0601 0602 Anciënniteitspremie

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 19/10/2007
Geldig vanaf: 01/07/2007
Geldig tot: 30/06/2009

Op 21 juni 2007 werd er in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de anciënniteitspremie. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nr. 85054/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 oktober 2007.

WIj geven U hierna de tekst van deze CAO en vervolgens een commentaar.

Vanaf oktober 2006 is er geen bedrijfsvoorheffing meer verschuldigd op die anciënniteitspremie (zie punt 8 van de commentaar).

A. Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren.

Onder “arbeiders” wordt verstaan, de arbeiders en de arbeidsters.

Artikel 2

Deze overeenkomst heeft tot doel de CAO van 2 juni 2005 betreffende de anciënniteitspremie te vervangen.

HOOFDSTUK II - Toekenning van een anciënniteitspremie

Artikel 3

Een arbeider, die vanaf 1 juli 2007 een ononderbroken anciënniteit van 25 jaar binnen dezelfde onderneming bereikt, heeft recht op een één­malige brutopremie van 400 EUR.

Hiertoe is vereist dat de arbeider minstens één dag gewerkt heeft in een periode van één jaar die voorafgaat aan de dag waarop hij betreffende anciënniteit bereikt.

De werkgever is gehouden de bedoelde premie te betalen op de dag dat de werknemer zijn anciënniteit verwerft, of ten laatste, op de eerstvolgende betaaldag.

Artikel 4

Onverminderd artikel 3, heeft een arbeider die op 1 juli 2007 een ononderbroken anciënniteit van 35 jaar binnen dezelfde onderneming heeft of die anciënniteit na deze datum bereikt, recht op een éénmalige brutopremie van 600 EUR.

Hiertoe is vereist dat de arbeider minstens één dag gewerkt heeft in een periode van één jaar die 1 juli 2007 voorafgaat wanneer hij op die datum een ononderbroken anciënniteit van 35 jaar heeft binnen dezelfde ondernming. Bereikt hij deze anciënniteit na de datum van 1 juli 2007, dan is vereist dat hij minstens één dag gewerkt heeft in een periode van één jaar die voorafgaat aan de dag waarop hij de betreffende anciënniteit bereikt.

De werkgever is gehouden de bedoelde premie te betalen op de eerstvolgende betaaldag na 1 juli 2007, als de arbeider op die datum een ononderbroken anciënniteit van 35 jaar heeft binnen dezelfde onderneming. Bereikt hij deze anciënniteit na de datum van 1 juli 2007 wordt de premie betaald op de dag dat de werknemer zijn anciënniteit verwerft, of ten laatste, op de eerstvolgende betaaldag.

HOOFDSTUK III - Suppletieve regeling

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is suppletief.

HOOFDSTUK IV - Overgangsbepaling

Artikel 6

De arbeiders die genoten hebben van de anciënniteitspremie ingevoerd bij de CAO van 2 juni 2005 betreffende de anciënniteitspremie of elk ander equivalent voordeel, kunnen enkel aanspraak maken op de premie bedoeld in artikel 4 voor zover zij aan de voorwaarden voldoen.

Aan die arbeiders moet evenmin het verschil toegekend worden tussen het bedrag bepaald in de CAO van 2 juni 2005 en het bedrag bepaald in artikel 3 van deze overeenkomst. 

HOOFDSTUK V – Geldigheidsduur

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 juli 2007.

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.

Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

B. Commentaar

Hieronder vindt U een commentaar bij de betalingsvoorwaarden van de anciënniteitspremie. De interpretatie die in deze commentaar aan de bepalingen van de CAO wordt gegeven, werd ons bevestigd door de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf.

1. Anciënniteit van 25 jaar en 35 jaar vanaf 1 juli 2007

De arbeider die vanaf 1 juli 2007, 25 jaar of 35 jaar dienst heeft in dezelfde onderneming heeft recht op een anciënniteitspremie.

2. 25 of 35 jaar in dezelfde onderneming

De anciënniteit moet worden bereikt in dezelfde onderneming. Een anciënniteit van 25 of 35 jaar in de sector volstaat voor de arbeider dus niet om recht te hebben op de premie. 

Onder onderneming moet worden verstaan de technische bedrijfseenheid en niet de juridische entiteit. Een verandering in de rechtsvorm van de werkgever heeft dus geen invloed op de anciënniteit. Ook in geval van een conventionele overdracht van activiteit, behoudt de arbeider zijn anciënniteit.

3. Ononderbroken anciënniteit van 25 jaar

De anciënniteit van 25 of 35 jaar moet ononderbroken zijn. De arbeider mag eventueel met verschillende arbeidsovereenkomsten hebben gewerkt maar die moeten elkaar opvolgen: er mag geen onderbreking tussen hen zijn.

4. Vereiste van minstens één gewerkte dag

Om recht te hebben op de anciënniteitspremie, moet de arbeider minstens één dag hebben gewerkt in de periode van één jaar voor de dag waarop hij die anciënniteit bereikt. Deze voorwaarde wordt gesteld om te vermijden dat arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst sedert meer dan één jaar geschorst is, ook recht zouden hebben op de premie. Zo worden met name langdurige zieken van het voordeel uitgesloten.

Wanneer de arbeider na 1 juli 2007 zijn 25 of 35 jaar anciënniteit bereikt, is de periode tijdens welke de arbeider minstens één dag moet gewerkt hebben de periode van één jaar die voorafgaat aan de dag waarop hij 25 of 35 jaar anciënniteit heeft.

Voorbeeld:

Een arbeider heeft 35 jaar dienst in dezelfde onderneming op 17 juli 2007. Om recht te hebben op de anciënniteitspremie moet hij minstens één dag hebben gewerkt in de periode tussen 17 juli 2006 en 16 juli 2007.

Wanneer de arbeider zijn anciënniteit van 25 jaar reeds bereikt voor 1 juli 2007 dan interpreteert de Confederatie van de bouw de tekst van de CAO als volgt. De periode tijdens welke de arbeiders minstens één dag moet gewerkt hebben is de periode van één jaar die voorafgaat aan de dag waarop het recht op de anciënniteitspremie onstaat (d.w.z. de dag van inwerkingtreding van de CAO: 1 juli 2007). Om recht te hebben op de premie moet de arbeider dus minstens één dag gewerkt hebben in de periode begrepen tussen 1 juli 2006 en 30 juni 2007.

Voorbeeld:

Een arbeider heeft op 15 september 2000 35 jaar dienst in de onderneming. Om recht te hebben op de anciënniteitspremie moet hij minstens één dag hebben gewerkt in de periode tussen 1 juli 2006 en 30 juni 2007.

5. Eenmalige premie

De anciënniteitspremie is een eenmalige premie: zij moet slechts éénmaal worden betaald ter gelegenheid van 25 of 35 jaar anciënniteit van de arbeider.

6. Vast bedrag

De anciënniteitspremie bedraagt 400 EUR bruto op 25 jaar en 600 EUR op 35 jaar. Dit bedrag wordt niet pro rata toegepast op de werknemers die deeltijds werken.

7. Tijdstip van betaling van de premie

De anciënniteitspremie moet worden betaald op de dag waarop de werknemer de anciënniteit bereikt of ten laatste op de eerstvolgende betaaldag van het loon.

8. Sociale en fiscale inhoudingen op de premie

De anciënniteitspremie is niet onderworpen aan de patronale en persoonlijke bijdragen voor sociale zekerheid want zij voldoet aan de voorwaarden van vrijstelling die door de RSZ worden opgelegd voor dergelijke premies. Die voorwaarden zijn:

  • de premie mag hoogstens tweemaal worden toegekend tijdens de loopbaan van de werknemer bij een werkgever,
  • de eerste toekenning mag ten vroegste voorkomen in het kalenderjaar  waarin de werknemer 25 jaar dienst heeft bij de werkgever en het bedrag van de premie mag hoogstens gelijk zijn aan éénmaal het brutobedrag van het maandloon,
  • de tweede toekenning mag ten vroegste voorkomen in het kalenderjaar waarin de werknemer 35 jaar dienst heeft bij de werkgever en het bedrag van de premie mag hoogstens tweemaal het brutobedrag van het maandloon bedragen.

De anciënniteitspremie die aan die voorwaarden voldoet is vrijgesteld van sociale bijdragen, onafgezien van het feit of zij al dan niet reglementair is vastgesteld (dus of de werknemer er al dan niet aanspraak op kan maken).

Sinds oktober 2006 is er geen bedrijfsvoorheffing meer verschuldigd op de anciënniteitspremie.

De Confederatie heeft bij de fiscale administratie gepleit voor een aanpassing van de fiscale regeling aan het sociaal stelsel. De fiscale administratie heeft dit verzoek ingewilligd en heeft laten weten dat de eenmalige premie van 250 EUR als een voor de werknemer niet belastbaar sociaal voordeel wordt beschouwd. De werkgever daarentegen kan deze premie niet aftrekken omdat zij als een verworpen uitgave moet worden beschouwd.

De oorsprong van deze informatie ligt in het tijdschrift bouwbedrijf news nr 26 dat in oktober 2006 door de Confederatie is gepubliceerd.

9. Suppletief stelsel

Het stelsel dat door de CAO is voorzien, is een suppletief stelsel: de anciënniteitspremie is slechts verschuldigd in de ondernemingen die nog geen eigen stelsel of gelijkwaardig stelsel hebben voorzien.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/06/2007
Registratienr
85054
Geldig van
01/07/2007
Geldig tot
30/06/2009
Neerleggingsdatum
25/07/2007
Registratiedatum
02/10/2007
Onderwerp
anciënniteitspremie
BS Bericht van neerlegging
15/10/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
17/03/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
25/04/2008
Keywords
ANCIËNNITEITSPREMIE, AFSCHEIDSPREMIE, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET

Historiek
01/07/2009 31/12/2999 0601 Anciënniteitspremie
01/07/2007 30/06/2009 0601 0602 Anciënniteitspremie
01/11/2005 30/09/2006 0601 0602 Anciënniteitspremie
01/11/2005 31/10/2005 0601 0602 Anciënniteitspremie
01/07/2005 31/10/2005 0601 0602 Anciënniteitspremie