Op 12 september 2013 werd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten betreffende de arbeidsduurvermindering. Deze CAO legt voor de jaren 2013 en 2014 de 6 collectieve inhaalrustdagen vast tijdens de hoofdperiode die aanvangt op het einde van het jaar.

Zij voorziet tevens in een bijkomende sanctie voor werkgevers die veelvuldig gebruik maken van economische werkloosheid voor hun arbeiders. 

Voor werknemers die meer dan 75 dagen economisch werkloos werden gesteld tijdens de referteperiode die loopt van het 4de kwartaal van het vorige jaar tot en met het 3de kwartaal van het jaar waarin de hoofdperiode van de rustdagen een aanvang neemt, zal het dagbedrag van de uitkeringen die deze arbeiders van het Fonds ontvangen voor deze rustdagen, worden geproratiseerd.

Vervolgens zullen deze dagbedragen door het Fonds worden teruggevorderd bij de werkgevers.

Wij geven u hierna de tekst van de bepalingen van deze CAO die deze bijkomende sanctie opleggen.

CAO 12 september 2013

Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren.

Onder "arbeiders" wordt verstaan, de arbeiders en de arbeidsters.

Deze overeenkomst is eveneens van toepassing op de uitzendkrachten tewerkgesteld bij een onderneming bedoeld in het 1ste lid, en op het uitzendkantoor dat hen ter beschikking stelt.

...

Hoofdstuk 4 - Strijd tegen de sociale fraude

Artikel 9

In afwijking op artikel 5 bepaalt dit hoofdstuk:

1° specifieke regels voor de berekening van de dagelijkse forfaitaire vergoeding voor de arbeiders die tijdens de referteperiode gedurende ten minste 75 dagen tijdelijk werkloos werden gesteld bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken;

2° de modaliteiten van terugvordering van de vergoedingen voor de rustdagen bij de werkgevers bij wie de onder 1° bedoelde arbeiders waren tewerkgesteld tijdens de referteperiode.

Afdeling 1 - Definities

Artikel 10

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

1° Referteperiode: de periode van 4 kwartalen die voorafgaat aan het kwartaal waarin de hoofdperiode van de rustdagen een aanvang neemt;

2° Gepresteerde dagen: alle dagen die aangegeven zijn via de Dmfa-aangifte verminderd met de rustdagen (code 12), de vakantiedagen (codes 2 en 3) en de dagen economische werkloosheid (code 71);

3° Dagen economische werkloosheid: de dagen die zijn aangegeven via de Dmfa-aangifte onder code 71;

4° Baremiek dagbedrag: het dagbedrag dat volgens de barema's van het Fonds voor Bestaanszekerheid wordt toegekend aan de arbeider die minder dan 75 dagen economische werkloosheid kende in de referteperiode;

5° Pro rata dagbedrag: het dagbedrag voor de rustdagen berekend volgens de formule bepaald bij artikel 11.

Afdeling 2 - Berekeningsformule van de vergoeding voor de rustdagen

Artikel 11

Als de arbeider tijdens de referteperiode minstens 75 dagen economisch werkloos werd gesteld, wordt het dagbedrag van de rustdagen pro rata berekend volgens de volgende formule:

Baremiek dagbedrag x Gepresteerde dagen in referteperiode

                                                      229

Het pro rata dagbedrag kan niet lager zijn dan het bedrag van de werkloosheidsvergoeding die wordt toegekend aan een werknemer met gezinslast - code 59, dat geldig is op 1 oktober van het jaar waarin de hoofperiode van de rustdagen een aanvang neemt. Indien het resultaat van de voormelde berekening kleiner is dan dit minimumbedrag, wordt een pro rata dagbedrag toegekend gelijk aan dit minimumbedrag.

Afdeling 3 - Terugvorderingsmodaliteiten van de vergoedingen voor de rustdagen

Artikel 12

Het Fonds voor Bestaanszekerheid vordert het aan de in artikel 11 bedoelde arbeiders uitbetaalde pro rata bedrag voor de rustdagen terug bij de werkgevers.

Artikel 13

Indien de arbeider in de referteperiode bij slechts één werkgever was tewerkgesteld, wordt de volledige pro rata berekende vergoeding teruggevorderd bij deze werkgever.

Artikel 14

Indien de arbeider in de referteperiode bij meerdere arbeiders was tewerkgesteld, wordt er enkel overgegaan tot terugvordering bij die werkgever(s) bij wie er een overmatig gebruik van economische werkloosheid geweest is voor de betrokken arbeider in de referteperiode.

Er is een overmatig gebruik van economische werkloosheid in de zin van vorig lid wanneer het resultaat van de volgende formule groter of gelijk is aan 0,3275:

                     Aantal dagen eco bij WG

   Aantal dagen Dmfa bij WG - vakantiedagen - rustdagen  

Het terug te vorderen bedrag wordt als volgt berekend:

   Bedrag pro rata x   Aantal dagen eco bij WG

                               Aantal dagen eco in referteperiode  

Hoofdstuk 5 - Geldigheidsduur 

Artikel 15

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2013 en verstrijkt op 2 januari 2015.

Zij vervangt de CAO van 14 juni 2012 betreffende de arbeidsduurvermindering (registratienummer: 110227/CO/124000).