11 Economische werkloosheid - Regelingen voor gedeeltelijke arbeid

In artikel 51 §1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten werd voorzien dat de Koning, op voorstel van het paritair comité, de voorwaarden kan bepalen, waaronder de uitvoering van de arbeids-overeenkomst geheel kan geschorst worden of een regeling voor gedeeltelijke arbeid kan worden ingevoerd bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken.

In het Belgisch Staatsblad van 27 maart 2003 verscheen het koninklijk besluit van 14 februari 2003 waarbij, voor bepaalde ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, de maximumduur van sommige regelingen van gedeeltelijke arbeid wordt vastgesteld.

Wij geven u hierna de integrale tekst van het KB, aangevuld met een commentaar.

1. Tekst van het KB

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, uitgezonderd de werkgevers en hun werklieden van het arrondissement Verviers en dezen bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, c) en d) , van het koninklijk besluit van 5 februari 1974 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid.

Artikel 2

De regeling van gedeeltelijke arbeid kan voor een duur van ten hoogste zes maanden worden ingevoerd indien zij minder dan drie arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken omvat. Wanneer de regeling van gedeeltelijke arbeid de maximumduur van zes maanden heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren alvorens een volledige schorsing of een nieuwe regeling van gedeeltelijke arbeid kan ingaan.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 april 2003 en houdt op van kracht te zijn op 13 april 2004.

2. Commentaar

1.     Toepassingsgebied van het KB

Het KB is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, uitgezonderd :

-        de werkgevers en hun werklieden van het arrondissement Verviers ;

-        de werkgevers en hun werklieden bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, c) en d) , van het koninklijk besluit van 5 februari 1974 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid . Dat zijn :

-          de ondernemingen die zakken in jute of in vervangingsmaterialen vervaardigen, verhandelen, herstellen, verwerken, reinigen of verhuren, voor zover ze niet tot het ressort van een ander paritair comité behoren. Deze ondernemingen ressorteerden in het verleden onder het oude PC 138 ;

-          de handelaars in- en verwerkers of bereiders van strovlas, vlasvezels, vlasklodden, vlaszaad, vlasafval; vlasverzenders, in- en uitvoerders van vlas, vlasslijters, kafkuiserijen voor zover het gekuist kaf niet wordt gemengd, geconcentreerd of met melasse doortrokken veevoeder. De bevoegdheid strekt zich ook uit over die ondernemingen welke loonarbeid verrichten in vermelde activiteiten of producten. Deze ondernemingen ressorteerden in het verleden onder het oude PC 122.

Voor de ondernemingen die zakken in jute of in vervangingsmaterialen vervaardigen of verhandelen, geldt een bijzondere regeling m.b.t. de totale schorsing van de uitvoering van het contract, waarvoor wij u verwijzen naar onze omzendbrief Hfdst. 11.

Voor de veredelingsbedrijven die voor derden werken en bedrijven die uitsluitend voor derden piqureren, geldt een volledig afzonderlijke regeling zowel inzake schorsing van het contract, als inzake regeling van gedeeltelijke arbeid; zie onze omzendbrief Hfdst. 11.01.02.

Voor de sector van het breiwerk geldt een bijzondere regeling m.b.t. de totale schorsing van de uitvoering van het contract, waarvoor wij u verwijzen naar onze omzendbrief Hfdst. 11.01.03.

2.     Afwijking voorzien door het KB

Het KB verlengt tot 6 maanden de periode waarin de werkgevers een regeling van gedeeltelijke arbeid kunnen invoeren die minder dan drie arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek op 2 (ten minste 2 arbeidsdagen tellende gedurende de week waarin er werd gewerkt) telt.

De andere wettelijke bepalingen van de wet van 3 juli 1978 m.b.t. de economische werkloosheid (kennisgeving - totale schorsing van de uitvoering van het contract - enz.) blijven van toepassing.