4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
322.00.00-00.00

Bijwerking: 03/08/2001
Geldig vanaf: 01/01/1999
Geldig tot: 31/12/2000

In het Paritaire Comité voor de uitzendarbeid werd op 11 mei 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit van 12 januari 2001 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 2 februari 2001.

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO.

 

Tekst van de CAO

 

Artikel 1: Wettelijk kader

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ter uitvoering van:

-      Afdeling IV, Hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;

-      het koninklijk besluit houdende de vormvoorwaarden waaraan de collectieve arbeidsovereenkomst en het akkoord betreffende vorming en tewerkstelling dienen te voldoen, alsook de procedure tot raadpleging van de werknemers die in acht dient genomen te worden bij de sluiting van een akkoord betreffende vorming en tewerkstelling.

 

Artikel 2: Doelstelling van deze collectieve arbeidsovereenkomst

Door het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten wensen de ondertekenende partijen zich in te schrijven in de engagementen genomen in het interprofessioneel akkoord van 8 december 1998.

 

Artikel 3: Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidovereenkomst is van toepassing op:

a)  de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;

b)    de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3 van genoemde wet van 24 juli 1987, die door deze uitzendbureaus worden tewerkgesteld.

 

Artikel 4: Inspanningen inzake vorming van uitzendkrachten

De werkgever verbindt er zich toe bijkomende vorming en opleiding te voorzien voor de uitzendkrachten.

Ter ondersteuning van deze maatregel betaalt de werkgever een bijdrage van 0,30 % op het loon aan het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten. In correlatie hiermee staat een trekkingsrecht ten gunste van de werkgevers die aantonen vormingsinspanningen te hebben geleverd. De modaliteiten tot uitoefening van dit trekkingsrecht worden door het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten vastgesteld.

 

Artikel 5: Directe werking

Deze overeenkomst heeft een directe werking. Alle werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid zijn er automatisch door gebonden.

 

Artikel 6: Duur van de overeenkomst

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking (met uitzondering van artikel 4, tweede lid dat in werking treedt op 1 april 1999) op 1 januari 1999 en eindigt op 31 december 2000.


Historiek
01/01/2007 30/06/2009 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/2005 31/12/2006 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/2003 31/12/2004 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/2001 31/12/2002 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/2001 31/12/2000 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid
01/01/1999 31/12/2000 4302 Akkoord ter bevordering van de werkgelegenheid