In het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking werd op 11 september 2019 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het sectoraal georganiseerd outplacement (nr. 153897/CO/126).

1. Principe

Outplacement is een geheel van begeleidende diensten en adviezen die, in opdracht van een werkgever, door een dienstverlener, individueel of in groep worden verleend, om een werknemer in staat te stellen zelf binnen een zo kort mogelijke termijn een betrekking bij een nieuwe werkgever te vinden of een beroepsbezigheid als zelfstandige te ontplooien.

In principe neemt de werkgever de kosten van de outplacementbegeleiding ten laste. De sectoren mogen evenwel van deze regel afwijken en de kosten collectief en/of de organisatie op zich nemen.

2. PC 126

2.1. Organisatie

Woodwize vzw is aangesteld om de coördinatie van het sectoraal georganiseerd outplacement te verzorgen. Het doet daarvoor een beroep op erkende outplacementkantoren die door het Fonds voor bestaanszekerheid worden aangesteld.

Woodwize vzw
Hof ter Vleestdreef 3
1070 Brussel
Tel. 02/558.15.51.info@woodwize.be

2.2. Rechthebbenden

2.2.1. Outplacement in de algemene regeling

De arbeider van wie de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd door middel van een opzeggingstermijn van minstens 30 weken, of een vergoeding die gelijk is aan het lopend loon dat overeenstemt hetzij met de duur van een opzeggingstermijn van minstens 30 weken, hetzij met het resterende gedeelte van die termijn, heeft recht op outplacement.

2.2.2. Outplacement in de bijzondere regeling

De arbeider die niet voldoet aan de voorwaarden van het outplacement in de algemene regeling, heeft recht op outplacement wanneer gelijktijdig voldaan is aan de volgende voorwaarden:

• de werknemer is niet ontslagen om dringende reden;
• op het ogenblik van het ontslag is de werknemer minstens 45 jaar;
• op het ogenblik van het ontslag heeft de werknemer minstens één jaar ononderbroken dienstanciënniteit bij de betrokken werkgever.

Dit recht op outplacement wordt in de sector als volgt versoepeld:

• de werknemer is niet ontslagen om dringende reden;
• op het ogenblik van het ontslag is de werknemer minstens 40 jaar;
• op het ogenblik van het ontslag heeft de werknemer minstens 5 jaar ononderbroken dienstanciënniteit bij de betrokken werkgever.

2.2.3. Bijzondere gevallen

Het sectoraal georganiseerd outplacement is ook van toepassing in het geval van herstructurering, sluiting of faillissement.

Het sectoraal outplacement staat eveneens open in het geval de werkgever zich op het einde van een reïntegratietraject beroept op de medische overmacht om de arbeidsovereenkomste te beëindigen.

2.3. Procedure

Voor het sectoraal georganiseerd outplacement volstaat het dat de ontslaggevende werkgever aan de arbeider meldt dat hij recht heeft op het sectoraal georganiseerd outplacement, en dat hij zich daarvoor dient te richten tot Woodwize vzw, het opleidingscentrum van de houtsector.

De werkgever dient de contactgegevens van Woodwize aan de betrokken arbeider te bezorgen, evenals de manier waarop en de timing (uiterlijk 2 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst) waarbinnen hij contact met Woodwize dient op te nemen.

Voorbeeld:

Wij melden u dat u recht heeft op outplacement en dat u daarvoor gebruik kan maken van het sectorale aanbod. U dient zich daarvoor te richten tot

Woodwize VZW,
Hof ter Vleestdreef 3
1070 Brussel
Tel. 02 558 15 51
info@woodwize.be

U heeft er in dit kader alle belang bij zo spoedig mogelijk contact op te nemen met Woodwize.

2.4. Financiering

De kosten aangerekend door de outplacementkantoren worden ten laste genomen door het Fonds voor bestaanszekerheid en aangerekend op zijn balansprovisie ‘vormingsactiviteiten’.

Indien de werkgever de vermindering van 4 weken loon toepast op de verbrekingsvergoeding, en voor het outplacement een beroep doet op het outplacement in de algemene regeling, is hij hiervoor een vergoeding ten belope van 4 weken loon verschuldigd. Deze bijdrage wordt geïnd door het Fonds voor Bestaanszekerheid, waar ze zal worden toegevoegd aan de balansprovisie ‘vormingsactiviteiten’.

Ingeval van versoepeling van de voorwaarden tot outplacement, zoals mogelijk in geval van herstructurering, sluiting of faillissement, kan een evenredige inspanning van de werkgever worden gevraagd, te bepalen door het beheerscomité van het Fonds voor bestaanszekerheid. In voorkomend geval wordt ook deze bijdrage toegevoegd aan de balansprovisie ‘vormingsactiviteiten’ van het Fonds voor bestaanszekerheid.

Waar mogelijk zal een beroep worden gedaan op de publieke middelen die voor herplaatsing en outplacement ter beschikking worden gesteld, zo bijvoorbeeld via het Sociaal Interventiefonds bij de VDAB, voor ontslagen ten gevolge van een faillissement.

Bij toepassing van het outplacement in het geval de werkgever zich op het einde van een reïntegratietraject beroept op de medische overmacht om de arbeidsovereenkomste te beëindigen zal de kosten worden doorgefactureerd aan de betrokken werkgever.