050101 Eindejaarstoelage
Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.10-00.00
Bijwerking: 10/12/2021
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2021
CAO 25/09/2002 (geldigheidsduur: 01/01/2003 - onbepaalde duur)
Bedrag:
- forfaitair gedeelte: 280,81 EUR (2005); 286,15 EUR (2006); 291,27 EUR (2007); 305,25 EUR (2008); 303,48 EUR (2009); 311,22 EUR (2010); 320,81 EUR (2011); 328,80 EUR (2012); 331,86 EUR (2013); 332,19 EUR (2014), 333,62 EUR (2015), 337,32 EUR (2016), 343,19 EUR (2017), 349,78 EUR (2018), 353,80 EUR (2019); 357,48 EUR (2020); 366,35 EUR (2021).
- variabel gedeelte: 2,5% van het geïndexeerd brutojaarloon van de WN.
Betaling: in de loop van de maand december of in de maand waarin dat de werknemer uit dienst treedt.
Toekenningsmodaliteiten:
- Volledig bedrag toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.
- Gelijkstellingen: de gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.
- Referentieperiode: 01/01 tot en met 30/09.
- In dienst voor 16de dag van de maand = 1 maand.
- Pro rata: 1/9de per gepresteerde of gelijkgestelde maand in de referentieperiode.
- Bij in- of uitdiensttreding tijdens de referentieperiode: pro rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.
- Deeltijdse WN: pro rata berekening van de duur van de arbeidsprestaties.
- Uitsluitingen:
- Om dringende reden ontslagen WN;
- WN ontslagen tijdens proefperiode;
- Studentenarbeid;
- Vervangers voor het gedeelte waarvoor de vervangen WN de EP ontvangt;
- WN die zich in proeftijd bevindt op het ogenblik van de betaling van de toelage;
- WN die reeds een EP geniet die tenminste gelijkwaardig is.
CAO van 14/09/2020 (nr. 162415/CO/330) - Waals Gewest
Vanaf 2019 wordt het forfaitair bedrag van de eindejaarstoelage zoals bepaald in de CAO van 25/09/2002 (hierboven) verhoogd met een bedrag van 368,79 EUR per VTE (niet-geïndexeerd bedrag ) voor de volgende diensten die erkend en/of gesubsidieerd zijn door het Waals Gewest:
- psychiatrische verzorgingstehuizen;
- initiatieven van beschut wonen (in het Waals nonprofitakkoord "habitations protégées pour patients psychiatriques" genoemd);
- rusthuizen voor bejaarden (in het Waals Gewest "maisons de repos" genoemd);
- rust- en verzorgingstehuizen;
- serviceflats en dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van bejaarden (in het Waals Gewest "centres de soins de jour" genoemd);
- centra voor functionele revalidatie (in het Waals Gewest "conventions de revalidation fonctionnelle" genoemd);
- diensten voor gezondheidspromotie.
De toepassingsmodaliteiten blijven dezelfde als degene van de CAO van 25/09/2002.
- Geïndexeerde bedragen: 368,79 EUR (2019); 372,63 EUR (2020); 381,87 EUR (2021).
CAO van 09/12/2019 (geldigheidsduur: 09/12/2019 - onbepaalde duur) - GGC
Vanaf 2019 wordt het forfaitair bedrag van de eindejaarstoelage zoals bepaald in de CAO van 25/09/2002 (hierboven) verhoogd met een bedrag van 280 EUR (niet-geïndexeerd bedrag ) voor de volgende diensten erkend en gesubsidieerd door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
- psychiatrische verzorgingstehuizen;
- initiatieven van beschut wonen;
- rusthuizen voor bejaarden;
- rust- en verzorgingstehuizen;
- serviceflats en dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van bejaarden;
- centra voor functionele revalidatie;
- alsook de diensten voor voortgezette en palliatieve zorgen gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Geïndexeerde bedragen: 280 EUR (2019); 282,91 EUR (2020); 289,93 EUR (2021)
Enkel voor de eindejaarspremie van 2020 (cao van 09/11/2020) wordt het bovenvermelde forfaitair gedeelte verhoogd met een brutobedrag van 267,09 EUR per VTE.
De toepassingsmodaliteiten blijven dezelfde als degene van de CAO van 25/09/2002, behalve wat de volgende punten betreft:
Betaling:
- in de loop van de maand december of in de maand waarin dat de werknemer uit dienst treedt.
- Afwijking: slechts voor de premie van het jaar 2019 : het bedrag van 280 EUR kan uiterlijk met de loon van de maand januari 2020 betaald worden.
Referentieperiode: 01/01 tot en met 30/09, behoudens afwijking op ondernemingsvlak.
Uitsluitingen:
- Om dringende reden ontslagen werknemers; studenten.
- Opgelet: de bedragen van het forfaitair gedeelte (waarvan het bedrag van 280 EUR) en van het variabel gedeelte worden niet toegekend aan de werknemers die reeds een eindejaarspremie genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze twee bedragen samen.
N.B. : deze CAO is van toepassing op voorwaarde dat de financiële middelen gegarandeerd worden door de bevoegde overheid.
In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten werd op 25 september 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de eindejaarstoelage (K.B. 23/10/2002 - B.S. 05/11/2002 - nr. 64174/CO/305).
Zij werd gewijzigd door:
- een CAO van 16/10/2019 (nr. 69017/CO/305), cfr. artikel 9 van de CAO van 25/09/2002;
- een CAO van 12/02/2007 (nr. 83644/CO/305), cfr. artikel 6 van de CAO van 25/09/2002.
Waals Gewest
Een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de betaling van een eindejaarspremie aan het personeel van de diensten die ressorteren onder het Paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten erkend en/of gesubsidieerd door het Waals Gewest, werd gesloten op 14 oktober 2019 (nr. 156135/CO/330).
Voor het jaar 2020 werd op 14 september 2020 een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de betaling van een eindejaarspremie aan het personeel van de diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, erkend en/of gesubsidieerd door het Waalse Gewest tot uitvoering van de tripartiete raamovereenkomst voor de Waalse non-profitsector 2018-2020 (nr. 162415/CO/330).
Geregionaliseerde sectoren te Brussel (Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
Een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst tot opheffing en vervanging voor haar toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25/09/2002 (KB van 23/10/2002 - BS van 05/11/2002) gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16/10/2003 (KB van 27/04/2004 - BS van 16/06/2004) en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 12/02/2007 (KB van 10/02/2008 - BS van 27/02/2008), betreffende de eindejaarspremie voor de geregionaliseerde sectoren te Brussel, werd gesloten op 9 december 2019 (nr. 157748/CO/330).
Deze werd gewijzigd door een cao van 9 november 2020 betreffende de uitzonderlijke verhoging in 2020 van het forfaitair gedeelte van de eindejaarspremie voor de geregionaliseerde sectoren in Brussel (nr. 162945/CO/330).
Geregionaliseerde sectoren onder de bevoegdheid de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Voor de bepalingen 'eindejaarspremie' van toepassing op de geregionaliseerde Vlaamse sectoren verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0503.
A. Tekst CAO van 25/09/2002
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van:
- de inrichtingen en diensten die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn;
- de psychiatrische verzorgingstehuizen;
- (...).
Onder "werknemers" wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het punt 1 van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000.
Artikel 3
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst leggen de regels vast die op de in artikel 1 beoogde werknemers inzake eindejaarstoelage van toepassing zijn en dit voor het jaar 2003 en volgende jaren.
Artikel 4
Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een forfaitair gedeelte verhoogd met een veranderlijk gedeelte.
- Het forfaitair gedeelte wordt vanaf 2003 berekend bij toepassing van artikel 5, §2, punt 1, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 december 1987. Derhalve wordt het bedrag van het forfaitair gedeelte van het in aanmerking genomen jaar bekomen door het forfaitair gedeelte toegekend tijdens het vorig jaar te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het vorig jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen.
- Het veranderlijk gedeelte bedraagt 2,5 % van het geïndexeerd brutojaarloon van de werknemer. Onder geïndexeerd brutojaarloon wordt verstaan : de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremiek brutoloon aan de betrokkene verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar, desgevallend met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.
Artikel 5
§1. Het volledig bedrag van de eindejaarstoelage wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.
De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.
De referentieperiode is de periode gaande van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken jaar. Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referentieperiode geeft recht op een negende van de overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 toegekende toelage.
De ondernemingsniveau kunnen afwijkende regelingen, die bestaan bij de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en die betrekking hebben op de referentieperiode, in voege blijven.
Onder maand wordt verstaan, iedere verbintenis welke is aangegaan vóór de zestiende dag van de lopende maand.
§2. Als de werknemer de gehele toelage niet kan genieten in het kader van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.
§3. Het bedrag van de toelage van de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.
Artikel 6
De eindejaarstoelage wordt in éénmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar of in de maand waarin dat de werknemer uit dienst treedt.
Artikel 7
§1. De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch voor arbeidsprestaties verricht in het raam van een studentencontract of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarstoelage ontvangt.
§2. De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de toelage van het in aanmerking genomen jaar, hebben geen recht op de toelage.
Artikel 8
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze, bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Artikel 9
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.
Artikel 10
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst op van 22 oktober 1991 van toepassing op de instellingen die onder het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen ressorteren en (...), en dit vanaf het ogenblik dat de voordelen bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst effectief worden toegekend.
Artikel 11
Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief aan de werknemers zullen toegekend worden voor zover de koninklijke en ministeriele besluiten die de financiering ervan verzekeren, zoals deze door de Regering voorzien werden, effectief op 1 oktober 2002 in werking treden, hierbij invoerend:
(1) voor het personeel dat niet in het kader van de RIZIV forfaits gefinancierd wordt, een jaarlijkse financiering per VTE personeelslid ten bedrage van:
Vanaf 1 oktober 2002:
- 2.383,56 EUR voor een verpleegkundige A1;
- 2.176,58 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA;
- 5.029,75 EUR voor een verzorgend personeelslid;
- 733,87 EUR voor een paramedisch personeelslid;
- 3.166,64 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid.
Vanaf 1 oktober 2003:
- 3.659,69 EUR voor een verpleegkundige A1;
- 3.366,46 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA;
- 6.058,40 EUR voor een verzorgend personeelslid;
- 1.972,50 EUR voor een paramedisch personeelslid;
- 4.124,02 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid.
Vanaf 1 oktober 2004:
- 3.711,54 EUR voor een verpleegkundige A1;
- 3.496,09 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA;
- 6.588,42 EUR voor een verzorgend personeelslid;
- 2.128,05 EUR voor een paramedisch personeelslid;
- 7.550,84 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid.
waarbij het geheel van voornoemde bedragen gekoppeld wordt aan het spilindexcijfer (...), aangepast overeenkomstig de modaliteiten van het stelsel van indexering aan de consumptieprijzen en onderworpen aan een globale budgettaire enveloppe berekend op basis van het in de sector effectieve tewerkstellingsvolume van het jaar 2001;
(2) voor het personeel gefinancierd binnen het kader van de RIZIV forfaits, een jaarlijse financiering per VTE gelijk aan het bedrag overeenstemmend met voornoemde bedragen (rekening houdend met de lasten die reeds door de forfaits gedekt worden), vermeerderd met een bedrag overeenstemmend met de 1 % baremieke verhoging toegekend op 1 oktober 2001 overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van
7 december 2000 betreffende de optrekking met 1 % van de lonen van sommige werknemers. Aangezien deze bedragen toegevoegd worden aan de geactualiseerde waarde van de RIZIV forfaits van toepassing op 30 september 2000 zoals gewijzigd overeenkomstig de tussen 30 september 2000 en 1 oktober 2002 aangepaste omkaderingsnormen, wordt de waarde van de forfaits (...) op 1 oktober 2002 op volgende bedragen vastgelegd:
- voor de rustoorden:
- forfait O: 1,18 EUR;
- forfait A: 7,99 EUR;
- forfait B: 24,16 EUR;
- forfait C: 34,58 EUR;
- forfait C+: 36,38 EUR;
- voor de rust- en verzorgingsinstellingen:
- forfait B4: 38,66 EUR;
- forfait B5: 43,25 EUR;
- forfait C: 48,79 EUR;
- forfait Cd: 50,49 EUR.
- voor de dagverzorgingscentra:
- forfait: 23,57 EUR.
B. Praktische schikkingen
Wij vestigen de aandacht van de aangeslotenen van Groep S - Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven opgesteld voor de betaling van de eindejaarspremie, slechts de werknemers vermeld worden die in dienst zijn.
Desgevallend dienen zij de werknemers toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
12/02/2007 |
Registratienr
83644 |
Geldig van
01/01/2007 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
20/06/2007 |
Registratiedatum
06/07/2007 |
||
Onderwerp
wijziging van de CAO van 25 september 2002 inzake de eindejaarstoelage |
|||
BS Bericht van neerlegging
20/07/2007 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
10/02/2008 |
Gepubliceerd in het B.St. van
27/02/2008 |
||
Keywords
EINDEJAARSPREMIE |
Datum CAO
09/12/2019 |
Registratienr
157748 |
Geldig van
09/12/2019 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
10/01/2020 |
Registratiedatum
19/03/2020 |
||
Reikwijdte
Bejaardentehuizen, rust- en verzorgingstehuizen, serviceflats, dagverzorgingscentra voor bejaarden, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven voor beschut wonen voor psychiatrische patiënten, revalidatiecentra, erkend en gesubsidieerd door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest., Diensten voor voortgezette en palliatieve zorgen gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
|||
Onderwerp
Opheffing en vervanging van de CAO van 25/09/2002 betreffende de eindejaarspremie voor de geregionaliseerde sectoren te Brussel. |
|||
BS Bericht van neerlegging
30/03/2020 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
15/03/2021 |
Gepubliceerd in het B.St. van
14/04/2021 |
||
Keywords
EINDEJAARSPREMIE |
Datum CAO
14/10/2019 |
Registratienr
156135 |
Geldig van
14/10/2019 |
Geldig tot
29/02/2020 |
Neerleggingsdatum
25/10/2019 |
Registratiedatum
20/12/2019 |
||
Reikwijdte
psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen voor psychiatrische patiënten, rusthuizen voor bejaarden, rust- en verzorgingstehuizen, serviceflats en dienstencentra ter verzorging van bejaarden, revalidatiecentra en diensten voor de gezondheidspromotie, die erkend zijn en/of gesubsidieerd door het Waals Gewest |
|||
Onderwerp
eindejaarspremie |
|||
BS Bericht van neerlegging
30/01/2020 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
07/01/2021 |
Gepubliceerd in het B.St. van
12/02/2021 |
||
Keywords
EINDEJAARSPREMIE |
Datum CAO
14/09/2020 |
Registratienr
162415 |
Geldig van
01/01/2020 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
19/10/2020 |
Registratiedatum
17/12/2020 |
||
Reikwijdte
Psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, rusthuizen voor bejaarden, rust- en verzorgingstehuizen, serviceflats en dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van bejaarden, centra voor functionele revalidatie, erkend en/of gesubsidieerd door het Waals Gewest |
|||
Onderwerp
Eindejaarspremie |
|||
BS Bericht van neerlegging
03/02/2021 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
20/04/2021 |
Gepubliceerd in het B.St. van
21/06/2021 |
||
Keywords
EINDEJAARSPREMIE |
Datum CAO
09/11/2020 |
Registratienr
162945 |
Geldig van
01/01/2020 |
Geldig tot
31/12/2020 |
Neerleggingsdatum
13/01/2021 |
Registratiedatum
27/01/2021 |
||
Reikwijdte
Bejaardentehuizen, rust- en verzorgingstehuizen, serviceflats, dagverzorgingscentra voor bejaarden, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven voor beschut wonen voor psychiatrische patiënten, revalidatiecentra die erkend en gesubsidieerd zijn door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Diensten voor voortgezette en palliatieve zorgen gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
|||
Onderwerp
Eindejaarspremie voor de geregionaliseerde sectoren in Brussel |
|||
BS Bericht van neerlegging
03/03/2021 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
27/05/2021 |
Gepubliceerd in het B.St. van
22/07/2021 |
||
Keywords
EINDEJAARSPREMIE |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2022 | 31/12/2050 | 050101 Eindejaarstoelage - Inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn |
01/01/2007 | 31/12/2021 | 050101 Eindejaarstoelage |
01/01/2003 | 31/12/2006 | 050101 05 Eindejaarstoelage |
01/01/1991 | 30/09/2003 | 050101 0501 Eindejaarspremie 1991 |
01/10/2003 | 31/12/2002 | 050101 05 Eindejaarstoelage |