Vanaf 1 januari 2018 kan de vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing wegens ploegen- en/of nachtarbeid ook worden toegepast op bezoldigingen toegekend aan werknemers die in ploegverband werken in onroerende staat op locatie verrichten.
Ondernemingen en uitzendbedrijven die werknemers in ploegen- en/of 's nachts tewerkstellen en die hen daarvoor een ploegen- en/of nachtpremie betalen, genieten een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen, premies inbegrepen, die zij aan deze werknemers betalen of toekennen.
De wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie (verschenen in het BS van 30 maart 2018) voorziet vanaf 1 januari 2018 ook een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wegens ploegenarbeid op bezoldigingen betaald of toegekend door ondernemingen en uitzendbedrijven aan werknemers die:
- op locatie;
- in ploegverband;
- werken in onroerende staat uitvoeren;
- aan een bepaald minimum uurloon.
1. werken op locatie
Er moet op een werf, dus niet in het atelier of het magazijn, gewerkt worden.
2. werken in ploegverband
In tegenstelling tot de reeds bestaande vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wegens ploegen- en/of nachtarbeid zijn de voorwaarden om van ploegenarbeid te spreken minder streng.
Het werk moet verricht worden in een of meerdere ploegen van minstens twee personen, die hetzelfde of complementair werk doen zowel qua inhoud als qua omvang.
Deze ploegen moeten elkaar in de loop van de dag niet opvolgen. Er mag dus een onderbreking zijn tussen beide ploegen. Het werk kan zelfs in één ploeg (bijvoorbeeld dagploeg) georganiseerd worden. De werknemers tewerkgesteld in de ploeg moeten wel op dezelfde werf werken.
Ingeval van overlapping van ploegen mag deze meer bedragen dan een vierde van hun dagtaak. Deze ploegen waarin werknemers worden tewerkgesteld mogen zelfs op hetzelfde tijdstip naast elkaar bestaan.
Er moet tenminste een derde van de arbeidstijd in ploegverband gewerkt worden.
3. Werken in onroerende staat uitvoeren
De uit te voeren werken moeten werken zijn zoals bedoeld in artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.
Het gaat om alle werken in onroerende staat, dat zijn alle werken die betrekking hebben op het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed alsmede elke handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt. Sommige werken worden gelijkgesteld met werken in onroerende staat (zie tekst van het voornoemde artikel).
Met werken in onroerende staat wordt dus meer dan alleen werken uitgevoerd door de bouwsector (PC 124) bedoeld. Dit kunnen ook werken zijn die behoren tot de bevoegdheid van de sector van de schoonmaak (PC 121), de hout- en stoffering (PC 126), de landbouw (PC 144), de metaalconstructie (PC 111) en de electriciens (PC 149.01).
4. Minimum uurloon
Het toekennen van een ploegenpremie is geen voorwaarde.
de betrokken werknemers moeten wel een bruto belastbaar uurloon, premies niet inbegrepen, van minstens 13,75 € verdienen. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
5. Voordeel
De vrijstelling van doorstorting bedraagt 3% (6% vanaf 1 januari 2019 en 18% vanaf 1 januari 2020) van de belastbare bezoldigingen, ploegenpremie inbegrepen, van de groep van werknemers die in aanmerking komen voor deze vrijstelling.
Belastbare bezoldigingen zijn:
- Lonen;
- Wedden;
- Ploegenpremies;
- voordelen van alle aard.
Belastbare bezoldigingen zijn niet:
- Premies andere dan ploegenpremies;
- De eindejaarspremie;
- achterstallige bezoldigingen.
- opzeggingsvergoedingen, vervangingsinkomsten en bezoldigingen verkregen door de werknemer maar die zijn uitbetaald of toegekend aan zijn rechtverkrijgenden.
Indien er voor een individuele werknemer die in aanmerking komt voor het voordeel niet voldoende bedrijfsvoorheffing beschikbaar is, zal het niet opgebruikte voordeel nog gebruikt kunnen worden om aan te rekenen op de ingehouden bedrijfsvoorheffing die na toepassing van het voordeel nog beschikbaar is bij (een) andere werknemer(s) die in aanmerking kom(t)(en) voor het voordeel.
6. Geen cumulatie
Deze nieuwe vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing kan niet gecumuleerd worden met de reeds bestaande vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wegens nacht- en/of ploegenarbeid.
De toepassing van deze nieuwe regeling veroorzaakt een reeks vragen zonder antwoord. Group S - Sociaal Secretariaat vzw zal contact opnemen met de klanten die in aanmerking kunnen komen voor dit voordeel van zodra op alle vragen die omtrent de toepassing van deze nieuwe regeling nog bestaan een antwoord werd gegeven door de fiscale administratie.