4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
322.00.00-00.00

Bijwerking: 27/03/2007
Geldig vanaf: 01/01/2005
Geldig tot: 31/12/2006

In het Paritaire Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of-diensten leveren werd op 11 oktober 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd geregistreerd onder het nummer 77401/CO/322. Ze werd algemeen verbind verklaard door een Koninklijk Besluit van 1 mei 2006 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2006.

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO. Voor de andere bijdragen aan het sociaal fonds, zie Hfdst.19.

Tekst van de CAO

 

Hoofdstuk I – Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op:

1°    de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, met uitsluiting van de uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (P.C. 124);

2°    de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van genoemde Wet van 24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld met uitsluiting van de uitzendkrachten die in dienst zijn van een uitzendbedrijf dat erkend is om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (P.C. 124).

Hoofdstuk II - Inspanningen inzake vorming van uitzendkrachten

Artikel 2

De werkgever verbindt er zich toe bijkomende vorming en opleiding te voorzien voor de uitzendkrachten.

Ter ondersteuning van deze maatregel betaalt de werkgever aan het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten de bijdrage van 0,30 pct. op het loon voorzien in artikel 14 c) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2005 betreffende het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten, voor de verwezenlijking van artikel 3, 9° van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst.  In correlatie hiermee staat een trekkingsrecht ten gunste van de werkgevers die aantonen vormingsinspanningen te hebben geleverd. De modaliteiten tot uitoefening van dit trekkingsrecht worden door het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten vastgesteld.

HOOFDSTUK III - Opheffingsbepalingen

Artikel 3

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heft de vorige collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2003 afgesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten, algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit van 16 juli 2004 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 16 september 2004 op.

HOOFDSTUK IV - Duur

Artikel 4

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005. Zij wordt gesloten voor een bepaalde duur en verstrijkt op 30 juni 2007.

Zij kan, mits een opzeggingstermijn van 3 maanden wordt in acht genomen, door elk van de partijen worden opgezegd met een aangetekend schrijven gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid.

 


Historiek
01/01/2007 30/06/2009 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/2005 31/12/2006 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/2003 31/12/2004 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/2001 31/12/2002 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/2001 31/12/2000 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/1999 31/12/2000 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid