0401 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00

Bijwerking: 25/10/2005
Geldig vanaf: 01/01/2005
Geldig tot: 31/12/2013

In het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk werd op 9 november 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende actualisatie van de functieclassificatie voor de arbeiders van de textielnijverheid en het breiwerk, zoals ingevoerd door hoofdstuk V, “Functieclassificatie en baremieke loonschalen” van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1993 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1993-1994.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 2 juli 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 september 2003.

 

In hetzelfde paritair comité werd op 13 juni 2005 een algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 1 augustus 2005 onder het nr. 75903/CO/120; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 18 augustus 2005.

Een nationale collectieve arbeidsovereenkomst werd op 29 december 2003 gesloten.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 5 april 1994 onder het nummer 35.288/CO/120; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 2 juni 1994.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden.  Voor de evolutie van de minimumlonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

CAO 9 november 2001

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel- en breigoedondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de nv Celanese en met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor textiel Verviers (paritair subcomité 120.01), voor het vlas (paritair subcomité 120.02) en voor de jute (paritair subcomité 120.03).

HOOFDSTUK II – Doelstelling

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt ertoe de functieclassificatie en de daarbijhorende nationale baremieke loonschalen, ingevoerd door hoofdstuk V, “Functieclassificatie en baremieke loonschalen”, van de collectieve arbeidsovereenkomst an 4 maart 1993 houdende uitvoering van het interprofessionneel akkoord 1993-1994, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, te actualiseren door middel van toevoeging van een aantal functiebenamingen in de functielijsten.

HOOFDSTUK III - Functieclassificatie en baremieke loonschalen

Artikel 3

In bijlage van huidige collectieve arbeidsovereenkomst worden de geactualiseerde functielijsten, met vermelding van de code, de functiebenaming en de loongroepen, gevoegd (bijlage 1).  De daarbij horende nationale baremieke loonschalen, met de bedragen geldig op 1 januari 2001 (van toepassing sedert 1 oktober 2000) en gekoppeld aan de indexschijf (...) worden eveneens in bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst gevoegd (bijlage 2).  De in EUR vermelde bedragen zijn ten indicatieve titel.

Artikel 4

Deze nationale baremieke loonschalen gelden voor die functies die het voorwerp uitmaken van een paritair akkoord aangaande de nieuwe functieclassificatie, meer bepaald die functies waarover in de paritaire werkgroep functieclassificatie textiel- en breigoed een akkoord werd bereikt over de functiebeschrijving en functiewaardering.  Iedere aldus beschreven functie kan door de eigen functiewaardering geplaatst worden in de onderscheiden loongroep voorkomend in bijlage aan de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Nieuwe algemeen voorkomende functies die in de toekomst zullen ontstaan zullen eveneens door de paritaire werkgroep worden beschreven en gewaardeerd op basis van de bestaande methode en aan de lijsten worden toegevoegd.

De bestaande en toekomstige functiebeschrijvingen en waarderingen worden ter Griffie van de Administratie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid neergelegd en geregistreerd.

Artikel 5

De baremieke loonschalen gelden voor de prestaties in enkele ploeg. Voor de andere arbeidsstelsels worden deze schalen vermeerderd met de daartoe voorziene coëfficiënten.

Deze baremieke loonschalen zijn van toepassing voor de prestaties bezoldigd met een vast uurloon. Wanneer de prestaties worden bezoldigd met productielonen worden voormelde baremieke loonschalen verhoogd met 5 % voor de textielsector en met 3 % voor de breigoedsector.

Artikel 6

De paritaire werkgroep functieclassificatie textiel- en breigoed doet uitspraak over alle betwistingen in verband met de toepassing van de nationale baremieke loonschalen voor alle in de ondernemingen voorkomende functies.

HOOFDSTUK IV – Eindbepalingen

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking op 1 januari 2001.  Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door elk van de ondertekende partijen mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.

(...)

Bijlage 2

Nationale baremieke loonschalen

Baremieke loonschalen (bedragen geldig op 1 oktober 2000 en voor de prestaties in uurlonen en in enkele ploeg) (...)

1. Baremieke loonschalen textiel

(...)

Commentaar: de minimumlonen van toepassing op 1 oktober 2000 werden u medegedeeld in onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.  Voor de verdere evolutie van de minimumlonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

Opmerkingen:

1.  Wanneer de prestaties worden bezoldigd met productielonen worden deze baremieke loonschalen verhoogd met 5 %.

2.  Deze baremieke loonschalen gelden voor prestaties in enkele ploeg.  Voor de andere arbeidstelsels worden deze schalen vermeerderd met de daartoe voorziene coëfficiënten en procenten.

2. Baremieke loonschalen breigoed

(...)

Commentaar: de minimumlonen van toepassing op 1 oktober 2000 werden u medegedeeld in onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.  Voor de verdere evolutie van de minimumlonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

Opmerkingen:

1.  Wanneer de prestaties worden bezoldigd met productielonen worden deze baremieke loonschalen verhoogd met 3 %.

2.  Deze baremieke loonschalen gelden voor prestaties in enkele ploeg.  Voor de andere arbeidsstelsels worden deze schalen vermeerderd met de daartoe voorziene coëfficiënten en procenten.

3. Baremieke loonschalen onderhoud en algemene diensten

(...)

Commentaar: de minimumlonen van toepassing op 1 oktober 2000 werden u medegedeeld in onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.  Voor de verdere evolutie van de minimumlonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

Opmerking:

Deze baremieke loonschalen gelden voor prestaties in enkele ploeg.  Voor de andere arbeisstelsels worden deze schalen vermeerderd met de daartoe voorziene coëfficiënten en procenten.

4. Baremieke loonschalen en leidiggevend personeel

(...)

Commentaar: de minimumlonen van toepassing op 1 oktober 2000 werden u medegedeeld in onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.  Voor de verdere evolutie van de minimumlonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

Opmerking:

Deze baremieke loonschalen gelden voor prestaties in enkele ploeg.  Voor de andere arbeidsstelsels worden deze schalen vermeerderd met de daartoe voorziene coëfficiënten en procenten.

CAO 13 juni 2005

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel- en breigoedondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters (ook werklieden genoemd) die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de nv Celanese (...) en met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden die onder de bevoegdheid vallen van de paritaire subcomités voor textiel Verviers (PSC 120.01), voor het vlas (PSC 120.02) en voor de jute (PSC 120.03).

HOOFDSTUK II – Index en lonen

Artikel 2

Tijdens de jaren 2005 en 2006 wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1974 houdende ordening van de collectieve arbeidsoverenkomsten waarbij de lonen in de textielnijverheid en het breiwerk aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen worden gekoppeld, ongewijzigd verder toegepast.

Artikel 3

Tijdens de jaren 2005 en 2006 wordt er geen conventionele loonsverhoging toegekend op de baremieke en effectieve lonen, tenzij in geval van toepassing van artikel 4.

Artikel 4

Wanneer er tijdens de jaren 2005 en 2006 geen tweede indexatie van de lonen is, worden de baremieke en effectieve lonen vanaf 1 november 2006 met 2 % verhoogd met t.a.v. de effectieve en baremieke lonen geldend in september 2006 en dat tot op het ogenblik dat de eerste indexaanpassing in 2007 valt overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1974.

Artikel 5

Wanneer er tijdens de jaren 2005 en 2006 geen tweede indexatie van de lonen is, worden de baremieke en effectieve lonen op de datum waarop de lonen in de loop van 2007 voor het eerst geïndexeerd worden overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1974, geïndexeerd met 2 % t.a.v. de baremieke en effectieve lonen geldend in september 2006.

Artikel 6

Wanneer er tijdens de jaren 2005 en 2006 geen tweede indexatie van de lonen is, storten de werkgevers een bijdrage die overeenstemt met de kost van 2 % loonsverhoging op de baremieke en effectieve lonen voor de maand oktober 2006 aan het waarborg- en sociaal Fonds.

De concrete modaliteiten voor de inning van voornoemde bijdrage worden vastgesteld door de raad van bestuur van het waarborg- en sociaal Fonds.

Artikel 7

Wanneer er tijdens de jaren 2005 en 2006 geen tweede indexatie van de lonen is, wordt de in artikel 5 omschreven eerste indexatie van de lonen in 2007 aangerekend op de kost van de collectieve arbeidsovereenkomst 2005-2006.

Artikel 8

Ondertekenende partijen verbinden er zich toe de uitzonderlijke regeling voorzien in artikel 4 tot en met 7 niet als een precedent voor de toekomst te zullen inroepen.

(...)

Commentaar: voor de evolutie van de lonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.

HOOFDSTUK XI – Duur van de overeenkomst en verbintenissen van de contracterende partijen

Artikel 43

Deze overeenkomst bepaalt het geheel der nieuwe sociale voordelen en is van toepassing vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 (...)

Bijgevolg waarborgen de contracterende partijen gedurende de periode van 1 januari 2005 tot en met                30 juni 2007 de inachtneming van de aangegane verbintenissen met betrekking tot de sociale vrede en de opvoering van de productiviteit hetgeen het volgende inhoudt:

a) tijdens gans de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de syndicale en patronale organisaties de sociale vrede in de ondernemingen waarborgen, alsmede de effectieve medewerking verzekeren van het personeel bij de uitvoering van de maatregelen welke getroffen worden door toepassing van de paritair aanvaarde schikkingen met het oog op de opvoering van de productiviteit, zowel voor wat betreft het gebruik van nieuwe werktuigen en productiemachines, als voor wat betreft de wijzigingen aan de arbeidsmethodes;

b) het geheel der schikkingen in verband met de arbeidsvoorwaarden zal stipt worden toegepast en kan onder geen enkel geval terug in betwisting worden gebracht door de syndicale organisaties, de werknemers, de patroonsvereniging of de werkgevers;

c)  de syndicale organisaties en de werknemers verbinden er zich toe geen enkele eis te stellen noch op nationaal, noch op gewestelijk, noch op ondernemingsvlak, en geen enkel conflict uit te lokken of te doen uitbreken om welke reden het oog moge wezen;

d) wanneer zich op sectorieel of ondernemingsvlak moeilijkheden zouden voordoen inzake het sociaal overleg, is het een goede praktijk om paritaire verzoening te bevoordelen en zo nodig het vraagstuk formeel aanhangig te maken bij het verzoeningsbureau van het paritair comité.

(...)

CAO 29 december 1993

(...)

II. Baremieke loonschalen voor jonge arbeiders(sters)

Artikel 3

Voor arbeiders(sters) jonger dan 21 jaar die geen zes maanden beroepservaring hebben in de textiel- en breigoednijverheid worden vanaf 1/1/1994 de nationale functionele baremieke loonschalen op 95 % gebracht.

De aldus vastgelegde baremieke loonschalen zijn op bedoelde jonge arbeiders(sters) van toepassing tijdens de eerste zes maanden van hun tewerkstelling.

Artikel 4

Wanneer een werkgever gebruik maakt van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake loondegressiviteit dan worden deze coëfficiënten of percenten berekend op het functioneel baremiek loon ann 100 %.

Artikel 5

Voor de arbeiders(sters) jonger dan 21 jaar die geen zes maanden beroepservaring hebben in de textiel- en breigoednijverheid maar hetzij textielgediplomeerden zijn hetzij minstens gedurende één schooljaar een industriële leerovereenkomst hebben doorlopen, worden de nationale functionele baremieke loonschalen op 100 % behouden.  De tijd besteed aan individuele beroepsopleiding evenals de stageovereenkomst gelden als beroepservaring waarvan sprake in artikel 3 van onderhavige overeenkomst.

Artikel 6

Gelet op hetgeen voorzien is in de artikelen 3 tot 5 van onderhavige overeenkomst wordt de CAO van  24 juni 1966 tot vaststelling van het algemeen barema der jongeren tewerkgesteld in de textiel- en breigoednijverheid afgeschaft vanaf 1/1/1994.

(...)

IV. Duurtijd van de overeenkomst

Artikel 9

Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten en kan door elk van de ondertekenende partijen opgezegd worden, mits betekening van een opzeg van minstens zes maanden aan de voorzitter van het paritair comité.


Historiek
01/01/2023 31/12/2050 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2014 31/12/2024 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2005 31/12/2013 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2001 31/12/2004 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2001 31/12/2000 0401 Loonvoorwaarden
01/01/1999 31/12/2000 0401 Loonvoorwaarden