0401 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
307.00.00-00.00

Bijwerking: 13/03/2017
Geldig vanaf: 01/01/2016
Geldig tot: 31/12/2016

In het Paritair Comité voor de makelarij en de verzekeringsagentschappen werd op 24 juni 2008 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 13 juni 2010 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 augustus 2010.

Zij werd gewijzigd door:

  • een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 20 mei 2009 in hetzelfde paritair comité.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 13 juni 2010 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 augustus 2010. Een artikel 2bis werd toegevoegd;
  • een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 7 november 2011 in hetzelfde paritair comité.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 maart 2013 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 juli 2013. De barema's van Hfdst III werden vervangen;
  • een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 29 maart 2012 in hetzelfde paritair comité.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 19 april 2013 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 juli 2013. De barema's van Hfdst III werden vervangen.

In hetzelfde paritair comité werd op 3 december 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de verhoging van de sectorale loonbarema's. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 10 februari 2016 onder het nr. 131328/CO/307. Het bericht van neerlegging is nog niet verschenen in het Belgisch Staatsblad.

Wij geven u de bepalingen van deze CAO's die betrekking hebben op de loonvoorwaarden .

A. CAO 24 juni 2008

Inleiding en motivering

De Europese richtlijn 2000 (2000/78/EG) voorziet dat de arbeidscontracten van elk discriminatoir aspect moeten gezuiverd worden.  Deze richtlijn is omgezet in Belgisch recht via de antidiscriminatiewet van 25/02/2003, die het verbod op elke vorm van discriminatie voorziet op basis van geslacht, ras, filosofische of levensbeschouwelijke visie,...

De sociale partners van de makelarij en verzekeringsagentschappen hebben beslist om het criterium opgebouwde competenties in te voeren als verhogingscriterium voor de loonbarema's.  De sociale partners willen vermijden dat er wat betreft salaris situaties overblijven die potentieel tegen wetgeving zouden ingaan.  Men kan hierbij denken aan onderscheid man/vrouw, werkzoekenden, regionale verschillen in werkgelegenheid,...

De sociale partners uit de sector kiezen ervoor om het criterium "leeftijd" volledig te bannen en een systeem op te bouwen dat rekening houd met "ervaring".  Opbouw van competenties wordt hierbij gezien in de ruime zin van levenservaring.

Ervaring wordt beschouwd als algemene levenservaring.  Ook een periode dat werknemer niet tewerkgesteld is in de sector van de verzekeringsmakelarij of helemaal niet actief is op de arbeidsmarkt kan zorgen voor ontwikkeling van bepaalde competenties.  Periodes van loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof, onbetaald verlof, verdere studies, bekijken van andere culturen, vrijwilligerswerk, legerdienst, burgerdienst, gemeenschapsdienst, periodes al dan niet gedekt door de sociale zekerheid,... worden als ervaring weerhouden.  De sociale partners benadrukken dat ze door het invoeren van het begrip ervaring op geen enkel vlak voor enige (of nieuwe) discriminatie willen zorgen.

Als nulpunt voor de opbouw van competenties wordt het einde van de wettelijke Belgische schoolplicht genomen.  De wettelijke bepalingen aangaande schoolopleiding hebben eveneens de bedoeling ervoor te zorgen dat er geen discriminatie is en dat alle schoolgaande mensen een basiservaring genieten.

HOOFDSTUK I ‑ Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de makelarij en de verzekeringsagentschappen.

Onder "werknemers" wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werknemers.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2001 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, registratienummer 60643/CO/307.

De collectieve arbeidsovereenkomsten van 9 december 2003 (registratienummer 70343/CO/307) betreffende de koppeling van de lonen aan het gezondheidsindexcijfer, en van 22 augustus 2007 (registratienummer 85002/CO/307) tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2003 betreffende de koppeling van de lonen aan het gezondheidsindexcijfer en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2001 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, worden vervangen.

Artikel 2bis

§1. De ervaring houdt rekening met de wettelijke schoolplicht.  De keuze is terecht, aangezien zij gebasserd is op de Belgische opleidingsstructuur (middelbare schoolopleiding).

§2. Om rekening te houden met de specifieke eisen van de verschillende categorieën is er voor de onderscheiden categorieën een verschillend aantal voorafgaande ervaringsjaren.

In geval men een werknemer aanneemt die het voor de functie benodigde aantal ervaringsjaren niet zou bezitten, wordt een degressieve coëfficiënt toegepast.  Deze coëfficiënt werd verrekend in de baremieke verloning.

in geval men een werknemer aannaamt die voor zijn/haar indiensttreding over meer ervaring zou beschikken dan nodig voor de functie, zal deze eveneens worden verrekend.

§3. Periodes van gelijkgeschakelde ervaring:

De sociale parners komen overeen om de volgende periodes met ervaring gelijk te schakelen:

a) de periodes in een professionele omgeving (ondermeer periodes van stage, interimopdrachten, contracten van bepaalde duur, periode dat werknemers het statuut van zelfstandige hadden en vrijwilligerswerk);

b) de periodes van studies en eventuele legerdienst, burgerdienst of gemeenschapsdienst;

c) de periodes tijdens dewelke men geen arbeidscontract heeft (we denken hier ook zeer zeker aan de periodes van schorsing van het arbeidscontract, opnemen van tijdskrediet, ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking, onbetaald verlof, periodes gedekt door de sociale zekerhied en de sociale wetgeving zoals werkloosheid en ziekte-invaliditeit).

Voor zover als nodig wordt verduidelijkt dat het allemaal periodes betreft die doorgebracht werden in België, in een ander land van de Europese Unie of buiten de Europese Unie.

§4. De sociale partners benadrukken dat ze door het invoeren van het begrip ervaring op geen enkel vlak voor enige (of nieuwe) discriminatie willen zorgen, zoals ze dit ook verwoordden in de voorbereidingen van het akkoord van 24 juni 2008 (terug te vinden in de notulen en bijlagen van het paritair comité 307).

HOOFDSTUK II – Functieclassificatie

Sectie 1 – Uitvoeringspersoneel

(...)

Artikel 6 – Werklieden en werksters

(...)

De nachtwakers, liftjongens, loopjongens, boodschappers en bestellers de hoedanigheid van bediende niet bezitten, genieten het minimumloon vastgesteld voor de bedienden van de eerste categorie.

Deze lijst is niet limitatief.

(...)

Artikel 9 – Werkwijze bij invoering

Bij indienstneming wordt aan de werknemers de categorie van de functie die zij uitoefenen toegekend.  Hun loon wordt bepaald bij artikel 24, 30 en 31 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 10 

De werknemers die in dienst werden genomen voordat het aantal jaren ervaring voor deze functie voorzien in de loonschalen is bereikt zullen geclassificeerd worden volgens hun werkelijke functie en ervaring, terug te vinden in de artikelen 24, 30 en 31 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

(...)

Sectie 2 – Uitvoeringsstafpersoneel

(...)

Artikel 17

De werknemers die in dienst werden genomen voordat het aantal jaren ervaring voor deze functie voorzien in de loonschalen is bereikt zullen geclassificeerd worden volgens hun werkelijke functie en ervaring, terug te vinden in artikel 30 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 18

De verhogingen van de lonen "functie van de ervaring" die overeenstemmen met de loonschalen, gaan in de eerste maand die op de verjaardag van de werknemer volgt.

Artikel 19

De werknemers die tot een categorie “uitvoeringsstaf” worden bevorderd, genieten in deze categorie, vanaf hun bevordering, het maandelijks minimumloon dat met hun ervaring overeenstemt.

Section 3 – Inspecteurs

(...)

Artikel 21

De verhoging van de lonen “functie van de ervaring”, die overeenstemmen met de loonschalen gaan in de eerste maand die op de verjaardag van de belanghebbende werknemer volgt.

Artikel 22

De in de loonschalen voorziene bedragen zijn minima, vast loon en provisie inbegrepen, met dien verstande dat elke maand die minimum aan de inspecteur moet worden betaald, onder voorbehoud van regularisatie van zijn provisierekening op het einde van het jaar.

HOOFDSTUK III – Barema’s

Sectie 1 – Werknemers die na de normale aantal jaren in dienst treden

Artikel 23

Indien de werkelijke ervaring van de werknemers het maximum aantal jaren ervaring van de loonschaal van de categorie overschrijdt, wordt deze laatste in aanmerking genomen.

Sectie 2 – Uitvoeringspersoneel

Artikel 24

De minimummaandlonen per personeelscategorie worden als volgt vastgesteld in overeenstemming met de spilindex (...)

Commentaar: voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Artikel 25 – Inwerkingtreding

De nieuwe loonschalen en classificaties treden in werking op 1 juli 2008.

Artikel 26

In het geval van een forfaitaire verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, buiten die wegens indexering, worden deze loonschalen herzien teneinde een billijk evenwicht te behouden tussen de verschillende categorieën alsook de jaarlijkse procentuele progressie in categorie 1.

Artikel 27

In geen geval zal het minimummaandloon na de invoeringsdatum van de nieuwe loonschalen (1 juli 2008) lager zijn dan het bruto minimummaandloon voor die datum.

Artikel 28

De loonschalen, categorieën en classificaties in de ondernemingen met een gunstigere overeenkomst blijven integraal van kracht.

Artikel 29

Bij hun indiensttreding zullen de werknemers beloond worden volgens de categorie van de functie die zij zullen uitoefenen.  Evenwel, gedurende de proefcontract en/of vorming (maximum 12 maanden), kan het minimummaandloon berekend worden tegen 90 %.

Sectie 3 – Uitvoeringsstafpersoneel

Artikel 30

De minimummaandlonen per categorie van het uitvoeringsstafpersoneel worden als volgt vastgesteld in overeenstemming met de spilindex (...)

Commentaar: voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Sectie 4 – Inspecteurs

Artikel 31

De minimummaandlonen per categorie van het inspectiepersoneel, worden als volgt vastgesteld, in overeenstemming met de spilindex (...)

Commentaar: voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

HOOFDSTUK IV – Koppeling van de lonen aan de gezondheidsindex

(...)

HOOFDSTUK X – Slotbepalingen

Artikel 45

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2008 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.

Iedere ondertekenende partijen mag deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een opzegging van drie maanden.

Deze opzegging wordt gericht, bij een ter post aangetekende brief, aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de makelarij en de verzekeringsagentschappen.

Addendum bij wijze van inlichting

Uittreksel uit de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 23 van 25 juli 1975, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 september 1975

Artikel 4

Bij ontstentenis van een andersluidende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het paritair comité heeft het in artikel 3 bepaalde gemiddeld minimum maandinkomen betrekking op alle elementen van het loon die verband houden met de normale arbeidsprestaties waarop de werknemer recht heeft ten laste van zijn werkgever.

Deze elementen omvatten onder meer het loon in geld of in natura, het vast of veranderlijk loon alsmede de premies en voordelen waarop de werknemer recht heeft ten laste van de werkgever uit hoofde van zijn normale arbeidsprestaties, dit wil zeggen de prestaties vermeld in de arbeidswet van 16 maart 1971 en per onderneming gepreciseerd in het arbeidsreglement (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971).

Zij omvatten onder meer niet de overlonen voor overwerk, de voordelen bedoeld bij artikel 19, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969, genomen ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; zij omvatten evenmin de sociale uitkeringen die toegekend worden naar aanleiding van schorsingsperioden van de arbeidsovereenkomst.

Commentaar bij artikel 4

1)     Het criterium voor de inschakeling van premies of andere voordelen in het gemiddeld minimum maandinkomen is het recht dat de werknemer erop kan laten gelden, rechtstreeks of onrechtstreeks ten laste van de werkgever, krachtens de normale arbeidsprestaties die hij heeft geleverd.

2)     Het criterium “normale arbeidsprestaties” betekent dat geen rekening wordt gehouden met:

a)  overlonen die worden betaald als vergoeding van prestaties die als bijkomende prestaties moeten aangezien worden ten overstaan van de arbeidswet van 16 maart 1971, de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de arbeidsduur evenals het arbeidsreglement

b)  de voordelen bedoeld bij artikel 19, § 2 van genoemd koninklijk besluit van 28 november 1969 dit wil zeggen:

1° de vergoeding toegekend in geval van sluiting van ondernemingen;

2° de vergoedingen aan de werknemers verschuldigd wanneer de werkgever zijn wettelijke, contractuele of statutaire verplichtingen niet nakomt, daarin is begrepen, in afwijking van bovenvermeld artikel 19, § 2, de vergoeding wegens onrechtmatige beëindiging hetzij van de dienstbetrekking voor onbepaalde tijd wegens niet eerbiediging van de opzeggingstermijn of van het nog te lopen gedeelte van deze termijn, hetzij van de dienstbetrekking voor bepaalde tijd of voor een bepaald werk wegens beëindiging voor het verstrijken van de termijn of de beëindiging van het werk;

3° de vergoeding wegens uitwinning, bedoeld in artikel 15 van de wet van 30 juli 1963 tot instelling van het statuut der handelsvertegenwoordigers;

4° de bedragen die gelden als terugbetaling van de kosten die de werknemer heeft verricht om zich van zijn woonplaats naar zijn werkplaats te begeven, alsook de kosten die ten laste van zijn werkgever vallen;

5° de voordelen toegekend in de vorm van arbeidsgereedschap of werkkleding;

6° de bedragen die de werkgever aan de werknemer betaalt teneinde zich te kwijten van zijn verplichting om arbeidsgereedschap of werkkleding te bezorgen of om te zorgen voor kost en inwoning wanneer de werknemer ver van zijn woning tewerkgesteld is;

7° de bedragen die aan de werknemers worden toegekend wegens hun aansluiting bij een vakorganisatie ten belope van het bedrag door Minister van Sociale Voorzorg bepaald;

8° de voordelen die door een Fonds voor bestaanszekerheid aan de werknemers worden toegekend in de vorm van zegels en die bepaald zijn bij regelingen welke voor 1 januari 1970 werden ingevoerd;

c)  men houdt evenmin rekening met de wettelijke en aanvullende sociale prestaties die worden toegekend naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst zoals: ziekteuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid, enkel en dubbel vakantiegeld.

3)     De premies die betrekking hebben op een periode van meer dan één maand, komen in aanmerking in zover de werknemer het recht op deze premies heeft verworven, in zover die premies binnen een maximum termijn van twaalf maanden worden uitbetaald.  Wanneer de werknemer op het ogenblik dat hij zijn werkgever verlaat de voorwaarden tot toekenning van de premie niet vervult en hij daardoor het gemiddeld minimum maandinkomen niet bereikt, dient het bedrag van het inkomen tot het verschuldigde bedrag te worden aangevuld.

4)     Voor de werknemer die niet gedurende de ganse maand in kwestie heeft gewerkt, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend tot de duur van zijn normale arbeidsprestaties.

 B. CAO van 3 december 2015

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen.

HOOFDSTUK II - Aanpassing van de loonbarema's

Artikel 2

Alle minimumlonen opgenomen in de sectorbarema's worden verhoogd met € 8 per maand.

Commentaar: voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

HOOFDSTUK III - Eindbepalingen

Artikel 3

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1januari 2016 en werd voor een onbepaalde duur gesloten.

Elke ondertekenende partij kan deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een aanzegging van zes maanden. De aanzegging wordt per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
03/12/2015
Registratienr
131328
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
10/12/2015
Registratiedatum
10/02/2016
Onderwerp
verhoging van de sectorale barema's
BS Bericht van neerlegging
19/02/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
28/09/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
17/10/2016
Keywords
LONEN

Datum CAO
29/03/2012
Registratienr
109431
Geldig van
01/03/2012
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
06/04/2012
Registratiedatum
23/04/2012
Onderwerp
loonvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
11/05/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/04/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
04/07/2013
Keywords
LONEN

Datum CAO
07/12/2011
Registratienr
108126
Geldig van
01/01/2012
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
23/01/2012
Registratiedatum
31/01/2012
Onderwerp
gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
BS Bericht van neerlegging
13/02/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/03/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
25/07/2013
Keywords
LONEN

Datum CAO
20/05/2009
Registratienr
95248
Geldig van
01/07/2008
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
03/07/2009
Registratiedatum
26/10/2009
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
04/11/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/06/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
17/08/2010
Keywords
LONEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, AANWERVING

Datum CAO
24/06/2008
Registratienr
89179
Geldig van
01/07/2008
Geldig tot
01/01/2017
Neerleggingsdatum
25/08/2008
Registratiedatum
16/09/2008
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
25/09/2008
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/06/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
17/08/2010
Keywords
LONEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, KLEIN VERLET, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, OPZEGGING/ONTSLAG, SYNDICALE VORMING

Historiek
01/01/2018 31/12/2999 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2017 31/12/2017 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2016 31/12/2016 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2008 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2005 30/06/2008 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2008 30/06/2008 0401 Loonvoorwaarden
16/07/2003 31/12/2004 0401 Loonvoorwaarden
01/04/2000 15/07/2003 0401 Loonvoorwaarden
01/04/2000 31/03/2000 0401 Loonvoorwaarden
01/01/1987 31/03/2000 0401 Loonvoorwaarden