01 Sectorakkoord voor de jaren 2017-2018

Paritair (sub-)Comité nr.:
119.01.00-00.00, 119.02.00-00.00, 119.03.00-00.00

Bijwerking: 05/12/2019
Geldig vanaf: 01/07/2017
Geldig tot: 30/06/2019

In het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren werd op 5 juli 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het Sectorakkoord voor de jaren 2017-2018.

Wij geven u hierna de bepalingen van deze CAO.

Verschillende delen van deze collectieve arbeidsovereenkomst maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO's. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor:

  • de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening;
  • de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding;
  • de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie;
  • de werknemers van een gebonden werkgever.

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan

De individueel normatieve bepalingen van een niet-algemeen verbindend verklaarde CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partijen in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

Sectorakkoord 2017-2018

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren (PC 119).

A. KOOPKRACHT

1. Invulling loonmarge

Verhoging met 1,1%

Vanaf 1 juli 2017 worden de barema’s en de werkelijk betaalde maandlonen verhoogd met 1,1%.

Eénmalige premie van 70 euro bruto

In december 2017 zal aan de voltijdse werknemers in dienst op 30 november 2017 een éénmalige en niet-recurrente premie van 70 euro bruto toegekend worden. De premie zal betaald worden samen met de eindejaarspremie.

De premie kan via ondernemingscao gesloten vóór 15 oktober 2017 omgezet worden in één van de volgende voordelen:

  • 100 euro ecocheques;
  • 35 euro cadeaucheques en een bruto premie van 37 euro;
  • 70 euro cadeaucheques en een bruto premie van 11 euro;

Aan de deeltijdse werknemers zal dit voordeel naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.

2. Verlenging en verhoging bestaande premies

2.2. Verlenging jaarlijkse premie

De cao betreffende de jaarlijkse premie betaalbaar in december wordt verlengd tot en met 30 juni 2019.

2.3. Ploegenpremie / namiddagpremie

De toeslag voor de ploegenpremie wordt opgetrokken van 0,23 euro per uur naar 0,25 euro per uur vanaf 1 juli 2017.

De toeslag voor de namiddagpremie wordt opgetrokken van 0,23 euro per uur naar 0,25 euro per uur vanaf 1 juli 2017.

B. TIJDSKREDIET

Op 1 april 2017 is het nationaal kader voor tijdskrediet (cao nr. 103) gewijzigd. In het kader hiervan wordt ook de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst als volgt aangepast:

  • Het recht op tijdskrediet met motief voor zorgmotieven wordt uitgebreid tot 51 maanden.

In toepassing van cao nr. 127, in de NAR gesloten op 21 maart 2017, wordt voor de toekenning van uitkeringen zoals voorzien in het Koninklijk Besluit van 12 december 2001, voor de periode 2017-2018 de leeftijdsgrens op 55 jaar gebracht voor de werknemers die in toepassing van art. 8 §1 van cao nr. 103 hun arbeidsprestaties verminderen tot halftijdse prestaties, of hun arbeidsprestaties met een vijfde verminderen, en dit voor zover de werknemer op het ogenblijk van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever in de voorwaarden van de cao nr. 127 valt.

C. STELSELS VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG

Werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers met een beroepsloopbaan van 33 jaar in een zwaar beroep

Aan de ontslagen werknemers die voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in cao nr. 120 en cao nr. 121 wordt het voordeel van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend.

Werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers met een beroepsloopbaan van 35 jaar in een zwaar beroep

Aan de ontslagen werknemers die voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en cao nr. 122 wordt het voordeel van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend.

Werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers met een beroepsloopbaan van 40 jaar

Aan de ontslagen werknemers die voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in cao nr. 124 en cao nr. 125 wordt het voordeel van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend.

Beschikbaarheid

In uitvoering van artikel 22, § 3, lid 5 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt de leeftijd vermeld in artikel 22, § 3, lid 4, 1° op 60 jaar gebracht voor de periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2017 en op 61 jaar voor de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2018.

D. SOCIAAL FONDS

1. Werkgeversbijdragen aan het Sociaal Fonds

Teneinde de financiering te verzekeren van de tewerkstellingsbevorderende maatregelen zoals opleiding zal de tewerkstellingsbijdrage worden verhoogd van 0,10% naar 0,22% voor het jaar 2018.

2. Bestaanszekerheid

  • Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering bij collectief ontslag wordt vanaf 1 januari 2018 op 4,20 euro per dag gebracht.
  • Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering bij langdurige ziekte wordt vanaf 1 januari 2018 op 4,20 euro per dag gebracht.
  • Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht wordt vanaf 1 januari 2018 op 4,20 euro per dag gebracht.
  • Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering bij tijdelijke werkloosheid wordt vanaf 1 januari 2018 op 4,20 euro per dag gebracht.

3. Kinderopvang

Voor de jaren 2018 en 2019 wordt het dagbedrag voor de tussenkomst voor kinderopvang vanuit het Sociaal Fonds opgetrokken van 1 euro naar 2 euro, met een maximum van 400 euro op jaarbasis per kind en per ouder.

De andere voorwaarden en modaliteiten blijven van toepassing.

Bij afloop van de periode 2018-2019 vindt een evaluatie plaats van de kostprijs.

E. OPLEIDING

1. Budget

Het maximaal budget voorzien voor de subsidies voor opleiding wordt behouden op 1.400.000 euro voor de jaren 2017-2018, met een garantie voor de micro-ondernemingen van 300 euro per onderneming en per jaar (met een gegarandeerd budget van 150.000 euro binnen het bovenvermeld maximaal budget).

De onderneming die een tussenkomst van het Sociaal Fonds wenst te bekomen voor de financiering van de beroepsopleiding moet haar dossier rechtstreeks indienen bij het Sociaal Fonds of via een werkgeversfederatie.

De onderneming kan vrij de leverancier van de opleiding kiezen.

De opleidingsdossiers moeten voldoen aan de voorwaarden van de CAO beroepsopleiding die onder andere de melding voorziet van het al dan niet behoren van de arbeiders tot de risicogroepen vermeld in het KB van 19 februari 2013.

De ondernemingsraad (of bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging) wordt geconsulteerd over de opleidingsplannen.

De werkgever zal jaarlijks de ondernemingsraad informeren met betrekking tot de ontvangen tussenkomsten van het Sociaal Fonds 119 voor de beroepsopleiding.

2. Opleidingsinspanning

In uitvoering van artikel 12, 1° van de Wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, wordt voor het geheel van de sector een opleidingsinspanning voorzien die minstens gelijkwaardig is aan een opleidingsinspanning van twee dagen gemiddeld per jaar, per voltijds equivalent voor de jaren 2017-2018.

De sociale partners verbinden zich ertoe een werkgroep samen te brengen met het oog op een doorlichting van de opleiding in de sector en de uitwerking van een groeipad.

F. SYNDICALE PREMIE

Vanaf 1 januari 2018 wordt de korting op de syndicale bijdrage zoals voorzien in afdeling 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2017 ter bepaling voor 2017 van de modaliteiten van toekenning en afrekening van de korting op de syndicale bijdrage en van de syndicale vorming, verhoogd naar:

  • 145 euro per jaar voor werknemers die een normale syndicale bijdrage in de vereiste vormen betaald hebben op het ogenblik van de betaling van de korting;
  • 72,50 euro per jaar voor werknemers die een beperkte syndicale bijdrage in de vereiste vormen betaald hebben op het ogenblik van de betaling van de korting, evenals voor de werknemers die op brugpensioen zijn.

G. EINDELOOPBAAN en cao nr. 104

1. Eindeloopbaandagen

Het systeem van de eindeloopbaandagen wordt aangepast. Vanaf 1 januari 2017 wordt het recht op drie eindeloopbaandagen vanaf 58 jaar niet langer gekoppeld aan het recht op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Elke arbeider van 60 jaar of meer met 10 jaar anciënniteit heeft recht op vijf eindeloopbaandagen per jaar.

2. Onderzoek

Het Sociaal Fonds zal een vervolg koppelen aan het onderzoek over langer werken in PC 119.

Het Sociaal Fonds zal een onderzoek laten uitvoeren door een externe partner om de mogelijke oplossingen die werden voorgesteld tijdens het onderzoek over langer werken, concreet om te zetten naar de praktijk.

Er wordt gevraagd aan een paritaire groep om hieraan mee te werken.

H. RISICOGROEPEN

1. Verderzetting huidige tussenkomsten van het sociaal fonds inzake tewerkstellingsmaatregelen

Alle huidige tussenkomsten van het Sociaal fonds inzake tewerkstellingsmaatregelen, blijven behouden bij ongewijzigde wetgeving.

Bij wijziging van de wetgeving zullen de sociale partners samen overleggen over de verderzetting van de tussenkomsten.

2. KB Risicogroepen

Overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 8 april 2013), dient 0,05% van de loonmassa, voorbehouden te worden ten gunste van één of meerdere groepen opgesomd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013.
Van de 0,05 % van de loonmassa waarvan hiervoor bepaald, dient de helft besteed te worden aan de werknemers bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit.

De sociale partners verbinden zich ertoe om voor de jaren 2017 en 2018 een sectorale cao te sluiten met respect van de risicogroepen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 19 februari 2013, met vermelding van de initiatieven betreffende de kinderopvang, de bovenvermelde tewerkstellingspremies, zoals de andere bestaande initiatieven.

I. SECTORALE WERKGROEPEN

De volgende werkgroepen worden opgericht en zullen plaats vinden uiterlijk het laatste trimester 2017:

  • Werkgroep opleiding: de modaliteiten zullen besproken worden tijdens een vergadering in september 2017
  • Werkgroep rond zwaarte van het beroep
  • Werkgroep pilootproject “werknemers met een handicap”
  • Werkgroep over het bevoegdheidsgebied van PC 119

J. SLOTBEPALINGEN

1. Verlenging akkoorden

  • KB rusttijden
  • Verlenging van de paritaire aanbevelingen

Akkoord aanmoedigingspremies Vlaams Gewest

  • De volgende aanbevelingen blijven gelden voor de periode 2017-2018:
  • De aanbeveling van 10 april 1991 over het zondagwerk,
  • De aanbeveling van 29 juni 1995 inzake deeltijds werk,
  • De aanbeveling van 29 juni 1995 betreffende de waarborg van tewerkstelling,
  • De aanbeveling van 29 juni 1995 inzake uitzendarbeid,
  • De aanbeveling van 13 juli 1978 inzake overuren,
  • De aanbeveling van 31 januari 2014 inzake overstap van zwaar naar lichter werk,
  • De aanbeveling van 31 januari 2014 met betrekking tot de blootstelling aan koude (thermische omgevingsfactoren).

De hierna verstreken collectieve arbeidsovereenkomsten, die voor bepaalde tijd werden gesloten, zullen zonder onderbreking verlengd worden voor de periode 2017-2018:

  • Tewerkstelling en vorming (aanwervingspremies)
  • Overuren
  • Afwijkingen van de vijfdagenweek
  • Rusttijden

2. Sociale vrede

De werknemers en de werkgevers verbinden zich ertoe de sociale vrede te bewaren in de ondernemingen en dit voor de gehele duur van het akkoord. Geen enkele nieuwe eis zal door de partijen worden ingediend op het niveau van de sector of de onderneming tijdens de duurtijd van dit akkoord.

K. DUUR VAN HET AKKOORD

Het akkoord is van toepassing van 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2019, onder voorbehoud van voorafgaande bevestiging door de FOD Werk van de wettigheid van het akkoord en, met uitzondering van:

  • Het advies aan de Minister voor de afwijkingen arbeidsduur, waar een geldigheidsduur gevraagd wordt tot en met 31 oktober 2019, en
  • Het akkoord over de aanmoedigingspremies die afgesloten wordt tot en met 31 augustus 2019.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
05/07/2017
Registratienr
140966
Geldig van
01/07/2017
Geldig tot
30/06/2019
Neerleggingsdatum
17/07/2017
Registratiedatum
10/08/2017
Onderwerp
sectoraal akkoord 2017-2018
BS Bericht van neerlegging
23/08/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
27/04/2018
Gepubliceerd in het B.St. van
17/05/2018
Keywords
LONEN, ECOCHEQUES, GESCHENKEN-, SPORT- EN CULTUURCHEQUES, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, EINDEJAARSPREMIE, EENMALIGE PREMIE, ALTERNATIEF VOORDEEL/BELONINGSWIJZE (EXCL. PREMIE, CHEQUE, BONUS), BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, RISICOGROEPEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), SYNDICALE PREMIE, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID, WERKING PARITAIR COMITÉ, SOCIALE VREDE
Historiek
01/07/2023 30/06/2025 01 Sectoraal akkoord 2021-2022
01/07/2021 30/06/2023 01 Sectoraal akkoord 2021-2022
01/07/2019 30/06/2021 01 Sectoraal akkoord 2019-2020
01/07/2017 30/06/2019 01 Sectorakkoord voor de jaren 2017-2018
29/06/2015 30/06/2017 01 Sectorakkoord voor de jaren 2015-2016
01/07/2013 30/06/2015 01 Sectorakkoord voor de jaren 2013-2014
01/05/2011 30/06/2013 01 Sectorakkoord voor de jaren 2011-2012
01/04/2009 30/04/2011 01 Protocolakkoord voor 2009-2010