1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 23/01/2002
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 31/12/2002

In het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf werd op 5 juli 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsakkoorden in de bouw voor de jaren 2001-2005.

Zij werd geregistreerd onder het nummer 59610/CO/124; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 21 november 2001.

 

De CAO van 5 juli 2001 organiseert de verschillende opleidingsstelsels  : zie onze hoofdstukken :

 

30.2

regeling van het bouwleerlingwezen

48.1

Peterschapdregeling

48.3

Opleidingskrediet

48.4

regelingen van de opleidingsplanning, de opleiding van korte duur, de veiligheidsopleiding, de opleiding van de ongeschoolde arbeiders, de winteropleidingen.

 

De CAO van 13 september 2001 organiseert de toepassingsprocedures voor de opleidings- en tewerkstellingsregelingen voor  werknemers voor de jaren 2001-2005.

Zij werd geregistreerd onder het nummer 59609/CO/124 en het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 21 november 2001 (zie ook in Hfdst.48.4)

 

De CAO van 5 juli 2001 organiseert ook de tewerkstellingsstelsels :

·                                       de opleidingspremies : zie Hfdst.48.5

·                                       de bevordering van de sectorale opleidings- en tewerkstellingsstelsels en organisatie van de initiatieven van het Fonds voor vakopleiding  op lokaal vlak (niet  behandelt in onze documentatie)

                           

 

Voor de bijdragen aan het Fonds voor Vakopleiding : zie Hfdst.19

 

 

*****************

 

 

Twee CAO's omschrijven de initiatieven ter bevordering van de specifieke risicogroepen :

 

1.     De CAO van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsakkoorden in de bouw voor de jaren 2001-2005 (59610/CO/124) :

 

bepaalt  de maatregelen ten voordele van volgende specifieke categorieën van de "risicogroepen bouw":

·       de personen die zich in de situatie bevinden van opleiding door werken of van inschakeling in initiatieven die tot de sociale economie behoren;

·       de langdurig werklozen die een basisopleiding bouw volgen;

·       de werkzoekenden van minstens 45 jaar die een basisopleiding bouw volgen.

 

 

2.     De CAO van 5 juli 2001 - Duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen (59596/CO/124) :

 

omschrijft de maatregelen i.v.m. :

·       de inschakeling van laag- of ongeschoolde jongeren

·       de opleiding van de laaggeschoolde werknemers

·       de ontwikkeling van gezamenlijke initiatieven met het onderwijs.

en omschrift ook de toekenningsmodaliteiten  van de bij artikel 106 bedoelde overgangspremie

 

Wij geven U hieronder de algemene bepalingen van deze CAO's en verwijzen bij elk deel naar het hoofdstuk waarin de reglementering verder wordt uitgevoerd.

 

 

 

 

1.  CAO van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005 (59610/CO/124)

TITEL I - Algemene bepalingen

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied, referenties en definities

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder arbeiders wordt verstaan de arbeiders en arbeidsters.

Artikel 2

§1        (...)

§2        Deze overeenkomst bepaalt en organiseert volgende bijkomende initiatieven ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling:

-      (...)

-      de specifieke ondersteuningsmaatregelen voor de inschakeling van de specifieke "risicogroepen";

-      (...)

§3        Deze overeenkomst belet niet dat andere regelingen of instrumenten ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling worden toegepast door de ondernemingen bedoeld in artikel 1.

             Op voorstel van de gewestelijke oriëntatiegroepen van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid kan de Raad van Bestuur van het Fonds bovendien beslissen om instrumenten of initiatieven voor opleiding en tewerkstelling uitgaand van de gewestelijke of gemeenschapsoverheden te erkennen als gelijkwaardig of complementair met de regelingen bedoeld in §1.

 

HOOFDSTUK II - Algemene financieringsregels

Zie Hfdst. 19 (bijdragen voor het Fonds voor vakopleiding)

 

(....)

 

HOOFDSTUK V - De initiatieven ten voordele van de risicogroepen

Artikel 99

De inspanningen ten voordele van de "risicogroepen bouw" die worden geleverd in toepassing van de opeenvolgende overeenkomsten over de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen, worden voortgezet gedurende de toepassingsperiode van deze overeenkomst.

De in lid 1 bedoelde inspanningen hebben hoofdzakelijk betrekking op de inschakeling van ongeschoolde of laaggeschoolde jongeren, op de opleiding van laaggeschoolde arbeiders en op de ontwikkeling van gezamenlijke initiatieven met het onderwijs.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de integratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen gedurende de periode 2001-2002 omschrijft de inhoud van de in de vorige leden bedoelde inspanningen nader.

 

Commentaar : zie tekst van deze CAO hierna.

Artikel 100

Tijdens de toepassingsperiode van deze overeenkomst zullen bijkomende inspanningen worden geleverd ten voordele van volgende specifieke categorieën van de "risicogroepen bouw":

-      de personen die zich in de situatie bevinden van opleiding door werken of van inschakeling in initiatieven die tot de sociale economie behoren;

-      de langdurig werklozen die een basisopleiding bouw volgen;

-      de werkzoekenden van minstens 45 jaar die een basisopleiding bouw volgen.

De bepalingen van dit hoofdstuk stellen de algemene beginselen vast van de initiatieven die moeten worden genomen ten voordele van de in lid 1 bedoelde specifieke categorieën; deze beginselen worden uitgevoerd door de bepalingen van de in artikel 99, lid 3 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst.

 

Afdeling 1 - De initiatieven op het vlak van de sociale economie

Artikel 101

De in toepassing van deze afdeling te ontwikkelen initiatieven hebben tot doel de overgang te stimuleren en te organiseren van personen die een opleiding of een inschakeling volgen in een project van de sociale economie, hierna "de stagiairs in opleiding of inschakeling" genoemd, naar een volledige beroepsopleiding van de bouwsector en naar de tewerkstelling in een in artikel 1 bedoelde onderneming.

Het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid coördineert de initiatieven die aan het in lid 1 bepaalde objectief van overgang beantwoorden.

Artikel 102

Bij het uitdenken en organiseren van de bij artikel 101 bedoelde overgangsinitiatieven, moet rekening worden gehouden met de verschillen in opleidings- of vooropleidingsniveau in de groepen van stagiairs in opleiding of inschakeling.

De Raad van Bestuur van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid bepaalt, rekening houdend met de in artikel 101 bepaalde doelstelling, de natuur van voormelde overgangsinitiatieven.

Artikel 103

De in toepassing van deze afdeling georganiseerde overgangsinitiatieven zijn van toepassing op de stagiairs in opleiding of inschakeling in een organisme van de sociale economie dat een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid.

De in lid 1 bedoelde overeenkomst bepaalt met name de verplichtingen die de promotor van het project van de sociale economie heeft in het kader van zijn actieve medewerking aan de realisatie van het overgangsobjectief dat nagestreefd wordt door de samenwerkingsovereenkomst.

De in lid 1 bedoelde overeenkomst moet, op eenparig advies van het uitvoerend bureau van de bevoegde FVB-regio, worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid.

 

Afdeling 2 - Hulp bij de opleiding van de langdurig werklozen

Artikel 104

De initiatieven die in toepassing van deze afdeling worden ontwikkeld, hebben tot doel de overgang van de bij artikel 105 bedoelde langdurig werklozen en werkzoekenden van minstens 45 jaar naar een tewerkstelling in een bij artikel 1 bedoelde onderneming, te bevorderen.

Artikel 105

De bij de toepassing van deze afdeling bedoelde langdurig werklozen, zijn de werkzoekenden die ten minste 6 maanden werkloos zijn en die met vrucht een basisopleiding bouw van minstens 300 uur hebben gevolgd in een door het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid erkend opleidingscentrum.

Artikel 106

Het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid kent het voormelde erkende opleidingscentrum een overgangspremie van 247,89 EUR toe per in artikel 105 bedoelde langdurig werkloze die wordt aangeworven in een bij artikel 1 bedoelde onderneming.

De bij artikel 99, lid 3 vermelde collectieve arbeidsovereenkomst omschrijft de toekenningsmodaliteiten van de lid 1 bedoelde overgangspremie nader.

 

Artikel 107

De bij artikel 106 bedoelde overgangspremie is van toepassing vanaf 1 september 2001.

(.....)

TITEL V - Slotbepalingen

Artikel 113

§1        Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2001 en loopt af op 30 juni 2005.

(...)

 

Artikel 114

In afwijking op artikel 113, eerste lid, zijn de bedragen die in deze CAO zijn uitgedrukt in euro geldig vanaf 1 januari 2002.

Voor de periode van 1 juli 2001 tot en met 31 december 2001, gelden in plaats van de bedragen uitgedrukt in euro, de bedragen uitgedrukt in Belgische frank, overeenkomstig de volgende tabel:

 

Artikel

 

 

 

BEF

EUR

(...)

 

 

106, lid 1

10.000

          247,89

 

 

 

 

2.       CAO van 5 juli 2001 - Duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen (59596/CO/124)

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren.

Onder arbeiders verstaat men de arbeiders en arbeidsters.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ter uitvoering van:

1°    de wet ter uitvoering van de bepalingen van het Interprofessioneel Akkoord van 22 december 2000 die de maatregelen ten voordele van de risicogroepen betreffen;

2°    artikel 99, 3de lid van arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005.

Ze heeft tot doel de verschillende instrumenten te bepalen waarvan de sector gebruik zal kunnen maken tijdens de looptijd van deze CAO, om de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen te bevorderen.

HOOFDSTUK II -  Acties ten bate van laag- of ongeschoolde jonge werkzoekenden

Afdeling 1 - Doelgroep

Artikel 3

Onder laag- of ongeschoolde jonge werkzoekenden dient men de volgende risicogroepen te verstaan:

1°    de jongeren die nog onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht;

2°    de jongeren van minder dan 25 jaar oud die hun zesde maand van inschrijving als werkzoekende ingaan en die geen diploma van hoger secundair onderwijs hebben;

3°    laaggeschoolde werkzoekenden van 18 tot 23 jaar oud die geen diploma van het technisch of beroepssecundair bouwonderwijs hebben;

4°    bijzonder moeilijk te plaatsen werkzoekenden die tewerkgesteld zijn in inschakelingsinitiatieven die behoren tot de sociale economie (erkend door het F.V.B.).

Afdeling 2 – Instrumenten voor duurzame beroepsintegratie en herintegratie

Artikel 4

Onder acties ten bate van laag- of ongeschoolde jonge werkzoekenden, dient men te verstaan:

1°    voor de werkzoekenden bedoeld in artikel 3, 1°, de acties ondernomen in het kader van de leerovereenkomst voor jongeren zoals georganiseerd door Titel II, Hoofdstuk I, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005;

2°    voor de werkzoekenden van minder dan 25 jaar oud bedoeld in artikel 3, 2°, de acties ondernomen:

a)    in het kader van de samenwerkingsovereenkomsten tussen het F.V.B. en de V.D.A.B., de F.O.R.Em., Bruxelles-Formation of het Arbeitsamt voor zowel het Vlaams, het Waals als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige gemeenschap;

b)    in het kader van het bouwleerlingwezen, zoals georganiseerd door Titel II, Hoofdstuk I van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van de opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren in 2001 tot 2005;

c)    in het kader van het Koninklijk Besluit nr. 495 van 31 december 1986 tot invoering van een regeling van alternerend leren/werken voor jongeren van 18 tot 25 jaar;

3°    voor de laaggeschoolde werkzoekenden bedoeld in artikel 3, 3°, de acties ondernomen in het kader van het bouwleerlingwezen bedoeld in punt 2, b van dit artikel;

4°    voor de werkzoekenden bedoeld in artikel 3, 4° de acties ondernomen in het kader van de samenwerkingsovereenkomsten met inschakelingsinitiatieven die behoren tot de sociale economie (erkend door het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid) met het oog op de noodzakelijke vooropleiding om een minimumdrempel te verkrijgen die vereist is voor de toegang tot het leerlingwezen.

Artikel 5

In het kader van de in dit hoofdstuk omschreven acties, hebben de FVB-regio's, in het kader van de opdrachten die hen worden gegeven door artikel 108, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005 onder meer de taak:

1°    de jongeren bedoeld in artikel 3 te oriënteren naar de verschillende deeltijdse opleidingsregelingen;

2°    ondernemingen te zoeken om hen op te leiden in het kader van de regelingen bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst.

HOOFDSTUK III -   Acties ten bate van laag- of ongeschoolde bouwvakarbeiders

Afdeling 1 - Doelgroep

Artikel 6

Onder laag- of ongeschoolde bouwvakarbeiders dient men de doelgroep te verstaan die bestaat uit de volgende risicogroepen :

1°    de in de bouwsector tewerkgestelde arbeiders die onvoldoende of niet geschoold zijn voor de door hen uit te voeren taken;

2°    de in de bouwsector tewerkgestelde arbeiders die geconfronteerd worden met nieuwe technologieën;

3°    de in de bouwsector tewerkgestelde arbeiders die getroffen worden door een collectief ontslag of een herstructurering.

Afdeling 2 –    Instrumenten ter bevordering en behoud van de beroeps­kwalificaties

Artikel 7

Onder acties ten bate van laag- of ongeschoolde bouwvakarbeiders, dient men de acties te verstaan die worden ondernomen in het kader:

1°    van de opleidingen van korte duur zoals georganiseerd door Titel III, Hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005;

2°    van de opleidingsplanning zoals georganiseerd door Titel III, Hoofdstuk II van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels in de bouw voor de jaren 2001 tot 2005;

3°    van de avond- en zaterdagopleidingen zoals georganiseerd door Titel IV, Hoofdstuk I, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005;

4°    van de winteropleidingen zoals door Titel IV, Hoofdstuk I van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001-2005;

5°    van de specifieke opleidingen voor arbeiders die geen enkele beroepsbekwaamheid hebben, uitgewerkt ter uitvoering van Titel IV, Hoofdstuk I, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001-2005.

De verschillende opleidingsacties bedoeld in het eerste lid hebben tot doel tijdens de looptijd van deze overeenkomst de basisopleiding, de bij- en herscholing of de vervolmaking in de verschillende bouwberoepen verder uit te bouwen voor de doelgroep vermeld in artikel 6.

Artikel 8

In het kader van de in dit hoofdstuk omschreven acties, heeft de regiomanager, wiens algemene rol omschreven is in artikel 15 van deze overeenkomst, met name de opdracht:

1°    het paritair overleg op het niveau van de FVB-regio te organiseren voor alle regelingen voor de opleiding van werknemers;

2°    de opleidingen voor nieuwe technologieën te organiseren in nauwe samenwerking met de centra voor nieuwe technologieën.

HOOFDSTUK IV -         Acties ter ondersteuning en bevordering van het bouwvakonderwijs

Afdeling 1 - Doelgroep

Artikel 9

De doelgroep voor de acties ter ondersteuning en bevordering van het bouwvakonderwijs bestaat uit jongeren die voltijds bouwonderwijs volgen of willen volgen om een getuigschrift te behalen van de tweede of derde graad van het technisch of beroepssecundair onderwijs (gericht op de bouw) of een getuigschrift van het bijzonder secundair onderwijs (gericht op de bouw).

Afdeling 2 -     Instrumenten ter ondersteuning en bevordering van het bouwvakonderwijs

Artikel 10

Het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid heeft de opdracht het beroepssecundair en technisch bouwonderwijs te stimuleren en te bevorderen.

Om de doelstelling vermeld in het eerste lid te verwezenlijken, worden onder andere de volgende middelen aangewend:

-      het sluiten van een globaal convenant;

-      ontwikkeling van didactische middelen zoals handboeken en cursussen, de organisatie en de uitbouw van de stages voor de leerlingen;

-      bijscholing van leerlingen en leraren;

-      promotie van het bouwonderwijs bij jongeren, ouders en centra voor leerlingenbegeleiding (C.L.B.).

Artikel 11

Het peterschap, zoals georganiseerd door Titel II, Hoofdstuk II van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005, vormt het instrument om de duurzame beroepsintegratie van jonge afgestudeerden van het technisch en beroepsonderwijs bouw te bevorderen.

Artikel 12

In het kader van de in dit hoofdstuk omschreven acties, hebben de FVB-regio's, in het kader van de opdrachten die hen worden gegeven door artikel 108 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001-2005, onder meer de taak:

1°    de schoolplichtige jongeren te oriënteren naar het voltijds bouwonderwijs;

2°    bedrijfsstages te zoeken voor jongeren uit het voltijds onderwijs;

3°    convenanten te sluiten met de scholen;

4°    de jongeren te informeren over de bouwberoepen;

5°    de overgang van afgestudeerden van het voltijds bouwonderwijs naar de ondernemingen in het kader van het peterschap te organiseren.

HOOFDSTUK V -  Algemene steunmaatregel voor alle acties ten bate van de doelgroepen bedoeld in de Hoofdstukken II tot IV van deze overeenkomst

Afdeling 1 - Financiële tegemoetkomingen

Artikel 13

Voor de verwezenlijking van de in deze overeenkomst beoogde doelstellingen kan het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid bijdragen:

1°    tot de financiering van een specifiek collectief steunprogramma ten bate van de opleidingscentra;

2°    tot het medebeheer en de cofinanciering van de opleidingsacties verduidelijkt in de samenwerkingsovereenkomsten met de V.D.A.B., de F.O.R.Em., Bruxelles-Formation en het Arbeitsamt;

3°    tot de oprichting van een netwerk van punten waar de vraag en het aanbod van arbeidskrachten elkaar kunnen vinden.

Het Fonds voor vakopleiding kan bijdragen tot de financiering:

1°    van een specifiek steunprogramma;

2°    van didactisch materiaal;

3°    van bouwmaterialen;

4°    van premies voor tewerkstelling en opleiding, omschreven, krachtens artikel 98 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005, door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de toekenning van een tewerkstellings- of een opleidingspremie aan de bouwwerkgevers en hun bouwvakarbeiders.

Artikel 14

Krachtens artikel 106 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005, wordt door het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid een overgangspremie van 247,89 EUR per langdurig werkloze bedoeld in artikel 104 van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst toegekend aan het erkend opleidingscentrum.

Deze overgangspremie wordt toegekend voor iedere indienstneming in een onderneming, bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst, volgens de onderstaande modaliteiten:

-      de indienstneming in een onderneming bedoeld in artikel 1 moet een minimumduur van 18 maanden hebben;

-      de overgangspremies worden gegroepeerd uitbetaald op basis van een afrekening op het einde van het jaar;

-      het jaarlijks bedrag van de overgangspremies moet door het erkend opleidingscentrum worden besteed aan de verbetering van zijn infrastructuur en zijn uitrusting; over de besteding van de premies zal vóór de uitbetaling overleg worden gevoerd met het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid.

Het Fonds voor vakopleiding kan nagaan hoe de uitbetaalde premies worden aangewend.

Afdeling 2 - Reorganisatie van de taken van de FVB-regio's

Artikel 15

Om de specifieke opdrachten te ondersteunen die hem door deze collectieve arbeidsovereenkomst worden gegeven, heeft de regiomanager de opdracht, krachtens artikel 108 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005:

1°    de opleidingen ten behoeve van bouwvakarbeiders te organiseren en op te volgen, met inbegrip van het vereiste subregionaal paritair overleg voor de praktische uitvoering van deze opleidingen;

2°    in te staan voor de oriëntering van werkzoekenden naar de bouwopleidingen en hun overgang naar de sector te organiseren.

In het kader van de opdrachten die aan de FVB-regio's worden gegeven door artikel 108 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2001 tot 2005, kunnen de FVB-regio's een beroep doen op de in het eerste lid bedoelde regiomanager om:

1°    de contacten te organiseren met het voltijds bouwonderwijs;

2°    de follow-up van de deeltijdse opleidingsregelingen te organiseren, met name door te zorgen voor de contacten met de centra voor deeltijds onderwijs.

3°    deel te nemen aan de opdrachten bepaald in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

4°    deel te nemen aan de opdrachten bepaald in artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK VI - Berekening van de theoretische stageverplichting voor de sector

Artikel 16

Volgens de statistische gegevens van de RSZ beschikbaar op 30 juni 1999, zijn er 452 bouw­ondernemingen die 50 of meer werknemers tewerkstellen en hebben zij in totaal 49.949 werknemers;

Op basis van de gegevens bedoeld in het eerste lid, is de sector, ter uitvoering van artikel 42 van de Wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, theoretisch verplicht om voor 1.498 personen startbaanovereenkomsten te sluiten.

 

HOOFDSTUK VII - Slotbepalingen

Artikel 17

Het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid is belast met de uitvoering, opvolging en coördinatie van alle acties en tegemoetkomingen die worden vastgesteld in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 18

Voor de in deze overeenkomst vastgestelde opleidingsacties voor risicogroepen wordt een inspanning van ten minste 0,15 % van de jaarlijkse loonmassa van de sector gedaan voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000.

Artikel 19

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en loopt af op 31 december 2002.

Artikel 20

In afwijking op artikel 19, zijn de bedragen die in deze CAO zijn uitgedrukt in euro geldig vanaf 1 januari 2002

Voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001, gelden in plaats van de bedragen uitgedrukt in euro, de bedragen uitgedrukt in Belgische frank, overeenkomstig de volgende tabel:

Artikel

 

BEF

EUR

14, lid 1

10.000

247,89

 

 

 


Historiek
01/01/2023 31/12/2024 1903 Duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen
01/01/2021 31/12/2022 1903 Duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen
01/01/2019 31/12/2020 1903 Duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen
01/09/2017 31/12/2018 1903 4802 Duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen
01/01/2017 31/08/2017 1903 4802 Duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen
01/01/2016 31/12/2016 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/01/2015 31/12/2015 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/01/2013 31/12/2014 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/01/2011 31/12/2012 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/01/2009 31/12/2010 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/01/2007 31/12/2008 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/01/2005 31/12/2006 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/09/2003 31/12/2004 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/01/2003 31/08/2003 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/01/2001 31/12/2002 1903 4802 Maatregelen voor de inschakeling van de specifieke risicogroepen
01/06/1999 30/06/2001 1903 4802 Het peterschap voor restauratieberoepen in de bouw