2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00,
209.00.00-02.00,
209.00.00-03.00,
209.00.00-04.01,
209.00.00-04.02,
209.00.00-05.00,
209.00.00-06.01,
209.00.00-06.02,
209.00.00-07.00,
209.00.00-08.00,
209.00.00-09.00,
209.00.00-10.00
Bijwerking: 20/10/2008
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 30/06/2009
In het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid werd op 24 september 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst (nationaal akkoord 2007-2008) gesloten in verband met het conventioneel brugpensioen op 58 jaar. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 29 november 2007 onder het nr. 85840/CO/209.
Wij geven U hierna de bepalingen van het sectoraal akkoord 2007-2008 betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar en vervolgens een commentaar.
Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze brochure.
A. Bepalingen van het sectoraal akkoord 2007-2008 in verband met brugpensioen
(…)
Artikel 8 - Brugpensioen
§1 De brugpensioenleeftijd, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst n°17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt, binnen de wettelijke mogelijkheden, op 58 jaar gebracht voor de periode gaande van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2009.
(…)
B. Commentaar
1. Leeftijdsvoorwaarden
Wanneer een bediende ontslagen wordt door zijn werkgever, kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 30 juni 2009. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 30 juni 2009.
Zie ook onze brochure brugpensioen.
2. Anciënniteitsvoorwaarden
Oud stelsel van brugpensioen
Dit stelsel is van toepassing op de bedienden die werden ontslagen vóór 31 maart 2007 of waarvan het brugpensioen is ingegaan vóór 01 januari 2008.
Dit stelsel is ook van toepassing indien het ontslag werd betekend na 31 maart 2007 maar vóór 1 januari 2008 enerzijds en indien de leeftijd en de anciënniteit die vereist zijn door het betrokken stelsel, bereikt zijn op uiterlijk 31 december 2007 anderzijds.
De vereiste anciënniteit is 25 jaar en moet bereikt worden op het ogenblik van de aanvang van het brugpensioen.
Nieuw stelsel van brugpensioen
Dit stelsel is van toepassing op de bedienden die na 31 maart 2007 werden ontslagen en waarvan het brugpensioen ingaat na 31 december 2007.
De vereiste anciënniteit is :
Voor de mannen : 35 jaar anciënniteit (2008)
37 jaar anciënniteit: vanaf 2010
38 jaar anciënniteit: vanaf 2012
Voor de vrouwen : 30 jaar anciënniteit (2008)
33 jaar anciënniteit: vanaf 2010
35 jaar anciënniteit: vanaf 2012
38 jaar anciënniteit: vanaf 2014
De vereiste anciënniteit moet bereikt worden op het ogenblik van de aanvang van het brugpensioen.
Zie ook onze brochure brugpensioen.
3. Vervanging van de bruggepensioneerde
In toepassing van het interprofessioneel stelsel van brugpensioen (voornoemd K.B. van 7 december 1992), moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers.
De vervanging moet plaats vinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.
Zie ook onze brochure brugpensioen wat betreft de hoedanigheid van de vervanger, modaliteiten inzake de vervangingsplicht, mogelijke afwijkingen,...
4. Aanvullende vergoeding
Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering. Zij wordt betaald door de werkgever.
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2014 | 31/12/2014 | 2201 Historiek SWT 58 jaar - Kliksysteem |
01/01/2014 | 31/12/2013 | 2201 2101 Werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar |
01/07/2013 | 31/12/2013 | 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar |
01/01/2013 | 30/06/2013 | 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar |
01/07/2011 | 31/12/2012 | 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar |
01/07/2009 | 30/06/2011 | 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar |
01/01/2007 | 30/06/2009 | 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar |
01/07/2003 | 30/06/2006 | 2201 2101 Conventioneel brugpensioen aan 58 jaar |