03 Beroepenclassificatie

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 07/09/2009
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 01/01/2009

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 14 mei 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 5 augustus 2009 onder het nr. 93397/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 14 augustus 2009.

Wij geven u hierna de bepalingen inzake de beroepenclassificatie die de verschillende categorieën van de meerderjarige werklieden beschrijft en vervolgens geven wij enkele belangrijke praktische schikkingen.

Uit praktische overwegingen hebben wij de door u te gebruiken codes voor de beroepenclassificatie geïntegreerd in de tekst van de CAO; het gaat om de cijfers in vetjes. Wij geven u eveneens achteraan in punt B de codes die u dient te gebruiken voor aangeworven werklieden in het kader van de peterschapsregelingen (zie Hfdst. 4801) en in het kader van de nieuwe regeling van het bouwleerlingenwezen (zie Hfdst. 3002).

A. Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden, bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Artikel 2

Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaarden bepaald in deze CAO ook van toepassing op de arbeiders in dienst van gedeelten van ondernemingen, zoals bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.

Artikel 3

Een aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de aan boord van het baggermaterieel tewerkgestelde arbeiders, alsmede van de arbeiders die na het aanleggen van de dijken op het stort zijn tewerkgesteld, met uitzondering van de diegenen die tewerkgesteld zijn aan de voorbereiding van het stort en aan het ophogen van de dijken.

Een andere aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de betoncentrales die stortklaar beton produceren en leveren aan derden.

Voor de bij deze aanvullende overeenkomsten niet beoogde gevallen, geldt de huidige CAO.

(...)

HOOFDSTUK III - Categorieën van arbeiders: definities

Artikel 5 – Categorie I

Tot de categorie I behoren de arbeiders:

  • de arbeiders die instaan voor de uitvoering van zeer eenvoudige werken, zoals de opruiming van de bouwplaats, het reinigen van de gebouwen en van de keet, alsmede de uitvoering van werken waarvoor geen enkele specialisatie vereist is, zoals voor het verplaatsen van materieel en materialen;
  • de arbeiders die hun beroepsloopbaan beginnen en die geen bouwdiploma na voltijds onderwijs hebben behaald, alsook diegenen die een opleiding gevolgd hebben met vrucht in het kader van het Industrieel leerlingenwezen en de Alterende bouwopleiding. Voor deze arbeiders evalueert de werkgever uiterlijk na 9 maand de graad van beroepskwaamheid en verhoogt, in geval van gunstige evaluatie, het loon tot minimaal dat van categorie I A.

Code: 1

Artikel 6 - Categorie I A

Tot de categorie I A behoren:

  • de arbeiders bedoeld in artikel 5 die naar het oordeel van de werkgever blijk geven van een meerdan gemiddelde bekwaamheid;
  • de arbeiders die hun beroepsloopbaan beginnen en die een bouwdiploma va voltijds onderwijs hebben behaald. Na 6 maand bedraagt hun loon minimaal dat van categorie II.

Code: 5

Artikel 7 – Categorie II

Tot categorie II behoren de arbeiders die niet volledig vertrouwd zijn met één der in de artikelen 9 en 10 opgesomde beroepen.

Behoren verder tot deze categorie: de arbeiders die bij de uitvoering van hun gewoon werk enige vaardigheid aan de dag leggen.

Onder meer worden volgende taken door de arbeiders van categorie II uitgeoefend:

  • Algemene bouwwerken: aanstampers van kasseiwerken; bestuurders van betonmengmachines; dekapeerders met zandstraal; gasfitters; gewone betonwerkers; gewone polijsters van beton; grondwerkers, helpers-metselaars; helpers-mijnleggers; helpers-ovenmetsers, helpers-plafonneerders; marmerpolijsters; nivelleerders-voorbereiders der bekisting (wegenwerken); slopers; spoorleggers; teerders; voegleggers bij stampmachines (wegenwerken); voorbereiders van gegoten asfalt;
  • Werken in samengeperste lucht: boutenklinkers; cementspuiters; loodmateerders;
  • Afbraak en/of verwijdering van asbest of van asbesthoudende materialen: arbeiders die specifieke beschermingsmiddelen gebruiken en die blootgesteld zijn aan het asbestrisico;
  • Allerlei: bedieners van eenvoudige hijstoestellen; stokers van vaste of beweegbare stoommachines; voerlui.

Code: 2

Artikel 8 - categorie II A 

Tot de categorie II A behoren de arbeiders bedoeld in artikel 7 die naar het oordeel van de werkgever blijk geven van een meer dan gemiddelde bekwaamheid.

In de ondernemingen van marmerbewerking en in de ondernemingen waar witte en blauwe steen wordt gehouwen, worden de arbeiders zoals bedoeld in artikel 7 beschouwd als arbeiders van de categorie II A.

De chauffeurs van bedrijfsvoertuigen met een laadvermogen van minder dan 18 ton worden beschouwd als arbeiders van de categorie II A.

Code: 6

Artikel 9 – Categorie III 

Tot de categorie III behoren de arbeiders die hun vak grondig kennen, welke kennis slechts verworven wordt dank zij een ernstige leertijd in de werkplaats, op de bouwplaats of in een vakschool, en dit vak sedert ten minste drie jaar met een normale vaardigheid en een normaal rendement uitoefenen.

Dit driejarig tijdvak kan naar het oordeel van de werkgever worden verminderd:

  • voor de arbeiders die in het bezit zijn van een einddiploma, uitgereikt door een vakschool;
  • voor de afbrekers en verwijderaars van asbest of van asbesthoudende materialen.

Voor zover aan bovenvermelde eisen is voldaan, worden onder meer volgende taken en beroepen door arbeiders van de categorie III uitgeoefend:

  • Algemene bouwwerken: asfaltwerkers; asfalthakkers en asfaltprofielmeters van koolwaterstofbeton; bestuurders van mixer-wagen, bestuurders van een voertuig met grindzuiger; betonpolijsters-specialisten; betonwerkers-specialisten; bevloerders; bouwslopers-specialisten; bestuurders van stamp- en trilmachines voor wegenwerken; bouwbeeldhouwers; behangers; cementeerders; gidsen van de bedienaar van grondwerkmachines; gipsvormers en kartonneerders; glazenmakers voor gewoon of kunstglas en spiegelplaatsers; heiers; ijzervlechters; kasseiers; lei- of pannendekkers; leggers-nivelleerders van waterleidingen; loodgieters-zinkbewerkers; marmerhouwers; marmermoeleerders en -plaatsers; metselaars; mijnleggers; mijnontstekers; monteerders van verluchtingsinstallaties; monteerders van thermische isolatie; mozaïkbewerkers; nivelleerders-spoorleggers; nivelleerders en leggers van kantstenen voor wegenwerken; paklaagzetters; parketleggers; plafonneerders; putgravers-beschoeiers; rioolkolkleggers-nivelleerders; rioolleggers-nivelleerders; rolluikmakers; smeden; schrijnwerkers; steigermakers; schilders; steenhouwers van witte of blauwe steen; tegelleggers; timmerlieden; timmerlieden-bekisters; timmerlieden voor galerijen; trapmakers; voegers; wittesteenzagers; zelfstandig werkende zager-bereider van stenen volgens plan;
  • Werken in samengeperste lucht: sasmeesters (voor het versassen van personeel); aangestelden voor de erektor; ringplaatsers; duikers;
  • Allerlei: boorders (putten); kraanmannen; machinisten van mechanische werktuigen; machinisten van locomotieven; mecaniciens voor het onderhoud; monteerders van pylonen; peilers; plaatsers van bliksemafleiders.

De bestuurders van motorvoertuigen met een nuttig draagvermogen van 18 ton en meer worden gelijkgesteld met arbeiders van de categorie III. De bestuurders van de andere vrachtwagens worden eveneens gelijkgesteld met arbeiders van de categorie III als zij ten minste 3 jaren ervaring hebben.

Code: 3

Artikel 10 – Categorie IV

Tot de categorie IV behoren de arbeiders wier beroepsbekwaamheid kennelijk hoger ligt dan die van de arbeiders van de categorie III.

Hun aantal ten opzichte van het totaal der arbeiders kan variëren naar gelang van de beschouwde beroepen, onder meer:

a)  in de ruwbouwondernemingen kan het aantal arbeiders van de categorie IV de verhouding van één op vijf tewerkgestelde arbeiders overtreffen ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten;

De arbeiders die de onderstaande machines besturen, dienen evenwel, wanneer deze machines een vermogen ontwikkelen van minstens 50 PK, het loon van een arbeider van categorie IV te krijgen, als zij minstens twee jaar praktijk hebben (de praktijkperiode wordt tot één jaar teruggebracht voor arbeiders die in de centra voor bestuurders van machines van burgerlijke bouwkunde erkend door het Fonds voor Vakopleiding voor het Bouwbedrijf, met succes vakcursussen of cursussen voor versnelde beroepsopleiding hebben gevolgd):

  • asfaltgietmachines met doseerinrichting en silo's;
  • drukwalsen op ballast banden, motorisch aangedreven of gesleept;
  • dieseldumpers;
  • emmergraafmachines op rupsbanden, diesel of elektrisch;
  • portaalkranen;
  • torenkranen met een minimumcapaciteit van 50 ton/m;
  • wegenschaafmachines voor koolwaterstofverhardingen;
  • dieselmotorschrapers met 2 of 3 assen, zelfladers, diesel of elektrisch;
  • nivelleermachines met dieselmotor;
  • lepelexcavatoren, grijpers of draglines, op rupsbanden, elektrisch, diesel of dieselelektrisch;
  • lepelexcavatoren, grijpers of draglines op vrachtwagen gemonteerd;
  • hydraulische bediende lepelexcavatoren en graafmachines, op rupsbanden of op vrachtwagen gemonteerd;
  • grondverplaatsers en dieselladers, op rupsbanden of luchtbanden;
  • duwtractoren op luchtbanden;
  • dieselwalsrollen (type "driewieler" of "tandem") met gladde loopvlakken, motorisch aangedreven trilwalsen met gladde loopvlakken;
  • trekkers op rupsbanden uitgerust met hydraulisch bediende angledozer of bulldozer, diesel, met handbediende of automatische overbrenging;
  • trilafwerkmachines met effenaar voor betonwegen;
  • trilafwerkmachines voor koolwaterstofverhardingen, met of zonder toevoerband, met of zonder laadtrechter;
  • trilafwerkmachines voor cementbetonwegen.

Worden eveneens beschouwd als arbeiders van de categorie IV:

  • polyvalente arbeiders;
  • ovenmetsers;
  • de bestuurders van kranen op luchtbanden waarvan de luchtbanden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken op de bouwplaats;
  • de werkhuismecaniciens werkzaam in het werkhuis of die herstellingen uitvoeren op de bouwplaats;
  • de mecaniciens die voertuigen kunnen onderhouden en herstellen, de lassers, de elektriciens die tewerkgesteld zijn in de reparatie- en onderhoudswerkplaatsen van de ondernemingen evenals de elektriciens-installateurs die tewerkgesteld worden door de ruwbouwondernemingen die meewerken aan de inrichting en het onderhoud van bouwplaatsen, voor zover zij voldoen aan de in de artikelen 9 en 10 gestelde voorwaarden;
  • de bedienaars van teersproeimachine op vrachtwagen voor bestrijking.

b)  in de dakbedekkingsondernemingen kan het aantal arbeiders van de categorie IV, de verhouding van één op drie tewerkgestelde arbeiders overtreffen, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten;

c)   in de ondernemingen voor het plaatsen van sanitaire installaties, gasverwarmingsinstallaties, de ondernemingen van lood- en zinkbewerking, kan het aantal arbeiders van de categorie IV, de verhouding van één op vier tewerkgestelde arbeiders overschrijden, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten;

d)  in de tegelzettersondernemingen al de zogenaamde "tegelplaatsers-plaatsers van gleiswerk";

e)   in de ondernemingen voor het plaatsen van centrale verwarmingsinstallaties, nijverheidsventilatie en -leidingen: al de monteerders-lassers;

f)    in de ondernemingen voor stukadoors-, cement- en voegwerk en in die waar ornemanisten en stafwerkers tewerkgesteld zijn: de geschoolde arbeiders "stukadoorsafschrijvers van lijstwerk" en "similistukadoors" genaamd.

Onder "afschrijver van lijstwerk" wordt verstaan de arbeider die de nodige bekwaamheid bezit om zelf het lijstwerk af te schrijven en uit te voeren en hiertoe al het nodige te doen.

g)  in de ondernemingen voor afbraak en of verwijdering van asbest of van asbesthoudende materialen: de arbeiders die zelfstandig de werkplaats kunnen klaarmaken.

Code: 4

Artikel 11 - Graad van beroepsbekwaamheid van geschoolde arbeiders die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen van schrijn- en timmerwerk, steenhouwerij, marmerbewerking, schilder- en decorwerk. 

In de ondernemingen van schrijn- en timmerwerk kunnen de geschoolde arbeiders, volgens de beoordeling van de werkgever een loonbijslag bekomen. Deze bijslag wordt berekend op basis van het loon van de arbeider van de categorie III en de werkgever bepaalt het bedrag van deze loonbijslag.

De zogenaamde "eerste frezers" kunnen evenwel recht hebben op een loonbijslag van ten minste 10 % berekend op basis van het loon van de arbeider van de categorie III.

In de ondernemingen van marmerbewerking en in diegene waar witte en blauwe steen wordt gehouwen, hebben de geschoolde arbeiders recht op een loonbijslag. Deze bijslag wordt berekend op basis van het loon van de arbeider van de categorie III en de werkgever bepaalt het bedrag van deze loonbijslag.

In de ondernemingen van schilder- en decorwerk, kunnen de geschoolde arbeiders naar de beoordeling van de werkgever een loonbijslag ontvangen. Deze bijslag wordt berekend op het loon van arbeider van de categorie III en de werkgever bepaalt het bedrag van deze loonbijslag.

Artikel 12 - Graad van beroepsbekwaamheid van de arbeiders die zekere taken of functies eigen aan het werk van stortklaar beton uitvoeren.

De taken en functies van de arbeiders die zich bezighouden met de bereiding of het vervoer van stortklaar beton en met het onderhoud worden beloond aan het niveau dat tegenover hun kwalificatie staat:

  1. arbeiders die zich bezighouden met de bereiding en/of vervoer van stortklaar beton:

    • categorie I: werklui belast met het schoonmaken van binnenplaatsen, lokalen, eetzalen, sanitair, transportbanden en garages;
    • categorie II: laders, lossers;
    • categorie III: hulp bij de productie, hulp bij de pomp, hulplaborant, nieuwkomers in het beroep van betonmixerchauffeur en pompbedienaar;
    • categorie IV: betonmixerchauffeur en pompbedienaar, na 1 jaar ervaring in dit beroep op voorwaarde dat het attest van betonmixerchauffeur en/of pompbedienaar werd behaald. De nieuwkomers die gedurende hun eerste jaar ervaring in deze functie niet werden ingeschreven in de opleiding om het bedoelde attest te halen, gaan automatisch over naar categorie IV;
    • categorie IV: chauffeur bulldozer, kraanmachinist, doseerder, dispatcher, geschoolde laborant met een erkend certificaat in de basiskennis in de betontechnologie;
    • leidinggevend personeel: zie artikel 20.
  2. arbeiders voor het onderhoud:

    • minstens categorie III (te bepalen door de onderneming naar gelang de bekwaamheid): beginnend mecanicien, invetter;
    • categorie IV: mecanicien, algemeen mecanicien;
    • minstens categorie IV: (te bepalen door de onderneming naar gelang de bekwaamheid): bivalent mecanicien, mecanicien elektricien, mecanicien dieselist;
    • leidinggevend personeel: zie artikel 20.
  3. schippermotoristen: categorie IV (cf. aanvullende overeenkomst baggerwerken).

HOOFDSTUK IV - Beoordeling van de beroepsbekwaamheid

Artikel 13

Alleen de werkgever oordeelt de graad van beroepsbekwaamheid van ieder bij hem in dienst zijnde arbeider. De werkgever bepaalt ook het hiermee overeenstemmende loon op grond van de schaal der regelingslonen.

(...)

HOOFDSTUK IX - Lager leidinggevend personeel

Artikel 20 - De meestergasten

De arbeider die blijk geeft van zijn vakbekwaamheid en de functie van meestergast uitoefent, heeft recht op een uurloon dat tenminste 20 % hoger ligt dan het loon van de arbeider van de categorie IV.

Deze vakbekwaamheid wordt beoordeeld in het licht van de kwaliteiten die normaliter van een als "meestergast" aangeduide arbeider mogen verwacht worden, inzonderheid:

  • technische en praktische kennis nodig voor het organiseren, het leiden en coördineren van het werk van verschillende arbeidersploegen;
  • rekening houdend met de vanwege zijn chef ontvangen richtlijnen in staat zijn om persoonlijk de daaruit voortvloeiende uitvoeringsmoeilijkheden op te lossen;
  • de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de goede uitvoering van de werken die door het onder zijn gezag gestelde personeel worden verricht.

Code: 7

Artikel 21 - De ploegbazen 

Onder ploegbaas wordt verstaan de arbeider die geholpen wordt door verschillende arbeiders en die toezicht houdt op de uit te voeren werken waarbij hij handenarbeid pleegt te verrichten.

De ploegbaas heeft recht op een uurloon dat tenminste 10 % hoger ligt dan datgene wat overeenkomt met zijn eigen beroepsbekwaamheid.

Commentaar: De ploegbaas die een loon heeft van 10 % meer dan de arbeider van de categorie III wordt in de codering ploegbaas A genoemd, de ploegbaas die een loon heeft van 10 % meer dan de arbeider van de categorie IV ploegbaas B.

Wanneer het een ploegbaas betreft die aan het hoofd staat van een ploeg bestaande uit arbeiders met verschillende beroepsbekwaamheden dan mag het aan deze ploegbaas verschuldigde loon niet lager liggen dan het regelingsloon van de arbeider met de hoogste beroepsbekwaamheid, verhoogd met 10 %.

Code:

  • ploegbaas A: 8
  • ploegbaas B: 9

(...)

HOOFDSTUK XVIII - Geldigheidsduur

Artikel 35

Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2009 en vervangt de CAO van 21 juni 2007 betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten CAO’s.

Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

(...)

B. Peterschapscontract en nieuwe regeling van het bouwleerlingenwezen

Wij geven u hieronder de codes die u dient te gebruiken voor twee nieuwe reglementeringen die elders in onze sectorale documentatie besproken werden.

1. Peterschapscontract

Op 24 juni 2005 werden in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf twee peterschapsregelingen vastgesteld tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsakkoorden in de bouw voor de jaren 2005-2009: de algemene regeling en het peterschaprestauratie (zie Hfdst. 4801).

Voor de jonge arbeiders aangeworven in het kader van deze regelingen met een arbeidsovereenkomst met peterschapsbeding dient u de volgende code te gebruiken:

Code: 10

2. Het jongerenleerlingwezen en het bouwleerlingwezen

Op 24 juni 2005 werd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en CAO betreffende de organisatie van opleidings- en tewerkstellingsakkoorden in de bouw voor de jaren 2005-2009 vastgesteld (zie Hfdst. 3002).

Voor de jonge arbeiders aangeworven met een leerovereenkomst in het kader van deze CAO dient u de volgende code te gebruiken:

Code: 11

C. Praktische schikkingen

Voor de aangeslotenen van Groep S - Sociaal Secretariaat vzw.

Krachtens art. 15 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten, moet voor iedere werknemer op de individuele rekening worden vermeld:

  • de functie die hij hoofdzakelijk uitoefent bij de werkgever;
  • de beroepskwalificatie die hem door de werkgever wordt toegekend, overeenkomstig de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, of overeenkomstig de bepalingen van de besluiten waarbij forfaitaire lonen worden bepaald voor de toepassing van de wetgeving op de sociale zekerheid.

Gelieve bijgevolg zowel de functie (omschrijving) als de beroepskwalificatie (code) te vermelden op het identiteitsformulier van iedere nieuw aangeworven arbeider en ons tevens iedere wijziging dienaangaande in de loop van de tewerkstelling mede te delen.


Historiek
01/01/2005 31/01/2006 03 Beroepenclassificatie
01/12/2021 31/12/2050 03 Beroepenclassificatie
01/09/2019 30/11/2021 03 Beroepenclassificatie
01/07/2014 31/08/2019 03 Beroepenclassificatie
01/01/2011 30/06/2014 03 Beroepenclassificatie
01/01/2009 01/01/2009 03 Beroepenclassificatie
01/01/2007 31/12/2008 03 Beroepenclassificatie
01/01/2005 31/12/2006 03 Beroepenclassificatie
01/01/2003 31/12/2004 03 Beroepenclassificatie
01/01/2001 31/12/2002 03 Beroepenclassificatie
01/01/2001 31/12/2000 03 Beroepenclassificatie
01/01/1999 31/12/2000 03 Beroepenclassificatie