2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)

Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00

Bijwerking: 28/05/2020
Geldig vanaf: 01/07/2015
Geldig tot: 12/03/2020

Uitkering: tijdelijke werkloosheid

Bedrag:

  • Sectoraal (economische): zie tabel punt 3.
  • Wettelijk (slecht weer, technische): 2 EUR/dag.
  • Coronavirus: 2,60 EUR per dag in 5dw-regime tijdelijke werkloosheid wegens overmacht i.k.v. de coronaviruscrisis.

Betaling: werkgever en Fonds.

In het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk werd op 19 december 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot opheffing van de gecoordineerde statuten van het waarborg- en sociaal Fonds der textielnijverheid en tot invoering van nieuwe statuten.

Ze werd gewijzigd door:

  • de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2007;
  • de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 september 2011;
  • de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2014;
  • de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2015 (nr. 129818/CO/120). Deze laatste CAO is in werking getreden op 1 januari 2015.

1. Toepassingsgebied

Deze statuten zijn van toepassing op aile textiel- en breigoedondememingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité nr. 120 voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de N.V. Celanese en de erin tewerkgestelde arbeiders en de ondememingen en de erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van de paritaire subcomités voor textiel Verviers (P.S.C. 120.01), voor het Vlas (P.S.C. 120.02) en voor de Jute (P.S.C. 120.03).
In de huidige statuten wordt onder "arbeiders" eveneens de huisarbeiders en de industriële leerlingen verstaan.

2. Uitkering

Economische werkloosheid.

Coronavirus : zie punt 6.

3. Bedrag en duur

Uitkeringen voor de werkloosheidsdagen vanaf 01/07/2015:

  Periode gedekt door de aanvullende sociale toelage  

van 1ste t/m 6de dag economisch werkloosheid

= 6 dagen (reg. 6 d/w)

van 7de t/m 60de dag economisch werkloosheid

= 54 dagen (reg. 6 d/w)

van 61de t/m 86de dag economisch werkloosheid

= 26 dagen (reg. 6 d/w)

vanaf 87de dag economisch werkloosheid

(reg. 6 d/w)

2,17 EUR/dag (reg. 6 d/w)

betaald door de werkgever

5,46 EUR/dag (reg. 6 d/w):

- 2,17 EUR betaald door de werkgever*;

- 3,29 EUR betaald door het Fonds.

5,46 EUR/dag (reg. 6 d/w):

- 2,17 EUR betaald door de werkgever;

- 3,29 EUR betaald door het Fonds*.

2,17 EUR/dag (reg. 6 d/w)

betaald door de werkgever

Ten laste van de werkgever Ten laste van het Fonds Ten laste van de werkgever Ten laste van de werkgever

* In de loop van de maand december, volgend op de referteperiode, wordt een afrekening tussen de werkgever en het Fonds opgesteld. Het Fonds betaald 2,17 EUR aan de werkgever (stelsel 6 d/w) voor elke dag van economische werkloosheid in de periode tussen de 7de en de 60ste dag economische werkloosheid. Hiervan trekt het Fonds 3,29 EUR (stelsel 6 d/w) af, voor elke dag economische werkloosheid in de periode tussen de 61ste en de 86ste dag economische werkloosheid.

4. Wettelijke uitkering

Sinds 2012, heeft de werknemer recht op een supplement op de werkloosheidsuitkering. Het minimumbedrag van het supplement wordt bepaald op 2 EUR per dag waarop de arbeider niet heeft gewerkt wegens tijdelijke werkloosheid (economisch, technisch, slecht weer). De werkgever is ertoe gehouden dit supplement te betalen, tenzij de betaling daarvan door een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst ten laste wordt gelegd van het Fonds voor Bestaanszekerheid.

PC 120: de werkgever moet een aanvullende vergoeding van min. 2 EUR/dag werkloosheid betalen in geval van slecht weer en technisch.

5. Tabel

Zie tabel punt 3 Zie tabel punt 3 Werkgever/Fonds Economisch
Onbeperkte 2 EUR/dag Werkgever Technisch, slecht weer

6. Coronavirus

In het paritair comité voor de textielnijverheid werd op 27 maart 2020 een sectoraal akkoord “coronavirus” gesloten (PC 120).

Voor de periode van 13 maart 2020 tot en met 14 mei 2020:

  • opleg van 2,60 EUR per dag in 5dw-regime (= 2,17 EUR in 6dw-regime) tijdelijke werkloosheid wegens overmacht i.k.v. de coronaviruscrisis;
  • voor deeltijdsen pro rata;
  • zowel voor arbeiders als bedienden;
  • betaald door de werkgever: voor de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in maart en april bij de loonafrekening van april; voor de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in mei met de loonafrekening van mei.

Deze opleg wordt ten laste genomen door respectievelijk het Waarborg- en Sociaal Fonds (arbeiders) en het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de bedienden (bedienden); de ondernemingen kunnen deze opleg terugvorderen bij voornoemde Fondsen.

Ondernemingen hebben de mogelijkheid om tegen eind april respectievelijk eind mei aan de voornoemde Fondsen een voorschot te vragen met het oog op de betaling van deze opleg.

Bedrijven die reeds een minstens gelijkwaardige regeling op ondernemingsvlak voorzien hebben, kunnen deze sectorale opleg daar op aanrekenen en eveneens terugvorderen bij voornoemde Fondsen.

7. Tekst cao's

In afwijking op littera a) hierboven, zijn de artikelen 7 en 8 enkel van toepassing op dearbeiders die lid zijn van één van de in het Paritair Comité voor de Textielnijverheid enhet Breiwerk vertegenwoordigde werknemersorganisaties.

Artikel 6

Vanaf de 1ste tot en met de 86ste dag tijdelijke werkloosheid om economische redenen wordt door het Fonds aan de arbeiders een aanvullende werkloosheidsvergoeding uitgekeerd overeenkomstig de bepalingen van afdeling I. en II. van deze sectie.

De aanvullende werkloosheidsvergoeding voor de 1ste tot en met de 6de dag tijdelijke werkloosheid om economisch redenen maakt deel uit van de sociale toelage, hierna het niet-terugvorderbaar voorschot genoemd.

De aanvullende werkloosheidsvergoeding voor de 7de tot en met de 86ste dag tijdelijke werkloosheid om economische redenen vormt de aanvullende sociale toelage.

Voor de toepassing van deze sectie wordt:
• met "dag tijdelijke werkloosheid om economische redenen" bedoeld: de dag waarvoor de werkloze kan aanspraak maken op de werkloosheidsuitkering;
• onder "refertedienstjaar" verstaan: de période van 1 juli van het voorgaande jaar tot en met 30 juni van het lopende jaar;

Voor de toepassing van deze sectie wordt de "refertedatum" jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer.

Afdeling I.: De sociale toelage (niet-terugvorderbaar voorschot)

Artikel 7

Voor de eerste zes dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen die vallen tijdens het refertedienstjaar wordt op de aanvullende werkloosheidsvergoeding een niet-terugvorderbaar voorschot aan de rechthebbenden, zoals bepaald in artikel 8, toegekend. Dit niet-terugvorderbaar voorschot is vastgesteld op 130 EUR.

Vanaf 2016 wordt dit niet-terugvorderbaar voorschot vastgesteld op 135 EUR.

Dit niet-terugvorderbaar voorschot kan niet gecumuleerd worden met een gelijkaardig sociaal voordeel waarop deze arbeiders aanspraak kunnen maken bij een andere werkgever.

Artikel 8

§1. Het niet terugvorderbaar voorschot wordt toegekend aan:
1 ° de arbeiders die op de refertedatum in dienst zijn;
2° de arbeiders - inclusief de afgedankte langdurig zieken - die tijdens het refertedienstjaar werden ontslagen, behoudens om dringende reden en op de refertedatum nog steeds ononderbroken volledig werkloos of arbeidsongeschikt zijn;
3° de tijdens het refertedienstjaar bruggepensioneerde arbeiders die ontslagen werden in het kader van het sectoraal brugpensioenstelsel;
4° de tijdens het refertedienstjaar gepensioneerde arbeiders.

§2. De in §1 2° hiervoor bedoelde arbeiders ontvangen het niet-terugvorderbaar voorschot eveneens in de vijf jaren volgend op het refertedienstjaar, behalve wanneer het industriële leerlingen betreft of arbeiders die tewerkgesteld waren met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, voor wie de toekenning van het niet-terugvorderbaar voorschot beperkt is tot het refertedienstjaar.

De in §1 3° hiervoor bedoelde bruggepensioneerde arbeiders ontvangen het niet-terugvorderbaar voorschot tot het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en minstens gedurende de vijf jaren volgend op het refertedienstjaar.

De in §1 4° hiervoor bedoelde gepensioneerde arbeiders ontvangen het niet-terugvorderbaar voorschot eveneens in de vijf jaren volgend op het refertedienstjaar.

§3. Met ingang van het refertedienstjaar 2006 wordt de toekenning van het niet-terugvorderbaar voorschot aan de nieuwe rechthebbenden beperkt tot het refertedienstjaar tijdens hetwelk zij werden ontsdagen, behoudens om dringende reden, en de twee jaren volgend op het voornoemde refertedienstjaar.

Onder nieuwe rechthebbenden in de zin van deze paragraaf wordt verstaan de arbeiders die ontslagen werden en waarvan de arbeidsovereenkomst een einde neemt na 30 juni 2005 en die niet met pensioen of brugpensioen gaan en die op het ogenblik van de uitdiensttreding de leeftijd van 50 jaar nog niet hebben bereikt.
 

Afdeling II.: De aanvullende sociale toelage (aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid om economische redenen)

Artikel 9

§1. Aan de arbeiders die aan de in §2 hierna bedoelde voorwaarden voldoen, wordtvanaf de zevende dag tijdelijke werkloosheid om economische redenen voormaximum 80 dagen (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economischeredenen per refertedienstjaar een aanvullende werkloosheidsvergoedingtoegekend van 4,96 EUR per dag (zesdagenweek) tijdelike werkloosheid omeconomische redenen.

Met ingang van 1 juli 2015 wordt deze aanvullende werkloosheidsvergoeding vastgesteld 5,46 EUR per dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen.

Deze aanvullende vergoeding is ten laste van het Fonds vanaf de zevende tot en met de zestigste dag (zesdagenweek) en ten faste van de werkgever vanaf de eenenzestigste tot en met de zesentachtigste dag (zesdagenweek).

Het supplement van 2 EUR per dag (regime vijfdagenweek; 1,67 EUR uitgedrukt in regime zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen bedoeld in artikel 51 §8 van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, van toepassing vanaf 1 januari 2012, zit inbegrepen in voormelde aanvullende werkloosheidsvergoeding wat betreft de voormelde periodes.

Met ingang van 1 juli 2015 bedraagt dit supplement 2,60 EUR (regime vijfdagenweek; 2,17 EUR uitgedrukt in regime zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen.

§2. De in §1 hiervoor bedoelde aanvullende sociale toelage wordt toegekend aan:
1° de arbeiders die op de refertedatum in dienst zijn;
2° de arbeiders - inclusief de afgedankte langdurig zieken - die tijdens het refertedienstjaar werden ontslagen, behoudens om dringende reden en op de refertedatum nog steeds ononderbroken volledig werkloos of arbeidsongeschikt zijn;
3° de tijdens het refertedienstjaar bruggepensioneerde arbeiders die ontsiagen werden in het kader van het sectoraal brugpensioenstelsel;
4° de tijdens het refertedienstjaar gepensioneerde arbeiders.

Artikel 9bis

De praktische uitvoering van de bepalingen voorzien in artikel 9 hiervoor verloopt als volgt:

Voor het refertedienstjaar 2012 (referteperiode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012) 

In de loop van de maand december 2012 doet het Fonds de afrekening t.a.v. de arbeider en de werkgever.

- Aan de arbeider betaalt het Fonds voor elke dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen in de periode gedekt door de aanvullende sociale toelage en voor zover deze dag zich situeert in de periode van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011 een aanvullende werkloosheidvergoeding van 4,96 EUR. Voor zover deze dagen zich situeren in de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 betaalt het Fonds een aanvullende werkloosheidsvergoeding van 3,29 EUR per dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid.

- Aan de werkgever stort het Fonds voor elke dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen die zich situeert in de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 en betrekking heeft op de periode van de zevende tot en met de zestigste dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen van het refertedienstjaar, een bedrag van 1,67 EUR terug.

Van dit bedrag zal desgevallend het bedrag van 4,96 euro per dag in mindering gebracht worden voor de dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen die zich situeren in de periode van de eenenzestigste tot en met de zesentachtigste dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid en in de periode van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011, waarvoor de aanvullende werkloosheidsvergoeding volledig ten laste van de werkgever is. Indien voornoemde dagen zich situeren in de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 zal desgevallend het bedrag van 3,29 euro per dag in mindering gebracht worden.

Indien het resultaat negatief is zal het saldo aan de werjk verlgefactureerd : worden, met vervaldatum op 15 december 2012.

Vanaf het refertedienstjaar 2013:

In de loop van de maand december van het betrokken jaar doet het Fonds de afrekening La.v. de arbeider en de werkgever.

- Aan de arbeider betaalt het Fonds voor elke dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen in de periode gedekt door de aanvullende sociale toelage van het betrokken refertedienstjaar een aanvullende werkloosheidvergoeding van 3,29 EUR.

- Aan de werkgever stort het Fonds voor elke dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen in de periode gedekt door de aanvullende sociale toelage van het betrokken refertedienstjaar en voor zover het over dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen gaat die zich situeren in de periode van de zevende tot en met de zestigste dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen, een bedrag van 1,67 EUR terug. Van dit bedrag zal desgevallend het bedrag van 3,29 EUR per dag (zesdagenweek) in mindering gebracht worden voor de dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen die zich situeren in de periode van de eenenzestigste tot en met de zesentachtigste dag tijdelijke werkloosheid in het betrokken refertedienstjaar.

Vanaf het refertedienstjaar 2016:

In de loop van de maand december van het betrokken jaar doet het Fonds de afrekening t.a.v. de arbeider en de werkgever.

  • Aan de arbeider betaalt het Fonds voor elke dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen in de periode gedekt door de aanvullende sociale toelage van het betrokken refertedienstjaar een aanvullende werkloosheidvergoeding van 3,29 EUR.
  • Aan de werkgever stort het Fonds voor elke dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen in de periode gedekt door de aanvullende sociale toelage van het betrokken refertedienstjaar en voor zover het over dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen gaat die zich situeren in de periode van de zevende tot en met de zestigste dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen, een bedrag van 2,17 EUR terug. Van dit bedrag zal desgevallend het bedrag van 3,29 EUR per dag (zesdagenweek) in mindering gebracht worden voor de dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen die zich situeren in de periode van de eenenzestigste tot en met de zesentachtigste dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid in het betrokken refertedienstjaar.

(...)

CAO van 22 september 2011

(...)

Artikel 2

Voor elke dag waarop de arbeider niet heeft gewerkt wegens tijdelijke werkloosheid om economische redenen, is de werkgever vanaf 1 januari 2012 een supplement verschuldigd, zoals bedoeld in artikel 51 §8 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, van 2 euro (regime vijfdagenweek; 1,67 EUR uitgedrukt in regime zesdagenweek) bovenop de werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst om economische redenen. Dit supplement wordt maandelijks betaald bij de loonafrekening voor de betrokken maand.

Voor de arbeiders, tewerkgesteld in de overbruggingsploegen wordt het bedrag van 2 euro per dag in de vijfdagenweek omgezet naar 4,44 EUR per dag in de overbruggingsploegen (2 euro x 5  = 10 euro x 12/27).

Nieuwe bedragen vanaf 1/7/2015 - Zie artikel 9 §1 en 9bis van de statuten hierboven

Artikel 3

Voor de dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen die samenvallen met de periode gedekt door de aanvullende sociale toelage, bedoeld in artikel 9 van de gecoördineerde statuten van het Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid (hierna "het Fonds" genoemd), nl. van de zevende tot en met de zesentachtigste dag (zesdagenweek) in het refertedienstjaar, maakt het in artikel 2 hiervoor bedoelde supplement deel uit van het bedrag van 4,96 EUR dat per dag (zesdagenweek) tijdelijke werkloosheid om economische redenen die zich situeert in de periode gedekt door de aanvullende sociale toelage, toegekend wordt aan de om economische redenen tijdelijk werkloos gestelde arbeider.

Nieuwe bedragen vanaf 1/7/2015 - Zie artikel 9 §1 van de statuten hierboven

Artikel 4

Zie artikel 9 §1 van de statuten hierboven

Artikel 5

Zie artikel 9bis van de statuten hierboven

(...)

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/09/2015
Registratienr
129818
Geldig van
01/01/2015
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
24/09/2015
Registratiedatum
21/10/2015
Onderwerp
wijziging en coördinatie van de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid
BS Bericht van neerlegging
29/10/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/04/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
13/05/2016
Keywords
RISICOGROEPEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Datum CAO
27/01/2014
Registratienr
119544
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
28/01/2014
Registratiedatum
18/02/2014
Onderwerp
wijziging van de statuten van de waarborg- en sociaal fonds
BS Bericht van neerlegging
10/03/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
23/08/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
28/11/2014
Keywords
RISICOGROEPEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), OPZEGGING/ONTSLAG, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Datum CAO
22/09/2011
Registratienr
106461
Geldig van
01/01/2011
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
27/09/2011
Registratiedatum
19/10/2011
Onderwerp
herschikking van de aanvullende sociale toelage en wijziging van de statuten van het Waarborg- en Sociaal Fonds
BS Bericht van neerlegging
04/11/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/01/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
05/03/2013
Keywords
OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), RISICOGROEPEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), OPZEGGING/ONTSLAG, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/01/2023 31/12/2024 2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)
01/01/2021 31/12/2022 2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)
01/07/2019 31/12/2020 2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)
13/03/2020 30/06/2020 2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)
01/07/2015 12/03/2020 2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)
01/01/2011 30/06/2015 2002 Aanvullende werkloosheidsuitkeringen
07/04/2010 31/12/2010 2002 Aanvullende werkloosheidsuitkeringen
07/04/2009 06/04/2010 2002 Aanvullende werkloosheidsuitkeringen