2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)

Paritair (sub-)Comité nr.:
126.00.00-00.00

Bijwerking: 05/02/2024
Geldig vanaf: 01/10/2023

In het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking werd op 8 november 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen door het fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking (nr. 184137/CO/126).

We geven u hierna de bepalingen betreffende de aanvullende vergoedingen werkloosheid.

1. Uitkering

1.1. Hoofdvergoeding

Een aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt toegekend aan de werknemers die recht hebben op uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid, inschakelingsuitkeringen (de vroegere wachtuitkeringen) of uitkeringen in het kader van jeugdvakantie of seniorvakantie.

Voorwaarden: moeten zij in het bezit zijn van een prestatiekaart die minstens 130 bezoldigde dagen bewijzen tijdens het refertejaar(1).

1.1.1. Afwijkingen

a) Indiensttreding tijdens de referteperiode: wordt het recht op aanvullende vergoeding geopend vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal tijdens hetwelk de 130 bezoldigde of ermee gelijkgestelde dagen worden bereikt.

b) Werknemers die de 130 bezoldigde of ermee gelijkgestelde dagen niet kunnen bewijzen tijdens de referteperiode: een bepaalde loopbaan in de sector bewijzen, volgens het aantal bezoldigde of ermee gelijkgestelde dagen. De samenstelling van de loopbaan wordt berekend van datum tot datum. De loopbaan wordt bewezen op 1 januari van ieder dienstjaar.

Aantal te bewijzenjaren tewerkstelling in de sector	Aantal bezoldigde dagen of ermee gelijkgestelde dagen
25 jaar dienst	65
20 jaar dienst	75
15 jaar dienst	85
10 jaar dienst	95
9 jaar dienst	105
8 jaar dienst	115
7 jaar dienst	125

c) Deeltijdse tewerkstelling tijdens de referteperiode: kan het attest van rechthebbende worden toegekend mits de werknemer voor de periode van deeltijdse tewerkstelling een aantal dagen bewijst dat, omgezet naar een voltijdse tewerkstelling, wel een eindresultaat van ten minste 130 bezoldigde of ermee gelijkgestelde dagen tijdens de gehele referteperiode oplevert.

_{(1) De referte periode is de periode van 1 juli t.e.m 30 juni van het kalenderjaar dat volgt op de einddatum van het refertejaar.}

1.1.2. Uitsluitingen

De werknemer kan slechts aanspraak maken op de aanvullende vergoeding voor werkloosheid in de mate dat hij ook recht heeft op werkloosheidsuitkeringen, op inschakelingsuitkeringen (de vroegere wachtuitkeringen) of op uitkeringen in het kader van jeugdvakantie of seniorvakantie.

De aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt niet toegekend op de dagen waarvoor de werknemer recht heeft op een vergoeding toegekend door een ander fonds voor bestaanszekerheid.

1.2. Aanvullende vergoeding voor gelijkgestelde dagen voor economische of technische werkloosheid, tijdelijke werkloosheid wegens overmacht

In het geval van economische of technische werkloosheid, tijdelijke werkloosheid wegens overmacht wordt de hier bedoelde aanvullende vergoeding uitbetaald, samen met de hoofdvergoeding die door het fonds voor bestaanszekerheid wordt toegekend.

In het geval van verlof om dwingende redenen (CAO nr. 45), gebeurt de uitbetaling na indiening van een aanvraagdocument waarvan het model door het beheerscomité is goedgekeurd.

2. Bedrag en duur

Vanaf 1 oktober 2023:

• de aanvullende vergoeding voor tijdelijke werkloosheid bedraagt 4,80 euro per dag;
• de aanvullende vergoeding voor gelijkgestelde dagen bedraagt 3 euro per dag.

Duur: vastgesteld op 130 per dienst jaar in de regeling van 6 vergoedbare dagen per week.

3. Wettelijke uitkering

Sinds 2012, heeft de werknemer recht op een supplement op de werkloosheidsuitkering. Het minimumbedrag van het supplement wordt bepaald op 2 euros per dag waarop de arbeider niet heeft gewerkt wegens tijdelijke werkloosheid (economisch, technisch, slecht weer). De werkgever is ertoe gehouden dit supplement te betalen, tenzij de betaling daarvan door een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst ten laste wordt gelegd van het Fonds voor Bestaanszekerheid.

Vanaf 1 januari 2024 moeten werkgevers aan de werknemers (arbeiders en bedienden) die ze in tijdelijke werkloosheid  (met uitzondering van overmacht) plaatsen voor elke door de werkloosheid vergoede dag een bijkomend supplement van 5 euro betalen, tenzij de betaling ervan door een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst ten laste wordt gelegd van het Fonds voor Bestaanszekerheid. Dit wettelijk supplement van 5 euro moet steeds betaald worden bovenop de bestaande supplementen die reeds voorzien zijn bij wet, CAO of andere bestaande afspraken in ondernemingen. Voor meer info, verwijzen wij u naar ons artikel.

PC 126: De werkgever moet een aanvullende vergoeding van min. 2 EUR/dag werkloosheid betalen na de vergoedbare periode voorzien door de sector  (vanaf de 131^ste dag). De aanvullende vergoeding van 5 euro moet steeds betaald worden voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid met uitzondering van overmacht en dit bovenop de voorziene sectorale toeslag. 

4. Tabel

Duur	Bedrag/dag	Type werkloosheid	Tussenkomst
130 dagen	7,80 EUR (4,80 + 3,00)	Elke soort werkloosheid	Fonds
	+ 5 EUR wettelijk	Elke soort werkloosheid behalve overmacht
Vanaf 131ste dag + arbeiders die niet aan de toekenningsvoorwaarden voldoen	2 EUR wettelijk	Economisch, technisch, slecht weer	Werkgever
	+ 5 EUR wettelijk	Elke soort werkloosheid behalve overmacht	Fonds

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO 08/11/2023	Registratienr 184137	Geldig van -	Geldig tot -
Neerleggingsdatum 13/11/2023		Registratiedatum 27/11/2023
Onderwerp Vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen door het fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking
BS Bericht van neerlegging 12/12/2023		Algemeen verbindend verklaring Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van -		Gepubliceerd in het B.St. van -
Keywords EINDEJAARSPREMIE, TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), UITZENDARBEID, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, EINDEJAARSPREMIE
Tekst aangepast op 04/12/2023

Historiek
01/10/2023	31/12/2050	2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)
01/01/2022	30/09/2023	2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)
01/10/2019	31/12/2021	2002 Bestaanszekerheidsuitkeringen (tijdelijke werkloosheid)
01/01/2012	30/09/2019	2002 2004 Supplement bij tijdelijke werkloosheid
01/10/2011	31/12/2013	2002 Minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding brugpensioen
01/01/2010	30/09/2011	2002 Jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen
01/01/2009	31/12/2009	2002 Jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen
01/01/2007	31/12/2008	2002 Jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen
01/01/2005	31/12/2006	2002 Jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen
01/01/2001	31/12/2004	2002 Jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen
01/01/1993	31/12/2000	2002 Jaarlijkse regularisatievergoeding voor werklozen