05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld

Paritair (sub-)Comité nr.:
115.03.00-00.00

Bijwerking: 24/10/2007
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2008

In het Paritair Comité voor het glasbedrijf werd op 24 april 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, de werkgelegenheidsakkoorden en de vorming en andere arbeidsmodaliteiten in de sector van de spiegelmakerij en van de fabricage van kunstramen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 9 oktober 2007 onder het nummer 85.123/CO/115.

 

Wij geven u hierna de bepalingen uit deze CAO betreffende de extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld en enkele praktische schikkingen.

 

A. Tekst CAO

TITEL I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de fabrieken en ondernemingen van de volgende bedrijfssectoren, het door hen verrichte monteren en plaatsen inbegrepen, met uitzondering van de naamloze vennootschap Mirodan Industrie (Industrielaan 1 – 8501 Heule):

1°    samengevoegd en/of omgevormd en/of bewerkt vlak glas, bijvoorbeeld: isolerende beglazing, spiegelglas, geslepen spiegelglas, met geslepen rand, verzilverd, gegraveerd, versierd, gewelfd, dofgemaakt, fijn glas, kortom de spiegelmakerij, en andere ;

2°    de fabricage van kunstramen.

De bepalingen voorzien in artikelen 24 tot 27 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst gelden echter ook integraal voor de naamloze vennootschap Mirodan Industrie (Industrielaan 1 – 8501 Heule).

Met “arbeiders” worden arbeiders  en arbeidsters bedoeld.

(...)

TITEL V - ANDERE VOORDELEN

HOOFDSTUK I ‑ Extrawettelijke bijslag bij het vakantiegeld

Artikel 24

Aan de arbeiders wordt een extrawettelijke bijslag bij het vakantiegeld toegekend, welke overeenstemt met het loon voor:

110 uren arbeid na een anciënniteit van één jaar;

120 uren arbeid na een anciënniteit van twee jaar;

130 uren arbeid na een anciënniteit van drie jaar;

140 uren arbeid na een anciënniteit van vier jaar;

150 uren arbeid na een anciënniteit van vijf jaar;

160 uren arbeid na een anciënniteit van zes jaar;

voor tenminste 220 gewerkte en daarmee gelijkgestelde dagen per jaar.

Worden met gewerkte dagen gelijkgesteld :

1°  de dagen afwezigheid wegens een arbeidsongeval;

2°  de dagen van geoorloofd verzuim met uitzondering van deze welke door het gewaarborgd weekloon zijn gedekt.

In de veronderstelling echter van een voortgezette afwezigheid wegens ziekte, dekt de gelijkstelling slechts de 6 eerste onafgebroken maanden ziekte.

In geval van een nieuwe afwezigheid wegens ziekte, vangt een nieuwe maximale periode van gelijkstelling van 6 maanden aan voor zover de arbeider, gedurende 90 opeenvolgende kalenderdagen het werk heeft hervat tussen de twee afwezigheidsperiodes.

Artikel 25

De arbeiders die geen 220 gewerkte en daarmee gelijkgestelde dagen per jaar totaliseren omdat zij in de loop van het dienstjaar in dienst zijn getreden, omdat zij ziek zijn geweest onder de voorwaarden voorzien in artikel 24 of omdat de overeenkomst eindigde

-        wegens overmacht

-        bij ontslag door de arbeider of in onderling akkoord

-        bij ontslag door de werkgever behalve omwille van een dringende reden of

-        omdat zij gepensioneerd werden

bekomen een extrawettelijke bijslag welke overeenstemt met het loon voor:

9 uren arbeid per maand voor een anciënniteit van minder dan of gelijk aan één jaar;

10 uren arbeid per maand voor een anciënniteit van twee jaar;

11 uren arbeid per maand voor een anciënniteit van drie jaar;

12 uren arbeid per maand voor een anciënniteit van vier jaar;

13 uren arbeid per maand voor een anciënniteit van vijf jaar;

14 uren arbeid per maand voor een anciënniteit van zes jaar;

met dien verstande dat elk begonnen maand als volledige maand wordt beschouwd.

Het “pro rata temporis” principe is van toepassing.

Artikel 26

Voor de berekening van de extrawettelijke bijslag, vangt de referentieperiode aan op 1 december en eindigt op 30 november van het volgende jaar.

De anciënniteit die in aanmerking moet worden genomen is deze die verworven werd in de onderneming.

De anciënniteit en het loon die in aanmerking moeten worden genomen worden bepaald door de toestand op 30 november.

De anciënniteit en het loon welke in aanmerking moeten worden genomen voor de arbeiders die op voormelde datum niet meer in dienst van de onderneming zijn, worden bepaald door de toestand op de laatste dag van tewerkstelling.

Artikel 27

Deze extrawettelijke bijslag is betaalbaar ten laatste in december, vóór Kerstmis of bij het beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de in artikel 30 bedoelde werklieden.

(...)

TITEL XXII - GELDIGHEID

Artikel 60

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2007 en verliest haar uitwerking op 31 december 2008.

Artikel 61

De voordeligere maatregelen van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de schoot van de onderneming behouden hun uitwerking tijdens de ganse duur van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

(…)

 

B. Commentaar en praktische schikkingen

De extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld dat reeds het voorwerp uitmaakte van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 29 juli 1974 is vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen.

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangesloten van Groep S – Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de extrawettelijke bijslag bij het vakantiegeld, slechts de arbeiders vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de arbeiders toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de extrawettelijke bijslag bij het vakantiegeld.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
24/04/2007
Registratienr
85123
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
31/12/2008
Neerleggingsdatum
20/08/2007
Registratiedatum
09/10/2007
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
23/10/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
05/06/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
02/10/2008
Keywords
LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, VAKANTIEGELD, ANCIËNNITEITSPREMIE, AFSCHEIDSPREMIE, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUUR IN UREN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, KLEIN VERLET, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, RISICOGROEPEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), OPZEGGING/ONTSLAG, SYNDICALE PREMIE, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID, SOCIALE VREDE, HARMONISERING STATUUT ARBEIDERS/BEDIENDEN

Historiek
01/01/2021 31/12/2022 05 Extrawettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/2019 31/12/2020 05 Extrawettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/2017 31/12/2018 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/2015 31/12/2016 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/09/2013 31/12/2014 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/2011 31/08/2013 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/2009 31/12/2010 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/2007 31/12/2008 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/2005 31/12/2006 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/2003 31/12/2004 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/2001 31/12/2002 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld
01/01/1999 31/12/2000 05 Extra-wettelijke bijslag bij het vakantiegeld