03 Beroepenclassificatie

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 07/09/2005
Geldig vanaf: 01/01/2005
Geldig tot: 31/01/2006

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 2 juni 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 26 juli 2005 onder het nr. 75639/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 18 augustus 2005.

Wij geven u hierna de bepalingen inzake de beroepenclassificatie die de verschillende categorieën van de meerderjarige werklieden beschrijft en vervolgens geven wij enkele belangrijke praktische schikkingen.

Uit praktische overwegingen hebben wij de door u te gebruiken codes voor de beroepenclassificatie geïntegreerd in de tekst van de CAO ; het gaat om de cijfers in vetjes. Wij geven u eveneens achteraan in deze omzendbrief in punt B de codes die u dient te gebruiken voor aangeworven werklieden in het kader van de peterschapsregelingen (zie Hfdst. 48.1) en in het kader van de nieuwe regeling van het bouwleerlingenwezen (zie Hfdst. 30.2).

Commentaar :      Naast de beroepenclassificatie bestaan er nog andere loonsvoorwaarden zoals de bezoldiging van de minderjarigen, arbeid in opeenvolgende ploegen, enz., die onder het Hfdst. 4.1 worden behandeld.

A. Tekst van de CAO van 2 juni 2005

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden, bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Artikel 2

Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaarden bepaald in deze CAO ook van toepassing op de arbeiders in dienst van gedeelten van ondernemingen, zoals bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.

Artikel 3

Een aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de aan boord van het baggermaterieel tewerkgestelde arbeiders, alsmede van de arbeiders die na het aanleggen van de dijken op het stort zijn tewerkgesteld, met uitzondering van de diegenen die tewerkgesteld zijn aan de voorbereiding van het stort en aan het ophogen van de dijken.

Een andere aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de betoncentrales die stortklaar beton produceren en leveren aan derden.

Voor de bij deze aanvullende overeenkomsten niet beoogde gevallen, geldt de huidige CAO.

(...)

HOOFDSTUK III - Categorieën van arbeiders: definities

Artikel 5 – Categorie I: ongeschoolde arbeiders

Onder ongeschoolden worden verstaan de arbeiders die instaan voor de uitvoering van zeer eenvoudige werken, zoals de opruiming van de bouwplaats, het reinigen van de gebouwen en van de keet, alsmede de uitvoering van werken waarvoor geen enkele specialisatie vereist is, zoals voor het verplaatsen van materieel en materialen.

Code: 1

Artikel 6 – Categorie II: geoefende arbeiders

Onder geoefenden worden verstaan de arbeiders die niet volledig vertrouwd zijn met één der in de artikelen 7 en 8 opgesomde beroepen.

Onder de geoefenden worden verder nog verstaan de arbeiders die bij de uitvoering van hun gewoon werk enige vaardigheid aan de dag leggen.

Onder meer worden volgende taken door de geoefende arbeiders uitgeoefend :

-      Algemene bouwwerken: aanstampers van kasseiwerken; bestuurders van betonmengmachines; dekapeerders met zandstraal; gasfitters; gewone betonwerkers; gewone polijsters van beton; grondwerkers, helpers-metselaars; helpers-mijnleggers; helpers-ovenmetsers, helpers-plafonneerders; marmerpolijsters; nivelleerders-voorbereiders der bekisting (wegenwerken); slopers; spoorleggers; teerders; voegleggers bij stampmachines (wegenwerken); voorbereiders van gegoten asfalt.

-      Werken in samengeperste lucht: boutenklinkers; cementspuiters; loodmateerders.

-      Afbraak en/of verwijdering van asbest of van asbesthoudende materialen: arbeiders die specifieke beschermingsmiddelen gebruiken en die blootgesteld zijn aan het asbestrisico.

-      Allerlei: bedieners van eenvoudige hijstoestellen; stokers van vaste of beweegbare stoommachines; voerlui.

Code: 2

Artikel 7 – Categorie III: geschoolde arbeiders van de eerste graad

Onder geschoolden van de eerste graad worden verstaan de arbeiders die hun vak grondig kennen, welke kennis slechts verworven wordt dank zij een ernstige leertijd in de werkplaats, op de bouwplaats of in een vakschool, en dit vak sedert ten minste drie jaar met een normale vaardigheid en een normaal rendement uitoefenen.

Dit driejarig tijdvak kan naar het oordeel van de werkgever worden verminderd:

-      voor de arbeiders die in het bezit zijn van een einddiploma, uitgereikt door een vakschool;

-      voor de afbrekers en verwijderaars van asbest of van asbesthoudende materialen.

Voor zover aan bovenvermelde eisen is voldaan, worden onder meer volgende taken en beroepen door geschoolde van de eerste graad uitgeoefend :

-      Algemene bouwwerken: asfaltwerkers; asfalthakkers en asfaltprofielmeters van koolwaterstofbeton; bestuurders van mixer-wagen, bestuurders van een voertuig met grindzuiger; betonpolijsters-specialisten; betonwerkers-specialisten; bevloerders; bouwslopers-specialisten; bestuurders van stamp- en trilmachines voor wegenwerken; bouwbeeldhouwers; behangers; cementeerders; gidsen van de bedienaar van grondwerkmachines; gipsvormers en kartonneerders; glazenmakers voor gewoon of kunstglas en spiegelplaatsers; heiers; ijzervlechters; kasseiers; lei- of pannendekkers; leggers-nivelleerders van waterleidingen; loodgieters-zinkbewerkers; marmerhouwers; marmermoeleerders en -plaatsers; metselaars; mijnleggers; mijnontstekers; monteerders van verluchtingsinstallaties; monteerders van thermische isolatie; mozaïkbewerkers; nivelleerders-spoorleggers; nivelleerders en leggers van kantstenen voor wegenwerken; paklaagzetters; parketleggers; plafonneerders; putgravers-beschoeiers; rioolkolkleggers-nivelleerders; rioolleggers-nivelleerders; rolluikmakers; smeden; schrijnwerkers; steigermakers; schilders; steenhouwers van witte of blauwe steen; tegelleggers; timmerlieden; timmerlieden-bekisters; timmerlieden voor galerijen; trapmakers; voegers; wittesteenzagers; zelfstandig werkende zager-bereider van stenen volgens plan.

-      Werken in samengeperste lucht: sasmeesters (voor het versassen van personeel); aangestelden voor de erektor; ringplaatsers; duikers.

-      Allerlei: boorders (putten); kraanmannen; machinisten van mechanische werktuigen; machinisten van locomotieven; mecaniciens voor het onderhoud; monteerders van pylonen; peilers; plaatsers van bliksemafleiders.

De bestuurders van motorvoertuigen met een nuttig draagvermogen van 18 ton en meer worden gelijkgesteld met geschoolde arbeiders van de eerste graad. De bestuurders van de andere vrachtwagens worden eveneens gelijkgesteld met geschoolde arbeiders van de eerste graad als zij ten minste 3 jaren ervaring hebben.

Code: 3

Artikel 8 – Categorie IV: geschoolde arbeiders van de tweede graad

Onder geschoolden van de tweede graad worden verstaan de arbeiders wier beroepsbekwaamheid kennelijk hoger ligt dan die van de geschoolde arbeiders van de eerste graad.

Hun aantal ten opzichte van het totaal der arbeiders kan variëren naar gelang van de beschouwde beroepen, onder meer :

a)  in de ruwbouwondernemingen kan het aantal "geschoolde arbeiders van de tweede graad" de verhouding van één op vijf tewerkgestelde arbeiders overtreffen ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten;

De arbeiders die de onderstaande machines besturen, dienen evenwel, wanneer deze machines een vermogen ontwikkelen van minstens 50 PK, het loon van een geschoolde arbeider tweede graad te verkrijgen, als zij minstens twee jaar praktijk hebben (de praktijkperiode wordt tot één jaar teruggebracht voor arbeiders die in de centra voor bestuurders van machines van burgerlijke bouwkunde erkend door het Fonds voor Vakopleiding voor het Bouwbedrijf, met succes vakcursussen of cursussen voor versnelde beroepsopleiding hebben gevolgd):

-      asfaltgietmachines met doseerinrichting en silo's;

-      drukwalsen op ballast banden, motorisch aangedreven of gesleept;

-      dieseldumpers;

-      emmergraafmachines op rupsbanden, diesel of elektrisch;

-      portaalkranen;

-      torenkranen met een minimumcapaciteit van 50 ton/m;

-      wegenschaafmachines voor koolwaterstofverhardingen;

-      dieselmotorschrapers met 2 of 3 assen, zelfladers, diesel of elektrisch;

-      nivelleermachines met dieselmotor;

-      lepelexcavatoren, grijpers of draglines, op rupsbanden, elektrisch, diesel of dieselelektrisch;

-      lepelexcavatoren, grijpers of draglines op vrachtwagen gemonteerd;

-      hydraulische bediende lepelexcavatoren en graafmachines, op rupsbanden of op vrachtwagen gemonteerd;

-      grondverplaatsers en dieselladers, op rupsbanden of luchtbanden ;

-      duwtractoren op luchtbanden;

-      dieselwalsrollen (type "driewieler" of "tandem") met gladde loopvlakken, motorisch aangedreven trilwalsen met gladde loopvlakken;

-      trekkers op rupsbanden uitgerust met hydraulisch bediende angledozer of bulldozer, diesel, met handbediende of automatische overbrenging;

-      trilafwerkmachines met effenaar voor betonwegen;

-      trilafwerkmachines voor koolwaterstofverhardingen, met of zonder toevoerband, met of zonder laadtrechter;

-      trilafwerkmachines voor cementbetonwegen.

Worden eveneens beschouwd als geschoolde van de tweede graad:

-      polyvalente arbeiders;

-      ovenmetsers;

-      de bestuurders van kranen op luchtbanden waarvan de luchtbanden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken op de bouwplaats;

-      de werkhuismecaniciens werkzaam in het werkhuis of die herstellingen uitvoeren op de bouwplaats;

-      de mecaniciens die voertuigen kunnen onderhouden en herstellen, de lassers, de elektriciens die tewerkgesteld zijn in de reparatie- en onderhoudswerkplaatsen van de ondernemingen evenals de elektriciens-installateurs die tewerkgesteld worden door de ruwbouwondernemingen die meewerken aan de inrichting en het onderhoud van bouwplaatsen, voor zover zij voldoen aan de in de artikelen 7 en 8 gestelde voorwaarden;

-      de bedienaars van teersproeimachine op vrachtwagen voor bestrijking.

b)  in de dakbedekkingsondernemingen kan het aantal "geschoolde arbeiders van de tweede graad", de verhouding van één op drie tewerkgestelde arbeiders overtreffen, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten;
c)   in de ondernemingen voor het plaatsen van sanitaire installaties, gasverwarmingsinstallaties, de ondernemingen van lood- en zinkbewerking, kan het aantal "geschoolde arbeiders van de tweede graad", de verhouding van één op vier tewerkgestelde arbeiders overschrijden, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten;
d)  in de tegelzettersondernemingen al de zogenaamde "tegelplaatsers-plaatsers van gleiswerk";
e)   in de ondernemingen voor het plaatsen van centrale verwarmingsinstallaties, nijverheidsventilatie en -leidingen: al de monteerders-lassers;
f)    in de ondernemingen voor stukadoors-, cement- en voegwerk en in die waar ornemanisten en stafwerkers tewerkgesteld zijn : de geschoolde arbeiders "stukadoorsafschrijvers van lijstwerk" en "similistukadoors" genaamd.

Onder "afschrijver van lijstwerk" wordt verstaan de arbeider die de nodige bekwaamheid bezit om zelf het lijstwerk af te schrijven en uit te voeren en hiertoe al het nodige te doen.

g)  in de ondernemingen voor afbraak en of verwijdering van asbest of van asbesthoudende materialen : de arbeiders die zelfstandig de werkplaats kunnen klaarmaken.

Artikel 9 - Graad van beroepsbekwaamheid van geschoolde arbeiders die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen van schrijn- en timmerwerk, steenhouwerij, marmerbewerking, schilder- en decorwerk.

In de ondernemingen van schrijn- en timmerwerk kunnen de geschoolde arbeiders, volgens de beoordeling van de werkgever een loonbijslag bekomen. Deze bijslag wordt berekend op basis van het loon van de geschoolde arbeider van de eerste graad en de werkgever bepaalt het bedrag van deze loonbijslag.

De zogenaamde "eerste frezers" kunnen evenwel recht hebben op een loonbijslag van ten minste 10 % berekend op basis van het loon van de geschoolde arbeider van de eerste graad.

In de ondernemingen van marmerbewerking en in diegene waar witte en blauwe steen wordt gehouwen, hebben de geschoolde arbeiders recht op een loonbijslag. Deze bijslag wordt berekend op basis van het loon van de geschoolde arbeider van de eerste graad en de werkgever bepaalt het bedrag van deze loonbijslag.

In de ondernemingen van schilder- en decorwerk, kunnen de geschoolde arbeiders naar de beoordeling van de werkgever een loonbijslag ontvangen. Deze bijslag wordt berekend op het loon van de geschoolde arbeider van de eerste graad en de werkgever bepaalt het bedrag van deze loonbijslag.

Artikel 10 - Graad van beroepsbekwaamheid van de arbeiders die zekere taken of functies eigen aan het werk van stortklaar beton uitvoeren.

De taken en functies van de arbeiders die zich bezighouden met de bereiding of het vervoer van stortklaar beton en met het onderhoud worden beloond aan het niveau dat tegenover hun kwalificatie staat:

a)  arbeiders die zich bezighouden met de bereiding en/of vervoer van stortklaar beton:

-      ongeschoolden: werklui belast met het schoonmaken van binnenplaatsen, lokalen, eetzalen, sanitair, transportbanden en garages;

-      geoefenden: laders, lossers;

-      geschoolden eerste graad: hulp bij de productie; hulp bij de pomp, hulplaborant;

-      geschoolden tweede graad min 0,025 EUR: chauffeur mixervrachtwagen, pompbedienaar, indien minder dan 2 jaar ervaring in de functie;

-      geschoolden tweede graad: chauffeur mixervrachtwagen, pompbedienaar, indien 2 jaar ervaring in de functie;

-      geschoolden tweede graad: chauffeur bulldozer, kraanmachinist, doseerder, dispatcher, geschoolde laborant met getuigschrift VCBT;

-      leidinggevend personeel: zie artikel 21.

b)  arbeiders voor het onderhoud:

-      minstens geschoolden eerste graad (te bepalen door de onderneming naar gelang de bekwaamheid): beginnend mecanicien, invetter;

-      geschoolden tweede graad: mecanicien, algemeen mecanicien;

-      minstens geschoolden tweede graad: (te bepalen door de onderneming naar gelang de bekwaamheid): bivalent mecanicien, mecanicien elektricien, mecanicien dieselist;

-      leidinggevend personeel: zie artikel 21.

c)   schippermotoristen : geschoolden tweede graad (cf. aanvullende overeenkomst baggerwerken).

Code: 4

HOOFDSTUK IV - Beoordeling van de beroepsbekwaamheid

Artikel 11

Alleen de werkgever oordeelt de graad van beroepsbekwaamheid van ieder bij hem in dienst zijnde arbeider. De werkgever bepaalt ook het hiermee overeenstemmende loon op grond van de schaal der regelingslonen.

(...)

HOOFDSTUK IX - Bijzondere beroepsbekwaamheid

Artikel 17

In alle ondernemingen kunnen een bepaald aantal tot de eerste twee categorieën behorende arbeiders (ongeschoolden en geoefenden) op grond van meer dan gemiddelde bekwaamheid respectievelijk worden beschouwd als :

a)    eerste ongeschoolden ;

b)    eerste geoefenden.

Artikel 18

De werkgever oordeelt of een arbeider blijk geeft van bijzondere beroepsbekwaamheid.

Artikel 19 - Eerste ongeschoolden

De eerste ongeschoolde heeft recht op een loonbijslag gelijk aan 5 % van het loon van de ongeschoolde.

Het aantal eerste ongeschoolden mag de verhouding van één arbeider op tien tewerkgestelde arbeiders niet overtreffen, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten.

Elk gedeelte van tien wordt als een volledige groep van tien beschouwd.

Het op elke bouwplaats toegelaten aantal tewerkgestelde eerste ongeschoolden wordt berekend op basis van het totaal aantal door de werkgever tewerkgestelde bouwvakarbeiders.

Code: 5

Artikel 20 - Eerste geoefenden

De eerste geoefende heeft recht op een loonbijslag gelijk aan 5 % an het loon van de geoefende arbeider.

Het aantal eerste geoefenden mag de verhouding van één arbeider op tien tewerkgestelde arbeiders niet overtreffen, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten.

Elk gedeelte van tien wordt als een volledige groep van tien beschouwd.

Het op elke bouwplaats toegelaten aantal tewerkgestelde eerste geoefenden wordt berekend op basis van het totaal aantal door de werkgever tewerkgestelde bouwvakarbeiders.

In de ondernemingen van marmerbewerking en in de ondernemingen waar witte en blauwe steen wordt gehouwen, worden de geoefende arbeiders als eerste geoefenden  beschouwd.

De chauffeurs van bedrijfsvoertuigen met een laadvermogen van minder dan 18 ton worden beschouwd als eerste geoefenden.

Code: 6

HOOFDSTUK X - Lager leidinggevend personeel

Artikel 21 - De meestergasten

De arbeider die blijk geeft van zijn vakbekwaamheid en de functie van meestergast uitoefent, heeft recht op een uurloon dat tenminste 20 % hoger ligt dan het loon van de geschoolde arbeider van de tweede graad.

Deze vakbekwaamheid wordt beoordeeld in het licht van de kwaliteiten die normaliter van een als "meestergast" aangeduide arbeider mogen verwacht worden, inzonderheid :

-      technische en praktische kennis nodig voor het organiseren, het leiden en coördineren van het werk van verschillende arbeidersploegen ;

-      rekening houdend met de vanwege zijn chef ontvangen richtlijnen in staat zijn om persoonlijk de daaruit voortvloeiende uitvoeringsmoeilijkheden op te lossen ;

-      de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de goede uitvoering van de werken die door het onder zijn gezag gestelde personeel worden verricht.

Code: 7

Artikel 22 - De ploegbazen

Onder ploegbaas wordt verstaan de arbeider die geholpen wordt door verschillende arbeiders en die toezicht houdt op de uit te voeren werken waarbij hij handenarbeid pleegt te verrichten.

De ploegbaas heeft recht op een uurloon dat tenminste 10 % hoger ligt dan datgene wat overeenkomt met zijn eigen beroepsbekwaamheid.

Commentaar :      De ploegbaas die een loon heeft van 10 % meer dan de geschoolde eerste graad wordt in de codering ploegbaas A genoemd, de ploegbaas die een loon heeft van 10 % meer dan de geschoolde tweede graad ploegbaas B.

Wanneer het een ploegbaas betreft die aan het hoofd staat van een ploeg bestaande uit arbeiders met verschillende beroepsbekwaamheden dan mag het aan deze ploegbaas verschuldigde loon niet lager liggen dan het regelingsloon van de arbeider met de hoogste beroepsbekwaamheid, verhoogd met 10 %.

Code:  ploegbaas A : 8                   ploegbaas B : 9

(...)

HOOFDSTUK XVIII - Geldigheidsduur

Artikel 35

Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2005 en vervangt de CAO van 8 mei 2003 betreffende de arbeidsvoorwaarden, (...)

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten CAO’s.

Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

(...)

B. Peterschapscontract en nieuwe regeling van het bouwleerlingenwezen

Wij geven u hieronder de codes die u dient te gebruiken voor twee nieuwe reglementeringen die elders in onze omzendbrieven besproken werden.

1. Peterschapscontract

Op 5 juli 2001 werden in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf twee peterschapsregelingen vastgesteld tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsakkoorden in de bouw voor de jaren 2001-2005: de algemene regeling en het peterschaprestauratie (zie Hfdst. 48.1).

Voor de jonge arbeiders aangeworven in het kader van deze regelingen met een arbeidsovereenkomst met peterschapsbeding dient u de volgende code te gebruiken :

Code: 10

2. Het jongerenleerlingwezen en het bouwleerlingwezen

Op 5 juli 2001 werd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en CAO betreffende de organisatie van opleidings- en tewerkstellingsakkoorden in de bouw voor de jaren 2001-2005 vastgesteld (zie Hfdst. 30.2).

Voor de jonge arbeiders aangeworven met een leerovereenkomst in het kader van deze CAO dient u de volgende code te gebruiken :

Code : 11

C. Praktische schikkingen

Voor de aangeslotenen van Groep S - Sociaal Secretariaat vzw.

Krachtens art. 15 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten, moet voor iedere werknemer op de individuele rekening worden vermeld :

·       de functie die hij hoofdzakelijk uitoefent bij de werkgever ;

·       de beroepskwalificatie die hem door de werkgever wordt toegekend, overeenkomstig de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, of overeenkomstig de bepalingen van de besluiten waarbij forfaitaire lonen worden bepaald voor de toepassing van de wetgeving op de sociale zekerheid.

Gelieve bijgevolg zowel de functie (omschrijving) als de beroepskwalificatie (code) te vermelden op het identiteitsformulier van iedere nieuw aangeworven arbeider en ons tevens iedere wijziging dienaangaande in de loop van de tewerkstelling mede te delen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
02/06/2005
Registratienr
75639
Geldig van
01/01/2005
Geldig tot
30/09/2007
Neerleggingsdatum
01/07/2005
Registratiedatum
26/07/2005
Onderwerp
arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
18/08/2005
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
27/09/2006
Gepubliceerd in het B.St. van
09/11/2006
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, KOSTENVERGOEDINGEN (EXCL. VERPLAATSINGSKOSTEN), FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, SOCIALE VREDE

Historiek
01/01/2005 31/01/2006 03 Beroepenclassificatie
01/12/2021 31/12/2050 03 Beroepenclassificatie
01/09/2019 30/11/2021 03 Beroepenclassificatie
01/07/2014 31/08/2019 03 Beroepenclassificatie
01/01/2011 30/06/2014 03 Beroepenclassificatie
01/01/2009 01/01/2009 03 Beroepenclassificatie
01/01/2007 31/12/2008 03 Beroepenclassificatie
01/01/2005 31/12/2006 03 Beroepenclassificatie
01/01/2003 31/12/2004 03 Beroepenclassificatie
01/01/2001 31/12/2002 03 Beroepenclassificatie
01/01/2001 31/12/2000 03 Beroepenclassificatie
01/01/1999 31/12/2000 03 Beroepenclassificatie