De werkgeverstegemoetkoming in de verplaatsingskosten « woon-werkverkeer » van de arbeiders die ressorteren onder het paritair comité van de voedingshandel (P.C. 119) wordt geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst die dat comité sloot op 10 september 2003. Deze CAO die werd geregistreerd op 16/01/2004 onder het nummer 69338/CO/119, bepaalt tegemoetkomingsvoorwaarden zowel bij gebruik van gemeenschappelijk vervoer als bij gebruik van privévervoermiddelen (wagen of fiets). Zij vervangt vanaf 1 januari 2004 de vorige collectieve overeenkomst die in de sector werd gesloten op 30 juni 2003.

Hieronder volgt de integrale tekst van deze CAO gevolgd door een samenvatting van de voornaamste bepalingen en enkele belangrijke praktische schikkingen.

A. Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.

Met arbeiders worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II - Tussenkomst van de werkgever

Artikel 2

De werkgevers kennen een tussenkomst in de kosten van gemeenschappelijk vervoer van de arbeiders toe voorzover de afstand volgens de kortste weg tussen de vertrekhalte en de aankomsthalte, 3 km of meer bedraagt.

Artikel 3

Het bedrag van de tussenkomst wordt vastgesteld:

     a)    voor wat het openbaar vervoer per spoorweg betreft : de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs zal berekend worden op basis van het barema, dat is opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen werd in uitvoering van de Wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de N.M.B.S. ingevolge de uitgifte van abonnementen voor arbeiders en bedienden.

     b)    voor wat het gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft, met uitzondering van het treinvervoer : de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 3 km, berekend vanaf de vertrekhalte, zal vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten:                       

- wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel 60 % van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden;

- wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 56 % van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een afstand van 7 km te overschrijden.

            c)         voor wat het gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft:

- ingeval de arbeider gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs betaald voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - zal de bijdrage van de werkgever gelijk zijn aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement;                       

- in elk ander geval dat de arbeider meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in de voorgaande paragraaf, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend:

- nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de arbeider gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de voorafgaande bepalingen, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.

Artikel 4

Vanaf 1 juli 2001 wordt het bedrag van de werkgeverstussenkomst voor wat de verplaatsingen met de fiets betreft vastgesteld op 4 BEF per kilometer, vanaf de eerste kilometer, enkele afstand, per effectief gepresteerde dag.

Vanaf 1 januari 2002 bedraagt de werkgeverstussenkomst voorzien in §1, 0,10 EUR per kilometer.

Artikel 5

De werkgevers kennen een tussenkomst in de privé-vervoerskosten van de arbeiders toe, voorzover de afstand tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling meer dan 3 km bedraagt.

Artikel 6

Het bedrag van deze tussenkomst is gelijk aan de tussenkomst die de arbeider had kunnen bekomen wanneer hij of zij een treinkaart, gelijkgesteld aan het sociaal abonnement had gebruikt voor de overeenstemmende afstand.

De werkgever kan een verklaring eisen waarbij de arbeider verzekert dat hij geregeld gebruik maakt van een individueel vervoermiddel om zich over een afstand van meer dan 3 km van zijn woonplaats naar de plaats van tewerkstelling te begeven. In dit geval moet de werkgever spontaan een invulformulier voor de verklaring op eer afleveren.

HOOFDSTUK III - Tijdstip van terugbetaling

Artikel 7

De terugbetaling van de vervoerskosten waarvan sprake in de art. 2, 3, 4, 5 en 6 hierboven zullen minstens éénmaal per maand geschieden.

Artikel 8

Onverminderd de beschikkingen voorzien in de art. 2, 3, 4, 5 en 6 zullen de gunstiger toestanden inzake vervoer en terugbetaling van de vervoerskosten op het vlak van de onderneming behouden blijven.

HOOFDSTUK IV - Duur van de overeenkomst

Artikel 9

De huidige collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een onbepaalde duur.

Zij wordt van kracht op 1 januari 2004 en kan opgezegd worden door één der partijen, mits betekening van de opzeg van drie maanden, door aangetekend schrijven ter post, gericht aan de Voorzitter en aan de organisaties vertegenwoordigd in het schoot van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.

Artikel 10

De huidige conventie vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.

B. Samenvatting

De onderhavige reglementering kan als volgt worden samengevat:

C.A.O. van 10 september 2003 – K.B. van 19 mei 2004 – B.S. van 29 juni 2004Geldigheid: 1er januari 2004 – onbepaald

Begunstigde werknemers

alle werknemers die ressorteren onder het paritair comité van de voedingshandel, ongeacht het bedrag van hun loon;

Vervoermiddelen

alle openbare en privé-vervoermiddelen (wagen en fiets);

Bedrag

• vervoer per spoor: volgens het barema van de N.A.R. De tegemoetkoming is gemiddeld gelijk aan 60 % van de treinkaart
• andere openbare vervoermiddelen:
  • prijs in verhouding: volgens het barema met een maximum van 60 % van de werkelijk betaalde prijs
  • vaste prijs: 56 % zonder groter te zijn dan het bedrag door het barema bepaald  voor een afstand van 7 km
• combinatie van openbaar vervoer: volgens barema
• Privé-vervoer: de CAO behandelt twee mogelijkheden:
  • ingeval van gebruik van de wagen: de tegemoetkoming is gebaseerd op het barema dat geldt voor de treinkaart voor een gelijk aantal kilometers (zie N.A.R.);
  • ingeval van gebruik van de fiets: 0,10 euro per kilometer, vanaf de eerste kilometer, enkele afstand, per werkelijk gepresteerde dag

Afstand

• openbaar vervoer: 3 km en meer
• privé-vervoer:
  • wagen: 3 km en meer
  • fiets: vanaf 1ste kilometer