040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
211.00.00-00.00

Bijwerking: 09/03/2007
Geldig vanaf: 01/01/2005
Geldig tot: 31/12/2006

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel werd op 28 juni 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 2005-2006. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 mei 2006 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 mei 2006.

Wij geven U hierna de bepalingen betreffende de bezoldingingsvoorwaarden.

Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel ressorteren.

Onder "bedienden" worden hierna de bedienden van het mannelijk en het vrouwelijk geslacht verstaan.

Onder "CAO" wordt verstaan : de collectieve arbeidsovereenkomst.

(…)

HOOFDSTUK III - Lonen, bijzondere voorwaarden en vergoedingen

Afdeling 1. Lonen

Artikel 6

De hierna bepaalde loonschalen, van toepassing op het mannelijk en vrouwelijk personeel, maken een sectoraal minimum uit. Zij laten de werkgevers de nodige ruimte tot het erkennen van de respectieve verdiensten van de bedienden die gelijkwaardige functies vervullen.

Artikel 7

§ 1. Op 1 januari 2005 worden de sectorale minima loonschalen verhoogd met 1,15 procent met een minimum van 29,32 euro (13 betalingen per jaar).

§ 2. Bijgevolg zijn vanaf 1 januari 2005 de volgende minima loonschalen van toepassing, geldig voor de indexschijf: 111,55-113,78-116,06, bepaald als volgt in euro: 

(…)

Commentaar: Voor de minimumwedden en de verdere evolutie van de minimumwedden, zie onze sectorale documentatie Hfdst 0402.

Artikel 7 bis

Op 1 januari 2006, worden de sectorale minima loonschalen verhoogd met 1,15 procent met een minimum van 29,32 euro (13 betalingen per jaar).

Artikel 7 ter

Voor de bedienden geklasseerd in de categorieen, maar boven barema betaald: de verhoging van art. 7 § 1 en art. 7bis wordt berekend op het baremagedeelte van hun wedde, voor alle conventionele categorieën en voor alle leeftijden.

Artikel 7 quater

De partijen bevelen de directies van de ondernemingen aan om op ondernemingsvlak de bepalingen en de geest van deze CAO om te zetten, voor wat betreft Artikel 7 en Artikel 7bis., naar de werknemers met een kader-functie, rekening houdend met de specifieke vereisten van deze functies en de bestaande systemen, en zonder afbreuk te doen aan de bestaande afspraken betreffende deze categorie op ondernemingsniveau.

Artikel 7quinquies - Bescherming van het loon: vermeldingen op de loonafrekening en mededelingen

De afrekening die aan de bediende bij elke definitieve betaling van het loon overhandigd wordt, moet de volgende gegevens bevatten:

  1. naam en adres van de werkgever;
  2. naam en voornaam van de bediende of inschrijvingsnummer van deze laatste bij de werkgever;
  3. periode waarop de afrekening betrekking heeft;
  4. brutomaandloon;
  5. andere elementen van het loon, te weten: overuren en premies;
  6. inhoudingen voor de sociale zekerheid;
  7. contractuele inhoudingen;
  8. bedragen vrijgesteld van inhoudingen voor de sociale zekerheid;
  9. belastbaar bedrag;
  10. bedrag van de bedrijfsvoorheffing (belastingwetgeving);
  11. bedragen vrijgesteld van belastingen;
  12. af te trekken bedragen (overdracht van een beslag op loon, boeten), zo nodig in bijlage gedetailleerd te vermelden;
  13. netto te betalen bedrag in speciën.

Afdeling 2. Bijzondere voorwaarden

Artikel 8

Datum van de jaarlijkse verhoging wegens overschrijding van de leeftijd per categorie:

  • Voor de bedienden geboren tussen 1 april en 30 september, wordt de verhoging wegens overschrijding van de leeftijd in de categorie toegekend op de hiertussen vallende 1ste juli.
  • Voor de bedienden geboren tussen 1 oktober en 31 maart, wordt de verhoging wegens overschrijding van de leeftijd in de categorie, toegekend op de ertussen vallende 1ste januari.

Artikel 9

De bedienden die slechts een gedeelte van het jaar in een maatschappij hebben gewerkt, krijgen een extra-toelage in verhouding tot het aantal maanden dienst in de loop van het jaar.

Artikel 10

Aan de bediende, die in dienst van een firma is getreden na de normale aanvangsleeftijd van zijn klasse, wordt het aanvangsminimum toegekend van de klasse waarin hij wordt opgenomen.

Het minimum dat met de leeftijd van de bediende overeenstemt moet evenwel progressief worden bereikt en dit uiterlijk één jaar na de indiensttreding, op voorwaarde dat hij in de uitoefening van zijn functies volledig voldoening geeft.

Artikel 11 - Bediende die van de ene naar een andere klasse overgaat

De bediende bekomt onmiddellijk de schaal eigen aan zijn nieuwe functie, wanneer hij naar een hogere klasse overgaat.

Artikel 12 - Vervanging in hogere functie

Aan "baremabedienden" die tijdelijk, op volwaardige wijze een andere "baremabediende" in hogere functie vervangen gedurende een ononderbroken periode van minimum 6 weken, wordt een loontoeslag van 8 pct. betaald, gedurende deze zelfde periode, zonder dat dit mag leiden tot een hoger loon dan dit van de vervangen persoon, bij gelijke leeftijd.

Artikel 13 - Jobstudenten

Het loon van de jobstudent wordt bepaald op 85 pct. van de brutowedde van de categorie waarin hij tewerkgesteld wordt, overeenstemmend met zijn leeftijd.

Artikel 14 - Startbaanovereenkomsten

§1 Alle bestaande verbintenissen (betaling aan 100 %) op ondernemingsniveau inzake werknemers verbonden met een startbaanovereenkomst, blijven behouden.

§2 In de bedrijven waar geen 100 % uitbetaald wordt aan startbaners moet 100% worden uitbetaald zodra deze werknemers effectieve taken opnemen.

(…)

Afdeling 3. Vergoedingen

Artikel 16 - Premie voor ploegwerk

§1. Het ploegwerk uitgevoerd op de eerste vijf dagen van de week geeft aanleiding tot volgende premies:

  1. dagploeg van 6 uur tot 14 uur en van 14 uur tot 22 uur: 9 pct. van het loon.
  2. nachtploeg van 22 uur tot 6 uur: 35,5 pct. van het loon.

§2. Het ploegenwerk dat op zaterdag verricht wordt, geeft aanleiding, benevens de ploegenpremies bepaald in §1, op volgende bijkomende vergoedingen:

  1. dagploeg van 6 uur tot 14 uur en van 14 uur tot 22 uur: 22 pct. van het loon.
  2. nachtploeg van 22 uur tot 6 uur: 50 pct. van het loon.

§3. Het ploegenwerk dat op een zondag en/of een feestdag normaal verricht wordt, geeft aanleiding, benevens de ploegenpremies bepaald in §1, tot volgende bijkomende vergoeding: 100 procent van het loon.

Artikel 17 - Premie voor gelegenheidsshift

§1. Alle niet vooraf geprogrammeerde arbeid in opeenvolgende ploegen geeft aanleiding, gedurende een termijn van maximum zeven opeenvolgende werkdagen, als zijnde gelegenheidsshiftarbeid, tot volgende premies voor gelegenheidsshift:

  1. ploegenwerk uitgevoerd op de eerste vijf dagen van de week
    • dagploeg: 18 procent van het loon 
  2. ploegenwerk uitgevoerd op de eerste vijf dagen van de week
    • nachtploeg: 71 procent van het loon
  3. ploegenwerk uitgevoerd op zaterdag
    • dagploeg: 40 procent van het loon (= 18 procent + 22 procent)
    • nachtploeg: 121 procent van het loon (= 71 procent + 50 procent)
  4. ploegenwerk uitgevoerd op zon- en/of feestdagen
    • dagploeg: 118 procent (18 procent + 100 procent)
    • nachtploeg: 171 procent (71 procent + 100 procent)

Onder dagploeg wordt in dit kader verstaan ploegenwerk van 6 uur tot 14 uur en van 14 uur tot 22 uur;

Onder nachtploeg wordt in dit kader verstaan ploegenwerk van 22 uur tot 6 uur.

§2. Van de achtste werkdag af zijn de gewone premies voor ploegwerk verschuldigd, te weten:

  1. 9 pct. zoals bepaald bij artikel 16, van het loon voor dagploegen;
  2. 35,5 pct. van het loon voor de nachtploegen.

Artikel 18 - Betaling van het overwerk

§1. Overwerk op de eerste vijf dagen van de week wordt vanaf het vijfde overuur per dag betaald met een toeslag van 100 pct.

§2. Overwerk op zaterdag wordt betaald met een toeslag van 50 pct. voor de eerste twee gepresteerde uren en van 100 pct. voor de volgende gepresteerde uren.

Afdeling 4. Overzicht ploegenpremies

Artikel 19

§1. Regelmatige opeenvolgende ploegen

(De vergoedingen van de tabel dienen gevoegd te worden bij het basisloon aan 100 pct., met inbegrip van de raffinagepremie)

Ploegen (uren)

Week

(maandag tot vrijdag)

(in pct.)

Zaterdag (in pct.)

Zondag (in pct.)

 a) ochtend (6-14)  9  9 + 22 = 31  9+ 100=109
 b) namiddag (14-22)  9  9 + 22 = 31  9+ 100=109
 Nachtploegen (22 - 6)  35,5

35,5+50 = 85,5

 35,5 + 100=135,5

§2. Gelegenheidsshiftwerk

(De vergoedingen van de tabel dienen gevoegd te worden bij het basisloon aan 100 pct., met inbegrip van de raffinagepremie)

Ploegen (uren)

Week

(maandag tot vrijdag)

(in pct.)

Zaterdag (in pct.)

Zondag (in pct.)

a) ochtend (6-14)

18

18 + 22 = 40

18+ 100=118

 b) namiddag (14-22)  18  18 + 22 = 40

18+ 100=118

Nachtploegen (22 - 6)

71

71+50=121

71+100=171

 

Afdeling 5. Definitieve overgang van ploegwerk naar dagwerk

Artikel 20

§ 1. Aan de bedienden die definitief overgaan van het ploeg- naar het dagstelsel, wordt een forfaitaire vergoeding toegekend in de volgende voorwaarden:

  1. in het geval van reorganisatie van de dienst te wijten aan de werkgever;
  2. zij is slechts geldig voor de bedienden die gedurende tien jaar onafgebroken in ploeg hebben gewerkt : hetzij in drie opeenvolgende ploegen, volcontinu; hetzij in twee ploegen op niet onderbroken wijze, dit wil zeggen ononderbroken gedurende het ganse jaar.

Deze forfaitaire vergoeding wordt in eenmaal uitgekeerd op het ogenblik van de overgang van het ploeg- naar het dagstelsel, en omvat de ploegpremies waarvan de bediende normaal zou hebben genoten tijdens de twaalf voorafgaande maanden.

Eventuele gunstigere stelsels welke op het vlak van de onderneming bestaan, blijven behouden.

§ 2. De werknemer die ten minste 50 jaar oud is en die een beroepsactiviteit van ten minste 20 jaar ononderbroken in de arbeidsregelingen met prestaties zoals bepaald in artikel 1 van CAO nr. 46 kan bewijzen, heeft het recht om te vragen in een niet-ploegenregeling te worden tewerkgesteld. Indien de werkgever hierop ingaat, wordt geen bijzondere vergoeding toegekend.

§ 3. De werknemer die ten minste 53 jaar oud is en die een beroepsactiviteit van ten minste 15 jaar ononderbroken in de arbeidsregelingen met prestaties zoals bepaald in artikel 1 van CAO nr. 46 kan bewijzen, heeft het recht om te vragen in een niet-ploegenregeling te worden tewerkgesteld. Indien de werkgever hierop ingaat, zal hij hem een forfaitaire vergoeding betalen waarvan het bedrag gelijk is aan de ploegenpremies die de werknemer getrokken heeft tijdens de drie voorgaande maanden.

§ 4. De bediende van 56 jaar kan, na 10 jaar ononderbroken ploegenarbeid, een verzoek indienen om dagwerk te bekomen. Indien de werkgever hierop ingaat, zal hij hem een forfaitaire vergoeding betalen waarvan het bedrag gelijk is aan de ploegenpremies die de bediende getrokken heeft tijdens de zes voorafgaande maanden.

Afdeling 6. Raffinaderijpremie

Artikel 21

Uitsluitend voor de technische bedienden en de bedienden in de onderhoudsdiensten wordt een geïndexeerde premie per uur aanwezigheid in de raffinaderij toegekend.

Op 1 januari 2005 bedraagt deze raffinagepremie 0,5499 euro per uur.

Onder technische bedienden verstaat men diegenen werkzaam in proces, de onderhoudsdiensten, het laboratorium, het magazijn en de inspectie.

Deze globale omschrijving kan, op het vlak van de onderneming, nader bepaald worden.

Deze regeling geldt niet voor:

  • de administratieve functies in de technische diensten, noch voor de bedienden in de administratieve diensten;
  • degenen die boven de loonschaal betaald worden, met name, de bedienden waarvan in het loon dergelijk element reeds geïntegreerd wordt;
  • degenen aan wie terzake reeds een speciale evenwaardige premie betaald wordt.

(…)

HOOFDSTUK XVIII - Geldigheidsduur

Artikel 47

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
28/06/2005
Registratienr
75864
Geldig van
01/01/2005
Geldig tot
31/12/2006
Neerleggingsdatum
11/07/2005
Registratiedatum
01/08/2005
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
18/08/2005
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/05/2006
Gepubliceerd in het B.St. van
26/05/2006
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ALTERNATIEF VOORDEEL/BELONINGSWIJZE (EXCL. PREMIE, CHEQUE, BONUS), VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, KLEIN VERLET, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, RISICOGROEPEN, BRUGPENSIOEN, OPZEGGING/ONTSLAG, SYNDICALE PREMIE

Historiek
01/01/2021 31/12/2022 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2019 31/12/2020 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2017 31/12/2018 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2015 31/12/2016 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2013 31/12/2014 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2012 040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2007 31/12/2008 040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2005 31/12/2006 040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden