1903 4802 Tewerkstelling en opleiding voor de risisogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
322.00.00-00.00

Bijwerking: 09/01/2014
Geldig vanaf: 01/07/2013
Geldig tot: 31/12/2014

In het Paritaire Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of-diensten leveren werd op 24 oktober 2013 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst en geregistreerd op 11 december 2013 onder het nr. 118364/CO/127. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 7 januari 2014.

Wij geven u hierna de tekst van deze CAO.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in toepassing van Titel XIII, Hoofdstuk Afdeling 1 van de wet van 27 december 2006 (1) houdende diverse bepalingen (B.S. van 28 december 2006), van Titel II, Hoofdstuk 3 van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord (B.S. van 7 februari 2011), en van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord (BS van 28 april 2011).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op:

  1. de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, met uitsluiting van de uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (P.C. 124);
  2. de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van genoemde wet van 24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld met uitsluiting van de uitzendkrachten die in dienst zijn van een uitzendbedrijf dat erkend is om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (P.C: 124).

HOOFDSTUK II - Bevorderen van initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen

Artikel 2

De werkgever verbindt er zich toe initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen te bevorderen.

Het betreft hier volgende risicogroepen:

a. De langdurig werklozen

Werkzoekenden die, gedurende de 6 maanden die aan hun indienstneming voorafgaan, zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten voor alle dagen van de week.

b. De laaggeschoolde werklozen

Werklozen, ouder dan 18 jaar, die minstens 1 dag werkloos zijn en geen houder zijn van:

  • hetzij een diploma van universitair onderwijs;
  • hetzij een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van het lange of het korte type;
  • hetzij een getuigschrift van het hoger algemeen of technisch secundair onderwijs.

c. De gehandicapten

Werkzoekende mindervaliden die, op het ogenblik van hun indienstneming, bij het Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van de Mindervaliden (of bij één van zijn rechtsopvolgers) zijn ingeschreven.

d. De deeltijds leerplichtigen

Werkzoekenden van minder dan 18 jaar die onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht en het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgen.

e. De herintreders

Werkzoekenden die tegelijk aan volgende voorwaarden voldoen:

  1. minstens 24 jaar zijn
  2. geen werkloosheids- of loopbaanonderbreldngsuitkeringen genoten hebben gedurende de periode van 3 jaar die de indienstneming voorafgaat.
  3. geen beroepsactiviteit verricht hebben gedurende de periode van 3 jaar die de indienstneming voorafgaat.
  4. vóór de in 2) en 3) bedoelde periode van 3 jaar hun beroepsactiviteit onderbroken hebben ofwel nooit een dergelijke activiteit begonnen zijn.

f. De bestaansminimumtrekkers

Werkzoekenden die op het ogenblik van hun indienstneming sinds minstens 3 maanden zonder onderbreking het leefloon ontvangen.

g. Oudere werklozen

Werkzoekenden, ouder dan 44 jaar, die minstens één dag werkloos zijn en geen houder zijn van:

  • hetzij een diploma van het universitair onderwijs
  • hetzij een diploma of een getuigschrift van het hoger niet-universitair onderwijs van het korte of het lange type.

h. Migranten

De Raad van Beheer van het Sociaal Fonds zal bepalen welke personen tot deze categorie van werknemers behoren.

    I. De niet-werkende jongeren en de jongeren die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding en de jongeren met een verminderde     arbeidsgeschiktheid. Met jongeren wordt bedoeld degenen die nog geen 26 Par oud zijn.

Artikel 3

Ter ondersteuning van deze maatregel betaalt de werkgever aan het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten de bijdrage van 0,10 pct. op het bon voorzien in artikel 14 c) van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten, voor de verwezenlijking van artikel 3, 8° van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst. In correlatie hiermee staat een recht ten gunste van de werkgevers die aantonen inspanningen te hebben geleverd. De modaliteiten tot uitoefening van dit recht worden door het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten vastgesteld.

Artikel 4

De bijdrage van 0,10% zoals voorzien in artikel 3 wordt aangewend voor aile categorien risicogroepen voorzien in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Van die bijdrage zal 0,05% worden voorbehouden aan de groepen vermeld in artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, vierde lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen.
Van de bijdrage van 0,05% zoals voorzien in het voorgaande lid zal 0,025 worden voorbehouden voor de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn. Het betreft meer bepaald de niet-werkende jongeren en de jongeren die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding en de jongeren met een verminderde arbeidsgeschiktheid.

HOOFDSTUK III - Duur

Artikel 5

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2013. Zij wordt gesloten voor een bepaalde duur en verstrijkt op 30 juni 2015.

Zij kan, mits een opzeggingstermijn van 3 maanden wordt in acht genomen, door elk van de partijen worden opgezegd met een aangetekend schrijven gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
24/10/2013
Registratienr
118364
Geldig van
01/07/2013
Geldig tot
30/06/2015
Neerleggingsdatum
30/10/2013
Registratiedatum
11/12/2013
Onderwerp
tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
BS Bericht van neerlegging
07/01/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
22/05/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
04/11/2014
Keywords
RISICOGROEPEN

Historiek
01/01/2021 31/12/2022 1903 Risicogroepen
01/01/2019 31/12/2020 1903 Tewerkstelling en opleiding voor de risicogroepen
01/01/2017 31/12/2018 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding voor de risicogroepen
01/01/2015 30/06/2017 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding voor de risicogroepen
01/07/2017 31/12/2016 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding voor de risicogroepen
01/07/2013 31/12/2014 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding voor de risisogroepen
01/07/2011 30/06/2013 1903 4802
01/01/2011 30/06/2011 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding voor de risisogroepen
01/01/2009 31/12/2010 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding voor de risisogroepen
01/01/2007 31/12/2008 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding voor de risisogroepen
01/01/2005 31/12/2006 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding voor de risisogroepen