070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2002 - Praktische toepassingsregels.

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 24/02/2003
Geldig vanaf: 01/01/2002
Geldig tot: 31/12/2004

Hieronder geven wij U in een eerste punt (A) de richtlijnen in verband met de speciale attesten die aan de werklieden moeten overhandigd worden en die in een bericht aan de werkgevers van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden in het bouwbedrijf zijn verschenen.

 

Commentaar :      De werkgevers, die NIET bij het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociale Samenwerking vzw aangesloten zijn, ontvangen RECHTSTREEKS VAN HET FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID VAN DE WERKLIEDEN UIT HET BOUWBEDRIJF het bovenvermeld bericht evenals de formulieren die aan de werknemers moeten overhandigd worden. Zij dienen zelf alle formaliteiten betreffende de inhaalrustdagen uit te voeren.

 

In een tweede punt (B) geven wij de gevolgen van de schorsing op de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. In een derde punt (C) geven wij een toelichting betreffende de leerlingen en in een laatste punt (D) geven wij de praktische schikkingen voor de RSZ- aangiften. (Dit laatste punt betreft uitsluitend de aangeslotenen bij het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociale Samenwerking vzw.)

 

A. Richtlijnen in verband met de attesten

 I.               ALGEMENE BEPALINGEN

 

Voor het jaar 2002 worden er, in het kader van de arbeidsduurvermindering, 12 rustdagen toegekend aan de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren. Deze rustdagen situeren zich op volgende data: vier afzonderlijke dagen, met name 2 april 2002, 10 mei 2002, 16 augustus 2002 en 31 oktober 2002, en de hoofdperiode van acht dagen in de eindejaarsperiode: 23, 24, 26, 27, 30 en 31 december 2002 en 2 en 3 januari 2003.

 

De vergoeding voor deze rustdagen is ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf (F.B.Z.) en wordt betaald door de uitbetalingsinstellingen van de voordelen van bestaanszekerheid.

 

De vergoedingen voor de rustdagen worden enkel uitbetaald aan de arbeiders die aan hun uitbetalingsinstelling (i.c. de syndicale organisaties of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen) het formulier “Rustdagen 2002” overhandigen dat door het F.B.Z. werd opgemaakt.

 

De formulieren “Rustdagen 2002” die U als bijlage vindt, werden door het Fonds voor Bestaanszekerheid opgemaakt op basis van:

 

-      Ofwel de zegelaangiftes met betrekking tot het 3de kwartaal 2002 die door de werkgever of door zijn sociaal secretariaat werden ingediend bij de P.D.O.K. - Zegelstelsel ;

-      Ofwel de “DIMONA”-aangiftes die door de werkgever bij de R.S.Z. werden gedaan voor de arbeiders die werden aangeworven in het 4de kwartaal 2002.

 

Indien de arbeider voltijds wordt tewerkgesteld, geven deze formulieren recht op een vergoeding voor minimum 8 rustdagen (de dagen van de hoofdperiode) en maximum 12 dagen (de hoofdperiode en de afzonderlijke rustdagen die binnen de arbeidsovereenkomst vallen). In geval van een deeltijdse tewerkstelling, wordt het aantal vergoedingen waarop hij recht heeft, berekend in evenredigheid met het aantal uren dat hij normaal gezien presteert.

 

II.             PRAKTISCHE MODALITEITEN

 

1)     BEPALINGEN I.V.M. HET AFLEVEREN VAN DE FORMULIEREN DOOR DE WERKGEVER

 

U moet deze formulieren afleveren aan :

-      alle arbeiders die momenteel in dienst zijn van uw onderneming ;

-      de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst werd beëindigd ingevolge ontslag na 23 oktober 2002, behalve omwille van dringende redenen, op voorwaarde dat zij op 23 december 2002 nog volledig werkloos zijn.

 

De formulieren mogen niet worden overhandigd aan :

-      de arbeiders die zelf hun arbeidsovereenkomst hebben opgezegd ;

-      de arbeiders die werden ontslagen voor 24 oktober 2002 ;

-      De arbeiders die werden ontslagen na 23 oktober 2002, maar die op 23 december 2002 niet meer volledig werkloos zijn ;

-      De arbeiders die op 23 december 2002 begunstigde zijn van het brugpensioen-bouw of van de begeleidende maatregelen.

 

In deze gevallen moet U het formulier terugzenden naar het F.B.Z. met vermelding (in rubriek V van het formulier) van de datum waarop de arbeidsovereenkomst werd beëindigd. Het F.B.Z. zal dan nagaan of de arbeider aanspraak kan maken op een vergoeding voor een of meer van de afzonderlijke rustdagen en, desgevallend, een formulier aan de arbeider toezenden dat hem rehct verleent op een vergoeding voor deze dagen.

 

2)     CONTROLE VAN DE GEGEVENS OP DE VOORBEREKENDE FORMULIEREN

 

Zoals U kunt vaststellen, zijn de formulieren in de meeste gevallen voorberekend, zowel wat het aantal dagen betreft waarop de arbeider recht heeft, als wat de overeenstemmende vergoeding betreft.

 

De gegevens die aan de basis liggen van de berekening (datum indiensttreding, uurloon 4de kwartaal), zijn de gegevens die werden meegedeeld op de zegelaangifte van het 3de kwartaal 2002 en via de “DIMONA”-aangifte voor de arbeiders die in dienst zijn getreden in het 4de kwartaal 2002.

 

Indien U vaststelt dat deze gegevens niet exact zijn, moet U het formulier terugzenden naar het Fonds voor Bestaanszekerheid met vermelding van de juiste gegevens. Het F.B.Z. zal dan een aangepast formulier laten geworden waarop het juiste bedrag wordt berekend.

 

Het aantal dagen werd vastgesteld in functie van de datum van indiensttreding, uitgaande van het principe dat de arbeider recht heeft op een vergoeding voor de rustdagen die binnen de arbeidsovereenkomst vallen, indien hij op deze dagen:

a)     zou moeten hebben gewerkt ;

b)    tijdelijk werkloos is geweest omwille van slecht weer of om economische of technische redenen ;

c)     ziek is geweest, op voorwaarde dat hij voorafgaand effectieve prestaties in de bouwnijverheid heeft gehad in 2002.

 

AANDACHT :

De arbeiders van wie de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is met wederzijdse instemming, wegens beroepsziekte of wegens arbeidsongeval, hebben geen recht op een vergoeding voor de rustdagen die vallen binnen de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst. In dat geval moet U het formulier terugzenden naar het F.B.Z. met vermelding van de reden en de periode van de schorsing van de arbeidsovereenkomst (rubriek V van het formulier). Het F.B.Z. zal dan een aangepast formulier laten geworden, waarop het juiste aantal dagen wordt vermeld waarvoor de arbeider aanspraak kan maken op een vergoeding.

 

De overeenstemmende vergoeding werd vastgesteld in functie van het uurloon van het 4de kwartaal volgens het barema dat op het formulier is afgedrukt.

 

3)     INVULLEN VAN DE FORMULIEREN DIE NIET WERDEN VOORBEREKEND

 

In sommige gevallen ontvangt U een formulier dat niet of slechts gedeeltelijk (aantal dagen) werd voorberekend, omdat het F.B.Z. niet over alle nodige inlichtingen beschikte. U moet dan het aantal dagen en de overeenstemmende vergoeding zelf berekenen en op het formulier invullen.

 

Berekening van het AANTAL DAGEN

 

Algemene regel :

 

De arbeider heeft recht op een vergoeding voor alle rustdagen die binnen zijn arbeidsovereenkomst vallen.

 

Uitzonderingen :

1.       De arbeider heeft geen recht op een vergoeding voor de rustdagen die vallen in een periode waarin de uitvoering van de arbeidsovereenkomst is geschorst met wederzijdse instemming, wegens beroepsziekte of wegens arbeidsongeval ;

2.     Indien de arbeider, na een periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte die een aanvang nam voor 1.1.2002, het werk hervat in de loop van 2002, dan heeft hij enkel recht op een vergoeding voor de rustdagen die zich na de datum van werkhervatting situeren ;

3.     De arbeider die werd ontslagen na 23 oktober 2002 en die op 23 december 2002 nog volledig werkloos is, heeft eveneens recht op de vergoedingen voor de afzonderlijke rustdag van 31 oktober 2002 en voor de rustdagen van de hoofdperiode, indien hij met de werkgever verbonden was met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur (uitgezonderd indien hij begunstigde is van het brugpensioen of van de begeleidende maatregelen);

4.     Indien de arbeider door een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van minstens drie maanden verbonden was die werd beëindigd na 23 oktober 2002 en hij op 23 december 2002 nog volledig werkloos is, dan heeft hij recht op een vergoeding voor een aantal rustdagen in verhouding tot de duur van zijn arbeidsovereenkomst: elke maand tewerkstelling geeft recht op een rustdag.

 

Voorbeeld: arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van 1.6.2002 tot 30.11.2002

      (totale duur = 6 maanden)

      arbeider heeft recht op 6 rustdagen

 

N.B. : de duur van de arbeidsovereenkomst moet worden vastgesteld met inachtname van de volgende regels :

-            de maand van aanvang van de arbeidsovereenkomst wordt meegeteld, indien de aanvangsdatum zich situeert voor de 16de van de maand ;

-            de maand van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt meegeteld, indien de einddatum zich situeert na de 15de van de maand.

 

Vaststelling van het BEDRAG van de vergoeding per rustdag

 

Een voltijds tewerkgestelde arbeider heeft voor elke rustdag waarop hij in toepassing van bovenstaande regels kan aanspraak maken, recht op een volledige dagvergoeding, volgens het op het formulier afgedrukte barema.

 

Een arbeider, tewerkgesteld in een stelsel van verminderde arbeidsduur, heeft recht op een vergoeding die in verhouding staat tot het aantal uren dat hij normaal gezien zou hebben gepresteerd op de rustdagen waarop hij aanspraak kan maken in toepassing van bovenstaande regels.

 

 

III.  BEPALINGEN I.V.M. ARBEIDERS AANGEWORVEN NA 30.09.2002

 

Voor de arbeiders die na 30.09.2002 worden aangeworven, worden de formulieren voor de rustdagen opgemaakt op basis van de “DIMONA”-aangifte bij de R.S.Z., die U moet doen bij elke nieuwe aanwerving van een bouwvakarbeider.

 

Indien U heeft nagelaten een “DIMONA”-aangifte te doen voor de aanwervingen van het 4de kwartaal 2002, dan vragen wij U dit zo spoedig mogelijk in orde te brengen.

 

IV.           BEPALINGEN I.V.M. DE ARBEIDERS DIE DE ONDERNEMING HEBBEN VERLATEN

 

U ontvangt geen formulieren voor de arbeiders die de onderneming hebben verlaten voor 1.10.2002. U moet voor deze arbeiders geen administratieve formaliteiten vervullen.

 

Het F.B.Z. zal aan de hand van de gegevens over indiensttreding en uitdiensttreding waarover het beschikt, nagaan of de arbeider in kwestie aanspraak kan maken op een vergoeding voor de afzonderlijke rustdagen van 2 april 2002, 10 mei 2002 en 16 augustus 2002 en, desgevallend, een formulier aan de arbeider verzenden dat hem recht verleent op een vergoeding voor deze dagen.

 

V.    BEPALINGEN I.V.M. DE LEERJONGENS

 

1°  Personen met een middenstandsleercontract hebben geen recht op de vergoedingen voor de rustdagen ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid.

2°   Industriële leerlingen kunnen onder bepaalde voorwaarden een vergoeding bekomen van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, Koningsstraat 45 (bus 11) te 1000 Brussel. Voor alle bijkomende inlichtingen verwijzen wij U naar deze organisatie.

3°   Personen die verbonden zijn met een bijzondere leerovereenkomst voor omscholing van mindervaliden hebben recht op een vergoeding voor de rustdagen ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid.

      Het formulier voor de “Rustdagen 2002” zal evenwel slechts worden opgemaakt nadat een copie van de bijzondere leerovereenkomst, opgemaakt door het Rijksfonds voor Sociale Reclassering van de Minder-validen, aan het Fonds voor Bestaanszekerheid wordt toegezonden.

 

B. Gevolgen van de schorsing op de uitvoering van de arbeidsovereenkomst

Tijdelijke werkloosheid

De bouwvakarbeiders die recht hebben op de vergoeding voor de rustdagen, kunnen in geen enkel geval aanspraak maken op werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst omwille van tijdelijke werkloosheid (weerverlet, economische of technische reden) tijdens de rustdagen of de inhaalrustdagen.

 

De bouwvakarbeiders kunnen niet op tijdelijke werkloosheid geplaatst worden alvorens alle inhaalrustdagen werden genomen.

 

De 12 rustdagen verlengen in geen enkel geval een reeds aangekondigde periode van tijdelijke werkloosheid.

Opzeggingstermijn

De door de werkgever betekende opzeggingstermijn wordt niet geschorst door de rustdagen 2 april, 10 mei, 16 augustus en 31 oktober 2002. Op deze regel is een uitzondering nl. de door de werkgever gegeven opzeggingstermijn aan de werklieden die minder dan 6 maanden in dienst zijn. Aangezien deze 3 werkdagen bedraagt, kan die opzeggingstermijn niet lopen tijdens de rustdagen.

 

Voor wat de hoofdperiode in de eindejaarsperiode betreft, nl. op 23, 24, 26, 27, 30 en 31 december 2002 en 2 en 3 januari 2003, bepaalt de CAO van 4 oktober 2001 dat de door de werkgever gegeven opzeggingstermijn geschorst wordt. In dat verband verwijzen wij naar onze omzendbrief Hfdst.15.2 over de opzeggingstermijnen.

Brugpensioen

De bouwvakarbeiders die tijdens de rustdagen aanspraak zouden kunnen maken op het brugpensioen "bouw" worden daartoe gerechtigd vanaf het theoretisch einde van de arbeidsovereenkomst, maar zullen pas effectief tot het stelsel toetreden na de periode gedekt door de rustdagen. Voor de hoofdperiode is dat automatisch zo omdat de opzeggingstermijn door de werkgever gegeven, tijdens die periode geschorst wordt.

Gewaarborgd loon

Tijdens de 12 rustdagen die gedekt zijn door de vergoeding, kunnen de bouwvakarbeiders geen aanspraak maken op gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval. Een arbeider wiens arbeidsongeschiktheid begint vóór of tijdens de rustdagen, kan enkel recht hebben op gewaarborgd loon vóór de dagen arbeidsongeschiktheid die zich situeren voor en/of na de rustdagen.

Feestdagen

Voor de betaling van de feestdagen van Kerstmis en Nieuwjaar dient er een onderscheid gemaakt te worden naargelang de situatie waarin de arbeider zich bevind vóór de rustdagen :

-      de arbeiders die vóór de rustdagen aan het werk of in tijdelijke werkloosheid waren, hebben ten laste van hun werkgever recht op de betaling van deze feestdagen ;

-      de arbeiders voor wie de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is om een andere reden dan tijdelijke werkloosheid, behouden daarentegen het recht op de betaling van die feestdagen volgens de algemene regeling inzake de feestdagen.

Kort verzuim

Daar de bouwvakarbeider niet aanwezig moet zijn en een vergoeding ontvangt voor de rustdagen, worden de dagen afwezigheid waarvan sprake in art. 30 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, niet toegekend of bezoldigd.

 

C. Aanverwant probleem : de leerlingen

a)  Leerlingen - middenstand

      De leerlingen "Middenstand", die met hun werkgever verbonden zijn door een leerovereenkomst of door een erkende leerverbintenis, hebben geen recht op de inhaalrustdagen ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid. De normale leerlingenvergoeding is ten laste van de werkgever.

b)  Leerlingen - industriële leerovereenkomst

      Onder bepaalde voorwaarden kunnen deze leerlingen een vergoeding bekomen van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, Koningstraat 45 (bus 11) te 1000 BRUSSEL. Voor alle bijkomende inlichtingen verwijzen wij naar dit organisme (tel. 02/219.43.77).

 

      Enkel de leerlingen die op 24 december 2002 nog in een bouwbedrijf zijn, hebben recht op 1 rustdag per maand opleiding.

 

      Het FVB zal vooraf ingevulde documenten ter certificering aan de betrokken erkende patroons overmaken. Van zodra het FVB de ondertekende documenten terugkrijgt, worden de inhaalrustdagen van de industriële leerlingen uitbetaald.

      De rustdagen voor de industriële leerlingen die tijdens het jaar hun leerovereenkomst met succes hebben beëindigd en met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur werden aangeworven, worden geregeld zoals voor de andere bouwvakarbeiders.

 

      De industriële leerlingen die tijdens het jaar hun opleiding voortijdig stopzetten, hebben geen recht op rustdagen.

c)  Leerlingen - bijzondere leerovereenkomst minder-validen

      Personen die verbonden zijn met een bijzondere leerovereenkomst voor omscholing van minder-validen hebben recht op een vergoeding voor de rustdagen ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid. Het formulier voor de "Rustdagen 2002" zal evenwel slechts worden opgemaakt nadat een kopie van de bijzondere leerovereenkomst, opgemaakt door het Fonds voor Sociale Integratie van de Personen met Handicap of door het Fonds Communautaire pour l'Intégration Sociale et Professionnelle de la Personne Handicapée), aan het Fonds voor Bestaanszekerheid wordt toegezonden.

d)  Leerlingen - alternerend leren

      Deze leerlingen, die naast hun deeltijdse leerplicht een overeenkomst met een werkgever hebben in het kader van het stelsel alternerend leren en werken, worden zowel naar het arbeidsrecht als het sociaal zekerheidsrecht als arbeider beschouwd. Daar zij geen voltijdse betrekking hebben, worden zij uiteraard beschouwd als deeltijdse arbeider. Zij hebben dan ook recht op het attest van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf, zoals de arbeiders verbonden door een deeltijdse arbeidsovereenkomst.

 

D. Praktische schikkingen

 

In verband met de aangifte van deze inhaalrustdagen aan de RSZ dienen de aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat GROEP S - Sociale Samenwerking vzw geen bijzondere schikkingen te treffen. Ze dienen enkel op de prestatieopgaven deze dagen met de letters "K.S." te vermelden. De attesten die wij hen overmaken dienen door hen zo spoedig mogelijk aan de betrokken werklieden overhandigd te worden.

 

E. Inlichtingsblad

 

Zie volgende pagina.

FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID VAN DE WERKLIEDEN UIT HET BOUWBEDRIJF

koninklijk besluit van 25 oktober 1960

koningsstraat 132 bus 1 - 1000 brussel - tel. 02-209 65 56 - fax 02-209 65 00

 

Dit formulier kan worden gebruikt om inlichtingen in te winnen bij het F.B.Z. indien u voor een van uw arbeiders geen formulier "rustdagen 2002" hebt ontvangen.

Als u voor meerdere arbeiders inlichtingen wenst te bekomen, kan u kopies van dit formulier gebruiken. 

Bij iedere andere vorm van correspondentie, dient u alle gegevens van rubriek A te vermelden.

 

 

naam en adres van de onderneming

(in te vullen door de werkgever)

 

 

 

 

 

 

 

 

RUSTDAGEN 2002: INLICHTINGSBLAD

 

Deze gegevens worden door het F.B.Z. op een geautomatiseerde wijze verwerkt met het oog op een eventuele toekenning van voordelen van bestaanszekerheid.  Overeenkomstig de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft de arbeider het recht deze gegevens te raadplegen of te verbeteren.

 

A.  In te vullen door de werkgever.

 

     Werkgever:   Benaming: .........................................................................................................

     Adres:        

             

     R.S.Z. nr.:   

     Werknemer: Naam/voornaam: .................................................................................................

     Adres:   

     I.N.S.Z.:

     Datum indiensttreding: ...........................................................................................................

     Datum uitdiensttreding: ..........................................................................................................

     Uurloon 4° kwart. 2002: ...............................................................................................  EURO

     Arbeidsregeling (het juiste vakje aankruisen):

     q voltijds     q deeltijds

     (Indien deeltijds, gelieve hieronder de wekelijkse arbeidsprestaties te vermelden.)

 

 

 

MA

DI

WO

DO

VR

ZA

ZO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

     Opmerkingen: (bv. periodes van ziekte of schorsing van het contract)

         

         

         

 

 

B.  Bevindingen van het Fonds voor Bestaanszekerheid.

 

     q  Het formulier nr. ................... voor ................... rustdagen werd op ..................... verzonden naar de werknemer/de werkgever/het sociaal secretariaat van de werkgever (nr. .........................).

 

     q  Het formulier zal binnenkort worden uitgegeven op basis van de in rubriek A meegedeelde gegevens.

 

     q  De betrokken arbeider komt niet voor op de zegelaangifte voor het ................... kwartaal 2002.

 

     q  Er werd geen zegelaangifte voor het ................... kwartaal 2002 ingediend.

 

     q  Er werd geen "DIMONA"-aangifte gedaan voor de betrokken arbeider.

 

     q      

             

 


Historiek
01/01/2021 31/12/2021 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2021 - Praktische toepassingsregels
01/01/2020 31/12/2020 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2020 - Praktische toepassingsregels
01/01/2019 31/12/2019 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2019 - Praktische toepassingsregels
01/01/2018 31/12/2018 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2018 - Praktische toepassingsregels
01/01/2017 31/12/2017 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2017 - Praktische toepassingsregels
01/01/2016 31/12/2016 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2016 - Praktische toepassingsregels
01/01/2015 31/12/2015 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2015 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2014 31/12/2014 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2014 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2013 31/12/2013 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2013 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2012 31/12/2012 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2012 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2011 31/12/2011 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2011 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2010 31/12/2010 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2010 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2009 31/12/2009 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2009 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2008 31/12/2008 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2008 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2007 31/12/2007 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2007 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2006 31/12/2006 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2006 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2005 31/12/2005 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2005 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2002 31/12/2004 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2002 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2001 31/12/2001 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2001 - Praktische toepassingsregels.
01/01/2000 31/12/2000 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 2000 - Praktische toepassingsregels.
01/01/1999 31/12/2000 070102 Stelsel van arbeidsduurvermindering voor het jaar 1999. Praktische toepassingsregels.