0701 Arbeidsduur

Paritair (sub-)Comité nr.:
312.00.00-00.00

Bijwerking: 17/06/2022
Geldig vanaf: 23/11/2021

Wekelijkse arbeidsduur: 35 uur (of 36u/week en 6 compensatiedagen)  / 39 uur in december/ 32 uur onder voorwaarden.

Minimale dagelijkse arbeidsduur: 3 uur of 4 uur (werknemers met 4 jaar anciënniteit).

Rusttijden: 11 uren (12 uren jonge werknemers).

Pauzes: 15 minuten na 6 uren prestaties (regels jonge werknemers).

Verdeling per week: maximum 4,5 dagen/week (mogelijke uitzonderingen).

Overloon: vanaf het 37ste uur.

Vrije WE: in de winkels met meer dan 5 medewerkers heeft elke individuele werknemer het recht om aan zijn werkgever de vrijstelling van prestaties te vragen gedurende 8 weekends op een kalenderjaar (bovenop de hoofdvakantie).

In het Paritair Comité voor de warenhuizen werd op 23 november 2021 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeidsduur (nr. 173140/CO/312).

1. Wekelijkse arbeidsduur

Op 1 januari 2001 wordt de wekelijkse arbeidsduur op 35 uren gebracht met behoud van loon.

Deze arbeidsduurvermindering wordt toegekend in de vorm van compensatiedagen.

Deze worden genomen in onderling akkoord volgens de aanvraagmodaliteiten van toepassing in het bedrijf inzake extra-legaal verlof. De arbeidsduurvermindering van 1 uur stemt overeen met 6 compensatiedagen op jaarbasis. De bedrijven die deze arbeidsduurvermindering op een andere wijze wensen door te voeren, doen dit na overleg op het vlak van het bedrijf.

Het personeel met uitzondering van de categorieën V, VI en VII dat vrijwillig zijn arbeidsprestaties wenst te herleiden tot 32 uur per week, kan dat doen onder de volgende voorwaarden:

  • prestaties gespreid over 4 of 5 dagen in functie van de locale werkorganisatie en in overleg met de locale syndicale afvaardiging;
  • loon aangepast aan 32 uren.

De ondernemingen verbinden zich ertoe de aldus vrijgekonnen uren te compenseren door een verhoging van de interne contracten of door externe aanwervingen, na informatie van de locale syndicale afvaardigingen.

2. Minimale dagelijkse arbeidsduur

Vanaf 1 januari 2020 hebben de werknemers met 4 jaar anciënniteit in de onderneming een individueel recht op een minimale dagelijkse arbeidsduur van 4 uur.

3. Rusttijden

De werknemers hebben recht op elf opeenvolgende uren (twaalf uren voor jonge werknemers) rust in de loop van elke periode van vierentwintig uur, tussen de stopzetting en de hervatting van de arbeid.

De duur van de rustonderbrekingen voegt zich bij de zondagsrust of de inhaalrust voor de tewerkstelling van een werknemer op zondag, zodat de werknemers een arbeidsonderbreking van 35 opeenvolgende uren genieten.

Er kan worden afgeweken van deze verplichte regels ofwel bij de wet (werken uitgevoerd om het hoofd te bieden aan een voorgevallen of dreigend ongeval, dringende werken aan machines en materiaal, onvoorziene noodzakelijkheid, ezv) ofwel bij een cao die algemeen verbindend werd verklaard.

In dit paritair comité, is er geen afwijking voorzien.

4. Pauzes

De werknemers mogen zes uren zonder onderbreking werken. Wanneer de arbeidstijd per dag zes uren overschrijdt, hebben zij recht op een pauze waarvan de duur en de toepassingsmodaliteiten moeten vastgelegd worden hetzij door cao (sectorale of onderneming) hetzij bij KB.

In dit paritair comité werden geen modaliteiten voorzien. Bij gebrek aan cao of KB, hebben dus de werknemers ten minste recht op een kwartier pauze ten laatste op het ogenblik waarop de duur van de prestaties zes uren bereikt.

De jonge werknemers mogen slechts gedurende vierenhalf uren zonder onderbreking werken. Wanneer de arbeidstijd per dag vierenhalf uur overschrijdt, hebben zij recht op een half uur rust. Wanneer de arbeidstijd zes arbeidsuren per dag overschrijdt, hebben zij recht op één uur rust per dag, waarbij een half uur in één keer moet genomen worden.

5. Verdeling per week

De wekelijkse arbeidsduur wordt over vier en een halve werkdag per week.

Het principe doet geen afbreuk aan een bijzondere wekelijkse arbeidsduur en bijzondere verdelingen van de dagelijkse arbeidsduur, voor zover de overlegprocedure worden bepaald en, aan het einde van de tijdens dit overleg overeengekomen periode, de wekelijkse arbeidsduur het gemiddelde vastgestelde grenzen niet overschrijdt:

  • de toepassingsmodaliteiten worden op het niveau van de onderneming vastgesteld, in overleg met de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, met het Comité voor preventie en bescherming, of bij ontstentenis hiervan, met de vakbondsafvaardiging;
  • de modaliteiten kunnen verschillen naargelang het administratieve, technische of verkoopdiensten of diensten van de opslagplaatsen betreft.

6. Maand december

In december mag de vastgestelde wekelijkse arbeidsduur op 39 uur worden gebracht. De uren die in december boven de wekelijkse arbeidsduur worden verricht, worden gecompenseerd volgens de modaliteiten die door de onderneming worden vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging.

7. Overloon

Onverminderd de bepalingen van punt 6, worden de overlonen voor overuren, vastgesteld bij artikel 29, §1 van de arbeidswet van 16 maart 1971, betaald vanaf het 37de wekelijkse arbeidsuur.

8. Jaarlijks krediet van twaalf uren

Het jaarlijks urenkrediet, vastgesteld in artikel 4 van het besluit van de Regent van 29 maart 1949 tot regeling van de wekelijkse arbeidsduur van het in de kleinhandelsondernemingen tewerkgestelde personeel, wordt tot twaalf uren beperkt.

Deze twaalf uren worden betaald zonder overloon en worden niet gecompenseerd.

Het gebruik van het jaarlijks urenkrediet wordt ais volgt vastgesteld:

  1. tien uren voor de opening van de traditionele winkels, dit wil zeggen met dienst, na achttien uur ter gelegenheid van belangrijke commerciële gebeurtenissen zoals: de feesten van de maand december, Pasen, Pinksteren, Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart, Allerheiligen, koopjes, promoties;

  2. twee uren voor de inventa rissen.

De ondernemingen die geen gebruik maken van de in lid 1, a) bepaalde tien uren kunnen het kredietgedeelte voor de inventarissen opvoeren tot vier uren.

Het bij artikel 8 vastgestelde krediet van twaalf uren mag niet worden gebruikt voor werkzaamheden in verband met de verhuizing van afdelingen of voor veranderingen.

Het krediet mag ook niet worden gebruikt om de winkels open te houden na achttien uren dertig. Deze grens mag echter worden overschreden ter gelegenheid van bijzondere regionale omstandigheden, na overleg met de vakbondsafvaardiging.

9. Aankondiging van de variabele uurroosters

De uurroosters van de voltijdse en deeltijdse werknemers tewerkgesteld met een variabel uurrooster moeten tenminste drie weken op voorhand voor de vierde week meegedeeld worden.

10. Individueel recht op vrije weekends

Daarnaast werd er in het Paritair Comité voor de warenhuizen op 21 september 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de afwezigheden (nr. 130053/CO/312).

In de winkels met meer dan 5 medewerkers heeft elke individuele werknemer het recht om aan zijn werkgever de vrijstelling van prestaties te vragen gedurende 8 weekends op een kalenderjaar (bovenop de hoofdvakantie).

Bij een onvolledig kalenderjaar (bv. jaar van indiensttreding) heeft de werknemer recht op een pro rata op basis van de periode van tewerkstelling in dat kalenderjaar.

De werknemer kan het vrije weekend niet cumuleren met een inactiviteitsdag in diezelfde week, onverminderd het recht om in die week een andere vrije dag te nemen, zoals bij voorbeeld een verlofdag, een recuperatiedag of klein verlet.

Het gaat dus om een verschuiving van zijn gebruikelijke inactiviteitsdag in de week naar het weekend.

De opname van de vrije weekends gebeurt in onderling overleg met de directe hiërarchische overste.

Deze maatregel is niet van toepassing tijdens de maanden juli, augustus en december en tijdens de veertien dagen van de schoolvakantie van Pasen

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/09/2015
Registratienr
130053
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
05/10/2015
Registratiedatum
12/11/2015
Onderwerp
afwezigheden en kort verlet
BS Bericht van neerlegging
07/12/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/05/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
13/06/2016
Keywords
VAKANTIEGELD, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, KLEIN VERLET, VERLOF OM DWINGENDE REDEN, OUDERSCHAPSVERLOF EN VERLOF OM PERSOONLIJKE REDENEN, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET

Datum CAO
23/11/2021
Registratienr
173140
Geldig van
23/11/2021
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
07/12/2021
Registratiedatum
03/06/2022
Onderwerp
Arbeidsduur
BS Bericht van neerlegging
15/06/2022
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/01/2023
Gepubliceerd in het B.St. van
27/03/2023
Keywords
ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURVERMINDERING, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID, DEELTIJDSE ARBEID, WEKELIJKSE ARBEIDSDUUR OF OP JAARBASIS, DAGELIJKSE ARBEIDSDUUR, ARBEIDSDUURVERMINDERING, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT EN OVERUREN - ARBEIDSORGANISATIE, OVERUREN - VERGOEDING EN/OF RECUPERATIE, TIJDELIJKE ARBEID (GEEN UITZENDARBEID), DEELTIJDSE ARBEID, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, OVERLOON
Tekst aangepast op
08/06/2022

Historiek
23/11/2021 31/12/2050 0701 Arbeidsduur
01/01/2020 22/11/2021 0701 Arbeidsduur
01/01/2016 31/12/2019 0701 Arbeidsduur
01/01/2012 31/12/2015 0701 Arbeidsduur
01/01/2002 31/12/2011 0701 Wekelijkse arbeidsduur
01/01/1999 31/12/2001 0701 Wekelijkse arbeidsduur