In het Paritair Comité voor de warenhuizen werd op 13 december 1989 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een Koninklijk Besluit van 21 september 1990 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 december 1990.

Deze CAO werd meermaals gewijzigd door de CAO’s van :

-      24 oktober 1990 (KB 28 februari 1991 ; BS 18 april 1991) ;

-      26 juni 1991 (KB 15 februari 1993 ; BS 9 maart 1993) ;

-      2 september 1993 (KB 7 augustus 1995 ; BS 21 oktober 1995) ;

-      10 juni 1996 (geregistreerd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 42085/CO/312) ;

-      9 september 1996 (geregistreerd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 42664/CO/312) ;

-       18 juni 1997 (geregistreerd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 45266/CO/312) ;

-      6 mei 1997 (geregistreerd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 44772/CO/312) ;

-      3 april 1998 (geregistreerd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 48567/CO/312) ;

-      24 juni 1999 (geregistreerd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 51590/CO/312) ;

-      16 februari 2000 (geregistreerd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 54530/CO/312).

Wij geven U hierna de bepalingen betreffende de kerstpremie gevolgd door enkele belangrijke praktische schikkingen. De gewijzigde bepalingen worden door een verticale lijn voorafgegaan.

A. CAO

TITEL 1 – Toepassinsggebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen.

 (…)

TITEL 3 – Loonvoorwaarden

(…)

Hoofdstuk 3 - Overlonen en premies

(…)

3. Kerstpremie

a)    Beginselen

Artikel 47

Elke werknemer die voldoet aan de toekenningsvoorwaarden geniet, in de maand december, een kerstpremie.

b)    Toekenningsvoorwaarden

Artikel 48

Deze kerstpremie is gebonden aan de handelsactiviteit van de maand december.

Artikel 49

De kerstpremie wordt toegekend aan de werknemers die in het voorbije jaar ten minste 6 al dan niet opeenvolgende maanden anciënniteit hebben in de onderneming en die op het ogenblik van de betaling van de premie in de onderneming aanwezig zijn of zich in een toestand bevinden die gelijkgesteld is met effectieve arbeid in toepassing van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie.

c)    Bedrag en berekeningsbasis

Artikel 50

Voor de werknemers met 1 jaar anciënniteit in de onderneming die voldoen aan de in artikel 49 vastgestelde toekenningsvoorwaarden voor de kerstpremie, is het bedrag van de premie gelijk aan het contractuele loon van de maand november verhoogd met het maandgemiddelde van de late uren, aanvullende uren en overuren gepresteerd in de loop van de voorbije 12 maanden voorafgaand aan de maand van toekenning vermenigvuldigd met het uurloon dat van toepassing is in de maand november, zonder dat het bedrag van deze premie 134,191 BEF mag overschrijden (tegenover het indexcijfer 139,18, spil van de stabilisatieschijf 136,45 - 141,95 (basis 1981 = 100).

Afwezigheden wegens ziekte of ongeval van de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden, voor de berekening van het bedrag van de kerstpremie, gelijkgesteld met effectief gewerkte dagen volgens het stelsel van de gelijkgestelde dagen, bepaald in de artikelen 16 en 19 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 1967 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de Wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders (zie bijlage 4.1).

Artikel 51

Voor de werknemers met minder dan 1 jaar anciënniteit in de onderneming die voldoen aan de in artikel 49 vastgestelde toekenningsvoorwaarden voor de kerstpremie, wordt de premie toegekend volgens dezelfde berekeningsbasis als deze vastgesteld in artikel 50 maar naar rata van het aantal in het jaar gepresteerde maanden.

Artikel 52

Voor de werknemers met een wijziging van de contractuele arbeidstijd in de loop van het jaar en die voldoen aan de in artikel 49 vastgestelde toekenningsvoorwaarden voor de Kerstpremie, zal de berekening gebeuren op basis van het maandelijks gemiddelde van de gepresteerde of gelijkgestelde uren in de loop van de 12 voorafgaande maanden.

Artikel 52bis

Het bedrag van de premie vastgesteld in de artikelen 50, 51 en 52 wordt toegekend naar rata van het aantal maanden arbeidsprestaties verricht tijdens het toekenningsjaar aan de werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en die met pensioen gaan of op brugpensioen gesteld worden.

Artikel 53

De grens waarvan sprake is in artikel 50 is gekoppeld aan het verloop van de conventionele aanpassingen welke door het Paritair Comité voor de warenhuizen worden bepaald.

Zij schommelt eveneens naargelang het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens het systeem en de modaliteiten die bepaald zijn in de artikelen 60, 61 en 62.

Te dien einde geschiedt de aanpassing in de maand november overeenkomstig de volgende formule : aantal loonschaalaanpassingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen sinds de laatste aanpassing tot en met 1 november × 2 %.

d)    Berekeningsmodaliateiten

Artikel 54

Voor het personeel dat wordt betaald op provisie of met een commissieloon moet rekening worden gehouden met de staat van de provisies of commissielonen verbonden aan de arbeidsprestaties van de maand november. Wanneer het bedrag daarvan niet tijdig berekend is, kan worden verwezen naar de staat van de maand oktober.

Artikel 55

Onverminderd de bepalingen van de artikelen 50 tot 52, moet voor het personeel dat per uur, per dag of tegen een maandelijks forfaitair bedrag wordt betaald of dat wordt tewerkgesteld met een onvolledige dienstbetrekking, rekening moeten gehouden met het werkelijk loon van de maand november, behoudens het geval waarin bijzondere paritaire afspraken bestaan op het niveau van de onderneming.

e)    Aanvulling

Artikel 56

De werknemers die tewerkgesteld zijn met een volledige dienstbetrekking en die voldoen aan de voorwaarden vastgesteld bij artikel 49 genieten een aanvullende kerstpremie van 12 000 BEF welke wordt gevoegd bij het in artikel 50 vastgestelde bedrag.

Artikel 57

De werknemers die tewerkgesteld zijn met een onvolledige dienstbetrekking en die voldoen aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 49 genieten een aanvullende kerstpremie welke bij het bedrag, vastgesteld in artikel 50, wordt gevoegd. Deze aanvulling wordt als volgt berekend :

12 000 BEF × aantal uren arbeidsprestaties in de maand november

            (156)

behoudens bijzondere paritaire afspraken die in de onderneming tot stand komen.

Vanaf 1 januari 2001 wordt de noemer 156 vervangen door 151,66.

Artikel 58

De werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk en die voldoen aan de voorwaarden vastgesteld bij artikel 49 genieten een aanvullende kerstpremie, welke bij het in artikel 50 vastgestelde bedrag wordt gevoegd. Deze aanvulling wordt als volgt berekend :

12 000 BEF × aantal maanden tewerkstelling gedurende het jaar

            12

Artikel 59

 (zie commentaar in bijlage 3)

Het bedrag van de aanvullende premie, vastgesteld in de artikelen 56 en 57, wordt toegekend naar rata van het aantal maanden arbeidsprestaties verricht tijdens het toekenningsjaar aan de werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en die met pensioen gaan of op brugpensioen gesteld worden.

Afwezigheden wegens ziekte of ongeval van de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, worden voor de berekening van het bedrag van de aanvullende premie, bepaald in de artikelen 56 en 57, gelijkgesteld met effectief gewerkte dagen volgens het stelsel van de gelijkgestelde dagen, waarin is voorzien in de artikelen 16 en 18 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 1976 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de Wetten betreffende de jaarljkse vakantie der

loonarbeiders (zie bijlage 3).

(…)

TITEL 8 – Slotbepalingen

Artikel 118

De partijen komen overeen in de onderneming geen enkel punt meer te bespreken.

(…)

Artikel 119

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt :

-        de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 6 april 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden,algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit van 9 februari 1982, gewijzigd door de Collectieve Arbeidsovereenkomsten van 7 juni 1982, 31 januari 1983, 11 april 1983, 17 november 1987 en 27 juni 1989, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de Koninklijke Besluiten van 4 augustus 1982, 20 mei 1983, 2 augustus 1983, 18 maart 1988 en 10 januari 1990;

-        de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 6 april 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de arbeidsduur, gewijzigd door de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 31 januari 1983.

Artikel 120

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1990.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan door een van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden.

Deze opzegging wordt bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de warenhuizen.

Bijlage 3 - Commentaren

1.   Artikelen 50, 2e lid en 59, 2e lid

a) De ziekte of het ongeval duurt niet langer dan 12 maanden in de loop van hetzelfde toekenningsjaar :

krachtens gelijkstellingsreglementen worden het bedrag van de op het einde van het jaar toegekende kerstpremie en van de aanvulling bij deze premie in dit geval niet verminderd door de duur van de afwezigheid om redenen van ziekte of ongeval.

b) De ziekte of het ongeval duurt geen 12 maanden, maar is over twee toekenningsjaren verspreid :

krachtens de gelijkstellingsreglementen zal de duur van de afwezigheid om redenen van ziekte of ongeval in dit geval geen aanleiding geven tot een vermindering van het bedrag van de kerstpremie en van de aanvulling bij deze premie op het einde van elk van beide toekenningsjaren.

c) De ziekte of het ongeval duurt langer dan 12 maanden :

krachtens de gelijkstellingsreglementen zal de duur van de afwezigheid om redenen van ziekte of ongeval voor de eerste 12 maanden geen aanleiding geven tot een vermindering van het bedrag van de op het einde van het jaar toegekende kerstpremie en van de aanvulling bij deze premie.

Het gedeelte van de afwezigheidsduur dat boven 12 maanden ligt, kan niet gelijkgesteld worden; daardoor worden de kerstpremie en de aanvulling bij deze premie, met een 12e per maand afwezigheid verminderd (20 dagen in het stelsel van 5 werkdagen per week en 25 dagen in het systeem van 6 werkdagen per week) boven de twaalf gelijkgestelde maanden.

Voorbeeld :

een werknemer wordt ziek op 1 juni 1990 en gaat op 1 november 1991 weer aan het werk :

-        in 1990 zal hij recht hebben op het volledige bedrag van de kerstpremie en de aanvulling bij deze premie.

-         in 1991 worden zijn kerstpremie en de aanvulling erbij aldus berekend :

5 (januari tot mei) × 1/12 bij wijze van gelijkstelling

2 (november en december) × 1/12 als werkelijk verrichte arbeid

              Totaal : 7/12 van de Kerstpremie en de aanvulling erbij

P.S.  Indien een werknemer het werk hervat in de loop van een bepaalde maand, zullen de prestaties van die maand als werkelijk verrichte arbeid beschouwd worden voor de berekening, voor zover de werknemer in de loop van die maand meer dan de helft van de vastgestelde werkdagen heeft gewerkt.

B. Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangesloten bij het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de kerstpremie, slechts de werknemers vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de werknemers toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de kerstpremie.