040101 Loonvoorwaarden (118.01.00)

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.01.00-00.00

Bijwerking: 16/07/2002
Geldig vanaf: 01/11/2002
Geldig tot: 30/09/2003

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 31 mei 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders van de maalderijen en ondernemingen van roggebloem.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 25 juli 2001 onder het nr. 58.077/CO/118.01.  Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2001.

 

Wij geven u hierna de bepalingen van deze CAO betreffende de loonvoorwaarden en een paritair commentaar van 4 juni 2002 bij artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 betreffende de loonevolutie in 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsindustrie.

A. CAO 31 mei 2001

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de maalderijen en ondernemingen van roggebloem.

§2. Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

(...)

HOOFDSTUK IV – Uurlonen

Artikel 4

Op 1 mei 2001 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders, ongeacht hun leeftijd:

 

 

38 urenweek

37 urenweek

Categorie A (hulparbeiders)

9,87 EUR

10,10 EUR

Categorie B (geoefende arbeiders)

10,18 EUR

10,42 EUR

Categorie C (geschoolde arbeiders)

10,49 EUR

10,73 EUR

Deze minimumuurlonen worden verhoogd op 1 juni 2002 met 1 % en op 1 november 2002 met een percentage bepaald overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 betreffende de loonevolutie 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid.

Het resultaat van deze loonsverhogingen wordt afgerond op twee decimalen.

Commentaar: voor de evolutie van de minimumuurlonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.1

Artikel 5

Het minimumuurloon van de categorie D (vaklieden) wordt vastgesteld door overeenkomst tussen partijen volgens de plaatselijke gebruiken.  Het mag evenwel niet lager zijn dan het minimumuurloon van de categorie C (geschoolde arbeiders).

Artikel 6

In afwijking op artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 4 vermelde minimumlonen:

 

Leeftijd

Percentage

18 jaar en ouder

90

17 jaar

80

16 jaar

70

15 jaar

60

HOOFDSTUK V – Koppeling van de uurlonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

(...)

HOOFDSTUK VI – Nachtarbeid en ploegenarbeid

Artikel 8

Wordt als nachtarbeid aanzien, het werk verricht tussen 22 en 6 uur.

Nochtans wordt het werk door de morgenploeg of de namiddagploeg verricht tussen 5 en 6 uur of tussen 22 en 23 uur niet aangezien als nachtarbeid.

Artikel 9

Arbeid in twee of drie ploegen geeft recht op volgende toeslagen op het uurloon:

 

Morgenploeg

7,5 %

Namiddagploeg

7,5 %

Nachtploeg

7,5 %

Artikel 10

Nachtarbeid geeft recht op een loontoeslag van 20 % op het uurloon, onafgezein de eventuele 7,5 % toeslag voor ploegenarbeid voorzien in artikel 9.

Deze 20 % toeslag mag verleend worden hetzij in loon, hetzij in betaalde compensatierust.

Artikel 11

Indien de toeslag voor de nachtarbeid in betaalde compensatierust verleend wordt, dan geschiedt dit op zulke wijze dat deze in de loop der daarop volgende kalendermaand vereffend is.

Ingeval de betaalde compensatierust waarop de arbeider recht heeft, lager is dan het aantal arbeidsuren van een normale arbeidsdag, dan wordt de toeslag voorzien bij artikel 10 in loon uitbetaald.

Is de betaalde compensatierust waarop de arbeider recht heeft gelijk aan het aantal uren van één of meer arbeidsdagen, dan wordt de toeslag voorzien bij artikel 10, in betaalde vergeldende rustdagen of in loon verleend.

Indien, na toepassing van de betaalde vergeldende rustdagen, een saldo in uren overblijft onvoldoende om een volledige dag betaalde compensatierust te verlenen, dan wordt het saldo in loon uitbetaald.

Artikel 12

De toepassing van de artikelen 8 tot 11 mag geen vermindering van de globale gemiddelde bezoldiging (loon + toeslagen), of geen verhoging van de gemiddelde arbeidsduur tot gevolg hebben.

HOOFDSTUK VII – Geldigheid

Artikel 13

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de maalderijen en ondernemingen van roggebloem, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 november 2000 (Belgisch Staatsblad van 7 december 2000).

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.  Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

(...)

Gunstiger regelingen die voor de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

Commentaar

De in artikel 4 vermelde minimumuurlonen op 1 mei 2001 bedragen in Belgische frank:

 

 

38 urenweek

37 urenweek

Categorie A (hulparbeiders)

398,15 BEF

407,43 BEF

Categorie B (geoefende arbeiders)

410,66 BEF

420,34 BEF

Categorie C (geschoolde arbeiders)

423,17 BEF

432,85 BEF

B. Paritair commentaar van 4 juni 2002 bij artikel 2 van de collectieve arbeids-overeenkomst van 31 mei 2001 betreffende de loonevolutie in 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsindustrie

Het artikel 2 van deze CAO bepaalt een mechanisme dat de impact van de inflatie op de loonevolutie 2001-2002 corrigeert.  Dat “correctiemechanisme” wordt volgens datzelfde artikel alleen toegepast op de laatste conventionele verhoging van november 2002.

 

Het artikel 2 van de CAO gesloten op 31 mei 2001 betreffende de loonevolutie in 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsindustrie luidt als volgt:

“Artikel 2

§1. Dit artikel is niet van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de slachthuizen, de werkplaatsen voor het uitsnijden van vlees, de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten, de vetsmelterijen en de darmslijmerijen, de ondernemingen van kalibreren en plakken van darmen inbegrepen.

§2. De partijen komen overeen dat de reële uurlonen en de sectorale minimumlonen in de periode 2001-2002 nominaal zullen stijgen met 6,00 %, indexeringen inbegrepen.

§3. De eerste loonsverhoging gaat in per 1 mei 2001 en bedraagt 1 %.

De tweede loonsverhoging gaat in per 1 juni 2002 en bedraagt 1 %.

De derde en laatste verhoging gaat in per 1 november 2002 en bedraagt het saldo van de hierboven afgesproken verhoging.

Het paritair comité zal in de loop van januari 2002 de ratio van de laatste verhoging bepalen aan de hand van de volgende formule. Het saldo wordt berekend door de afgesproken nominale verhoging verhoogd met 100, zijnde 106, te delen door 100 verhoogd met de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen die reeds toegepast zijn in de jaren 2001 en 2002.

Paritair commentaar :

Een voorbeeld :

 

Afspraak : nominale verhoging met 6,00 %.

 

Veronderstellingen :

De grensindex wordt overschreden in juli 2001 ;

Het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex van de maand december 2001 bedraagt 107,76. De indexering per 1 januari 2002 bedraagt dan 107,76 : 106,98 = 0,73 %  (*).

Loonvorming in chronologische volgorde :

01.05.2001 : 1 % conventionele verhoging ;

01.07.2001 : 2 % index (overgangsmaatregel) ;

01.01.2002 : eerste jaarindexering = 0,73 % (*) ;

01.06.2002 : 1 % conventionele verhoging ;

01.11.2002: saldo dit is:

(6,00 + 100) : 100 * 1,01 * 1,02 * 1,0073 * 1,01 = 106,00 : 104.81 = 1,0114 of 1,14 % conventionele verhoging.”

 

 

 

 

Op 1 juli 2002 zullen de lonen van de arbeiders van de voedingsindustrie buiten de vleesindustrie en de bakkerijen met 6,27 % (1,01*1,02*1,0213*1,01) gestegen zijn.

 

De partijen bevestigen bijgevolg dat het “correctiemechanisme” de laatste voorziene schijf van de conventionele loonsverhoging voor de arbeiders van de voedingsindustrie buiten de vleesindustrie en de bakkerijen volledig neutraliseert.  Er zal bijgevolg geen conventionele loonsverhoging toegepast worden op 1 november 2002.

 

Concreet ziet de loonevolutie voor de jaren 2001-2002 voor de arbeiders van de voedingsnijverheid er dus uit als volgt:

 

 

Loonevolutie voor de arbeiders van de voedingsnijverheid (algemeen)

(met uitzondering van sommige vleessectoren en van de bakkerijen)

01.05.2001

+ 1 % (conventionele verhoging)

01.06.2001

+ 2 % (indexatie)

01.01.2002

+ 2,13 % (indexatie)

01.06.2002

+ 1 % (conventionele verhoging)

01.11.2002

Geen conventionele verhoging na toepassing van het correctiemechanisme

Totaal

6,27 %

 

 

 

 

 

 


(*)     Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 betreffende de koppeling van de lonen van de arbeiders uit de voedingsnijverheid aan het indexcijfer.

 


Historiek
01/01/2022 31/12/2050 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2019 31/12/2021 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2017 30/06/2019 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2016 30/06/2017 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2014 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2013 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2009 31/12/2010 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2007 31/12/2008 0401 Loonvoorwaarden
01/06/2005 31/12/2006 0401 Loonvoorwaarden
01/10/2003 31/05/2005 0401 01 Loonvoorwaarden (118.01.00)
01/11/2002 30/09/2003 0401 01 Loonvoorwaarden (118.01.00)
01/05/2001 31/10/2002 0401 01 Loonvoorwaarden (118.01.00)
01/06/1999 31/05/2001 0401 01 Minimumloon van de werklieden van minder dan 21 jaar
01/09/1999 30/04/2001 0401 04 Minimumlonen van de arbeiders van minder dan 21 jaar