2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00, 209.00.00-02.00, 209.00.00-03.00, 209.00.00-04.01, 209.00.00-04.02, 209.00.00-05.00, 209.00.00-06.01, 209.00.00-06.02, 209.00.00-07.00, 209.00.00-08.00, 209.00.00-09.00, 209.00.00-10.00

Bijwerking: 06/09/2010
Geldig vanaf: 01/07/2009
Geldig tot: 30/06/2011

In het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid werd op 6 juli 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst (nationaal akkoord 2009-2010) gesloten in verband met het conventioneel brugpensioen op 58 jaar. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 26 oktober 2010 onder het nr. 95215/CO/209. 

Wij geven U hierna de bepalingen van het sectoraal akkoord 2009-2010 betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar en vervolgens een commentaar.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brug­pensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze brochure.

A. Bepalingen van het sectoraal akkoord 2009-2010 in verband met brugpensioen

(…)

Artikel 7 - Brugpensioen

§1  De brugpensioenleeftijd, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst n°17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt, binnen de wettelijke mogelijkheden, op 58 jaar gebracht voor de periode gaande van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011.

(…)

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarden

Wanneer een bediende ontslagen wordt door zijn werkgever, kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 30 juni 2011. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 30 juni 2011. 

Zie ook onze brochure brugpensioen.

2. Anciënniteitsvoorwaarden

Oud stelsel van brugpensioen

Dit stelsel is van toepassing op de bedienden die werden ontslagen vóór 31 maart 2007 of waarvan het brugpensioen is ingegaan vóór 01 januari 2008.

Dit stelsel is ook van toepassing indien het ontslag werd betekend na 31 maart 2007 maar vóór 1 januari 2008 enerzijds en indien de leeftijd en de anciënniteit die vereist zijn door het betrokken stelsel, bereikt zijn op uiterlijk 31 december 2007 anderzijds.

De vereiste anciënniteit is 25 jaar en moet bereikt worden op het ogenblik van de aanvang van het brugpensioen.

Nieuw stelsel van brugpensioen

Dit stelsel is van toepassing op de bedienden die na 31 maart 2007 werden ontslagen en waarvan het brugpensioen ingaat na 31 december 2007.  

De vereiste anciënniteit is :

      Voor de mannen  :     35 jaar anciënniteit (2008)
                                         37 jaar anciënniteit: vanaf 2010
                                         38 jaar anciënniteit: vanaf 2012

      Voor de vrouwen :     30 jaar anciënniteit (2008)
                                         33 jaar anciënniteit: vanaf 2010
                                         35 jaar anciënniteit: vanaf 2012
                                         38 jaar anciënniteit: vanaf 2014

 De vereiste anciënniteit moet bereikt worden op het ogenblik van de aanvang van het brugpensioen.

 Zie ook onze brochure brugpensioen.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het interprofessioneel stelsel van brugpensioen (voornoemd K.B. van 7 december 1992), moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers.

De vervanging moet plaats vinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Zie ook onze brochure brugpensioen wat betreft de hoedanigheid van de vervanger, modaliteiten inzake de vervangingsplicht, mogelijke afwijkingen,...

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering. Zij wordt betaald door de werkgever. 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
06/07/2009
Registratienr
95215
Geldig van
06/07/2009
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
10/07/2009
Registratiedatum
26/10/2009
Onderwerp
sectoraal akkoord 2009-2010
BS Bericht van neerlegging
04/11/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/06/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
16/08/2010
Keywords
LONEN, ECOCHEQUES, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, RISICOGROEPEN, BRUGPENSIOEN, OPZEGGING/ONTSLAG, SOCIALE VREDE

Historiek
01/01/2014 31/12/2014 2201 Historiek SWT 58 jaar - Kliksysteem
01/01/2014 31/12/2013 2201 2101 Werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar
01/07/2013 31/12/2013 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2013 30/06/2013 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/07/2011 31/12/2012 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/07/2009 30/06/2011 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2007 30/06/2009 2201 2101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/07/2003 30/06/2006 2201 2101 Conventioneel brugpensioen aan 58 jaar