2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
210.00.00-00.00

Bijwerking: 20/05/2008
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2008

In het Paritair Comité voor de Bedienden van de Ijzernijverheid werd op 19 juni 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot invoering voor 2007-2008 van een tijdelijk brugpensioenstelsel op 56 jaar. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 20 juli 2007 onder het nr. 83.391/CO/210. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 20 juli 2007.

Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een Koninklijk Besluit van 19 september 2007 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 oktober 2007.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het Koninklijk Besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conven­tioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO. Voor het algemene reglementering betreffende het brugpensioen verwijzen we naar onze brochure.

Tekst CAO van 19 juni 2007

Hoofdstuk I - Onderwerp

Artikel 1.

Onderhavige overeenkomst is afgesloten in uitvoering van het Sectoraal Akkoord van 19 juni 2007 in de staalindustrie - Bedienden - 2007-2008, en in toepassing van artikel 110, § 1, eerste lid, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, tenslotte gewijzigd door de wet van 17 mei 2007 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008.

Hoofdstuk II - Toepassingsgebied

Art. 2.

Onderhavige overeenkomst is van toepassing in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid (PC nr 210) vallen en op de gebaremiseerde werknemers en werkneemsters die door een arbeidsovereenkomst voor bediende aan deze ondernemingen zijn gebonden.

Hoofdstuk III - Modaliteiten

  Art. 3.

Onderhavige overeenkomst bepaalt een sectoraal brugpensioenkader waarvan de toepassingsmodaliteiten onderhandeld moeten worden op ondernemingsvlak, in de mate dat de ondernemingen in staat zijn dit kader toe te passen na een voorafgaand onderzoek van hun economische mogelijkheden.

Art. 4.

Onderhavige overeenkomst voert tijdelijk, volgens de hierna vermelde modaliteiten, een recht op brugpensioen in ten gunste van ontsiagen werknemers van minstens 56 jaar oud die einde contract zijn. Bovendien moeten deze werknemers zowel 33 jaar beroepsverleden aantonen als minstens 20 jaar prestaties in een arbeidsstelsel bedoeld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr 46, afgesloten binnen de Nationale Arbeidsraad.

Art. 5.

In het raam van het conventioneel brugpensioen heeft de bruggepensioneerde werknemer recht op een aanvullende brugpensioenvergoeding ten laste van de werkgever. Deze vergoeding wordt berekend en toegekend overeenkomstig de bepalingen van de hoofdstukken III en IV van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17tricies van 19 december 2006, afgesloten binnen de Nationale Arbeidsraad.

Art. 6.

In toepassing van de artikelen 121 en 122 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) zijn de werkgevers een bijzondere compenserende maandelijkse werkgeversbijdrage verschuldigd op de aanvullende brugpensioenvergoeding, zoals bepaald in artikel 5.

Art. 7.

In de lijn van de toepassing in de staalindustrie van de bestaande brugpensioenstelsels om een correcte werking van de ondernemingen op technisch en organisatorisch vlak te waarborgen, verbinden de vakbondsafvaardigingen van de ondernemingen, betrokken door de toepassing van dit tijdelijke stelsel, zich ertoe om mee te werken aan de interne mutaties die het vertrek met brugpensioen mogelijk moeten maken voor de door onderhavige overeenkomst begunstigde werknemers. Ze verbinden zich er eveneens toe mee te werken aan de aanvragen tot vrijstelling van de vervangingsplicht van bruggepensioneerden, die verantwoord worden door de wettelijke criteria.

Hoofdstuk IV - Toepassingsduur

Art. 8.

Onderhavige overeenkomst wordt afgesloten voor een bepaalde duur. Ze heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en treedt buiten werking op 31 december 2008.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
19/06/2007
Registratienr
83391
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
31/12/2008
Neerleggingsdatum
20/06/2007
Registratiedatum
25/06/2007
Onderwerp
brugpensioen op 56 jaar
BS Bericht van neerlegging
20/07/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/09/2007
Gepubliceerd in het B.St. van
24/10/2007
Keywords
BRUGPENSIOEN

Historiek
01/07/2023 30/06/2025 2103 SWT 60 jaar – 33 jaar - nachtarbeid of zware beroepen
01/07/2021 30/06/2023 2103 SWT 60 jaar – 33 jaar - nachtarbeid of zware beroepen
01/01/2019 30/06/2021 2103 SWT 59 jaar – 33 jaar - nachtarbeid of zware beroepen
01/01/2017 31/12/2018 2103 SWT 58/59 jaar – 33 jaar + nachtarbeid of zware beroepen
01/01/2015 31/12/2016 2103 SWT 58 jaar – 33 jaar + nachtarbeid of zware beroepen
01/01/2013 31/12/2014 2103 SWT 56 jaar - 33 jaar nachtarbeid
01/01/2011 31/12/2012 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2009 31/12/2010 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2007 31/12/2008 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2005 31/12/2006 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2003 31/12/2004 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/2001 31/12/2002 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar
01/01/1999 31/12/2000 2103 2102 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar