24 Syndicale vorming

Paritair (sub-)Comité nr.:
119.01.00-00.00, 119.02.00-00.00, 119.03.00-00.00

Bijwerking: 04/01/2008
Geldig vanaf: 01/04/2007
Geldig tot: 31/08/2007

In het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren werd op 27 augustus 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vorming van de syndicale afgevaardigden. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 1 oktober 2007 onder het nr. 84946/CO/119. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 oktober 2007.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 september 2006, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 12 september 2007 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 oktober 2007.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO van 27 augustus 2007.

A. CAO van 27 augustus 2007 betreffende de vorming van de syndicale afgevaardigden

HOOFDSTUK 1 - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 bis en 6 van de Nationale arbeidsraad en is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair comité voor de handel in voedingswaren.

§ 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK 2 - BEGUNSTIGDEN

Artikel 2

Wanneer door de meest representatieve organisaties van de werknemers vertegenwoordigd in het Paritair comité voor de handel in voedingswaren, cursussen of seminaries ingericht worden ter vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van de leden van de werknemers vertegenwoordiging in de ondernemingsraad, het Comité voor Preventie en bescherming op het werk en de syndicale afvaardiging, zal de huidige overeenkomst van toepassing zijn.

Indien dit door de omstandigheden gewettigd is, kunnen sommige syndicale afgevaardigden, militanten of personeelsleden van de onderneming aangewezen door de vakbonden, van de huidige overeenkomst genieten in plaats van de begunstigden waarvan hierboven sprake.

HOOFDSTUK 3 - ORGANISATIE

Artikel 3

De werknemersorganisaties die cursussen en seminaries inrichten zullen tenminste drie weken op voorhand het ondernemingshoofd verwittigen van de aanwijzingen en de deelneming van sommige arbeiders aan de cursussen of seminaries.

Voor elke ingerichte vorming maken de werknemersoganisaties een overzicht op waarin het onderwerp van de vorming, de naam van de onderneming, het RSZ-nummer, het adres, de namen van de deelnemers, de datum waarop de vorming heeft plaatsgevonden en het te betalen bedrag worden opgenomen. Bij het overzicht wordt tevens de aanwezigheidslijst gevoegd, gehandtekend door de aanwezige deelnemers.

De partijen komen overeen dat de aanwijzing waarvan hierboven sprake de doeltreffende werking van de betrokken onderneming niet mag belemmeren en dat de vormingsperiodes in de mate van het mogelijke zullen vastgesteld worden op data die niet samenvallen met de traditionele periode(s) van hoogseizoen in de sectoren waartoe de ondernemingen behoren.

HOOFDSTUK 4 - DUUR VAN DE AFWEZIGHEID

Artikel 4

§ 1. De meest representatieve organisaties van werknemers, vertegenwoordigd in het Paritair comité voor de handel in voedingswaren, zullen over een krediet beschikken van vier dagen per jaar en per effectief mandaat in de ondernemingsraad, het Comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale afvaardiging.

§ 2. Deeltijdse werknemers die buiten de voorziene arbeidstijd deelnemen aan syndicale vormingsdagen hebben voor die uren recht op betaalde inhaalrust.

HOOFDSTUK 5 - BETALING VAN DE AFWEZIGHEDEN

Artikel 5

Wanneer deelgenomen wordt aan cursussen of seminaries in het kader van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, zal de betaling van het loon van elke arbeider bedoeld in artikel 2 van huidige overeenkomst gedaan worden door de werkgever op de wijze voorzien door de wet en de uitvoeringsbesluiten betreffende de betaling der wettelijke feestdagen.

De afwezigheden naar aanleiding van de gevolgde cursussen of seminaries zullen beschouwd worden als gelijkgestelde dagen wat betreft de driemaandelijkse aangifte aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid.

HOOFDSTUK 6 - FINANCIERING VAN DE SYNDICALE VORMING

Artikel 6

Het Fonds zal de bijdragen op het krediet brengen van bijzondere rekeningen voor elke vakbondsorganisaties naar rato van het aantal effectieve leden in de ondernemingsraad, het Comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale afvaardigingen.

Artikel 7

De meest representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair comité voor de handel in voedingswaren delen elk jaar ten laatste op 31 augustus aan het Fonds hun aantal effectieve leden mee in de ondernemingsraad, het Comité voor preventie en bescherming en de syndicale afvaardigingen in elke onderneming van de handel in voedingswaren.

Artikel 8

§ 1. Elk jaar wordt door de algemene begroting van het Waarborg- en sociaal fonds voor de handel in voedingswaren een bedrag ter beschikking gesteld voor de financiering van de syndicale vorming.

§ 2. Voor de jaren 2007-2008 zullen de middelen die ter beschikking gesteld worden voor de syndicale vorming door het Waarborgen Sociaal fonds voor de handel in voedingswaren verhoogd worden met 4%.

§ 3. De modaliteiten van de terugbetaling van de syndicale vorming worden uitgewerkt door de Raad van Bestuur van het Sociaal Fonds.

HOOFDSTUK 7 - TERUGBETALING VAN DE LOON- EN ORGANISATIEKOSTEN

Artikel 9

Het Waarborg- en sociaal fonds voor de handel in voedingswaren zal aan de betrokken syndicale organisaties een forfaitair bedrag storten als tussenkomst in de organisatiekosten van de vormingscursussen, ten belope van 38 euro per dag en per werknemer die aan de in deze overeenkomst beoogde vorming deelneemt.

HOOFDSTUK 8 - VERHAALPROCEDURE

Artikel 10

Ieder geschil betreffende toepassing van deze overeenkomst zal op aanvraag van de meest gerede partij kunnen voorgelegd worden aan het verzoeningsbureau van het Paritair comité voor de handel in voedingswaren, wanneer er een geschil bestaat tussen de werkgever enerzijds en de werknemers anderzijds.

De Raad van bestuur van het Waarborg- en sociaal fonds voor de handel in voedingswaren zal de uitvoeringsmodaliteiten van deze collectieve arbeidsovereenkomsten vaststellen.

HOOFDSTUK 9 - SLOTBEPALINGEN

Artikel 11

Deze overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd en treedt in werking op 1 april 2007.

Ze zal kunnen opgezegd worden door één der partijen, mits een voorafgaandelijk opzeg van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair comité voor de handel in voedingswaren, die de leden hiervan inlicht.

Artikel 12

Deze overeenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 september 2006 (registratienummer 80849/CO/119) gesloten in het Paritair comité voor de handel in voedingswaren met betrekking tot hetzelfde onderwerp.

B. BIJLAGE

Gepresteerde en gelijkgestelde dagen

Lijst opgesteld door het paritair comité op 15 december 1971 en gewijzigd op 13 april 1973, 22 december 1976, 13 juli 1977, 8 december 1987 en 19 december 1990:

Onder gepresteerde dagen dient te worden verstaan:

1.      De dagen of gedeelten van dagen die werkelijk aan arbeid worden besteed;

2.      De dagen of gedeelten van dagen die niet gepresteerd worden, doch waarvoor de werkgever verplicht is een loon uit te betalen (bijvoorbeeld: gewaarborgd weekloon, betaalde feestdagen, dagen van klein verlet, enz.);

3.      De dagen gedurende dewelke niet gewerkt wordt omwille van jaarlijkse vakantie waarop de werklieden en werksters recht hebben overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers;

4.      De 6de niet-gepresteerde dag van elke vijfdaagse werkweek, ingeval de wekelijkse arbeidstijd in de loop van een kwartaal nu eens over 5, dan weer over meer dan 5 dagen gespreid is.

Onder gelijkgestelde dagen dient te worden verstaan:

1.      De dagen van volledige arbeidsongeschiktheid die het gevolg zijn van een arbeidsongeval of een beroepsziekte;

2.      De dagen van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid gedurende de eerste twaalf maanden, na een tijd van volledige arbeidsongeschiktheid, wanneer het erkend percentage van ongeschiktheid ten minste 66 % bedraagt;

3.      De dagen afwezigheid gedurende de eerste twaalf maanden, ingevolge een ongeval dat geen arbeidsongeval is of een ziekte die geen beroepsziekte is;

4.      De rustperiode voor zwangerschap en bevalling: zoals bepaald in artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971;

5.      De militaire dienstplicht, op voorwaarde dat de belanghebbende onmiddellijk vóór en na zijn legertijd in dienst is geweest van een onderneming aangesloten bij het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de Handel in Voedingswaren;

6.      De dagen van gewone wederoproeping voor legerdienst met een maximum van 74 of 66 dagen, naargelang de werknemer al dan niet deelneemt aan de vorming van reservekaders;

7.      De dagen besteed aan het nakomen van burgerlijke verplichting (voogd, lid van een familieraad, getuige in rechten gezworene, kiezer, lid van een stembureau);

8.      De dagen besteed aan de uitoefening van een openbaar mandaat en een mandaat in syndicaal verband, bepaald bij artikel 16, 9° en 10 ° van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967) gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 1970 (Belgisch Staatsblad van 31 juli 1970);

9.      De dagen van deelneming aan stages of studiedagen die aan arbeidsopvoeding of aan syndicale vorming gewijd zijn en georganiseerd worden door representatieve organisaties der werknemers of door de bevoegde minister erkende gespecialiseerde instituten, ten belope van maximum 12 dagen per jaar;

10.    De dagen van staking of lock-out, in de volgende voorwaarden:

         a)   de werkman of de werkster moet ten minste één dag effectief werkzaam zijn geweest in de loop der achtentwintig opeenvolgende dagen die de aanvangsdag van de werkstaking of de lock-out voorafgaan;

         b)   de staking moet:

                1°   voorafgegaan worden door een poging tot verzoening door een bemiddelaar die gekozen werd door de partijen of op verzoek van één dezer, door de Minister van Tewerkstelling en arbeid;

                2°   ingaan na het verstrijken van een collectieve stakingsaanzegging, betekend door een syndicale organisatie die vertegenwoordigd is in het paritair comité waaronder de onderneming ressorteert.

         Deze opzegging kan ten vroegste betekend worden de 7de dag volgend op de 1ste vergadering welke door de gekozen of aangewezen bemiddelaar gehouden werd.

         De opzegging wordt betekend hetzij bij een ter post aangetekende brief en aan ieder individuele werkgever gerichte brief, hetzij door inlassing in de notulen van een verzoeningsvergadering.

         Zij gaat in de dag na die waarop zij werd betekend en de duur ervan is minstens zeven dagen.

11.    De dagen van gedeeltelijke werkloosheid;

12.    De extra-legale vakantieperiode die door de werkgever aan de vreemde arbeiders toegekend wordt, die naar hun land terugkeren;

13.    Voor de jonge werklieden en werksters, de schoolperiode en de periode begrepen tussen de datum waarop ze de school verlaten en het begin van hun eerste arbeidscontract (maximum 4 maanden; deze grens wordt op 31 december gebracht voor de jongeren die het schooljaar volledig beëindigen).

         De rechten moeten op dezelfde wijze als voorzien bij de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders berekend worden, dit wil zeggen dat het begin van het eerste arbeidscontract moet liggen binnen de 4 maanden na het einde der studies; deze grens wordt gebracht op 31 december (ongeveer 6 maanden) voor de jongeren die hun schooljaar volledig beëindigen.

         In dit geval wordt de periode die nog op school doorgebracht werd evenals het deel van de 4 maanden (of 6 maanden), waarin niet gewerkt werd en die valt tussen de datum van het verlaten van de school en 31 december van het lopende jaar, gelijkgesteld met normale werkdagen;

14.    Voor de genieters van brugpensioen, de periode vanaf op brugpensioenstelling tot 31 december van hetzelfde jaar;

15.    Voor de gepensioneerden, de periode vanaf de opruststelling tot 31 december van hetzelfde jaar;

16.    De periode vanaf het overlijden van een werkman of werkster, tot 31 december van hetzelfde jaar.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
27/08/2007
Registratienr
84946
Geldig van
01/04/2007
Geldig tot
31/08/2007
Neerleggingsdatum
31/08/2007
Registratiedatum
01/10/2007
Onderwerp
syndicale vorming
BS Bericht van neerlegging
15/10/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/06/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
10/07/2008
Keywords
SYNDICALE VORMING
Historiek
01/01/2020 31/12/2999 24 Syndicale vorming
01/01/2014 31/12/2019 24 Syndicale vorming
01/01/2009 31/12/2013 24 Syndicale vorming
01/09/2007 31/12/2008 24 Syndicale vorming
01/04/2007 31/08/2007 24 Syndicale vorming
01/01/2005 31/03/2007 24 Syndicale vorming
01/01/2002 31/12/2002 24 Syndicale vorming
01/09/1999 31/12/2001 24 Syndicale vorming