1903 4802 Opleidingsfonds
Paritair (sub-)Comité nr.:
336.00.00-00.00
Bijwerking: 06/03/2015
Geldig vanaf: 01/10/2014
Geldig tot: 31/03/2015
Bijdragen geïnd door de RSZ.
In het Paritair Comité voor de vrije beroepen werd op 14 oktober 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het Fonds voor vorming. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 11 januari 2013 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 april 2013.
Deze CAO werd gewijzigd door
- de CAO van 4 november 2013 inzake de definitie van risicogroepen in artikel 4. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 11 december 2013 onder het nummer 118387/CO/336. Deze CAO treedt in werking op 1 oktober 2013 en is gesloten voor onbepaalde duur.
- de CAO van 27 februari 2014 ter uitvoering van de CAO van 14 oktober 2011 en het sectorakkoord 2013-2014 - luik bijdrage vormingsfonds. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 23 mei 2014 onder het nummer 121384/CO/336. Deze CAO wordt gesloten voor de duurtijd van 1 april 2014 tot 31 maart 2015.
- de CAO van 11 september 2014 houdende de verplaatsing van de maatschappelijke zetel. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 25 september 2014 onder het nummer 123600/CO/336. Deze CAO treedt in werking op 1 oktober 2014 voor onbepaalde tijd.
Tekst van de CAO
Artikel 1
§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid behoren van het paritair comité voor de vrije beroepen.
§2. In het raam van de bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen waarvan sprake in de artikelen 188 tot 191 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (BS 28/12/2006), van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord; Titel II, Hoofdstukken III, IV en V, (B.S. 07 februari 2011), van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord: Hoofdstuk 8, artikel 56 (B.S. 28 april 2011) en in toepassing van de wet van 7 januari 1958 op de fondsen voor bestaanszekerheid, sluit het paritair comité voor de vrije beroepen een cao houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds voor de vorming van de werknemers in het paritair comité voor de vrije beroepen" en waarvan de statuten hierna worden vastgelegd.
§3. De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is tevens afgesloten in uitvoering van artikel 30 van de Wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 december 2005 en van haar uitvoerings-KB van 11 oktober 2007 (B.S. 15.12.2007).
Overeenkomstig deze wetgeving, verbinden de sociale partners er zich toe om door middel van de oprichting van dit fonds de deelnemingsgraad aan de beroepsopleiding voor het geheel van de sector jaarlijks met 5% te verhogen en dit voor de jaren 2011 en 2012.
Hoofdstuk II - Benaming, maatschappelijke zetel, doel
Artikel 2
Er wordt met ingang van 14 oktober 2011 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder de benaming "Fonds voor de vorming van de werknemers die tot de bevoegdheid van het paritair comité voor de vrije beroepen behoren", hierna het Fonds genoemd.
Artikel 3
De zetel van het fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te Spastraat 8 te 1000 Brussel en wordt verplaatst vanaf 1 oktober 2014. De nieuwe zetel is gevestigd te Willeborekkaai 37 te 1000 Brussel.
Artikel 4
Het Fonds heeft tot doel om vormings- en tewerkstellingsactiviteiten te bevorderen ten voordele van de risicogroepen.
Onder risicogroepen wordt verstaan:
- De werknemers waarvan de kwalificatie niet aangepast is of dreigt te zijn aan de vereisten van de nieuwe technologieën, en die maximaal een diploma Hoger Secondair Onderwijs bezitten;
- De werkzoekenden in het algemeen en werkzoekenden jonger dan 30 jaar in het bijzonder;
- De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief ontslag of een sluiting van een onderneming.
In toepassing van het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I)(1), wordt 0,05% van de loonmassa voorbehouden aan de risicogroepen bepaald in artikel 1 van hogervemerld koninklijk besluit en waarvan de helft daarvan, of 0,025% besteed wordt aan initiatieven ten voordele van de groepen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013.
Artikel 5
De taken van het Fonds zijn de volgende:
- enerzijds kan dit fonds de aanwerving van personen komende uit de risicogroepen rechtstreeks aanmoedigen door de bedrijven die tot deze aanwervingen overgaan te steunen;
- anderzijds kan het de tewerstelling van personen uit risicogroepen onrechtstreeks bevorderen, m.n. door de bevordering, financiering, studie (onderzoek) en/of de organisatie van elke vorm van opleiding met het oog op de vorming, aanpassing, bijscholing, specialisatie of herscholing van de werknemers of potentiële werknemers.
Het Fonds kan alle initiatieven nemen in verband met hogervermelde taken en kan op allerlei wijze haar medewerking verlenen aan instellingen of ondernemingen die een gelijksoortig of aanverwant doel nastreven.
De uitwerking van hogervermelde taken behoort tot de bevoegdheid van het beheerscomité van het Fonds.
Hoofdstuk III - Beheer
Artikel 6
Het Fonds wordt beheerd door een beheerscomité, paritair samengesteld uit afgevaardigden van de werkgevers en uit afgevaardigden van de werknemers.
Het beheerscomité bestaat uit 10 effectieve leden, hetzij 5 afgevaardigden voorgedragen door de werkgeversorganisatie en 5 afgevaardigden voorgedragen door de werknemersorganisaties.
De duur van de mandaten bedraagt vier jaar. Ze worden stilzwijgend verlengd.
Het paritair comité duidt de leden van het beheerscomité aan en ontslaat ze tevens. Het kan het aantal beheerders vastgesteld in lid 2 wijzigen.
De plaatsvervangende leden vervangen de afwezige effectieve leden met dezelfde bevoegdheden.
Het mandaat van een effectief of plaatsvervangend lid eindigt door ontslag, vertrek op brugpensioen of rustpensioen, overlijden, wanneer het mandaat na 4 jaar een einde neemt, of wegens ontslag gegeven door de organisatie die hem heeft voorgedragen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van degene die hij vervangt.
De mandaten van effectief of plaatsvervangend lid zijn hernieuwbaar, onder dezelfde voorwaarden als die waaronder zij worden aangeduid.
Artikel 7
De duur van het mandaat van voorzitter en van ondervoorzitter bedraagt twee jaar. Het voorzitterschap wordt alternerend waargenomen door een persoon, aangewezen onder de leden van het beheerscomité door de werkgeversorganisaties en de werknemersorganisaties. Het ondervoorzitterschap wordt alternerend waargenomen door een persoon, aangewezen onder de leden van het beheerscomité door de vertegenwoordigers van de organisaties die de voorzitter niet levert.
Artikel 8
De beheerders van het Fonds gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen van het Fonds. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van het beheersmandaat dat zij hebben ontvangen.
Artikel 9
Het beheerscomité beschikt over de meest uitgebreide rechten voor het beheer en de administratie van het Fonds, zonder evenwel afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen of aan de rechten die door de huidige statuten worden voorbehouden aan het Paritair Comité voor de vrije beroepen.
Artikel 10
Het beheerscomité vergadert minstens tweemaal per jaar, hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft van de leden van het beheerscomité of op vraag van een van de vertegenwoordigde organisaties.
Artikel 11
Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen over de punten die op de agenda staan vermeld en in aanwezigheid van de helft van de leden van elke afvaardiging
Artikel 12
Wanneer moet worden overgegaan tot een stemming, nemen alle leden deel aan de stemming. De beslissingen worden met meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen in elke afvaardiging genomen.
Hoofdstuk IV - Financiering
Artikel 13
Het Fonds beschikt over de bijdragen verschuldigd door de in artikel 1 van deze statuten bedoelde werkgevers, alsook over de interesten van de geïnvesteerde bedragen.
Artikel 14
De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.
Artikel 15
Voor de periode van 1 april 2013 tot en met 31 maart 2014, bedraagt de werkgeversbijdrage die aan het Vormingsfonds wordt gestort 0,10 pct van de bruto loonmassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst, overeenkomstig het koninklijk besluit genomen in uitvoering van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), artikelen 188 tot 195 (Belgisch Staatsblad, 28 december 2006).
CAO 27/02/2014 n° 121384/CO/336: 0,10% van het tweede kwartaal 2014 tot en met het eerste kwartaal 2015.
Artikel 16
De administratiekosten van het Fonds worden elk jaar vastgesteld door het beheerscomité. Deze kosten worden gedekt door de renten van de kapitalen voortkomende van de storting van de bijdrage bedoeld in artikel 13, en eventueel door een afhouding op deze bijdrage, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door het beheerscomité.
Hoofdstuk V - Begrotingen, rekeningen
Artikel 17
Het sociaal dienstjaar loopt van 1 januari tot 31 december.
Artikel 18
De rekeningen van het verlopen jaar worden op 31 december van elk jaar afgesloten. Het beheerscomité, evenals de door de paritair comité voor de vrije beroepen aangeduide bedrijfsrevisor overhandigen elk aan het paritair comité een schriftelijk verslag betreffende de uitvoering van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.
De balans, evenals voornoemde jaarlijkse verslagen, moeten uiterlijk in de loop van het tweede kwartaal van het daaropvolgend burgerlijk jaar ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de vrije beroepen worden voorgelegd.
Hoofdstuk VI - Duur, ontbinding, vereffening
Artikel 19
Ingeval van ontbinding, beslist het paritair comité voor de vrije beroepen over de bestemming van de goederen en waarden van het Fonds na betaling van het passief, en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming die in overeenstemming is met het doel waartoe het Fonds werd opgericht.
Het paritair comité voor de vrije beroepen duidt de vereffenaars aan onder de effectieve leden van het beheerscomité.
Artikel 20
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2012, met uitzondering van artikel 1 §3. Artikel 1 §3 treedt in werking op januari 2011.
Zij kan worden opgezegd door één der partijen, mits een opzegging van drie maanden gericht bij aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité voor de vrije beroepen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij Koninklijk Besluit zal worden gevraagd.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
11/09/2014 |
Registratienr
123600 |
Geldig van
01/10/2014 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
16/09/2014 |
Registratiedatum
25/09/2014 |
||
Onderwerp
Fonds voor vorming |
|||
BS Bericht van neerlegging
03/10/2014 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
10/04/2015 |
Gepubliceerd in het B.St. van
20/05/2015 |
||
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID |
Datum CAO
27/02/2014 |
Registratienr
121384 |
Geldig van
01/04/2014 |
Geldig tot
31/03/2015 |
Neerleggingsdatum
28/02/2014 |
Registratiedatum
23/05/2014 |
||
Onderwerp
vaststelling van de werkgeversbijdrage aan FBZ |
|||
BS Bericht van neerlegging
12/06/2014 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/01/2015 |
Gepubliceerd in het B.St. van
13/02/2015 |
||
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID |
Datum CAO
04/11/2013 |
Registratienr
118387 |
Geldig van
01/01/2013 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
07/11/2013 |
Registratiedatum
11/12/2013 |
||
Onderwerp
tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen |
|||
BS Bericht van neerlegging
07/01/2014 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
28/04/2014 |
Gepubliceerd in het B.St. van
23/10/2014 |
||
Keywords
RISICOGROEPEN |
Datum CAO
14/10/2011 |
Registratienr
106868 |
Geldig van
01/01/2012 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
27/10/2011 |
Registratiedatum
14/11/2011 |
||
Onderwerp
oprichting van een Fonds voor vorming |
|||
BS Bericht van neerlegging
05/12/2011 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
11/01/2013 |
Gepubliceerd in het B.St. van
16/04/2013 |
||
Keywords
OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), RISICOGROEPEN, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2024 | 31/12/2025 | 1903 Risicogroepen |
01/01/2022 | 31/12/2023 | 1903 Risicogroepen |
01/01/2020 | 31/12/2021 | 1903 Risicogroepen |
01/04/2017 | 31/12/2019 | 1903 4802 Opleidingsfonds |
01/04/2016 | 31/03/2017 | 1903 4802 Opleidingsfonds |
01/04/2015 | 31/03/2016 | 1903 4802 Opleidingsfonds |
01/10/2014 | 31/03/2015 | 1903 4802 Opleidingsfonds |
01/04/2014 | 30/09/2014 | 1903 4802 Opleidingsfonds |
01/04/2013 | 31/03/2014 | 1903 4802 Opleidingsfonds |
01/04/2012 | 31/03/2013 | 1903 4802 Opleidingsfonds |
01/01/2012 | 31/03/2012 | 1903 4802 Opleidingsfonds |
01/01/2010 | 31/12/2011 | 1903 4802 Opleidingsfonds |