1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.00.00-00.00, 118.01.00-00.00, 118.02.00-00.00, 118.04.00-00.00, 118.05.00-00.00, 118.07.00-00.00, 118.08.00-00.00, 118.09.00-00.00, 118.10.00-00.00, 118.11.00-00.00, 118.12.00-00.00, 118.13.00-00.00, 118.14.00-00.00, 118.15.00-00.00, 118.16.00-00.00, 118.17.00-00.00, 118.18.00-00.00, 118.19.00-00.00, 118.20.00-00.00, 118.21.00-00.00, 118.22.00-00.00

Bijwerking: 07/07/2004
Geldig vanaf: 01/01/2004
Geldig tot: 30/06/2005

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 8 oktober 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid".

 

Voor informatie : Een CAO werd gesloten op 02/02/2004 (70337/co/118 – KB 5/6/2004, B.St. 7/7/2004) tot wijziging van  artikel 6 van de statuten (i.v.m. Beheer)

 

Een andere collectieve arbeidsovereenkomst werd op 8 oktober 2003 gesloten tot bepaling van de bijdragen voor het Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid vanaf 1 januari 2004. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 12 december 2003 onder het nummer 69039/CO/118. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2003. Zij werd algemeen verbindend verklaard door KB van 13/09/2004 (B St van 01/10/2004)

Wij geven u hierna de nuttige bepalingen uit deze collectieve arbeidsovereenkomsten.

Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot wijziging en coördinatie van de statuten

Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing:

1.  op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren met uitzondering van:

-       de bakkerijen, de banketbakkerijen die ‘verse’ producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikzalen bij een banketbakkerij;

-       de suikerfabrieken, de raffinaderijen, de invertsuiker, het citroenzuur, de kandijfabrieken, de gistfabrieken, de distilleerderijen;

2.      op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld onder 1 van dit artikel.

Met “arbeiders” worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Statuten

Artikel 2

De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, “Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid” genaamd, opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 1975, algemeen verbindend verklaard bij KB van 12 maart 1976, gewijzigd bij de CAO van 6 december 1989 (koninklijk besluit van 5 maart 1991, Belgisch Staatsblad van 24 april 1991), zoals gewijzigd bij latere algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, worden gewijzigd en gecoördineerd zoals opgenomen  in de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Benaming

Artikel 1

Er wordt met ingang van 17 juli 1974 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder de benaming "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid".

Zetel

Artikel 2

De maatschappelijke zetel van het Fonds is gevestigd te 1000 Brussel, Grote Markt, 10.

Doel

Artikel 3

Het Fonds heeft tot doel:

1.    het innen van de bijdragen, nodig voor zijn werking;

2.    het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkoming in de kosten voor de beroeps-, vakbonds- en economische vorming van de arbeiders en het toekennen van aanvullende sociale voordelen aan de arbeiders van de voedingsnijverheid;

3.    de betaling van deze tegemoetkomingen en sociale voordelen te verzekeren, eventueel door bemiddeling van de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

4.    het financieren en organiseren, eventueel met behulp van (of delegatie aan) één of meer van de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, van de vakopleiding van de werknemers en de jongeren;

5.    het organiseren van en/of het financieren van initiatieven, ingericht met behulp van en/of door de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, ter bevordering van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in de voedingsindustrie;

6.    het vergemakkelijken en waarborgen van de betaling van de bijkomende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering aan sommige oudere ontslagen werklieden, in toepassing van art. 12 van de CAO nr. 17 gesloten op 19 december 1974, in de NAR, tot invoering van een regeling voor aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij KB van 16 januari 1975;

7.    de lasten met betrekking tot de verbetering van de industriële relaties, de beroeps-, vakbonds-, economische en sociale vorming en informatie evenals de promotie van de werkgelegenheid in de verschillende sectoren van de voedingsnijverheid terug te betalen aan de representative organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid die aantonen dat zij dergelijke kosten hebben gemaakt;

8.    de administratieve lasten met betrekking tot de uitbetaling van tegemoetkomingen en sociale voordelen bedoeld in punt 3 te vergoeden aan de representatieve organisaties die hun medewerking verlenen bij de uitbetaling ervan;

9.    de betaling verzekeren aan de bij artikel 5, 2., bedoelde arbeiders en arbeidsters van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal niveau verbonden zijn, van een aanvullend sociaal voordeel evenals een uitzonderlijke forfaitaire vergoeding, voor zover zij ervan niet werden uitgesloten wegens de niet naleving van de sociale vrede.

Artikel 4

Het Fonds is opgericht voor onbepaalde duur. Het kan worden ontbonden indien één van de organisaties, die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, opzegging betekent bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het sociaal fonds.

Artikel 5

Deze statuten zijn van toepassing:

1.    op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, met uitzondering van:

-       de bakkerijen, de banketbakkerijen die ‘verse ‘ producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij;

-       de suikerfabrieken, de raffinaderijen, de invertsuiker, het citroenzuur, de kandijfabrieken, de gistfabrieken, de distilleerderijen;

2.      op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld onder 1 van dit artikel.

Met “arbeiders” worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

(…)

Financiering

Artikel 11

Het Fonds beschikt over de, door artikel 5, 1. bedoelde werkgevers, gestorte bijdragen.

Artikel 12

§1. Deze bijdragen worden uitsluitend vastgelegd bij CAO gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsindustrie die algemeen verbindend worden verklaard.

§2. De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De bepalingen aan dit lichaam opgelegd voor de inning en de invordering van de bijdragen zijn van toepassing, alsook deze die zijn opgelegd voor de berekening van de bijslag of van de rente.

(…)

 

Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot bepaling van de bijdragen

 

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters die ressorteren onder het Paritair Comité van de voedingsnijverheid en die terzelfdertijd onder het toepassingsgebied vallen van de CAO van 8 oktober 2003 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid.

 

Artikel 2

Deze CAO sluit aan bij artikel 12 §1 van de CAO van 8 oktober 2003 tot instelling van een Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid.

 

Artikel 3

§1      De bijdragen voor de werking van het Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid zijn de volgende.

§2      Voor het eerste kwartaal van 2004 bedragen de bijdragen:

              A)      voor de ondernemingen met uitzondering van de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/.... dragen: 1,45 %.

              B)      voor de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/.... dragen: 0,15 %.

§3      Vanaf 1 april 2004 tot 30 juni 2005 bedragen de bijdragen:

              A)      voor de ondernemingen met uitzondering van de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/.... dragen: 1,30 %.

B)     voor de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/.... dragen: 0 %.

 

 

§4      Vanaf 1 juli 2005 en voor onbepaalde duur bedragen de bijdragen:

              A)      voor de ondernemingen met uitzondering van de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/.... dragen: 1,30 %.

              B)      voor de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/... dragen: 0 %.

Artikel 4

§1      De volgende bijkomende bijdragen worden geïnd voor alle ondernemingen voor de werking van het Instituut voor Professionele Vorming, hierna genoemd "IPV".

§2      Vanaf 1 januari 2004 tot en met 30 juni 2004 bedraagt de werkgeversbijdrage 0.15 % van de lonen aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de financiering van de initiatieven met betrekking tot vorming en tewerkstelling van risicogroepen.

§3      Vanaf 1 juli 2004 en voor onbepaalde duur bedraagt de werkgeversbijdrage 0,20 % van de lonen aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zijnde 0,05 % voor de financiering van vorming in het algemeen en 0,15 % voor de financiering van de initiatieven met betrekking tot vorming en tewerkstelling van risicogroepen.

Artikel 5

De partijen vragen de algemeenverbindendverklaring aan.

Artikel 6

Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2004 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.

Artikel 7

Deze CAO kan opgezegd worden door één der partijen middels een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan alle organisaties die erin vertegenwoordigd zijn.

 

Samenstelling van de werkgeversbijdragen

Deze bijdrage wordt geïnd door de RSZ.

 

De werkgevers aangesloten bij het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociaal Secretariaat vzw dienen geen bijzondere schikkingen te treffen. Onze diensten houden automatisch rekening met de bijdrage bij de opstelling van de afrekeningen.

 

Ondernemingen met uitzondering van de ondernemingen van de groentenconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/… dragen.

 

2004

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Algemene bijdrage

1,45 %

1,30 %

1,30 %

1,30 %

Professionele Vorming (IPV)

0.15

0.15

0.20

0.20

 

2004

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Algemene bijdrage

1,30 %

1,30 %

1,30 %

1,30 %

Professionele Vorming (IPV)

0.20

0.20

0.20

0.20

 

 

Ondernemingen van de groentenconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/… dragen.

 

2004

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Algemene bijdrage

0,15 %

0 %

0 %

0%

Professionele Vorming (IPV)

0.15

0.15

0.20

0.20

 

2004

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Algemene bijdrage

0 %

0 %

0 %

0 %

Professionele Vorming (IPV)

0.20

0.20

0.20

0.20

 

 

Aanvullend pensioenstelsel:

Voor de bijdragen aan het Fonds 2°pijler: zie hfdst. 52.3

 


Historiek
01/01/2019 31/12/2050 1901 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2015 31/12/2017 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2012 31/12/2014 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2009 31/12/2011 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
19/09/2007 31/12/2008 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/07/2005 18/09/2007 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2004 30/06/2005 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/10/2003 31/12/2003 1901 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2004 31/12/2003 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2001 30/09/2003 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/07/1997 31/12/2000 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid