26 Tewerkstelling - Afdanking - Bescherming

Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00

Bijwerking: 02/09/2002
Geldig vanaf: 01/01/1989
Geldig tot: 31/12/2004

Een CAO werd op 10/02/1989 gesloten in het paritair comité voor de textielnijverheid en het breiwerk. (algemeen verbindend verklaard door KB van 12/07/1989, BS 30/08/1989).Zij werd herhaaldelijk gewijzigd en verlengd en het laatste keer door de CAO van 30/03/2001 (Uitvoering van het interprofessioneel Akkoord voor de jaren 2001-2002, 57394/CO/120)

Geldigheid : 01/01/2001 - 31/12/2002.

Voor de andere aanvullende sociale vergoedingen : zie Hfdst.20

 

Wij geven hieronder de bepalingen i.v.m. de bescherming van de werknemers tegen de afdanking.

CAO van 30/03/2001

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel- en breigoedondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters (ook werklieden genoemd) die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de NV Celanese waarvoor de hoofdstukken 5 en 11 evenwel van toepassing zijn en met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor textiel Verviers (P.S.C. 120.01), voor het Vlas (P.S.C. 120.02) en voor de Jute (P.S.C. 120.03).

(...)

Artikel 3

Volgende tewerkstellingsbevorderende maatregelen worden genomen :

-        -verlenging van de tewerkstellingsverbintenissen;

-        -halftijds brugpensioen;

-        -loopbaanonderbreking voor + 50 jarigen;

-        -toepassing Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 77 van de Nationale Arbeidsraad.

Artikel 4

De tewerkstellingsverbintenissen vermeld in de artikelen 4 tot en met 15 van de Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989 houdende uitvoering van het Interprofessioneel Akkoord  (.....) gelden eveneens voor de jaren 2001 en 2002 zonder evenwel afbreuk te doen aan de toepassing van het Koninklijk Besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen.

 

Artikel 5

Hierboven vermelde verlenging van 2 jaren van de tewerkstellingsverbintenissen behelst volgende principes :

a)  Verbod van afdanking om economische of technische redenen. Van dit principe kan, overeenkomstig voormelde Collectieve Arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989, worden afgeweken.

b)  Wanneer overeenkomstig artikel 8 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989 waarvan hierboven sprake wordt vastgesteld dat de afdanking in strijd is met voormelde principes wordt een eenmalige forfaitaire schadevergoeding toegekend aan de afgedankte arbeider(ster) van 40 000 BEF.

c)   De arbeiders(sters) die overeenkomstig de geldende sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten brugpensioen, op brugpensioen worden gesteld moeten vervangen worden overeenkomstig artikel 9 van voormelde Collectieve Arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989. Van deze verplichting kan afgeweken worden op basis van de artikelen 10 en 11 van deze Collectieve Arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989 en mits naleving van de wettelijke bepalingen op het stuk van de vervangingsplicht van de bruggepensioneerden.

d)  Arbeiders(sters) die worden afgedankt om andere redenen dan de redenen aangehaald onder litterae a) en c) hierboven moeten worden vervangen binnen de drie maanden na het verstrijken van de vooropzeg of bij ontstentenis van de vooropzeg binnen de drie maanden na de datum van het einde van de arbeidsovereenkomst. Van deze verplichting kan eveneens afgeweken worden overeenkomstig de bepalingen dienaangaande opgenomen in voormelde Collectieve Arbeidsovereenkomst van 10 februari 1989.

(...)

Artikel 46

Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002.

Zij bepaalt het geheel der nieuwe sociale voordelen van toepassing gedurende gans de hiervoor vermelde periode.

Bijgevolg waarborgen de contracterende partijen gedurende deze periode de inachtneming van de aangegane verbintenissen met betrekking tot de sociale vrede en de opvoering van de productiviteit hetgeen het volgende inhoudt :

a)  tijdens gans de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de syndicale en patronale organisaties de sociale vrede in de ondernemingen waarborgen, alsmede de effectieve medewerking verzekeren van het personeel bij de uitvoering van de maatregelen welke getroffen worden door toepassing van de paritair aanvaarde schikkingen met het oog op de opvoering van de productiviteit, zowel voor wat betreft het schikkingen met het oog op de opvoering van de productiviteit, zowel voor wat betreft het gebruik van nieuwe werktuigen en productiemachines, als voor wat betreft de wijzigingen aan de arbeidsmethodes;

b)  het geheel der schikkingen in verband met de arbeidsvoorwaarden zal stipt worden toegepast en kan onder geen enkel geval terug in betwisting worden gebracht door de syndicale organisaties, de werknemers, de patroonsvereniging of de werkgevers;

c)   de syndicale organisaties en de werknemers verbinden er zich toe geen enkele eis te stellen noch op nationaal, noch op gewestelijk, noch op ondernemingsvlak, en geen enkel conflict uit te lokken of te doen uitbreken om welke reden het ook moge wezen;

d)  wanneer zich op sectorieel of ondernemingsvlak moeilijkheden zouden voordoen inzake het sociaal overleg, is het een goede praktijk om paritaire verzoening te bevoordelen en zo nodig het vraagstuk formeel aanhangig te maken bij het verzoeningsbureau van het paritair comité.CAO van 10/02/1989

 

CAO van 10/02/1989 (22124/CO/120)

(...)

 

Artikel 4

Tijdens de duur van de overeenkomst zullen de werkgevers niet overgaan tot afdanking om economische of technische redenen.

Het op conventioneel brugpensioen stellen van werklieden wordt, voor de toepassing van dit artikel, niet als een afdanking beschouwd.

 

Artikel 5

Van de onder artikel 4, alinea 1 vermelde bepaling kan, in de voorwaarden bepaald in de artikelen 6 en 7, afgeweken worden mits voorafgaandelijke informatie en overleg met de overlegorganen van de onderneming en met de gewestelijke patronale en syndicale textielorganisaties.

Het overleg slaat op de motivatie, omstandigheden, aantal, planning en modaliteiten van de voorgenomen ontslagen.

Het overleg moet zodanig worden opgevat dat het gericht is op het zoeken naar een consensus tussen partijen. Dit houdt in dat, op vraag van één of meer organisaties, ook de verzoeningsprocedure moet worden nageleefd.

 

Artikel 6

Na uitputting van het overleg en desgevallend van de verzoeningsprocedure, in de geest zoals gemeld onder artikel 5, kan de werkgever van rechtswege overgaan tot de voorgenomen afdankingen om economische en technische redenen in de volgende gevallen :

-  de onderneming die in de jaarrekeningen van de twee boekjaren die de datum van de ontslagen voorafgaan, vóór belastingen, een lopend verlies boekt, wanneer voor het laatste boekjaar dat de datum van de ontslagen voorafgaat, dit verlies het bedrag van de afschrijvingen en de waardevermindering op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa overschrijdt;

-  de onderneming die ten gevolge van verlies, een netto-actief vertoont dat tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal is gedaald;

- de onderneming die tijdens de 12 maanden die het ontslag voorafgaan een aantal werkloosheidsdagen wegen economische redenen heeft gekend tenminste gelijk aan 20 % van het totaal van de R.S.Z. aangegeven bezoldigde dagen voor werklieden en economische werkloosheidsdagen (kol. 5a + 5b + 6a Staat A).

Artikel 7

De bedrijven in moeilijkheden en/of de bedrijven die een herstructurering doorvoeren en niet onder de voorwaarden vallen van artikel 6 worden van het onder artikel 4, eerste alinea vermeld verbod op afdanking vrijgesteld na overeenkomst met de gewestelijke vakbonden en, bij ontstentenis van overeenkomst, mits een akkoord onder de leden van het verzoeningscomité.

Artikel 8

In geval van betwisting aangaande de naleving van de onder de artikelen 4, 5, 6 en 7 vermelde bepalingen wordt, op vraag van de vakbond, de voorzitter van het paritair comité met een onderzoek belast.

Indien hij vaststelt dat de werkgever tot de afdanking is overgegaan in strijd met deze artikelen, dan heeft de afgedankte arbeider(ster) recht op een eenmalige forfaitaire schadevergoeding van 40 000 F. ( C.A.O. 2 april 1999)

(...)

 

Artikel 12

a) Werknemers die vanaf 1 januari 1989 worden afgedankt om een andere reden dan economische of technische redenen moeten worden vervangen binnen de drie maanden na het verstrijken van de vooropzeg of, bij ontstentenis van vooropzeg, binnen de drie maanden na de datum van de contractbreuk.

b)  De bepalingen onder artikel 9, tweede alinea, en deze onder artikel 11 gelden voor de vervanging van de werknemers die worden afgedankt om een andere reden dan economische of technische redenen.

Artikel 13

Voor de toepassing van de artikelen 3 tot en met 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt door onderneming verstaan de technische bedrijfseenheid in de zin van de Wet van 20 september 1948 op de ondernemingsraden.

Artikel 14

De tewerkstellingsclausules vervat in de artikelen 3 tot en met 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn niet van toepassing in geval van sluiting van onderneming in de zin van de Wet van 28 juni 1966.

Artikel 15

Regelmatig, meer bepaald ter gelegenheid van de informatie voorzien door de Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 9 van de Nationale Arbeidsraad en alleszins vóór 1 december van elk jaar zal de werkgever aan de ondernemingsraad, en bij ontstentenis ervan, aan de syndicale afvaardiging, informatie verstrekken over de evolutie van de tewerkstelling en over de toepassing van de onder punt 3 vermelde tewerkstellingsverbintenissen.

Voor de bedrijven waar geen overlegorgaan is opgericht kan het onder artikel 27 voorzien contactcomité op de meest gepaste wijze deze materie behandelen.

(...)

 

Artikel 29

Deze overeenkomst neemt een aanvang op 1 januari 1989 en eindigt op 31 december 1990. Zij bepaalt het geheel der nieuwe sociale voordelen van toepassing gedurende gans de hiervoor vermelde periode.

Bijgevolg waarborgen de contracterende partijen gedurende deze periode de inachtneming van de aangegane verbintenissen met betrekking tot de sociale vrede en de opvoering van de productiviteit hetgeen het volgende inhoudt :

a) tijdens gans de geldigheidsduur van deze overeenkomst zullen de syndicale en patronale organisaties de sociale vrede in de ondernemingen waarborgen, alsmede de effectieve medewerking verzekeren van het personeel bij de uitvoering der maatregelen welke getroffen worden door toepassing van de paritair aanvaarde schikkingen met het oog op de opvoering van de productiviteit, zowel voor wat betreft het gebruik van nieuwe werktuigen en productiemachines, als voor wat betreft de wijzigingen aan de arbeidsmethodes;

b) het geheel der schikkingen in verband met de arbeidsvoorwaarden zal stipt worden toegepast en kan onder geen enkel geval terug in betwisting worden gebracht door de syndicale organisaties, de werknemers, de patroonsvereniging of de werkgevers :

c) de syndicale organisaties en de werknemers verbinden er zich toe geen enkele eis te stellen noch op nationaal, noch op gewestelijk, noch op ondernemingsvlak, en geen enkel conflict uit te lokken of te doen uitbreken om welke reden het ook moge wezen.

 


Historiek
01/01/2005 31/12/2022 26 Tewerkstellingsverbintenissen
01/01/1989 31/12/2004 26 Tewerkstelling - Afdanking - Bescherming