040101 Loonvoorwaarden (118.01.00)

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.01.00-00.00

Bijwerking: 06/08/2003
Geldig vanaf: 01/10/2003
Geldig tot: 31/05/2005

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 14 mei 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden. Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nr. 66750/CO/118.01. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 22 juli 2003.

 

In hetzelfde paritair comité werd op 14 mei 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loonprogrammatie 2003-2004.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nr. 66771/CO/118.  Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 22 juli 2003.

 

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden uit beide CAO’s.

A. CAO 14/05/2003 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de maalderijen en ondernemingen van roggebloem.

§2. Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

(...)

HOOFDSTUK IIII – Uurlonen

Artikel 3

Op 1 oktober 2003 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen 6 maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit  ongeacht hun leeftijd:

 

 

38 urenweek

37 urenweek

Categorie A (hulparbeiders)

10,50 EUR

10,75 EUR

Categorie B (geoefende arbeiders)

10,83 EUR

11,10 EUR

Categorie C (geschoolde arbeiders)

11,17 EUR

11,41 EUR

Artikel 4

§ 1.   Op 1 oktober 2003 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die 6 maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd:

 

 

38 urenweek

37 urenweek

Categorie A (hulparbeiders)

10,55  EUR

10,80 EUR

Categorie B (geoefende arbeiders)

10,88 EUR

11,16 EUR

Categorie C (geschoolde arbeiders)

11,23 EUR

11,47 EUR

§ 2.   De minimumuurlonen vermeld in dit artikel worden op 1 mei 2004 verhoogd met een percentage bepaald overeenkomstig artikel 11 §2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 betreffende de sociale programmatie 2003-2004 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid.

      Het resultaat van deze loonsverhogingen wordt afgerond op twee decimalen.

 

Commentaar: voor de evolutie van de minimumuurlonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.1

Artikel 5

De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken , bij een zelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.

Onder tewerkstellingsperiodes dient men te verstaan de periodes gedekt door:

-        alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschorst; en/of

-        door een interimovereenkomst.

Artikel 6

Het minimumuurloon van de categorie D (vaklieden) wordt vastgesteld door overeenkomst tussen partijen volgens de plaatselijke gebruiken.  Het mag evenwel niet lager zijn dan het minimumuurloon van de categorie C (geschoolde arbeiders).

Artikel 7

In afwijking op artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 3 vermelde minimumlonen:

 

Leeftijd

Percentage

18 jaar en ouder

90

17 jaar

80

16 jaar

70

15 jaar

60

(...)

HOOFDSTUK V – Nachtarbeid en ploegenarbeid

Artikel 9

Wordt als nachtarbeid aanzien, het werk verricht tussen 22 en 6 uur.

Nochtans wordt het werk door de morgenploeg of de namiddagploeg verricht tussen 5 en 6 uur of tussen 22 en 23 uur niet aangezien als nachtarbeid.

Artikel 10

Arbeid in twee of drie ploegen geeft recht op volgende toeslagen op het uurloon:

 

Morgenploeg

7,5 %

Namiddagploeg

7,5 %

Nachtploeg

7,5 %

Artikel 11

Nachtarbeid geeft recht op een loontoeslag van 20 % op het uurloon, onafgezien de eventuele 7,5 % toeslag voor ploegenarbeid voorzien in artikel 10.

Deze 20 % toeslag mag verleend worden hetzij in loon, hetzij in betaalde compensatierust.

Artikel 12

Indien de toeslag voor de nachtarbeid in betaalde compensatierust verleend wordt, dan geschiedt dit op zulke wijze dat deze in de loop der daarop volgende kalendermaand vereffend is.

Ingeval de betaalde compensatierust waarop de arbeider recht heeft, lager is dan het aantal arbeidsuren van een normale arbeidsdag, dan wordt de toeslag voorzien bij artikel 11 in loon uitbetaald.

Is de betaalde compensatierust waarop de arbeider recht heeft gelijk aan het aantal uren van één of meer arbeidsdagen, dan wordt de toeslag voorzien bij artikel 11, in betaalde vergeldende rustdagen of in loon verleend.

Indien, na toepassing van de betaalde vergeldende rustdagen, een saldo in uren overblijft onvoldoende om een volledige dag betaalde compensatierust te verlenen, dan wordt het saldo in loon uitbetaald.

Artikel 13

De toepassing van de artikelen 9 tot 12 mag geen vermindering van de globale gemiddelde bezoldiging (loon + toeslagen), of geen verhoging van de gemiddelde arbeidsduur tot gevolg hebben.

HOOFDSTUK VI – Geldigheid

Artikel 14

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de maalderijen en ondernemingen van roggebloem, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 september 2002 (Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2002).

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Gunstiger regelingen die voor de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

Commentaar bij artikel 5:

De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar.  Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.

B. CAO 14/05/2003 betreffende de loonprogrammatie 2003-2004

Toepassingsgebied

Artikel 1

§ 1.   Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitzondering van

-   de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen;

-   de ondernemingen van de groenteconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/… dragen.

Tot de sector van de groenteconservennijverheid behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige producten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries.

§ 2.   Met “arbeiders” worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Loonevolutie voor de arbeiders van de voedingsnijverheid

Artikel 2

De reële lonen kunnen in de periode 2003-2004 nominaal stijgen met 4,90 %, indexeringen inbegrepen, volgens de volgende modaliteiten.

Artikel 3

Een enveloppe van 0,50 % wordt voorbehouden voor ondernemingsoverleg. Bij gebrek aan collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak gesloten vóór 1 oktober 2003 zullen de reële lonen per 1 oktober 2003 verhogen met 0,50 %.

Artikel 4

Per 1 mei 2004 zullen de reële lonen verhogen met het saldo van de in artikel 2 vermelde nominale loonsverhoging  van 4,90 %. Het paritair comité zal in de loop van januari 2004 dit saldo berekenen door de afgesproken nominale verhoging verhoogd met 100, zijnde 104,90, te delen door de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen van de jaren 2003 en 2004.

 

Paritair commentaar:

Per 1 mei 2004 gaat er een tweede loonsverhoging in van 1,71 %, te verhogen of te verminderen met het verschil tussen de reële en de verwachte indexering (1,45 %) per 1 januari 2004.

Illustratie: de evolutie van het loon in 2003-2004 in de chronologische volgorde:

-        01/01/2003: 1,15 % jaarindexering

-        01/10/2003: 0,50 % conventionele verhoging;

-        01/01/2004: jaarindexering = 1,45 % (veronderstelling)

-        01/05/2004: saldo: (4,90+100) : 100 * 1,0115 * 1,005 * 1,0145 = 104,90 : 103,13 = 1,0171 of 1,71% conventionele verhoging.

Ondernemingsoverleg

Artikel 5

Een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak gesloten vóór 1 oktober 2003 kan de verhogingen van de reële lonen bepaald in deze overeenkomst vervangen door andere voordelen, voor zover de sectorale loonschalen en premies nageleefd worden.

Artikel 6

Een bijkomende enveloppe van maximum 0,50 % van de loonmassa wordt aan de ondernemingen toegewezen indien de werkgever vrijgesteld wordt van de storting van de bijdrage ter financiering van het sectoraal pensioenplan bij toepassing van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 betreffende het sociaal programma 2003-2004 voor de arbeiders van de voedingsindustrie.

Onder loonmassa wordt begrepen de brutolonen en de bijhorende sociale lasten.

Deze enveloppe dient verminderd te worden met alle mogelijke loonkostverhogende factoren tijdens de jaren 2003 en 2004.

Artikel 7

De partijen onderschrijven het beginsel dat het lokaal overleg voor de aanwending van deze enveloppe bestaat in het zoeken naar een evenwicht tussen de verbetering van de mobiliteit, de functieclassificatie, de indexering op zesmaandelijkse basis, de loon- en arbeidsvoorwaarden, de verdeling van de arbeid, de bedrijfsgebonden noden en de financiële draagkracht van de bedrijven.

Alle modaliteiten voor verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden zijn bespreekbaar. Ook het omzetten van de procentuele loonsverhogingen in loonsverhogingen in vaste bedragen zijn bespreekbaar indien de saldoberekening uit artikel 4 nageleefd wordt.

Artikel 8

In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de exportmarkt, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst, de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen. In elk geval dienen de sectorale loonschalen en premies nageleefd te worden.

Geldigheidsduur

Artikel 9

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.


Historiek
01/01/2022 31/12/2050 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2019 31/12/2021 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2017 30/06/2019 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2016 30/06/2017 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2014 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2013 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2009 31/12/2010 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2007 31/12/2008 0401 Loonvoorwaarden
01/06/2005 31/12/2006 0401 Loonvoorwaarden
01/10/2003 31/05/2005 0401 01 Loonvoorwaarden (118.01.00)
01/11/2002 30/09/2003 0401 01 Loonvoorwaarden (118.01.00)
01/05/2001 31/10/2002 0401 01 Loonvoorwaarden (118.01.00)
01/06/1999 31/05/2001 0401 01 Minimumloon van de werklieden van minder dan 21 jaar
01/09/1999 30/04/2001 0401 04 Minimumlonen van de arbeiders van minder dan 21 jaar