2201 21 Brugpensioen
Paritair (sub-)Comité nr.:
118.03.00-00.00
Bijwerking: 10/01/2007
Geldig vanaf: 01/01/2006
Geldig tot: 31/12/2007
1. In toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, hebben de arbeiders recht op brugpensioen, indien zij worden ontslagen door hun werkgever en de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben op het ogenblik dat de opzeggingstermijn een einde neemt. Het brugpensioen wordt samengesteld uit de werkloosheidsvergoeding ten laste van de RVA en een aanvullende vergoeding die ten laste is van de werkgever.
2. In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 1 juli 1976 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de waarborg en de faciliteiten van vereffening van de aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden en werksters indien zij worden ontslagen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst die van toepassing is op de sector industriële en kleinbakkerijen, kleinbanket-bakkerijen, ambachtelijke roomijsfabrikanten en suikerbakkers, consumptiesalons bij een kleinbanket-bakkerij, werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 10 november 1976 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 december 1976. Krachtens artikel 2 van deze CAO treedt het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de industriële en kleinbakkerijen en de kleinbanketbakkerijen" in de plaats van de werkgever en betaalt dus de aanvullende vergoeding aan de ontslagen werklieden en werksters van respectievelijk 60 en 55 jaar en ouder. Deze bepaling treedt in werking op 1 juli 1975.
3. In hetzelfde Paritair Comité werd verder op 5 juli 2006 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van het brugpensioen aan de werklieden en werksters van de Subsector voor de bakkerijen, banketbakkerijen die 'verse' producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en verbruikzalen bij een banketbakkerij
Zij werd registreerd onder het nummer 80434/CO/118.03. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een KB van 10/11/2006, B.St van 09/01/2007. Zij vervangt de CAO van 6 juli 2005.
Krachtens deze CAO wordt de mogelijkheid van brugpensioen uitgebreid tot de arbeiders die worden ontslagen door hun werkgever en de leeftijd van 56 of 58 jaar bereikt hebben op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst een einde neemt. Bovendien wordt de betaling van de aanvullende vergoeding ten laste genomen door het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de industriële en kleinbakkerij en kleinbanketbakkerij".
Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze brochure Brugpensioen.
Commentaar
1. Leeftijdsvoorwaarde
Wanneer een arbeider ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 56 of 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31/12/2007.
2. Vervanging van de bruggepensioneerde
In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt.
De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.
Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze brochure Brugpensioen.
3. Aanvullende vergoeding
Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering en wordt ten laste genomen door het Waarborg- en Sociaal Fonds van de industriële en kleinbakkerij en kleinbanketbakkerij.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
05/07/2006 |
Registratienr
80434 |
Geldig van
01/01/2006 |
Geldig tot
31/12/2007 |
Neerleggingsdatum
10/07/2006 |
Registratiedatum
19/07/2006 |
||
Onderwerp
brugpensioenen op 56 jaar en 58 jaar |
|||
BS Bericht van neerlegging
08/08/2006 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
10/11/2006 |
Gepubliceerd in het B.St. van
09/01/2007 |
||
Keywords
BRUGPENSIOEN |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2014 | 31/12/2015 | 2201 Historiek SWT 58 jaar - Kliksysteem |
01/01/2013 | 31/12/2013 | 2201 21 Werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar of op 58 jaar |
01/01/2013 | 01/01/2013 | 2201 21 Werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar of op 58 jaar |
01/01/2011 | 31/12/2012 | 2201 21 Brugpensioen |
01/01/2009 | 31/12/2010 | 2201 21 Brugpensioen |
01/01/2007 | 31/12/2008 | 2201 21 Brugpensioen |
01/01/2006 | 31/12/2007 | 2201 21 Brugpensioen |
01/01/2005 | 31/12/2006 | 2201 21 Brugpensioen |
01/01/2001 | 30/06/2001 | 2201 21 Brugpensioen |
01/01/1999 | 31/12/2000 | 2201 210201 Brugpensioen |