niet terugvragen. U moet dit ook niet aan Constructiv melden. Constructiv wordt immers via de DIMONA-aangifte op de hoogte gebracht van de uitdiensttreding.

4.7 DE ARBEIDER IS NIET MEER IN DIENST BIJ MIJ. MOET IK HET FORMULIER TOCH AAN HEM BEZORGEN?

Als de arbeider niet meer in dienst is, vragen wij u het formulier terug te sturen naar Constructiv nadat u in rubriek IV de datum van uitdiensttreding hebt vermeld. Constructiv zal een aangepast formulier rechtstreeks naar de arbeider sturen, als hij recht heeft op een vergoeding voor een of meerdere afzonderlijke rustdagen.

4.8 MIJN ARBEIDER IS TEWERKGESTELD ALS STAGIAIR OF LEERJONGEN IN DE SECTOR. KAN HIJ AANSPRAAK MAKEN OP DE VERGOEDING RUSTDAGEN?

Deze personen kunnen nooit aanspraak maken op de vergoeding rustdagen ten laste van Constructiv.

4.9 MOGEN MIJN ARBEIDERS WERKEN TIJDENS DE RUSTDAGEN?

Constructiv kan geen toelating geven om gedurende de rustdagen arbeiders tewerk te stellen. Indien men op de rustdagen wil werken, dient voorafgaandelijk contact te worden opgenomen met de arbeidsinspectie – Dienst “Toezicht op de Sociale Wetten”.

B. Gevolgen van de schorsing op de uitvoering van de arbeidsovereenkomst

Tijdelijke werkloosheid

De bouwvakarbeiders die recht hebben op de vergoeding voor de rustdagen, kunnen in geen enkel geval aanspraak maken op werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst omwille van tijdelijke werkloosheid (weerverlet, economische of technische reden) tijdens de rustdagen of de inhaalrustdagen.

De bouwvakarbeiders kunnen niet op tijdelijke werkloosheid geplaatst worden alvorens alle inhaalrustdagen werden genomen.

De 12 rustdagen verlengen in geen enkel geval een reeds aangekondigde periode van tijdelijke werkloosheid.

Opzeggingstermijn

De door de werkgever betekende opzeggingstermijn wordt niet geschorst door de rustdagen 3 en 30 april en 11 mei 2018.

Voor wat de hoofdperiode in de eindejaarsperiode betreft, nl. 24 december 2018, van 26 tot en met 28 december 2018 en 31 december 2018 (én van 2 januari tot en met 4 januari 2019), bepaalt de CAO van 29 juni 2017 dat de door de werkgever gegeven opzeggingstermijn geschorst wordt. In dat verband verwijzen wij naar onze omzendbrief Hfdst.15.2 over de opzeggingstermijnen.

Brugpensioen

De bouwvakarbeiders die tijdens de rustdagen aanspraak zouden kunnen maken op het brugpensioen "bouw" worden daartoe gerechtigd vanaf het theoretisch einde van de arbeidsovereenkomst, maar zullen pas effectief tot het stelsel toetreden na de periode gedekt door de rustdagen. Voor de hoofdperiode is dat automatisch zo omdat de opzeggingstermijn door de werkgever gegeven, tijdens die periode geschorst wordt.

Gewaarborgd loon

Tijdens de 12 rustdagen die gedekt zijn door de vergoeding, kunnen de bouwvakarbeiders geen aanspraak maken op gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval. Een arbeider wiens arbeidsongeschiktheid begint vóór of tijdens de rustdagen, kan enkel recht hebben op gewaarborgd loon vóór de dagen arbeidsongeschiktheid die zich situeren voor en/of na de rustdagen.

Feestdagen

Voor de betaling van de feestdagen van Kerstmis en Nieuwjaar dient er een onderscheid gemaakt te worden naargelang de situatie waarin de arbeider zich bevindt vóór de rustdagen :

  • de arbeiders die vóór de rustdagen aan het werk of in tijdelijke werkloosheid waren, hebben ten laste van hun werkgever recht op de betaling van deze feestdagen;
  • de arbeiders voor wie de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is om een andere reden dan tijdelijke werkloosheid, behouden daarentegen het recht op de betaling van die feestdagen volgens de algemene regeling inzake de feestdagen.

Kort verzuim

Daar de bouwvakarbeider niet aanwezig moet zijn en een vergoeding ontvangt voor de rustdagen, worden de dagen afwezigheid waarvan sprake in art. 30 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, niet toegekend of bezoldigd.

C. Aanverwant probleem : de leerlingen tewerkgesteld met een overeenkomst alternerende opleiding

De arbeidsduurvermindering die van toepassing is op de arbeiders van de bouwsector is eveneens van toepassing op de leerlingen die een alternerende opleiding volgen. Hier is geen specifieke regeling vastgelegd. Zij volgen dus de regeling van de arbeiders (geen anciënniteitsvereiste, geen pro rata). De vergoeding van de rustdagen is ten laste van de werkgever (betaling van de normale maandelijkse vergoeding zonder dat het aantal rustdagen in mindering wordt gebracht).

D. Praktische schikkingen

In verband met de aangifte van deze inhaalrustdagen aan de RSZ dienen de aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat GROUP S vzw geen bijzondere schikkingen te treffen. Ze dienen enkel op de prestatieopgaven deze dagen met de letters "K.S." te vermelden. De attesten die wij hen overmaken dienen door hen zo spoedig mogelijk aan de betrokken werklieden overhandigd te worden.


Historiek
01/01/2021 31/12/2021 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2021 - Praktische toepassingsregels
01/01/2020 31/12/2020 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2020 - Praktische toepassingsregels
01/01/2019 31/12/2019 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2019 - Praktische toepassingsregels
01/01/2018 31/12/2018 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2018 - Praktische toepassingsregels
01/01/2017 31/12/2017 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2017 - Praktische toepassingsregels
01/01/2016 31/12/2016 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2016 - Praktische toepassingsregels
01/01/2015 31/12/2015 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2015 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2014 31/12/2014 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2014 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2013 31/12/2013 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2013 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2012 31/12/2012 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2012 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2011 31/12/2011 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2011 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2010 31/12/2010 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2010 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2009 31/12/2009 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2009 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2008 31/12/2008 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2008 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2007 31/12/2007 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2007 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2006 31/12/2006 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2006 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2005 31/12/2005 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2005 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2002 31/12/2004 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2002 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2001 31/12/2001 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2001 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2000 31/12/2000 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2000 - Praktische toepassingsregels.
01/01/1999 31/12/2000 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 1999. Praktische toepassingsregels.