01 Sociale programmatie 2001-2002

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.03.00-00.00

Bijwerking: 31/07/2001
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 03/04/2003

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, sector van de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een bakkerij werd op 5 juli 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de sociale programmatie (geen algemeen verbindendverklaring).

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

 

Verschillende delen van deze CAO maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO ’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

 

·       Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten :

 

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor :

–      de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening ;

–         de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding ;

–      de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie ;

–      de werknemers van een gebonden werkgever.

 

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

 

·       Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan :

 

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

 

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

 

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tekst van de CAO van 5 juli 2001

 

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1        Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, sector van de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

§2        Met arbeiders worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II - Kader

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000.

HOOFDSTUK III - Permanente vorming

Artikel 3

§1        De sociale partners bevestigen dat de werking van het Instituut voor Professionele Vorming (IPV) moet rusten op een bijdrage van 0,10 % vanuit de sector van de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij om de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor de risicogroepen te verzekeren.

§2        Een bijkomende bijdrage van 0,10 % blijft verworven voor de werking van het Waarborg- en  Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij om de specifieke opleiding van de arbeiders van de sector te verzorgen.

Artikel 4

§1        De werkgever is eraan gehouden een volume professionele vorming te organiseren voor de arbeiders, overeenstemmend op jaarbasis met 0,50 % van het totaal volume van de gepresteerde arbeidstijd van alle arbeiders van de onderneming.

§2        De werkgever dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te organiseren zoals artikel 8 van CAO nummer 9 en de reglementering betreffende de sociale balans het voorschrijft.

HOOFDSTUK IV - Brugpensioen

Artikel 5

De partijen zullen de bestaande brugpensioenregeling op 58 jaar verlengen tot 30 juni 2003 en de brugpensioenregeling op 56 jaar tot 31 december 2002.

Bovendien zullen de partijen in de raad van bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij onderzoeken hoe de aanvullende vergoedingen eventueel aan te passen aan de evolutie van de lonen van de subsector zonder dat dit evenwel oorzaak kan zijn van een verhoging van de bijdrage aan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

HOOFDSTUK V - Werkgelegenheid

Artikel 6

§1        De partijen komen overeen de regeling van halftijdse loopbaanonderbreking vanaf 55 jaar van de subsector te verlengen tot 31/12/2001.

§2        De partijen zullen dezelfde regeling aanpassen aan het nieuw systeem van het tijdskrediet dat zal gelden vanaf 1 januari 2002.

§3        De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders van de sector van de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij gebruik kunnen maken van de regionale aanmoedigingspremies voor:

-      Zorgkrediet

-      Opleidingskrediet

-      Landingsbanen

-      Ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering

-      Loopbaanvermindering voor 1/5de

 

HOOFDSTUK VI - Koopkracht

Artikel 7

Ongeacht de arbeidsduurregeling, worden de minimumlonen en de werkelijk betaalde lonen in de ondernemingen als volgt verhoogd:

-      0,10 EUR per uur op 01/07/2001

-      0,10 EUR per uur op 01/06/2002

-      0,10 EUR per uur op 01/11/2002

Commentaar

De loonsverhoging van 0,10 EUR per uur op 01/07/2001 bedraagt 4 BEF.

 

HOOFDSTUK VII - Arbeidsduur

Artikel 8

§1        De partijen komen overeen op 1 januari 2003 in de ondernemingen van de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij met minder dan 10 werknemers de wekelijkse arbeidsduur van 38 uur toe te passen zonder loonverlies.

§2        De partijen komen overeen 50 % van deze verhoging, hetzij 1,28 %, te verrekenen op de sectorale onderhandelingen 2003-2004 voor de ondernemingen met minder dan 10 werknemers.

 

HOOFDSTUK VIII - Annualisatie van de index

Artikel 9

§1        Partijen komen overeen de CAO van 30 april 1999 betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer voor de arbeiders in de voedingsindustrie te vervangen door een CAO die vanaf 1 januari 2002 de jaarlijkse indexering van de lonen voorschrijft op basis van de volgende beginselen:

§2        De reële lonen en de sectorale minimumlonen zullen elk jaar op 1 januari worden aangepast in functie van de reële evolutie van het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex van de laatste 12 maanden (december jaar -1 tegenover december jaar -2).

§3        Bij wijze van overgangsmaatregel zal op 1 januari 2002 de indexering de inflatie omvatten tussen de laatste overschreden grensindex (106.98) en het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex van de maand december 2001.

 

HOOFDSTUK IX - Betaling van een eenmalige en buitengewone premie

Artikel 10

§1        Aan de arbeiders tewerkgesteld in de "grote bakkerijen en banketbakkerijen", zal een éénmalige en buitengewone premie van 2.000 BEF worden betaald met het loon van de maand oktober 2001 volgens de modaliteiten van de eindejaarspremie.

§2        Onder grote bakkerijen en banketbakkerijen wordt verstaan de grote bakkerijen, banketbakkerijen en verbruikszalen bij een banketbakkerij die aan de drie volgende voorwaarden voldoen:

-      Aantal tewerkgestelde personen hoger dan 20;

-      Zakencijfer hoger dan 75 miljoen BEF per jaar;

-      Gebruik van tunneloven.

HOOFDSTUK X -  Ondernemingsoverleg voor de grote bakkerijen en banket­bakkerij­en

Artikel 11

§1        Een ondernemings-CAO gesloten vóór 31 december 2001 kan de reële loonsverhogingen bepaald in deze overeenkomst vervangen door andere voordelen, voor zover de sectorale minimumlonen en premies nageleefd worden.

§2        Bovenop de totale kost van deze CAO, kunnen op het niveau van de grote bakkerijen en banketbakkerijen, zoals gedefinieerd in artikel 10 §2, overeengekomen worden:

-      recurrente maatregelen ten belope van maximum 0,2 % van de reële lonen in de onderneming per 31 december 2000, en

-      eenmalige maatregelen ten belope van maximum 0,4 % van de reële lonen in de onderneming per 31 december 2000. Deze laatste mogelijkheid is evenwel beperkt tot ondernemingen waarvan op basis van een evaluatie van hun economische situatie tijdens de twee voorbije jaren, zou blijken dat hun prestaties bijzonder goed waren.

§3        De partijen onderschrijven het beginsel dat het lokaal overleg voor de aanwending van deze enveloppe bestaat in het zoeken naar evenwicht tussen de verbetering van de mobiliteit, de functieclassificatie, de loons- en arbeidsvoorwaarden, verdeling van de arbeid, de bedrijfsgebonden noden en de financiële draagkracht van de bedrijven. Alle modaliteiten voor verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden zijn bespreekbaar.

HOOFDSTUK XI - Premies

Artikel 12

§1        De premie van 5.600 BEF wordt in 2001 gebracht op 5.820 BEF en in 2002 op 145 EUR.

§2        Partijen bevelen de werkgevers aan om naar aanleiding van de omschakeling van de lonen in euro deze jaarlijkse premie, voor zover die als dusdanig nog toegekend wordt, om te zetten in het uurloon.

HOOFDSTUK XII - Instaplonen

Artikel 13

Het systeem van de instaplonen, ingevoerd in 1999, wordt voor de grote bakkerijen en banketbakkerijen, zoals gedefinieerd in artikel 10 §2, afgeschaft vanaf 1 juli 2001.

HOOFDSTUK XIII - Transportkosten

Artikel 14

§1        De partijen zijn het eens om vanaf 1 juni 2001 de nieuwe werkgeversvergoeding voorzien in het IPA (gemiddeld 60 %) voor de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer uit te breiden tot alle vervoermiddelen.

§2        De bestaande regeling voor vergoeding voor het vervoer per fiets wordt verlengd voor onbepaalde duur.

 

HOOFDSTUK XIV - Carenzdag

Artikel 15

De partijen komen overeen de bestaande regeling voor de betaling van de carenzdag vanaf 1 januari 2002 te vervangen door de volgende regeling:

-      De arbeider met 3 jaar anciënniteit in de onderneming bij de aanvang van de afwezigheid wegens ongeval of ziekte, heeft per kalenderjaar recht op betaling, door zijn werkgever, van één carenzdag bedoeld in artikel 52 van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

-      De arbeider met 6 jaar anciënniteit in de onderneming bij de aanvang van de afwezigheid wegens ongeval of ziekte, heeft per kalenderjaar recht op betaling, door zijn werkgever, van twee carenzdagen bedoeld in artikel 52 van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

-      De vereiste anciënniteit kan verworven worden door optelling van al dan niet onderbroken periodes tewerkstelling bij dezelfde werkgever.

 

HOOFDSTUK XV - Opzeggingstermijn

Artikel 16

§1        De partijen zullen de minister verzoeken de opzeggingstermijnen uit het Koninklijk Besluit van 4 mei 2001 (Belgisch Staatsblad 18 mei 2001) "tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector bakkerijen en artisanale banketbakkerijen" toepasbaar te maken op de grote bakkerijen en banketbakkerijen, zoals gedefinieerd in artikel 10 §2.

§2        Voor de bakkerijen en banketbakkerijen, die niet beoogd worden door de voorgaande paragraaf, zullen de partijen de minister verzoeken de bestaande regeling inzake opzeg als volgt te wijzigen:

-      In geval van ontslag gegeven door de werkgever zijn de opzegtermijnen van de collectieve arbeids­over­een­komst nr. 75 van 20 december 1999 betreffende de opzeggingstermijnen van de werklieden, algemeen bindend verklaard bij Koninklijk Besluit van 10 februari 2000 (Belgisch Staatsblad van 26 februari 2000) van toepassing.

-      Indien het ontslag gegeven wordt met het oog op brugpensioen of wettelijk pensioen wordt de opzeggingstermijn herleid tot de regeling bepaald in de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

-      In geval van ontslag gegeven door de arbeider zijn de opzeggingstermijnen bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing.

-      Deze regeling verandert niets aan de wettelijke regels inzake proefperiode en verkorte opzeggings­termijnen tijdens de eerste zes maanden van de dienstbetrekking.

§3        De regelingen bepaald in §1 en §2 gaan in op de dag van publicatie van de respectieve Koninklijke Besluiten hierover in het Belgisch Staatsblad.

HOOFDSTUK XVI - Bestaanszekerheid in geval van werkloosheid na ontslag

Artikel 17

§1        Voor de grote bakkerijen en banketbakkerijen, zoals gedefinieerd in artikel 10 §2, komen de partijen overeen de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 tot toekenning van een aanvullende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkeringen te vervangen door de regeling uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 gesloten in het Paritair Comité van de voedingsnijverheid betreffende de betaling van een aanvullende vergoeding boven de werkloosheidsuitkeringen in geval van werkloosheid na ontslag.

             De in deze paragraaf beoogde ondernemingen kunnen de kost van deze regeling gedeeltelijk recupereren bij het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij en dit ten belope van de bedragen die in de onderneming zouden moeten uitgekeerd worden volgens de regeling voorzien in §2 van dit artikel. De modaliteiten hiervoor zullen worden vastgelegd door de raad van bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

             Deze regeling gaat in op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad van het Koninklijk Besluit betreffende de opzeggingstermijnen, vermeld in art. 16 §1.

§2        Voor de bakkerijen en banketbakkerijen, die niet beoogd worden door de voorgaande paragraaf, komen partijen volgende regeling overeen:

-      De aanvullende vergoeding op de werkloosheidsuitkeringen verschuldigd in geval van ontslag door de werkgever zal 180 BEF (vanaf 1 januari 2002 4,50 EUR) per effectieve werkloosheidsdag bedragen;

-      De aanvullende vergoeding is verschuldigd voor de dagen van werkloosheid na de opzeggingstermijn of periode gedekt door een opzeggingsvergoeding gedurende een periode waarvan de duur afhankelijk is van de anciënniteit in de onderneming en dit volgens onderstaand rooster:

 

Anciënniteit

Aantal weken vergoeding

Minder dan 10 jaar

0 weken

10 jaar tot minder dan 15 jaar

3 weken

15 jaar tot minder dan 20 jaar

6 weken

20 jaar en meer

8 weken

-      De aanvullende vergoeding kan niet worden gecumuleerd met de vergoeding in het kader van brugpensioen, collectief ontslag of sluiting van onderneming.

-      De aanvullende vergoeding wordt betaald door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij volgens de modaliteiten bepaald door de raad van bestuur.

-      Deze regeling gaat in op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad van het Koninklijk Besluit betreffende de opzeggingstermijnen, vermeld in art. 16 §2.

HOOFDSTUK XVII - Bestaanszekerheid in geval van tijdelijke werkloosheid

Artikel 18

Vanaf 1 juni 2001 wordt het eerste lid van de algemene bepalingen voorzien in Hoofdstuk II artikel 2 van de CAO van 01/01/1999 betreffende de bestaanszekerheid als volgt aangepast:

      De arbeiders die meer dan 12 maanden anciënniteit hebben in de onderneming en die gedeeltelijk of toevallig werkloos worden, hebben recht, ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij, op een dagvergoeding voor bestaanszekerheid die als volgt wordt vastgesteld:

      Minder dan 21 jaar 135 BEF

      Vanaf 21 jaar 180 BEF

      Vanaf 1 januari 2002 worden deze vergoedingen gebracht op 3,50 EUR voor de arbeiders van minder dan 21 jaar en 4,50 EUR vanaf 21 jaar.

HOOFDSTUK XVIII - Bestaanszekerheid in geval van langdurige ziekte

Artikel 19

§1        Het bedrag van de dagelijkse bijkomende vergoeding bovenop de ziekte-uitkering in geval van langdurige ziekte zal worden opgetrokken tot 150 BEF (3,75 EUR vanaf 1 januari 2002) gedurende de periode lopende van 1 juli 2001 tot 30 juni 2003.

§2        De modaliteiten van deze bijkomende vergoeding en de bekendmaking ervan zullen worden uitgewerkt door de raad van bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

HOOFDSTUK XIX - Referteperiode voor variabele deeltijdse uurregelingen

Artikel 20

Zoals artikel 11bis van de Wet over de arbeidsovereenkomsten het toelaat, komen de partijen overeen de referteperiode voor de berekening van de variabele deeltijdse uurregelingen te brengen op twaalf maanden. Elke uurregeling zal evenwel in het arbeidsreglement moeten worden opgenomen en elk arbeidsstelsel moet het voorwerp uitmaken van een individuele overeenkomst.

HOOFDSTUK XX - Voedselveiligheid

Artikel 21

In het geval een arbeider ontslagen wordt omwille van een terechte klacht door de arbeider bij de bevoegde inspectiediensten kan hij zich wenden tot de raad van bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij om gehoord te worden.

HOOFDSTUK XXI - Syndicale premie

Artikel 22

De partijen verbinden er zich toe vanaf het refertejaar 2001 (uitbetaling 2002) de syndicale premie te verhogen tot 4.700 BEF zonder dat dit evenwel oorzaak kan zijn van een verhoging van de bijdrage aan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij. De raad van bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij zal de toepassingsmodaliteiten vastleggen.

HOOFDSTUK XXII - Syndicale vorming

Artikel 23

Om de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld tijdens de nacht dezelfde faciliteiten en rechten toe te kennen inzake syndicale vorming als de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld tijdens de dag, worden zij vrijgesteld van prestaties de nacht voorafgaand aan en volgend op de dag van de vorming met behoud van loon, waarvan er maar één verrekend wordt per effectieve vormingsdag. Deze regeling gaat in op 1 september 2001 en geldt tot 31 augustus 2003.

HOOFDSTUK XXIII - Internationale solidariteit

Artikel 24

De partijen komen overeen van 1 januari 2002 tot 31 december 2002 een bijdrage van 0,05 % te laten heffen bestemd voor de financiering van ontwikkelingsprojecten in de derde wereld. De projecten zullen betrekking hebben op de verbetering van de voedselketen. De projecten dienen ingediend te worden door Belgische organisaties voor ontwikkelingssamenwerking. De modaliteiten van deze financiering zullen vastgelegd worden door de raad van bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

HOOFDSTUK XXIV - Afwijking

Artikel 25

§1        In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de exportmarkt, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst, de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen.

§2        De toepassing van de vorige paragraaf mag niet als gevolg hebben dat kan afgeweken worden van de sectorale minimumlonen en minimumpremies.

HOOFDSTUK XXV - Sociale vrede

Artikel 26

De syndicale organisaties verbinden er zich toe geen eisen te stellen op ondernemingsniveau andere dan de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK XXVI - Tijdelijke regelingen

Artikel 27

Alle tijdelijke maatregelen en aanbevelingen van de sector zullen verlengd worden.

HOOFDSTUK XXVII - Duur van deze overeenkomst

Artikel 28

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst treden in werking op de dag van de ondertekening en gelden voor onbepaalde duur, behoudens andersluidende bepaling.

 

 


Historiek
01/01/2019 31/12/2050 01 Sociale programmatie 2019-2020
01/01/2017 31/12/2018 01 Sociale programmatie 2017-2018
01/01/2015 31/12/2016 01 Sociale programmatie 2015-2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Sociale programmatie 2013-2014
01/01/2011 31/12/2012 01 Loon- en sociale programmatie 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 01 Invulling van het interprofessioneel akkoord 2009 - 2010
01/01/2007 31/12/2008 01 Sectoraal akkoord en Loonprogrammatie 2007-2008
01/01/2005 31/12/2006 01 Sociale programmatie 2005-2006
01/07/2003 31/12/2004 01 Sociale programmatie 2003-2004
01/01/2001 03/04/2003 01 Sociale programmatie 2001-2002