16 Bijkomende vergoeding arbeidsongeschiktheid

1. Voorwaarden

• een arbeidsongeschiktheid ais gevolg van een ziekte of een ongeval van gemeen recht neemt een aanvang na het einde van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid en uiterlijk op de eerste werkdag na het einde van deze arbeidsovereenkomst;
• de werknemer heeft op het ogenblik waarop de arbeidsongeschiktheid een aanvang neemt, 65 dagen gewerkt bij het uitzendbureau en bij de klant-gebruiker;
• de werknemer levert uiterlijk de tweede werkdag na het einde van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid het bewijs van de arbeidsongeschiktheid;
• De vergoeding is niet verschuldigd indien de werkgever het bewijs levert dat de werknemer, ook zonder enige vorm van arbeidsongeschiktheid geenszins voor rekening van de werkgever bij de klant-gebruiker zou gewerkt hebben;
• De vergoeding is niet verschuldigd aan de werknemer indien de arbeidsongeschiktheid aanvangt tijdens de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, noch in geval van moederschapsverlof.

2. Bedrag

• arbeider:
  • 25,88% van het gedeelte van het normale loon dat het plafond waarmee rekening wordt gehouden bij de berekening van de uitkeringen inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering niet overschrijdt;
  • 85,88% van het gedeelte van het normale loon dat dit plafond overschrijdt.
• bediende:
  • 26,93% van het gedeelte van het normale loon dat het plafond waarmee rekening wordt gehouden bij de berekening van de uitkeringen inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering niet overschrijdt;
  • 86,93% van het gedeelte van het normale loon dat dit plafond overschrijdt.

3. Duur van de vergoeding

Deze vergoeding is verschuldigd voor elke werkdag die niet werd gepresteerd als gevolg van de arbeidsongeschiktheid, met een maximum van 5 of 6 dagen, naargelang de werknemer in het 5 of 6 dagenstelsel tewerkgesteld was.