26 Tewerkstellingsverbintenissen

Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00

Bijwerking: 12/07/2023
Geldig vanaf: 01/01/2005
Geldig tot: 31/12/2022

Verlenging van de tewerkstellingsverbintenissen voor de periode van 01/01/2021 tot en met 31/12/2022 :

  1. Verbod van afdanking om economische of technische redenen. Van dit principe kan, overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989, worden afgeweken;
  2. Wanneer overeenkomstig artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989 wordt vastgesteld dat de afdanking in strijd is met voormelde principes wordt een eenmalige forfaitaire schadevergoeding toegekend aan de afgedankte arbeider(ster) van 991,57 EUR.
  3. De arbeiders(sters) die overeenkomstig de geldende sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten brugpensioen (SWT), op brugpensioen worden gesteld moeten vervangen worden overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989. Van deze verplichting kan afgeweken worden op basis van de artikelen 10 en 11 van deze collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989 en mits naleving van de wettelijke bepalingen op het stuk van de vervangingsplicht van bruggepensioneerden;
  4. Arbeiders(sters) die worden afgedankt om andere redenen dan de redenen aangehaald onder litterae a) en c) hierboven moeten worden vervangen binnen de drie maanden na het verstrijken van de vooropzeg of bij ontstentenis van de vooropzeg binnen de drie maanden na de datum van het einde van de arbeidsovereenkomst. Van deze verplichting kan eveneens afgeweken worden overeenkomstig de bepalingen dienaangaande opgepomen in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989.

In het paritair comité voor de textielnijverheid en het breiwerk werd op 10 februari 1989 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende uitvoering van net interprofessioneel akkoord van 18 november 1988. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 12 juli 1989 et gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 augustus 1989.

Deze CAO werd herhaaldelijk gewijzigd en verlengd en het laatste keer door de algemene nationale CAO van 13 juni 2005 (K.B. 26/07/2007; B.S. 08/08/2007).

De tewerkstellingsverbintenissen, zoals bedoeld in artikel 10 en 11 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 worden opnieuw verlengd voor de periode:

  • van 1 januari 2013 tot en met 30 juin 2013 door de CAO van 4 maart 2013 (K.B. 28/04/2014; B.S. 22/08/2014);
  • van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013 door de CAO van 24 juni 2013 (K.B. 16/03/2015; B.S. 25/03/2015);
  • van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 door de CAO van 19 december 2013 (K.B. 08/01/2015; B.S. 13/02/2015);
  • van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016 door de CAO van 8 juli 2015 (K.B. 06/07/2016; B.S. 02/08/2016);
  • van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018 door de CAO van 30 juni 2017 (nr 140599/CO/120; B.S. 31/01/2018; K.B. 23/08/2017);
  • van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 (nr 153633/CO/120; K.B. 26/09/2019);
  • van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 (nr. 173233/CO/120).

Voor de andere aanvullende sociale vergoedingen, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 20.

Wij geven hieronder de bepalingen i.v.m. de bescherming van de werknemers tegen de afdanking.

Algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005

HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel- en breigoedondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters (ook werklieden genoemd) die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de N.V. Celanese waarvoor de hoofdstukken V en VII evenwel van toepassing zijn en met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden die onder de bevoegdheid vallen van de paritaire subcomités voor textiel Verviers (P.S.C. 120.01), voor het Vlas (P.S.C. 120.02) en voor de Jute (P.S.C. 120.03).

(...)

Tewerkstellingsverbintenissen

Artikel 10

De tewerkstellingsverbintenissen vermeld in de artikelen 4 tot en met 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989 houdende uitvoering van net interprofessioneel akkoord van 18 november 1988, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 juli 1989, aangevuld en verlengd voor de jaren 1991 en 1992 bij artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 februari 1991 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1991-1992, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 augustus 1991, aangevuld en verlengd voor de jaren 1993 en 1994 bij artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1993 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1993-1994, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 juli 1994, verlengd voor de jaren 1995 en 1996 bij artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1995-1996, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 februari 1996, verlengd voor de jaren 1997 en 1998 bij artikel 3 van de collectieve overeenkomst van 25 april 1997, verlengd voor de jaren 1999 en 2000 bij artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 april 1999 houdende uitvoering van het centraal akkoord voor de jaren 1999 en 2000, verlengd voor de jaren 2001 en 2002 bij artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 2001 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de jaren 2001 en 2002 en verlengd voor de jaren 2003 en 2004 bij artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de jaren 2003 en 2004, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 juli 2004, gelden eveneens voor de jaren 2005 en 2006 zonder evenwel afbreuk te doen aan de toepassing van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen.

Artikel 11

Hierboven vermelde verlenging van 2 jaren van de tewerkstellingsverbintenissen behelst volgende principes:

  1. Verbod van afdanking om economische of technische redenen. Van dit principe kan, overeenkomstig voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989, worden afgeweken.
  2. Wanneer overeenkomstig artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989 waarvan hierboven sprake wordt vastgesteld dat de afdanking in strijd is met voormelde principes wordt een eenmalige forfaitaire schadevergoeding toegekend aan de afgedankte arbeider(ster) van 991,57 EUR.
  3. De arbeiders(sters) die overeenkomstig de geldende sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten brugpensioen, op brugpensioen worden gesteld moeten vervangen worden overeenkomstig artikel 9 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989. Van deze verplichting kan afgeweken worden op basis van de artikelen 10 en 11 van deze collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989 en mits naleving van de wettelijke bepalingen op het stuk van de vervangingsplicht van bruggepensioneerden.
  4. Arbeiders(sters) die worden afgedankt om andere redenen dan de redenen aangehaald onder litterae a) en c) hierboven moeten worden vervangen binnen de drie maanden na het verstrijken van de vooropzeg of bij ontstentenis van de vooropzeg binnen de drie maanden na de datum van het einde van de arbeidsovereenkomst. Van deze verplichting kan eveneens afgeweken worden overeenkomstig de bepalingen dienaangaande opgepomen in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989.

(...)

CAO van 10/02/1989 (22124/CO/120)

(...)

Artikel 4

Tijdens de duur van de overeenkomst zullen de werkgevers niet overgaan tot afdanking om economische of technische redenen.

Het op conventioneel brugpensioen stellen van werklieden wordt, voor de toepassing van dit artikel, niet als een afdanking beschouwd.

Artikel 5

Van de onder artikel 4, alinea 1 vermelde bepaling kan, in de voorwaarden bepaald in de artikelen 6 en 7, afgeweken worden mits voorafgaandelijke informatie en overleg met de overlegorganen van de onderneming en met de gewestelijke patronale en syndicale textielorganisaties.

Het overleg slaat op de motivatie, omstandigheden, aantal, planning en modaliteiten van de voorgenomen ontslagen.

Het overleg moet zodanig worden opgevat dat het gericht is op het zoeken naar een consensus tussen partijen. Dit houdt in dat, op vraag van één of meer organisaties, ook de verzoeningsprocedure moet worden nageleefd.

Artikel 6

Na uitputting van het overleg en desgevallend van de verzoeningsprocedure, in de geest zoals gemeld onder artikel 5, kan de werkgever van rechtswege overgaan tot de voorgenomen afdankingen om economische en technische redenen in de volgende gevallen :

  • -  de onderneming die in de jaarrekeningen van de twee boekjaren die de datum van de ontslagen voorafgaan, vóór belastingen, een lopend verlies boekt, wanneer voor het laatste boekjaar dat de datum van de ontslagen voorafgaat, dit verlies het bedrag van de afschrijvingen en de waardevermindering op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa overschrijdt;
  • -  de onderneming die ten gevolge van verlies, een netto-actief vertoont dat tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal is gedaald;
  • - de onderneming die tijdens de 12 maanden die het ontslag voorafgaan een aantal werkloosheidsdagen wegen economische redenen heeft gekend tenminste gelijk aan 20 % van het totaal van de R.S.Z. aangegeven bezoldigde dagen voor werklieden en economische werkloosheidsdagen (kol. 5a + 5b + 6a Staat A).

Artikel 7

De bedrijven in moeilijkheden en/of de bedrijven die een herstructurering doorvoeren en niet onder de voorwaarden vallen van artikel 6 worden van het onder artikel 4, eerste alinea vermeld verbod op afdanking vrijgesteld na overeenkomst met de gewestelijke vakbonden en, bij ontstentenis van overeenkomst, mits een akkoord onder de leden van het verzoeningscomité.

Artikel 8

In geval van betwisting aangaande de naleving van de onder de artikelen 4, 5, 6 en 7 vermelde bepalingen wordt, op vraag van de vakbond, de voorzitter van het paritair comité met een onderzoek belast.

Indien hij vaststelt dat de werkgever tot de afdanking is overgegaan in strijd met deze artikelen, dan heeft de afgedankte arbeider(ster) recht op een eenmalige forfaitaire schadevergoeding van 40 000 BEF. ( C.A.O. 2 april 1999)

(...) Zie onze sectorale documentatie Hfdst. 21 et 22

Artikel 12

  1. Werknemers die vanaf 1 januari 1989 worden afgedankt om een andere reden dan economische of technische redenen moeten worden vervangen binnen de drie maanden na het verstrijken van de vooropzeg of, bij ontstentenis van vooropzeg, binnen de drie maanden na de datum van de contractbreuk.
  2. De bepalingen onder artikel 9, tweede alinea, en deze onder artikel 11 gelden voor de vervanging van de werknemers die worden afgedankt om een andere reden dan economische of technische redenen.

Artikel 13

Voor de toepassing van de artikelen 3 tot en met 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt door onderneming verstaan de technische bedrijfseenheid in de zin van de Wet van 20 september 1948 op de ondernemingsraden.

Artikel 14

De tewerkstellingsclausules vervat in de artikelen 3 tot en met 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn niet van toepassing in geval van sluiting van onderneming in de zin van de Wet van 28 juni 1966.

Artikel 15

Regelmatig, meer bepaald ter gelegenheid van de informatie voorzien door de Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 9 van de Nationale Arbeidsraad en alleszins vóór 1 december van elk jaar zal de werkgever aan de ondernemingsraad, en bij ontstentenis ervan, aan de syndicale afvaardiging, informatie verstrekken over de evolutie van de tewerkstelling en over de toepassing van de onder punt 3 vermelde tewerkstellingsverbintenissen.

Voor de bedrijven waar geen overlegorgaan is opgericht kan het onder artikel 27 voorzien contactcomité op de meest gepaste wijze deze materie behandelen.

(...)

Artikel 29

Deze overeenkomst neemt een aanvang op 1 januari 1989 en eindigt op 31 december 1990. Zij bepaalt het geheel der nieuwe sociale voordelen van toepassing gedurende gans de hiervoor vermelde periode.

Bijgevolg waarborgen de contracterende partijen gedurende deze periode de inachtneming van de aangegane verbintenissen met betrekking tot de sociale vrede en de opvoering van de productiviteit hetgeen het volgende inhoudt :

  1. tijdens gans de geldigheidsduur van deze overeenkomst zullen de syndicale en patronale organisaties de sociale vrede in de ondernemingen waarborgen, alsmede de effectieve medewerking verzekeren van het personeel bij de uitvoering der maatregelen welke getroffen worden door toepassing van de paritair aanvaarde schikkingen met het oog op de opvoering van de productiviteit, zowel voor wat betreft het gebruik van nieuwe werktuigen en productiemachines, als voor wat betreft de wijzigingen aan de arbeidsmethodes;
  2. het geheel der schikkingen in verband met de arbeidsvoorwaarden zal stipt worden toegepast en kan onder geen enkel geval terug in betwisting worden gebracht door de syndicale organisaties, de werknemers, de patroonsvereniging of de werkgevers;
  3. de syndicale organisaties en de werknemers verbinden er zich toe geen enkele eis te stellen noch op nationaal, noch op gewestelijk, noch op ondernemingsvlak, en geen enkel conflict uit te lokken of te doen uitbreken om welke reden het ook moge wezen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
24/11/2021
Registratienr
173233
Geldig van
01/01/2021
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
26/11/2021
Registratiedatum
07/06/2022
Buiten bereik
Celanese Production Belgium BV en Celanese BV (behalve voor hoofdstuk 7, 9 en 10), Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen
Onderwerp
Algemene nationale CAO van 24 november 2021
BS Bericht van neerlegging
15/06/2022
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/01/2023
Gepubliceerd in het B.St. van
27/03/2023
Keywords
-
Tekst aangepast op
09/06/2022

Historiek
01/01/2005 31/12/2022 26 Tewerkstellingsverbintenissen
01/01/1989 31/12/2004 26 Tewerkstelling - Afdanking - Bescherming