40 Deeltijdse arbeid
Paritair (sub-)Comité nr.:
322.01.00-00.00
Bijwerking: 26/07/2012
Geldig vanaf: 01/09/2009
Geldig tot: 31/12/2021
Vlanderen en Brussel:
- Tijdens de tewerkstellingsperiode van drie maand te rekenen van de eerste dimona
Minimale arbeidsduur per prestatie : 3 uur
Minimale wekelijkse arbeidsduur : 3 uur
- Na de tewerkstellingsperiode van drie maand te rekenen van de eerste dimona
Minimale arbeidsduur per prestatie : 3 uur
Minimale wekelijkse arbeidsduur :
- werknemers die een aanvullende uitkering genieten : 13 uur
- werknemers die geen aanvullende uitkering genieten : 10 uur.
1. Minimale wekelijkse arbeidsduur
Tijdens de eerste tewerkstellingsperiode van drie maand te rekenen van de eerste dimona, zullen de partijen verplicht zijn de minimumgrens van 3 uur prestaties, na te leven. Met betrekking tot de wekelijkse arbeidsduur zal er voor alle werknemers kunnen worden afgeweken van de minimumgrens van een derde van de tijd.
Na die periode van drie maand, d.w.z. bij de verplichte afsluiting van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, wat evenwel de minimum wekelijkse arbeidsduur betreft wordt er een onderscheid gemaakt naargelang de werknemers al dan niet een uitkering of een leefloon genieten:
- voor de werknemers die een aanvullende uitkering genieten mag er niet worden afgeweken van de minimumlimiet van 13 uur;
- voor de werknemers die geen aanvullende uitkering genieten mag de minimum wekelijkse arbeidsduur niet korter zijn dan 10 uur.
2. Minimale dagelijkse arbeidsduur/per prestatie
De arbeidsovereenkomst dienstencheques mag nooit een werkperiode voorzien die minder bedraagt dan 3 uren, vanaf de eerste gewerkte dag.
Bronnen : Wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen (BS 11/08/2001), art. 7 septies en art. 7 octies; KB van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques (BS 22/12/2001), art. 9 bis; KB van 12 juli 2009 (B.S. 22/07/ 2009).
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2022 | 31/12/2050 | 40 Deeltijdse arbeid |
01/09/2009 | 31/12/2021 | 40 Deeltijdse arbeid |