040101 Bezoldigingsvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
211.00.00-00.00

Bijwerking: 24/10/2018
Geldig vanaf: 01/01/2017
Geldig tot: 31/12/2018

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel werd op 21 december 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 2017-2018 (registratienummer 144457/CO/211).

Deze CAO werd aangevuld door een collectieve arbeidsovereenkomst inzake ervaringsbarema gesloten op 21 december 2017 (registratienummer 144459/CO/211).

Beide CAO's zijn van toepassing vanaf 1 januari 2017 en houden op van kracht te zijn op 31 december 2018.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de bezoldingingsvoorwaarden.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel ressorteren.

Onder "bedienden" worden hierna de bedienden van het mannelijk en het vrouwelijk geslacht verstaan.

Eveneens gebruikt in deze overeenkomst en met een zelfde betekenis is de term "werknemer".

Onder "CAO" wordt verstaan : de collectieve arbeidsovereenkomst.

(...)

Artikel 7

De loonschalen, van toepassing op het mannelijk en vrouwelijk personeel, maken een sectoraal minimum uit.

Artikel 8

De loonschalen worden vastgelegd bij afzonderlijke cao.  Zij laten de werkgevers de nodige ruimte tot het erkenen van de respectieve verdiensten van de bedienden die gelijkwaardige functies vervullen.

Artikel 9

Alle bestaande verbintenissen (betaling aan 100%) op ondernemingsniveau inzake werknemers verbonden met een startbaanovereenkomst, blijven behouden.

Artikel 10

In de bedrijven waar geen 100 % uitbetaald wordt aan de werknemers "startbaanovereenkomst" zal voortaan 100 % betaald worden van zodra ze effectieve taken opnemen.

Commentaar: voor de evolutie van de minimumwedden, zie onze sectorale documentatie Hfdst 0402.

(...)                                       

Artikel 16 - Premie voor ploegwerk

§1. Het ploegwerk uitgevoerd op de eerste vijf dagen van de week geeft aanleiding tot volgende premies:

§2. Het ploegenwerk dat op zaterdag verricht wordt, geeft aanleiding, benevens de ploegenpremies bepaald in §1, op volgende bijkomende vergoedingen:

§3. Het ploegwerk dat op een zondag en/of een feestdag normaal verricht wordt, geeft aanleiding, benevens de ploegenpremies bepaald in §1, tot volgende bijkomende vergoeding: 100 % van het loon.

Artikel 17 - Premie voor gelegenheidsshift

§1. Alle niet vooraf geprogrammeerde arbeid in opeenvolgende ploegen geeft aanleiding, gedurende een termijn van maximum zeven opeenvolgende werkdagen, als zijnde gelegenheidsshiftarbeid, tot volgende premies voor gelegenheidsshift:

Onder dagploeg wordt in dit kader verstaan ploegenwerk van 6 uur tot 14 uur en van 14 uur tot 22 uur.

Onder nachtploeg wordt in dit kader verstaan ploegenwerk van 22 uur tot 6 uur.

§2. Van de achtste werkdag af zijn de gewone premies voor ploegwerk verschuldigd, te weten:

Artikel 18 - Betaling van het overwerk

§1. Overwerk op de eerste vijf dagen van de week wordt vanaf het vijfde overuur per dag betaald met een toeslag van 100 %.

§2. Overwerk op zaterdag wordt betaald met een toeslag van 50 % voor de eerste twee gepresteerde uren en van 100 % voor de volgende gepresteerde uren.

 Artikel 19

§1. Regelmatige opeenvolgende ploegen

De vergoedingen van de tabel dienen gevoegd te worden bij het basisloon aan 100 %, met inbegrip van de raffinagepremie.

Ploegen (uren)

Week (maandag tot vrijdag) (in %)

Zaterdag (in %)

Zondag (in %)

a) ochtend (6-14)

 9,50

 9,50 + 22 = 31,50

 9,50 + 100 = 109,50

b) namiddag (14-22)

 9,50

 9,50 + 22 = 31,50

 9,50 + 100 = 109,50

Nachtploegen (22 - 6)

 35,5

35,5 + 50 = 85,5

 35,5 + 100 = 135,5

§2. Gelegenheidsshiftwerk

(De vergoedingen van de tabel dienen gevoegd te worden bij het basisloon aan 100 %, met inbegrip van de raffinagepremie)

Ploegen (uren)

Week (maandag tot vrijdag) (in %)

Zaterdag (in %)

Zondag (in %)

a) ochtend (6-14)

19

19 + 22 = 41

19 + 100 = 119

b) namiddag (14-22)

19

19 + 22 = 41

19 + 100 = 119

Nachtploegen (22 - 6)

71

71 + 50 = 121

71 + 100 = 171

(...)

Artikel 42

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017 en treedt buiten werking op 31 december 2018.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel ressorteren. Met bediende en werknemer wordt bedoeld zowel de mannelijke als de vrouwelijke bediende.

Artikel 2

§1. De minimum maandlonen van toepassing op de in artikel 1 bedoelde personeelsleden, worden:

Dit ervaringsbarema bepaalt de minimumlonen in elke categorie volgens de ervaring die de werknemer heeft.

§2. De lonen worden 13 of 14 maal per jaar betaald.

De bedienden die slechts een gedeelte van het jaar in een maatschappij hebben gewerkt, krijgen bovenop de betaalde maandwedde een extra-toelage in verhouding tot het aantal maanden dienst in de loop van het jaar en in verhouding tot de periodiciteit van de betalingen.

Commentaar: voor de evolutie van de barema's, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Artikel 3

§1. De aanvangslonen zijn de lonen die in het ervaringsbarema worden voorzien voor 0 ervaringsjaren.

§2. Het aanvangsloon van de houder van een diploma voor een voltooide opleiding van het niveau "bachelor" wordt vastgesteld op niveau 3 van het ervaringsbarema.

Indien het behaalde bachelordiploma een theoretisch langere studieperiode dan 3 jaar betreft, wordt daar eveneens mee rekening gehouden, en wel zo dat elk bijkomend afgewerkt opleidingsjaar recht geeft op een bijkomend ervaringsjaar, met een maximum van 5 jaar.

Indien de werknemer niet over een dergelijke "bachelor" opleiding beschikt, is het ervaringsniveau 0 van toepassing.

§3. Het aanvangsloon van de houder van een diploma voor een voltooide opleiding van het niveau "master" wordt vastgesteld op niveau 4 van het ervaringsbarema.

Indien de werknemer niet over een dergelijke "master" opleiding beschikt, wordt eventueel niveau 3 toegepast als de voltooide opleiding van het niveau "bachelor" is, zoniet is het ervaringsniveau 0 van toepassing.

Indien het behaalde masterdiploma een theoretisch langere studieperiode dan 4 jaar betreft, wordt daar eveneens mee rekening gehouden, en wel zo dat elk bijkomend afgewerkt opleidingsjaar recht geeft op een bijkomend ervaringsjaar, met een maximum van 7 jaar.

§4. Voor werknemers die geen houder zijn van een bachelor- of mastergetuigschrift, wordt relevante beroepsopleiding waarvoor een diploma en/of een getuigschrift bekomen werd, in aanmerking genomen voor de aanrekening van 3 ervaringsjaren.

§5. Voor werknemers die reeds houder zijn van een relevant diploma of getuigschrift, wordt een bijkomende relevante beroepsopleiding waarvoor een diploma en/of een getuigschrift bekomen werd, in aanmerking genomen voor de aanrekening van één bijkomend ervaringsjaar.

§6. In geval een werknemer bij de aanwerving al over ervaring beschikt, wordt deze volgens de bepalingen van artikel 5 §2 in aanmerking genomen.

§7. Voor de aanrekening van ervaringsjaren is geen cumul mogelijk tussen studieperiodes en andere ervaringsperiodes ("1 maand is 1 maand").

§8. Bij de aanvang van de tewerkstelling is de werkgever ertoe verplicht aan de bediende schriftelijk de ervaringsstap mee te delen, welke met de tussen partijen overeengekomen loonvoorwaarden overeenstemt. Deze verplichting geldt ook bij iedere wijziging.

Artikel 4

Vanaf het aanvangsloon verhogen de minimum maandlonen naar gelang de ervaring van de werknemer toeneemt, en volgens het schema dat in het ervaringsbarema is bepaald.

Artikel 5

§1. Onder ervaring wordt verstaan: de uitoefening van de beroepsactiviteit bij de werkgever waar hij werd aangeworven.

Voor de toekenning van ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties.

Voor de toekenning van ervaringsjaren of met ervaring gelijkgestelde jaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen België en het buitenland.

§2. Wordt met ervaring, zoals bedoeld in §1, gelijkgesteld :

§3. Volgende schorsingen van de arbeidsovereenkomst bij de werkgever welke gepaard gaan met een vervangingsinkomen, worden gelijkgesteld met beroepservaring zoals bedoeld in §1:

§4. De periodes van uitkeringsgerechtigde werkloosheid en de wachtperiode als schoolverlater worden gelijkgesteld met beroepservaring met een maximum van 3 jaar geglobaliseerd.

§5. De periode als dienstplichtige wordt gelijkgesteld met beroepservaring.

§6. Beroepservaring en gelijkgestelde periodes kunnen geen aanleiding geven tot dubbeltelling ("1 maand is 1 maand").

Voor het bepalen van de ervaring bij aanwerving, adviseren wij u onze verklaring van beroepservaring te gebruiken.

Artikel 6

De toekenning van de loonsverhogingen volgens het ervaringsbarema is afhankelijk van het feit dat de beroepservaring met twaalf maanden toegenomen is sedert de aanwerving of in voorkomend geval, sinds de laatste loonsverhoging ingevolge de ervaringstoename.

Artikel 7

Er wordt bij de ondernemingen aangedrongen om in de interne vertaling van het verloningsbeleid voor kaderleden op ondernemingsniveau, bijzondere aandacht te besteden aan het bewaken van een minimale afstand tussen het kadersalaris en de hoogste onderliggende baremieke schaal van toepassing op de bedienden, dit zowel bij de aanvang van deze kaderfunctie als bij de volgende ervaringsjaren.

De partijen bevelen de directies van de ondernemingen aan om de bepalingen en de geest van deze CAO om te zetten, voor wat betreft de relevante artikels inzake koopkracht in de CAO bediende, naar de werknemers met een kader-functie (dit is een functie buiten de beroepsindeling voor bedienden) met name het toekennen van een minimale koopkrachtverhoging, rekening houdend met de specifieke vereisten van deze functies en de bestaande systemen  en zonder afbreuk te doen aan de bestaande afspraken betreffende deze categorie op ondernemingsniveau.

Artikel 7bis

Op 1 januari 2017 wordt het effectief vast maandloon voor de gebaremiseerde bedienden verhoogd met 1,1 %, met voor het gebaremiseerd bediendenpersoneel een minimum van 39 EUR op het vast maandloon vanaf 1 januari 2017.

Artikel 8 - Datum van de jaarlijkse verhoging

Artikel 9 - Vervanging in hogere functie

Aan "baremabedienden" die tijdelijk, op volwaardige wijze een andere "baremabediende" in hogere functie vervangen gedurende een ononderbroken periode van minimum 6 weken, wordt een loontoeslag van 8 % betaald, gedurende deze zelfde periode, zonder dat dit mag leiden tot een hoger loon dan dit van de vervangen persoon, bij gelijke ervaring.

Artikel 10

§1. Voor de werknemers van alle categorieën in dienst op het ogenblik van de ondertekening van deze CAO is het aantal jaren beroepservaring, uitgedrukt in volledige jaren, dat voor hen voor het verleden in aanmerking komt, gelijk aan het aantal jaren dat in het ervaringsbarema overeenstemt met het bedrag van het baremieke loon dat op hen van toepassing zou geweest zijn op 1 januari 2009 indien de vroegere sectorale regeling inzake leeftijdbarema's was voortgezet zonder onderbreking.

§2. De daaropvolgende baremieke verhogingen worden toegekend 12 maanden na de vorige baremieke verhoging.

§3. De invoering van de nieuwe weddeschaal kan niet leiden tot een vermindering van de effectieve wedde van de werknemer, in dienst op het ogenblik van de inwerkingtreding van de weddeschaal.

Artikel 11

§1. Uitsluitend voor de technische bedienden en de bedienden in de onderhoudsdiensten wordt een geïndexeerde uurpremie ingevoerd (genaamd raffinaderijpremie I) ingevoerd.

Onder technische bedienden verstaat men diegenen werkzaam in process, de onderhoudsdiensten, het laboratorium, het magazijn en de inspectie.

Deze globale omschrijving kan, op het vlak van de onderneming, nader bepaald worden.

Deze regeling geldt niet voor:

§2. Op 1 januari 2017 bedraagt deze raffinaderijpremie I  0,6776 EUR per uur (aan indexspil 100,95).

Met deze premie zal rekening worden gehouden voor de betaling van:

Premies voortvloeiend uit ondernemingsakkoorden waarbij de raffinaderijpremie opgenomen wordt in een berekeningsbasis conform het sectorale akkoord voor arbeiders, worden eveneens opgenomen voor bedienden.

Artikel 11bis

§1. Er wordt een geïndexeerde premie (genaamd raffinaderijpremie II) toegekend aan alle bedienden die behoren tot de TBE Raffinaderij van ruwe aardolie en waarvan de functie geklasseerd wordt in de functie-categorieën (dit is dus exclusief kaders en directie).

Met deze premie zal rekening worden gehouden voor de betaling van:

Premies voortvloeiend uit ondernemingsakkoorden waarbij de raffinaderijpremie opgenomen wordt in een berekeningsbasis conform het sectoraal akkoord voor arbeiders, worden eveneens opgenomen voor bedienden.

§2. Op 1 januari 2017 bedraagt deze raffinaderijpremie II  0,2568 EUR per uur (aan indexspil 100,95).

Artikel 12

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2018.

Bijlage 1: Ervaringsbarema 13x op 01/01/2017;

Bijlage 2: Ervaringsbarema 14x op 01/01/2017.

(...)

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/12/2017
Registratienr
144459
Geldig van
01/01/2017
Geldig tot
31/12/2018
Neerleggingsdatum
21/12/2017
Registratiedatum
08/02/2018
Onderwerp
ervaringsbarema
BS Bericht van neerlegging
16/02/2018
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
17/08/2018
Gepubliceerd in het B.St. van
13/09/2018
Keywords
LONEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET

Datum CAO
21/12/2017
Registratienr
144457
Geldig van
01/01/2017
Geldig tot
31/12/2018
Neerleggingsdatum
21/12/2017
Registratiedatum
08/02/2018
Onderwerp
loon-en arbeidsvoorwaarden voor 2017-2018
BS Bericht van neerlegging
16/02/2018
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
17/08/2018
Gepubliceerd in het B.St. van
29/08/2018
Keywords
LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, VAKANTIEGELD, ANCIËNNITEITSPREMIE, AFSCHEIDSPREMIE, FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURVERMINDERING, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, TELEWERK, DEELTIJDSE ARBEID, AANWERVING, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, RISICOGROEPEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, OPZEGGING/ONTSLAG, SYNDICALE PREMIE, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID, SOCIALE FONDSEN, ANDERE DAN FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/01/2021 31/12/2022 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2019 31/12/2020 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2017 31/12/2018 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2015 31/12/2016 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2013 31/12/2014 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2012 040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2007 31/12/2008 040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2005 31/12/2006 040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden